Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dordrecht

Verordening nadeelcompensatie Dordrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDordrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie Dordrecht
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie Dordrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. afdeling 15.1 van de Omgevingswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-05-202401-01-2024nieuwe regelng

21-05-2024

gmb-2024-233484

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Dordrecht

 

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van dinsdag 9 april 2024 inzake Vaststellen Verordening nadeelcompensatie Dordrecht;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende Verordening nadeelcompensatie Dordrecht

 

Artikel 1. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat de schade wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2.

    Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is.

 

Artikel 2. Beslissingsbevoegdheid

Over aanvragen om nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 1, lid 1 die voortvloeien uit c.q. betrekking hebben op een door de gemeente genomen besluit, beslissen burgemeester en wethouders, met inachtneming van de door de gemeenteraad vastgestelde kaders en met inbegrip van de beslissingen op bezwaar.

 

Artikel 3. Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,- geheven.

 

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld elektronisch formulier.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving:

      jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de direct daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten:

      een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

 

Artikel 5. Adviescommissie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een onafhankelijke adviescommissie instellen als:

    • a.

      vaste commissie, waarbij de leden door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal 2 x vier jaar, of

    • b.

      tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen.

  • 2.

    In plaats van instelling van een vaste commissie als bedoeld in het eerste lid, onder a kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere vaste commissies instellen voor de behandeling van:

    • a.

      alle aanvragen die voor advies van een commissie in aanmerking komen;

    • b.

      aanvragen die betrekking hebben op of voortkomen uit een concreet in het instellingsbesluit te benoemen project of plan;

    • c.

      aanvragen die betrekking hebben op dezelfde soort schade.

  • 3.

    Een adviescommissie bestaat uit een of meer deskundigen.

  • 4.

    De in het eerste lid bedoelde commissie(s) is respectievelijk zijn bevoegd om het college van burgemeester en wethouders te adviseren over bij hen ingediende verzoeken om schadevergoeding, voor zover het verzoek tot de competentie van de commissie behoort.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar hun oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 6.

    Advies als bedoeld in het vijfde lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

    • a.

      de aanvraag naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het betreffende bestuursorgaan rechtmatig genomen besluit of verrichte handeling;

    • c.

      de aanvraag naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • d.

      de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 10.000,-, tenzij het college van burgemeester en wethouders het gewenst of noodzakelijk acht de adviescommissie in te schakelen.

 

Artikel 6. Procedure

  • 1.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het college van burgemeester en wethouders belanghebbenden over de samenstelling van de commissie.

  • 2.

    Belanghebbenden kunnen binnen twee weken nadat zij zijn geïnformeerd bij het college van burgemeester en wethouders bezwaar maken tegen de benoeming van leden van de commissie, op de grond dat de benoeming zou leiden tot een belangenverstrengeling die aan een objectieve advisering in de weg zou staan.

  • 3.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten; en

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • i.

        de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

      • ii.

        de schadevergoeding op een andere manier voldoende is verzekerd.

 

Artikel 7. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding betaald na het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

 

Artikel 8. Intrekking regeling en overgangsrecht

  • 1.

    De Procedureverordening advisering tegemoetkoming planschade wordt ingetrokken met dien verstande dat deze van kracht blijft op verzoeken om planschade die voor 1 januari 2024 zijn ingediend en op situaties als bedoeld in de artikelen 4.17, 4.18, 4.19 en 4.20 Invoeringswet Omgevingswet.

  • 2.

    De Verordening nadeelcompensatie Dordrecht zoals vastgesteld op 25 april 2006 wordt ingetrokken met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de afdoening van verzoeken om nadeelcompensatie waarover een advies is uitgebracht door de Adviescommissie.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Dordrecht.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 mei 2024.

De griffier, De voorzitter,

A.E.T. Wepster, A.W. Kolff