Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Beschermd wonen, Beschermd thuis (centrum)gemeente Delft |
Citeertitel | Beleidsregels Beschermd wonen, Beschermd thuis (centrum)gemeente Delft |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Beschermd wonen Beschermd thuis (centrum)gemeente Delft 2022.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-06-2024 | nieuwe regeling | 28-05-2024 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft?
het noodzakelijk is om met betrekking tot de beoordelingsvrijheid bij de uitvoering van de wet aan te geven op welke wijze daarmee wordt omgegaan en daartoe beleidsregels wenst vast te stellen;
Beleidsregel Beschermd Wonen, Beschermd thuis (centrum)gemeente Delft
HOOFDSTUK 1. Begripsomschrijving
Aanvullend wordt in deze beleidsregels verstaan onder:
safehouse: een veilige woonvorm waar ex-verslaafden, na een behandeling in een kliniek, kunnen werken aan het leren omgaan met verleidingen, het vormgeven van hun leven na de verslavingsperiode en terugkeer naar de eigen leefsituatie. Door een intensief programma inclusief dagbesteding, worden clienten binnen gemiddeld een jaar na start van de begeleiding toegerust om weer volwaardig en met vertrouwen deel te nemen aan de maatschappij
HOOFDSTUK 2. (Landelijke) toegang
Artikel 2.2 Onderzoek en aanvraag
Elke melding bij een centrumgemeente voor beschermd wonen wordt gevolgd door een onderzoek en een aanvraag. Hierop volgt een besluit door de centrumgemeente van de gemeentelijke regio waar de aanvrager zich wil vestigen. Dit betreft de wenscentrumgemeente als een cliënt zich elders wil vestigen.
Elke centrumgemeente hanteert eigen toegangscriteria en beschikt over een eigen infrastructuur aan beschermd wonen en beoordeelt de melding op basis hiervan. De gemeente die beoordeelt kan ervoor kiezen het eventuele besluit van de gemeente van herkomst van de cliënt over te nemen.
Artikel 2.4 Passende centrumgemeente/regio
Het is de combinatie van de wens van de cliënt met zorginhoudelijke criteria die de doorslag geeft bij het besluit of de centrumgemeente/regio passend is voor de cliënt om zich te vestigen. Het college betrekt de gemeente van herkomst van de cliënt te betrekken bij het onderzoek en onderstaande criteria te hanteren:
Artikel 2.5 Besluit centrumgemeente
Het uiteindelijke besluit van de centrumgemeente noemt en onderbouwt in ieder geval de aanbevolen zorginhoudelijke argumenten. Geschillen tussen centrumgemeenten kunnen worden voorgelegd aan de geschillencommissie.
Als de centrumgemeente positief besluit, maar de aanvrager op een wachtlijst plaatst, dan moet die gemeente besluiten of overbruggingszorg noodzakelijk is. Totdat de geschikte plek beschikbaar is, levert de instelling waar de cliënt op dat moment verblijft de eventuele overbruggingszorg. De herkomstgemeente is verantwoordelijk voor de financiering. Als een cliënt in een behandelsetting (zorginstelling, forensische penitentiaire kliniek) verblijft vindt overleg plaats over de datum van uitstroom. Als de aanvrager al gebruik maakt van een plek in een voorziening voor beschermd wonen, blijft de bestaande situatie gehandhaafd tot de geschikte plek in de wensgemeente beschikbaar is.
Artikel 2.8 Tijdelijk verblijf
Indien een cliënt uit centrumgemeente A bewust tijdelijk in een instelling in een andere centrumgemeente (centrumgemeente B) verblijft kan sprake zijn van een ‘Tijdelijk verblijf’. Tijdelijk verblijf is verblijf korter dan een jaar, waarbij vanaf het begin de intentie aanwezig is om de cliënt terug te laten keren naar een instelling van centrumgemeente A of om de uitstroom te realiseren. Centrumgemeente A financiert in dit geval de plek voor de cliënt in centrumgemeente B. Dit maakt het tijdelijke verblijf voor de cliënt mogelijk.
Artikel 2.9 Overdracht van cliënten
Het college draagt zorg voor een warme overdracht van cliënten, maar ook instellingen hebben een verantwoordelijkheid om aan een warme overdracht van cliënten mee te werken.
De overdracht van een cliënt vindt plaats onder regie van centrumgemeente. Hierbij maken de betrokken instellingen in elk geval afspraken over:
Artikel 2.10 Andere wenscentrumgemeente
Als uit het onderzoek bij de gemeente van aanmelding (centrumgemeente A) volgt dat het beschermd wonen het beste in een andere centrumgemeente (wens)centrumgemeente B) kan plaatsvinden of als een cliënt zelf naar wenscentrumgemeente B gaat, neemt de aangewezen contactpersoon van de centrumgemeente A contact op met de aangewezen contactpersoon van de andere (wens)centrumgemeente B:
HOOFDSTUK 3. Maatwerkvoorziening beschermd wonen of beschermd thuis
De DWO-regio kent vanaf 2024 drie zorgprofielen: Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Beschermd Thuis-geclusterd. Aanvullend kan een module toegekend worden voor dagbesteding (inclusief vervoer indien nodig).
Artikel 3.3.1 Beschermd wonen (24/7)
Beschermd wonen is voor cliënten die zeer beperkt zelfredzaam zijn en waarbij sprake is van (meervoudige) complexe problematiek op het gebied van psychiatrie en/of psychosociaal en/of verslaving eventueel in combinatie met een (licht) verstandelijke beperking. Begeleiding is intensief of veelvuldig ongepland noodzakelijk in een 24-uursvoorziening. Cliënten kunnen hun zorgvraag niet uitstellen en hebben (hardnekkig) regieverlies. Tegelijk zijn zij vaak zorg mijdend en/of behandelschuw, waar zij dit wel nodig hebben. Zij ervaren problemen op het gebied van zelfredzaamheid en de veiligheid van hen of hun omgeving kan gevaar lopen.
Voor beschermd wonen gelden de volgende algemene criteria:
Cliënten wonen in een intramurale accommodatie van een aanbieder en hebben daar een eigen woonruimte welke geschikt is gezien de beperkingen van de cliënt (bijvoorbeeld rolstoel). De cliënt kan gebruik maken van gedeelde voorzieningen als keuken en een woonkamer. Hier wordt een veilige woonomgeving geboden en is een gecontroleerde toegang (cliënt heeft geen eigen voordeur). De eigen woonruimte beschikt zoveel mogelijk over de noodzakelijke voorzieningen om zelfstandig te kunnen leven en terugkeer in de maatschappij mogelijk te maken.
Intensieve begeleiding wordt geboden op meerdere levensdomeinen en kan omvatten het overnemen van taken, coachen en aanleren van vaardigheden of het motiveren en stimuleren, aansluitend bij eigen mogelijkheden en talenten. Ook verzorging en verpleging, voor zover niet vallend onder de zorgverzekeringswet, zijn onderdeel van de ondersteuning.
Voor beschermd wonen plus geldt, in aanvulling op het eerste en tweede lid, de volgende algemene criteria:
Zowel de woonbegeleiders als individuele en groepsbegeleiders dienen specifieke kennis en vaardigheden te hebben voor de omgang met deze cliënten vanwege de ernst van de problematiek en/of te beschikken over extra specifieke kennis vanwege het gedrag van cliënten (agressie, manipulatie, dwangmatig of destructief gedrag inclusief zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag).
Beschermd thuis is voor cliënten die beperkt zelfredzaam zijn en waarbij sprake is van (meervoudige) complexe problematiek op het gebied van psychiatrie en/of psychosociaal en/of verslaving eventueel in combinatie met een (licht) verstandelijke beperking of een somatische aandoening die zo groot is dat begeleiding veelvuldig gepland geboden moet worden, maar die ook gedurende 24/7 ongepland ingeroepen moet kunnen worden.
Voor Beschermd Thuis gelden de volgende algemene criteria:
De cliënt kan zelf de hulpvraag onderkennen en formuleren. De cliënt kan deze hulpvraag over het algemeen uitstellen tot het volgende contactmoment met de begeleider. Ook als de hulpvraag niet uitgesteld kan worden en begeleiding ter plaatse nodig is, kan cliënt enige tijd met een maximum van 45 minuten wachten totdat de begeleiding ter plaatse is.
Er wordt intensieve begeleiding op meerdere levensdomeinen geboden waaronder het aansturen of overnemen van taken, coachen en aanleveren van vaardigheden of het motiveren en stimuleren, aansluitend bij eigen mogelijkheden en talenten. Ook verzorging en verpleging, voor zover niet vallend onder de zorgverzekeringswet, horen tot de ondersteuning.
Artikel 3.3.3 Beschermd Thuis-geclusterd
Voor Beschermd Thuis- geclusterd gelden de volgende algemene criteria:
De cliënt kan zelf de hulpvraag onderkennen en formuleren. De cliënt kan deze hulpvraag over het algemeen uitstellen tot het volgende contactmoment met de begeleider. Ook als de hulpvraag niet uitgesteld kan worden en begeleiding ter plaatse nodig is, kan cliënt enige tijd met een maximum van 15 minuten wachten totdat de begeleiding ter plaatse is.
Er wordt intensieve begeleiding op meerdere levensdomeinen geboden waaronder het aansturen of overnemen van taken, coachen en aanleveren van vaardigheden of het motiveren en stimuleren, aansluitend bij eigen mogelijkheden en talenten. Ook verzorging en verpleging, voor zover niet vallend onder de zorgverzekeringswet, horen tot de ondersteuning.
Artikel 3.3.4 Module Dagbesteding (inclusief noodzakelijk vervoer)
Bij elke aanvraag voor beschermd wonen/ beschermd thuis (-geclusterd) wordt een afweging gemaakt of de toekenning met of zonder dagbesteding moet zijn. Indien dagbesteding toegekend wordt, dient onderzocht te zijn wat de inhoud wordt, voor hoeveel dagdelen deze toegekend wordt en waar deze plaats zal vinden. Dit wordt in het ondersteuningsplan vastgelegd.
De activiteiten zijn gericht op persoonlijke ontwikkeling, toename zelfredzaamheid en aansluiting met participatie in de lokale gemeenschap. De dagbesteding sluit aan bij de interesses en mogelijkheden van de cliënt en biedt de cliënt zingeving en kan plaatsvinden bij een andere aanbieder dan de zorgaanbieder van beschermd wonen/beschermd thuis (-geclusterd).
Artikel 3.3.8 Overbruggingszorg
Indien melder in aanmerking komt voor beschermd wonen of beschermd thuis en deze zorg niet direct kan worden geëffectueerd, wordt (in samenwerking met de betreffende aanbieder) gezorgd voor overbruggingszorg, vanuit het zorgprofiel Beschermd Thuis of een combinatie van resultaatgebieden uit de Resultaatmatrix.
HOOFDSTUK 4. Wijze van verstrekking
Artikel 4.1 Regels voor het persoonsgebonden budget (pgb)
Als de cliënt ervoor kiest ondersteuning te willen ontvangen via een pgb, dan is de client in principe ook de budgetbeheerder. Is de client handelingsonbekwaam, dan treedt een wettelijk vertegenwoordiger op als budgetbeheerder. Deze derde persoon moet een familielid zijn tot maximaal de 2e graad of moet een aantoonbare relatie met cliënt hebben. Het college kan de budgetbeheerder die namens cliënt het pgb beheert om een VOG vragen.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft in de vergadering d.d. 28 mei 2024.
Hierna zullen de zorgprofielen, de regels voor pgb, het budgetplan en de hoogte van het pgb nader worden toegelicht
Het doel van Beschermd Wonen is dat een cliënt met een (zeer) intensieve of een zeer specifieke begeleidingsvraag een zo groot mogelijke mate van zelfredzaamheid bereikt en behoudt en een mogelijke crisis dan wel maatschappelijke teloorgang wordt voorkomen. Het gaat om het toewerken naar meer herstel zowel maatschappelijk als persoonlijk en het vergroten van de eigen regie. Het kan zijn dat stabilisatie van de mate van zelfredzaamheid in eerste instantie voorop staat, maar het perspectief is altijd toewerken naar uitstroom naar Beschermd Thuis (-geclusterd) of naar zelfstandig wonen met ambulante begeleiding.
Het doel van Beschermd Thuis is dat een cliënt met een zeer intensieve begeleidingsvraag in staat is om zelfstandiger te wonen met geplande begeleiding en ongeplande begeleiding op afroep. En daarbij een zo groot mogelijke mate van zelfredzaamheid bereikt en behoudt, niet in een crisissituatie raakt, meedoet, een sociaal netwerk opbouwt en behoudt, een zinvolle dagbesteding heeft of aan activiteiten deelneemt die gericht zijn op persoonlijk herstel. Er wordt toegewerkt naar uitstroom naar volledig zelfstandig wonen, zo nodig met ambulante begeleiding.
Het doel van Beschermd Thuis-geclusterd is dat een cliënt met een intensieve zorgvraag die nog een bepaalde mate van beschutting nodig heeft, in een woonvorm woont met nabijheid van anderen wat structuur/ veiligheid biedt en bijdraagt aan het oefenen met sociale interactie. Cliënten kunnen hun hulpvraag onderkennen en enige tijd uitstellen, waardoor er geen 24/7 nabijheid van toezicht nodig is. Cliënten houden een zo groot mogelijke mate van zelfredzaamheid en werken toe naar zelfstandig wonen en volledige deelname aan de maatschappij. Zij bouwen een sociaal netwerk op, nemen deel aan werk, opleiding of volgen dagbesteding als onderdeel van het begeleidingsprogramma binnen geclusterd wonen.
Dagbesteding als er geen voorliggende mogelijkheden zijn: uitgangspunt is dat werk (betaald of onbetaald) of opleiding voor eenieder het streven is, en indien dit niet mogelijk blijkt te zijn dat andere activiteiten worden ontplooid. De centrale vraag rondom het al dan niet toekennen van dagbesteding is uiteraard in hoeverre dagbesteding noodzakelijk is. Indien er voorliggende mogelijkheden zijn (opleiding, een traject toeleiding naar werk, betaald of vrijwilligerswerk), dan worden deze eerst aangesproken en wordt er geen dagbesteding vanuit BW toegekend.
Regels voor PGB, budgetplan en hoogte PGB
De wet biedt zorgvragers of hun wettelijk vertegenwoordigers de mogelijkheid om hun zorg in te kopen met behulp van een persoonsgebonden budget (pgb). Het pgb is een verstrekkingsvorm die bij uitstek geschikt is voor mensen die zelf de regie over hun leven kunnen voeren.
Het pgb is per definitie ‘maatwerk’ en een goed alternatief voor cliënten die binnen de bestaande voorzieningen geen of onvoldoende passende zorg vinden. Bij de aanvraag van een maatwerkvoorziening kan de cliënt aangeven dat deze de maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wenst. Vervolgens ontvangt de klant schriftelijk informatie waarin wordt aangegeven de soort en omvang van de maatwerkvoorziening. Aan de hand van die informatie moet de klant een budgetplan opstellen en bij de gemeente indienen. Daarna vindt de beoordeling van het budgetplan plaats.
Aan het verstrekken van een pgb is wel een aantal voorwaarden verbonden.
In artikel 16 (oude nummering) van deze beleidsregel stonden de tarieven voor diverse pgb vormen. Deze tarieven staan nu in de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft en worden daarom hier weggehaald.
Betaling mantelzorgers met een pgb
Binnen het afwegingskader valt mantelzorg onder ”eigen kracht en netwerk” en staat daar in principe geen betaling tegenover als deze beschikbaar is. Aan de andere kant kan de zorgvrager door middel van een pgb de zorg inkopen binnen het informele netwerk, en dit kan ook de mantelzorger zijn.
In artikel 3.1, derde lid van de Nadere regels is opgenomen dat de hulp uit het sociaal netwerk een vaste maandelijkse tegemoetkoming kan aanvragen. Deze tegemoetkoming moet dan wel door de hulp als inkomen op het belastingformulier worden aangegeven.
Trekkingsrecht en administratieve zaken
De zorgvrager dient een overeenkomst af te sluiten met de betrokken zorgverlener(s). De zorgvrager krijgt het geldbedrag op een account bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De budgethouder stuurt de factuur van de zorgverlener naar de SVB die het bedrag overmaakt, nadat zij een arbeidsrechtelijke toets op de werkgeversverplichtingen van de budgethouder heeft gedaan. Na afloop van de verantwoordingsperiode stort de SVB het resterende deel terug naar de gemeente. Deze werkwijze geldt niet voor pgb’s ten behoeve van hulpmiddelen of materiële verstrekkingen, deze pgb’s worden direct op de rekening van de klant gestort.
De Sociale Verzekeringsbank is verantwoordelijk voor de uitvoering van de betalingen, controle op de zorgovereenkomst en de uitvoering van alle werkgeversverplichtingen.
Het college is inhoudelijk verantwoordelijk, zij dient te toetsen of de gedeclareerde zorg verloopt conform de doelen en werkwijze van het zorgplan. Periodiek verricht de medewerker Team Wmo, dan wel de Toezichthouder Wmo huisbezoeken om te checken of:
Besteding pgb in het buitenland
Er bestaat geen recht op pgb voor zover het is bestemd voor besteding in het buitenland, tenzij het college hier vooraf expliciet toestemming voor verleent. De cliënt dient uiterlijk een maand voor het verblijf in het buitenland om toestemming te vragen bij het college. Als de cliënt niet tijdig aan het verblijf in het buitenland toestemming van het college heeft gekregen, wordt de maatwerkvoorziening ingetrokken en eventueel wordt tot terugvordering overgegaan.
Een maximale termijn van 13 weken wordt aangehouden als termijn dat in het buitenland verbleven kan worden met een pgb. Na 13 weken wordt de beslissing voor de maatwerkvoorziening ingetrokken. De eisen uit de wet, Verordening en deze beleidsregels gelden ook voor besteding van het pgb in het buitenland.
Het recht op pgb vervalt per definitie als de cliënt geen hoofdverblijf meer heeft in de gemeente Delft.