Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Gemeente Heerlen - Coffeeshopbeleid Heerlen (2024)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Heerlen - Coffeeshopbeleid Heerlen (2024)
Citeertitel
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpCoffeeshopbeleid Heerlen 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 170 van de Gemeentewet
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-2024nieuwe beleidsregel

16-04-2024

gmb-2024-242659

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Heerlen - Coffeeshopbeleid Heerlen (2024)

 

 

Inleiding

 

De burgemeester van Heerlen;

 

is bevoegd beleid op te stellen voor de exploitatie van coffeeshops in Heerlen.

 

Deze beleidsregels dienen als doel om:

duidelijkheid te geven aan (toekomstige en huidige) exploitanten, en omwonenden, van een coffeeshop over onder meer het aantal toegestane coffeeshops en onder welke voorwaarden;

om te zorgen dat eventuele aantasting van de woon- en leefomgeving rondom een coffeeshop tot een minimum beperkt blijft en kwetsbare groepen beschermd worden;

een nadere uitwerking te geven van de wet- en regelgeving verwerkt die bekend staat als het Experiment gesloten coffeeshopketen. Met deze vooralsnog tijdelijke wetgeving wordt de productie en handel in softdrugs verder gedecriminaliseerd. En wordt beter gezorgd dat de kwaliteit in coffeeshops gekochte softdrugsproducten goed gewaarborgd is door landelijke toezichthouders.

 

gelet op:

artikel 3:3 e.v. Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen 2021 (APV);

artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

artikel 170 Gemeentewet

Aanwijzing Opiumwet

Wet experiment gesloten coffeeshopketen en aanverwante regelgeving;

 

Besluit

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

Artikel 1: Definities

Besluit: Besluit experiment gesloten coffeeshopketen

Coffeeshop: een alcoholvrije horeca-inrichting waar onder strikte voorwaarden softdrugs verkocht mogen en als bedoeld in artikel 6a van de Wet;

Coffeeshopvergunning: een (alcoholvrije) horeca-exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen, met de aantekening coffeeshop waarin de gedoogcriteria tot verkoop van softdrugs zijn opgenomen;

Ingezetene: een natuurlijk persoon die in de Basisregistratie personen ingeschreven staat op een (woon)adres in Nederland;

Wet: Wet experiment gesloten coffeeshopketen

 

Artikel 2: Maximum aantal coffeeshops

het maximaal aantal coffeeshops wordt vastgesteld op twee;

de expliciete verklaring als bedoeld in artikel 6a, tweede lid van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen, bestaat uit het verlenen van een (alcoholvrije) horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop waarbij in de voorschriften nadere regels over de verkoop van hennep en hasjiesj worden gegeven.

 

Artikel 3: Maximaal één coffeeshop in een stadsdeel

in een stadsdeel mag maximaal één coffeeshop gevestigd worden;

onder een stadsdeel wordt in dit beleid bedoeld:

Hoensbroek/Heerlerheide;

Heerlerbaan onder toevoeging van de buurten Welten-Benzenrade, Bekkerveld-Aarveld, Caumerveld-Douve Weien en Molenberg;

Heerlen-Stad zonder de onder b van dit artikel genoemde gebieden.

 

Artikel 4: Aanvullende vestigingscriteria

een coffeeshop mag niet gevestigd worden op een locatie:

waarvan de tussenliggende afstand tussen coffeeshops minder dan 250 meter is;

die een straat betreft waar uitsluitend gewoond wordt. Hiervan uitgezonderd zijn locaties waar op loopafstand drie of meer horecabedrijven, winkels of andere ondernemingen (niet zijnde medische beroepen) in exploitatie zijn;

die in de onmiddellijke nabijheid (ten minste 100 meter) gelegen is van basisschool, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs of een muziekschool;

die in de onmiddellijke nabijheid (ten minste 100 meter) gelegen is van een locatie waar mensen met een verslavingsproblematiek opgevangen en/of (dag)behandeling voor deze verslaving ontvangen;

een coffeeshop mag niet gevestigd worden op een locatie waar in onderlinge samenhang sprake is van vestiging:

in de nabijheid (tussen 101 en 250 meter) van een locatie waar mensen met een verslavingsproblematiek opgevangen en/of (dag)behandeling voor deze verslaving ontvangen;

in de nabijheid (tussen 101 en 250 meter) van een basisschool, speciaal onderwijs, voorgezet onderwijs of muziekschool;

in de nabijheid (tussen 101 en 250 meter) van instellingen waar middelbaar beroepsonderwijs gegeven wordt;

gelegen is aan de looproute van een spoorweg- of busstation naar een school (als bedoeld onder b en c) voor zover deze school binnen een loopafstand van 1000 meter van het station is gelegen en welke looproute wordt gebruikt door schoolgaande jeugd voor die scholen;

in de onmiddellijke nabijheid (ten minste 200 meter) van een spoorweg en/of busstation.

 

 

Artikel 5: Aanvullend vestigingscriterium stadsdeel Heerlerbaan

Ten aanzien van de vestiging van een coffeeshop in het stadsdeel Heerlerbaan is tot en met 30 april 2030 het aanvullend vestigingscriterium van kracht. Dit criterium is separaat vastgelegd in de beleidsregel Aanvullend vestigingscriterium stadsdeel Heerlerbaan.

 

Artikel 6: Inwerkingtreding nuloptie coffeeshop Akerstraat-Noord

Indien de vergunninghouder, zoals bedoeld in de vergunning verleend d.d. 2 december 2019, om enige redenen de exploitatie van de coffeeshop gelegen aan de Akerstraat-Noord 220 staakt treedt de nuloptie in werking. Inhoudende dat er aan de Akerstraat-Noord vanaf dat moment voor onbepaalde tijd geen coffeeshop meer gevestigd mag worden.

 

Artikel 7: Maximale handelsvoorraad

conform artikel 5, tweede lid van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen is de in de coffeeshop aanwezige voorraad hennep of hasjiesj niet meer dan op weekbasis nodig is voor de verkoop aan klanten;

bij afzonderlijke beschikking wordt voor iedere coffeeshop afzonderlijk de als in lid 1 bedoelde weekvoorraad vastgesteld;

de weekvoorraad wordt in grammen vastgesteld;

de vastgelegde weekvoorraad kan maximaal tweemaal per jaar op verzoek van de exploitant worden gewijzigd. De exploitant zorgt hierbij voor een concrete onderbouwing die minimaal bestaat uit historische en actuele verkoopcijfers.

 

Artikel 8: Beperken overlast

de exploitant van de coffeeshop draagt gedurende de openingstijden van de coffeeshop zorg voor het beperken van eventuele overlast in de directe nabijheid door minimaal:

toe te zien op de bezoekersstromen bij de toe-, in- en uitgangen;

toe te zien dat bezoekers aan de coffeeshop ordelijk en correct gebruiken maken van de nabij gelegen parkeervoorzieningen en deze parkeervoorziening niet onnodig lang bezet houden;

bezoekers aan te spreken op hinderlijk en/of overlastgevend gedrag;

toe te zien dat bezoekers niet onnodig ophouden in de omgeving van de coffeeshop;

toe te zien dat bezoekers hun gekochte waren niet consumeren op of aan de openbare weg dan wel in portieken in de directe omgeving van de coffeeshop;

zorg te dragen dat in de directe omgeving geen zwerfafval aanwezig is dat door bezoekers aan de coffeeshop achtergelaten wordt.

bij de ingang van de coffeeshop een bord aan te brengen met de toelatingseisen op een voor het publiek vanaf de straat zichtbare plaats;

huisregels op te stellen en aan te brengen in de coffeeshop op een voor bezoekers zichtbare plaats en zorg te dragen voor de handhaving van deze regels.

 

Artikel 9: Openingstijden coffeeshops

coffeeshops mogen geopend zijn:

op maandag tot en met zaterdag tussen 16.00 en 01.00 uur;

op zon- en feestdagen tussen 13.00 en 01.00 uur.

ter bescherming van de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid kunnen in afwijking van het eerste lid, al dan niet tijdelijk, beperkte openingstijden opgelegd worden.

 

Artikel 10: Rechtsvorm coffeeshop - gedoogverklaring

De (impliciete) gedoogverklaring wordt enkel verstrekt aan een natuurlijk persoon;

De gedoogverklaring is persoons- en locatiegebonden en niet overdraagbaar.

 

Artikel 11: Inrichting coffeeshop

Het is niet toegestaan verkoop vanuit de coffeeshop te laten plaatsvinden door middel van loketten aan de straatzijde, open puien of op een andere wijze direct op of aan de weg.

 

Artikel 12: Opleiding personeel

Als cursus voor het verkopend personeel, als bedoeld in artikel 6, eerste lid van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen, wordt aangewezen ‘De Coffeeshopcursus’;

indien de in het eerste lid genoemde cursus (niet) meer beschikbaar is wordt door de burgemeester bij afzonderlijke beschikking een vervangende cursus aangewezen.

 

Artikel 13: Geen nadere regels beveiliging en afficheringsverbod

Op grond van artikel 12 van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen kunnen er nadere regels gesteld worden ten aanzien van een aantal onderwerpen zoals beschreven in sub a tot en met i. Voor de onderdelen affichering (sub c) en beveiliging coffeeshop (sub g) wordt van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt.

 

Artikel 14: Handhaving

De lokale handhaving van regels uit de Wet en het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen is uitgewerkt in de separate beleidsregels met de naam ‘Handhavingsbeleid Experiment gesloten coffeeshopketen Heerlen’.

 

Artikel 15: Tussentijds staken deelname Experiment gesloten coffeeshopketen

Indien gebruik wordt gemaakt van artikel 6, tweede lid van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen zijn artikelen 2, tweede lid, 7, 11, 12 en 13 uit onderhavige beleidsregels niet meer van kracht vanaf de dag dat de gemeente Heerlen niet meer deelneemt aan het Experiment gesloten coffeeshopketen. De overige artikelen behouden wel hun rechtskracht.

 

Ten aanzien van de AHOJGI-gedoogcriteria blijven deze van kracht maar wijzigt bij het staken van het Experiment de grondslag van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen weer terug naar art. 1, paragraaf pre-opsporing, gedoogbeleid coffeeshops van de Aanwijzing Opiumwet.

 

Artikel 16: Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden na publicatie in werking op 17 juni 2024.

 

Artikel 17: Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Coffeeshopbeleid Heerlen (2024)’.

 

Artikel 18: Intrekken oude beleidsregels

Het ‘Softdrugsbeleid gemeente Heerlen’, zoals vastgesteld in september 2002 alsmede het ‘Softdrugsbeleid gemeente Heerlen actualisering mei 2004’ worden hierbij ingetrokken.

 

Aldus besloten door de burgemeester van Heerlen op 30 mei 2024,

 

de burgemeester van Heerlen,

 

drs. R. Wever

 

 

ALGEMENE TOELICHTING

 

De beleidsuitgangspunten voor het coffeeshopbeleid zijn:

scheiding van markten tussen soft- en harddrugs;

kleinschalige verkoop van softdrugs om te voldoen aan de behoefte van gebruikers binnen een gereguleerde en veilige omgeving;

bescherming van kwetsbare groepen, door onder andere voorlichting door de coffeeshops, en het weren van coffeeshops in de nabijheid van scholen;

tegengaan van de illegale verkoop van softdrugs op straat of illegale bezorgdiensten;

aanpak bestrijding van overlast in de openbare ruimte en verloedering van het straatbeeld;

uitwerking te geven de nadere uitwerking van de nadere regels uit de Wet en Besluit Experiment gesloten coffeeshopketen.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 2: Maximum aantal coffeeshops

De gemeente Heerlen kent sinds 1995 beleidsregels die toezien op de vestiging van coffeeshops om de verkoop van softdrugs te reguleren en beheersbaar te houden ten aanzien van het woon- en leefklimaat. Het maximum aantal coffeeshops werd in die tijd op vijf vastgesteld. Bij de actualisering van het Softdrugsbeleid in mei 2004 werd dit aantal teruggebracht naar een maximum van drie. Na het in januari 2020 intrekken van de vergunning van de coffeeshop in het stadsdeel Heerlerbaan is deze vergunning niet opnieuw vrijgegeven. Gebleken is dat met de resterende twee coffeeshops de openbare orde en veiligheid evenals het woon- en leefklimaat ook gewaarborgd wordt. De gemeenteraad heeft in de raadsvergadering van 28 februari 2024 de burgemeester door middel van een motie opgeroepen om het maximum verder terug te brengen van drie naar twee. Deze motie werd door de burgemeester omarmd en met een ruime meerderheid door de raad aangenomen. Hierbij formeel opgemerkt dat de gemeenteraad in dezen geen formele bevoegdheid heeft. Het betreft een exclusieve burgemeestersbevoegdheid om het maximum vast te stellen. Waarbij de gemeenteraad uiteraard wel gehoord wordt en in goed overleg tot een standpunt wordt gekomen over het maximaal toegestane coffeeshops.

 

Artikel 3: Maximaal één coffeeshop in een stadsdeel

Vanaf de actualisering van het Softdrugsbeleid Heerlen in mei 2004 is de geografische verdeling van de coffeeshop over drie stadsdelen gehanteerd. Deze verdeling heeft in de afgelopen 20 jaren niet geleid tot nadere discussies of aanleiding om dit beleid te herzien. Met deze verdeling wordt eventuele overlast of aantasting van de woon- en leefomgeving beperkt in tegenstelling tot de oude situaties dat er bijvoorbeeld vijf coffeeshops in één straat waren gevestigd. Wel is gebleken dat ondanks een intensieve zoektocht door gemeente en een (voormalige) coffeeshop-exploitant dat er vooralsnog in het stadsdeel Heerlerbaan weinig echt geschikte locaties gevonden zijn voor de vestiging van een coffeeshop. Met het verder decriminaliseren van de coffeeshop kunnen in de toekomst wellicht meer kansrijke locaties in beeld komen als er een vergunning opnieuw verdeeld moet worden.

 

Door het verlagen van het maximum aantal toegestane coffeeshops naar twee ontstaat de situatie dat er altijd ten minste één stadsdeel zal zijn waar geen coffeeshop gevestigd is.

 

Artikel 4: Aanvullende vestigingscriteria

Deze vestigingscriteria worden al ruim twintig jaar gehanteerd. En hebben in die tijd niet geleid tot onnodige beperkingen bij het vestigen van een coffeeshop. De criteria zien nadrukkelijk op het behoud van een prettige woon- en leefomgeving evenals het beschermen van kwetsbare doelgroepen waaronder volwassenen met een (potentiële) verslavingsproblematiek.

 

De criteria in het eerste lid zijn limitatief en strikt beperkend. In het tweede lid gaat het om een onderlinge samenhang. Deze ‘samenhang’ is bedoeld om meer beoordelingsruimte te creëren voor een mogelijke locatie. Als bijvoorbeeld vier van de vijf criteria gelden dan is vestiging niet gewenst. Is er slechts een criterium van toepassing dan is vestiging in beginsel wel mogelijk.

 

Artikel 5: Aanvullend vestigingscriterium stadsdeel Heerlerbaan

Op de locatie Heerlerbaan 160 was vanaf 2008 tot 2020 een coffeeshop gevestigd. Er hebben zich gedurende meer dan tien jaren diverse ernstige (gewelds)incidenten voorgedaan die te relateren waren aan de bedrijfsvoering van desbetreffende coffeeshop. Ook werden er meerdere forse overtredingen van de gedoogvoorwaarden geconstateerd. Dit alles heeft uiteindelijk geleid tot het intrekken van de exploitatievergunning in januari 2020. Omdat het veiligheidsgevoel van omwonenden en ondernemers in de buurt ernstig was aangetast door al deze incidenten is besloten om gedurende een periode van 10 jaren op de locatie Heerlerbaan 160, en de directe omgeving, geen exploitatie van een coffeeshop meer toe te staan. Hiermee wordt beoogd over een langere periode de rust voor de woon- en werkomgeving te laten herstellen.

 

Artikel 6: Inwerkingtreding nuloptie coffeeshop Akerstraat-Noord

Ten aanzien van de vestiging van één of meer coffeeshops aan de Akerstraat-Noord is in het beleid van 2002, en bevestigd in 2004, vastgelegd dat deze naar nul teruggebracht dient te worden. En de exploitant uiterlijk mei 2007 de coffeeshop naar een andere locatie in Hoensbroek of Heerlerheide diende te verplaatsen. Bij besluit van 12 oktober 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten dat de toenmalige, en nog steeds de huidige, exploitant zijn inrichting niet hoeft te verplaatsen. Dit mede in verband met weinig echt geschikte alternatieve locaties. Indien de exploitant de bedrijfsactiviteiten van de coffeeshop staakt treedt de nuloptie voor de Akerstraat-Noord in werking.

 

Onder staken van de activiteiten wordt ook het verstaan het verkopen of willen overdragen van de activiteiten aan een ander natuurlijk persoon / personen of een rechtspersoon. Het overdragen van de coffeeshopvergunning is niet mogelijk omdat deze persoons- en pandgebonden is evenals aangemerkt als schaars recht. Hiertoe is separaat verdeelbeleid vastgesteld waarbinnen iedere gegadigde een gelijke kans maakt om in aanmerking te komen voor een vrijgegeven coffeeshopvergunning.

 

De nuloptie ziet nadrukkelijk om de bedrijfsactiviteiten die zijn op de (gedoogde resp. gereguleerde) verkoop van softdrugsproducten. Het voorzetten van de bedrijfsactiviteit als een reguliere horeca-inrichting blijft wel mogelijk indien het omgevingsplan daarin voorziet.

 

Artikel 7: Maximale handelsvoorraad

In de Aanwijzing Opiumwet is opgenomen dat de Lokale Driehoek (burgemeester, officier van justitie en teamchef politie) samen de maximale handelsvoorraad van gedoogde coffeeshops vaststellen. Die voorraad mag niet groter dan 500 gram zijn. Bij de start van de experimenteerfase in het Experiment gesloten coffeeshopketen geldt deze regelgeving niet meer en wordt gedurende de looptijd van het experiment vervangen door het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen. In het Besluit is in artikel 5 opgenomen dat de maximale handelsvoorraad (de voorraad die daadwerkelijk in de coffeeshop aanwezig is) een voorraad is die gemiddeld op weekbasis nodig is om aan de vraag te voldoen. De burgemeester is bevoegd deze maximale voorraad te bepalen. Er zijn geen nadere regels gesteld hoe deze voorraad vastgesteld dient te worden. Omdat coffeeshops onderling voor wat betreft aanbod en aantal bezoekers onderling kunnen verschillen bestaat er de mogelijkheid om voor iedere coffeeshop afzonderlijk de voorraad vast te stellen. Hiertoe wordt in overleg met de vergunninghouder getreden om een werkbare weekvoorraad vast te stellen. Hierbij wordt rekening gehouden met het minimaliseren van de bevoorradingsmomenten.

 

In de lijn van het Experiment wordt er (zeker) in de beginfase geëxperimenteerd hoe de weekvoorraad in redelijkheid vastgesteld kan worden. Daarin wordt in het vierde lid van het artikel ook nadrukkelijk ruimte gegeven om het vastgesteld gewicht (in grammen) waar nodig te wijzigen. Het aantal wijzigingen per jaar is wel beperkt tot maximaal twee omdat vaker wijzigen onwenselijk is in het kader van toezicht en handhaving. De afwijkende weekvoorraden moeten wel in redelijke verhouding tot elkaar liggen. Een verdubbeling is bijvoorbeeld niet redelijk. De vergunninghouder dient schriftelijk een verzoek tot wijziging in te dienen en voorzien van verifieerbare onderbouwing. De behandeltermijn van het verzoek tot wijziging is in beginsel maximaal acht weken en kan waar nodig verlengd worden met nogmaals acht weken.

 

Artikel 8: Beperken overlast

Ten aanzien van het O(verlast)-criterium was deze vastgelegd in het Damoclesbeleid Heerlen en voorzien van de toelichting: Bezoekers/klanten mogen in en rond de directe omgeving van de coffeeshop geen overlast veroorzaken. De exploitant is verantwoordelijk voor het toezicht hierop. Onder overlast wordt onder andere verstaan: geluidshinder, parkeeroverlast, vervuiling en het zich op straat hinderlijk ophouden door klanten.

 

Met het grondig hernieuwen van het verouderde softdrugsbeleid uit 2002 en 2004 evenals de invoering van het Experiment gesloten coffeeshopketen was er de gelegenheid om nadere regels te stellen. Hierbij is meer concreet aangegeven welke vormen van toezicht verwacht worden van de vergunninghouders om eventuele overlast in de omgeving van de coffeeshops tot een minimum te beperken.

 

Artikel 9: Openingstijden coffeeshops

Het tweede lid is met het nieuwe beleid geïntroduceerd om (tijdelijk) beperkte openingstijden op te leggen. Hiermee kan in uitzonderlijke gevallen nader gestuurd worden op het waarborgen van de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid.

 

Artikel 10: Rechtsvorm coffeeshop - gedoogverklaring

Naast een alcoholvrije horeca-exploitatievergunning is voor de exploitatie van een coffeeshop aanvullend een gedoogverklaring vereist. Aan het gedogen zijn voorwaarden verbonden die in de horeca-exploitatievergunning worden opgenomen. Er wordt in het bestuursrecht in dat kader gesproken over een impliciete gedoogverklaring. Deze verklaring is niet overdraagbaar en gebonden aan de locatie waarvoor de verklaring is afgegeven. Alleen natuurlijke personen komen in aanmerking voor een dergelijke vergunning. Het gaat hierbij dus alleen om de rechtsvormen van een eenmanszaak of vennootschap onder firma. Een besloten vennootschap, stichting of commanditaire vennootschap zijn uitgesloten. Deze rechtsvormen geven teveel mogelijkheden om buiten het zicht van de gemeente personen als bijv. aandeelhouder of commandiet betrokken te zijn bij de exploitatie van een coffeeshop. Zowel de invloed op de bedrijfsvoering evenals de financiering van of winstdeling uit de exploitatie van de coffeeshop. Dit is onwenselijk nu, ook onder het Experiment gesloten coffeeshophouder, het telen, bewerken, verwerken en verkopen van hennep een strafbaar feit is op grond van de Opiumwet. Binnen het Experiment is voor telers en coffeeshophouder de strafbaarheid buiten toepassing verklaart mits aan strikte voorwaarden wordt voldaan.

 

Artikel 12: Opleiding personeel

‘De Coffeeshopcursus’ is door het ervaren en gerenommeerd Trimbosinstituut ontwikkeld en door veel andere coffeeshopgemeenten verplicht gesteld aan coffeeshophouders. De coffeeshophouders in Heerlen kunnen de cursussen afnemen bij Mondriaan Preventie (in samenwerking met het Trimbos). De kosten voor deze cursussen zijn ten laste van de coffeeshophouder.

 

Artikel 13: Geen nadere regels beveiliging en afficheringsverbod

Het Besluit Experiment gesloten coffeeshopketen geeft de burgemeester de bevoegdheid om op meerdere onderdelen nadere regels, in afwijking van de landelijke bepalingen, aan vergunninghouders op te leggen. Daarvan is in dit beleid op meerdere punten gebruik gemaakt. Dit artikel in het Coffeeshopbeleid geeft echter ook expliciet aan van welke mogelijkheden géén gebruik is gemaakt.

 

De tekst van het in de Wet vastgelegde afficheringsverbod wordt reeds afdoende geacht en al heel strikt geformuleerd.

 

De aard en vorm van de beveiliging van de coffeeshop wordt als een eigen verantwoordelijkheid van de exploitant gezien. En die daar reeds zelf een groot eigen belang heeft een dergelijke beveiliging goed te organiseren.

 

Artikel 14: Handhaving

De bestuursrechtelijke maatregelen, die getroffen worden bij het overtreden van de AHOJGI-criteria, werden tot de start van het Experiment gesloten coffeeshopketen opgenomen in het Damoclesbeleid Heerlen. Omdat de Wet ziet op het decriminaliseren en reguleren van de productie en verkoop van softdrugs valt de handhaving niet meer onder het regime van artikel 13b Opiumwet. En is met artikel 10 van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen door de wetgever de mogelijkheid gegeven, en wenselijk, afzonderlijk handhavingsbeleid vast te stellen.

 

De tot 17 juni 2024 geldende bestuurlijke maatregelen voor coffeeshops zoals opgenomen in het Damoclesbeleid zijn (tijdelijk) niet meer van kracht zolang de gemeente Heerlen deelneemt aan het Experiment. Behoudens een de maximale handelsvoorraad (500 gram) van niet-gereguleerde hennep daaruit gedurende de overgangsfase.

 

Er bestaat een formele mogelijkheid dat het Experiment tussentijds geheel of in één of meerdere gemeenten gestaakt wordt (zie artikel 6, tweede lid van de Wet). In dat geval valt de verkoop van softdrugs door coffeeshops weer onder het regime van de Aanwijzing Opiumwet en artikel 13b van de Opiumwet. En wordt de paragraaf ‘Coffeeshops’ in het Damoclesbeleid Heerlen per direct weer van kracht.

 

Artikel 15: Tussentijds staken deelname Experiment gesloten coffeeshopketen

Ten aanzien van de AHOJGI-gedoogcriteria blijven deze van kracht maar wijzigt bij het staken van het Experiment de grondslag van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen weer terug naar art. 1, paragraaf pre-opsporing, gedoogbeleid coffeeshops van de Aanwijzing Opiumwet.

 

Artikel 18: Intrekken oude beleidsregels

De oude beleidsregels zijn in 2002 en 2004 gepubliceerd in het lokale gemeenteblad. En voldeden daarmee indertijd aan de gestelde regels ter zake het bekendmaken van beleid. Nu dit inmiddels meer dan 20 jaar geleden is, zijn de exacte datums van bekendmakingen niet meer te achterhalen.