Organisatie | Etten-Leur |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit mandaatverlening gebiedsverboden Boa’s en Juridisch adviseurs handhaving |
Citeertitel | Besluit mandaatverlening gebiedsverboden Boa’s en Juridisch adviseurs handhaving |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene plaatselijke verordening Etten-Leur 2021
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-06-2024 | nieuwe regeling | 22-05-2024 |
De burgemeester van Etten-Leur:
dat een gebiedsverbod een maatregel is om de openbare orde te handhaven, de criminaliteit en overlast terug te dringen en bewoners hun gevoel van veiligheid terug te geven;
dat de burgemeester bevoegd is om een gebiedsverbod op te leggen teneinde openbare orde verstorende handelingen te beëindigen of te voorkomen;
dat in artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening Etten-Leur (hierna: APV) en in de ‘Beleidsregel gebiedsontzeggingen en gebiedsverboden Etten-Leur’ bepaald is op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze bevoegdheid;
dat mandaat van de burgemeester aan de buitengewone opsporingsambtenaren en Juridisch adviseurs handhaving, werkzaam voor de gemeente Etten-Leur, zal bijdragen aan een effectieve en efficiënte toepassing van de gebiedsverboden;
dat mandatering plaatsvindt met inachtneming van afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
De buitengewone opsporingsambtenaren (en diens leidinggevende) werkzaam voor de gemeente Etten-Leur te mandateren om in haar naam en onder haar verantwoordelijkheid een gebiedsverbod op te leggen zoals bedoeld in artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening Etten-Leur;
hierbij geldt dat het mandateren van de bevoegdheid aan de buitengewone opsporingsambtenaren enkel ziet op gebiedsverboden voor de duur van ten hoogste 6 dagen;
dat ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden vermeldt onder 1. en 2. van dit besluit de volgende bepalingen gelden: