Organisatie | Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ RDWI 2023 |
Citeertitel | Verordening re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ RDWI 2023 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening re-integratie Participatiewet RDWI 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-05-2024 | 01-07-2023 | nieuwe regeling | 13-12-2023 |
Het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI),
in zijn vergadering van 13 december vast te stellen de Verordening re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ RDWI 2023.
Verordening re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ RDWI 2023
Deze verordening geldt voor inwoners van de gemeenten De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist.
In deze verordening staan regels over de ondersteuning en voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, participatie, sociale activering en andere vormen van re-integratie en maatschappelijke participatie op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ.
In de Beleidsregels re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2023 staan aanvullende regels over de ondersteuning en voorzieningen en over premies en vrijlatingen.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2. Beleid en doelstellingen
Hoofdstuk 3. Ondersteuning en voorzieningen
Paragraaf 3.1. Algemene regels
Paragraaf 3.2. Re-integratie voorzieningen
Paragraaf 3.3. Ondersteuning bij werk
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
De volgende begrippen geven wij een andere betekenis:
uitkering: de algemene bijstand op grond van de Participatiewet, de uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of de uitkering op grond van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), tenzij anders aangegeven;
Hoofdstuk 2. Beleid en doelstellingen
Wij hanteren bij het uitvoeren van de opdracht op het gebied van re-integratie en participatie de volgende uitgangspunten:
Hoofdstuk 3. Ondersteuning en voorzieningen
Artikel 3.1.1. Aanvragen van ondersteuning of voorzieningen
Wij onderzoeken de mogelijkheden om integraal samen te werken met andere partijen op het gebied van (publieke) gezondheid, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, schuldhulpverlening, welzijn en wonen, als dit voor de persoon noodzakelijk is voor de arbeidsinschakeling of de voortgezette persoonlijke ondersteuning bij de overgang van onderwijs naar werk, van werk naar onderwijs en van werk naar werk.
Artikel 3.1.2. Weigeren en beëindigen van een voorziening
Wij kunnen de ondersteuning of een voorziening beëindigen als:
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichtingen als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
Wij kunnen de uitkeringsgerechtigde verplichten een tegenprestatie te verrichten. De aard, duur en intensiteit van de tegenprestatie worden afgestemd op de mogelijkheden, middelen, beperkingen en andere trajecten van de uitkeringsgerechtigde.
Artikel 3.1.4. Onevenredige verdringing en oneerlijke concurrentie
Onverminderd de bepalingen uit deze verordening kunnen wij de ondersteuning of voorziening ook weigeren en/of beëindigen, als het vermoeden aannemelijk is dat hierdoor onevenredige verdringing op de arbeidsmarkt of oneerlijke concurrentie plaatsvindt of kan plaatsvinden en die niet in evenredige verhouding staat met de ondersteuning en/of voorziening te dienen doelen.
Paragraaf 3.2. Re-integratie voorzieningen
Artikel 3.2.3. Training en scholing
Wij kunnen een persoon een training- en scholingstraject aanbieden. De voorwaarden en verplichtingen die van toepassing zijn staan in de beleidsregel. Dit geldt ook voor training en scholing in het kader van een participatieplaats, als bedoeld in artikel 10a, vijfde lid, van de wet.
Paragraaf 3.3. Ondersteuning bij werk
Artikel 3.3.2. Inhoud van de beschikking
Als wij een ondersteuning of voorziening uit deze paragraaf toekennen, staat in de beschikking in ieder geval:
Artikel 3.3.3. Jobcoaching en werkbegeleiding
De aanvraag voor jobcoaching of werkbegeleiding moet binnen 8 weken na de ingangsdatum van de dienstbetrekking bij ons zijn ingediend zijn. Als de noodzaak voor de jobcoaching of werkbegeleiding op het moment van aanvang van het dienstverband niet bekend was of redelijkerwijs niet bekend kon zijn, kan hierop een uitzondering gemaakt worden.
Artikel 3.3.5. Vergoeding werkbegeleiding
Als de persoon voor het kunnen verrichten van werk is aangewezen op begeleiding die de gebruikelijke begeleiding door de werkgever en andere werknemers aanzienlijk te boven gaat, kunnen wij een vergoeding verlenen aan de werkgever voor de aangetoonde meerkosten die verbonden zijn aan het organiseren van de werkbegeleiding.
Artikel 3.3.6. Vervoersvoorziening
De hoogte van de kilometervergoeding voor het gebruik van een gewone of aangepaste eigen auto of bruikleen auto bedraagt maximaal het tarief genoemd in artikel 31a, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de loonbelasting 1964 met een maximum van 25 kilometer enkele reisafstand tussen het woonadres en de locatie van de werkplek, proefplaats of opleiding.
Artikel 3.3.9. Ondersteuning bij een auditieve, visuele of motorische beperking of handicap
Wij kunnen een persoon met een auditieve, visuele of motorische beperking en/of handicap adviseren, begeleiden en ondersteunen bij het verkrijgen van een passende voorziening bij een ander bestuursorgaan of andere organisatie. Wij verstrekken zelf geen specifieke ondersteuning of voorzieningen aan personen met een auditieve, visuele of motorische handicap, anders dan die in deze verordening staan.
Paragraaf 3.4. Loonkostensubsidie
Artikel 3.4. Aanvraagproces loonkostensubsidie
Wij verstrekken overeenkomstig artikel 10d, van de wet, ambtshalve of op aanvraag, een loonkostensubsidie aan de werkgever die voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. In geval van een aanvraag zijn het tweede tot en met het vijfde lid van dit artikel van toepassing.
Als de aanvraag een persoon betreft die nog niet behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, beschouwen wij de aanvraag voor een loonkostensubsidie ook als een aanvraag om vast te stellen of de persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, bedoeld in artikel 10c, eerste lid, onder a, van de wet. Als deze aanvraag is gedaan na het begin van de dienstbetrekking voor een persoon als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de wet, wordt de vaststelling of de persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie bepaald door middel van de Praktijkroute.