Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024
CiteertitelSubsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpSubsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene subsidieverordening Den Haag 2020
  2. Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-05-202401-08-2028nieuwe regeling

21-05-2024

gmb-2024-224484

RIS318875 OCW/10740357

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024

Toelichting

 

Ten behoeve van het primair onderwijs in Den Haag is de Subsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024 opgesteld conform de uitgangspunten van de Kadernota subsidiebeleid Den Haag 2020-2023 (RIS205416), de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 (RIS305417) en de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019 (RIS301035). De Subsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024 voorziet in een aanvullende subsidie voor de schooljaren 2024-2025, 2025-2026 en 2026-2027 op de Subsidieregeling brugfunctionaris van het Rijk. Onderstaande subsidieregeling is bedoeld voor scholen en basisscholen in Den Haag Zuidwest en voor basisscholen in de overige wijken van Den Haag.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

  • -

    de artikelen 1.2 en 1.6 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019,

 

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

achterstandsscore:

door het CBS berekende achterstandsscore als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022;

ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

AWB:

Algemene wet bestuursrecht;

basisschool:

een school waar basisonderwijs wordt gegeven, niet zijnde een speciale school voor basisonderwijs;

BRIN-nummer:

vestigingsnummer van de school in de Basisregistratie Instellingen;

brugfunctionaris:

de brugfunctionaris legt de verbinding zowel binnen als buiten de school tussen ouders, school en instanties en partners in de wijk. De brugfunctionaris staat naast de ouders en helpt ze bij diverse vraagstukken die niet direct onderwijs gerelateerd zijn;

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

gemeentebrede intervisie programma:

een door de gemeente aangeboden programma gericht op het verstrekken en borgen van de kwaliteit van de functie brugfunctionaris in Den Haag;

onderwijsloket:

digitaal loket, als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019;

relatieve achterstandsscore:

de relatieve achterstandsscore, wordt berekend door de achterstandsscore met drempel van de vestiging zoals gepubliceerd door het CBS in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag te delen door het aantal leerlingen op die vestiging;

rijkssubsidieregeling:

de Subsidieregeling brugfunctionaris. Gepubliceerd in Staatcourant 2023, 33466;

school:

school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het Primair Onderwijs.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het bevorderen van gelijke onderwijs- en ontwikkelkansen voor ieder kind.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is een optimale ontwikkeling van het kind door een laagdrempelige en passende ondersteuning voor ouders in hun thuissituatie en door het stimuleren van partnerschap tussen school, thuis en de wijk.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    a. de inzet van een brugfunctionaris vanuit de scholen in Den Haag Zuidwest in aanvulling op de rijkssubsidieregeling voor minimaal 0,6 fte;

    b. het inzetten van een brugfunctionaris vanuit de scholen in Den Haag Zuidwest voor minimaal o,6 fte indien de rijksubsidieregeling niet toegekend is;

    c. de inzet van een brugfunctionaris vanuit basisscholen met een relatieve achterstandsscore in overige wijken van Den Haag in aanvulling op de regeling van het Rijk voor minimaal 0,6 fte;

    d. de inzet van een brugfunctionaris vanuit basisscholen met een relatieve achterstandsscore in overige wijken van Den Haag voor minimaal 0,6 fte indien de rijkssubsidieregeling niet toegekend is.

  • 2.

    Aanvullend op de rijkssubsidieregeling zet de brugfunctionaris zich in Den Haag in voor:

    a. het verbeteren van de verbinding en samenwerking tussen de school, thuis en de wijk;

    b. het delen van kennis en expertise met de leraren, onderwijsondersteunend personeel en directeur op een school over het eigen vakgebied;

    c. het deelnemen aan netwerk en intervisie bijeenkomsten voor brugfunctionarissen op wijks- en stadsniveau begeleid door een door het college aangestelde partij.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie bedoeld voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, eerste lid onder a en b, wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van een in Den Haag Zuidwest gelegen school;

  • 2.

    Subsidie bedoeld voor de activiteiten benoemd in artikel 1:4, eerste lid onder c en d, wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van een in Den Haag gelegen basisschool.

 

Artikel 1:6 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van de rijkssubsidiebijdragen en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de inzet van de brugfunctionaris zoals genoemd in artikel 1:4 en deelname aan het gemeentebrede intervisie programma wat wordt aangeboden aan de brugfunctionarissen.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal € 20.000 per schooljaar, per aanvraag bij reeds verstrekte rijkssubsidie voor de activiteiten als bedoeld in 1:4 eerste lid onder a;

  • 2.

    Een subsidie bedraagt maximaal € 60.000 per schooljaar, per aanvraag bij afwijzing van de rijkssubsidie voor de activiteiten bedoeld in 1:4 eerste lid onder b;

  • 3.

    Een subsidie bedraagt maximaal € 10.000 per schooljaar, per aanvraag bij reeds verstrekte rijkssubsidie voor de activiteiten als bedoeld in 1:4 eerste lid, onder c;

  • 4.

    Een subsidie bedraagt maximaal € 50.000 per schooljaar, per aanvraag bij reeds verstrekte rijkssubsidie voor de activiteiten als bedoeld in 1:4 eerste lid onder d.

 

Artikel 1:8 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 1:4 geldt:

  • 1.

    Voor kalenderjaar 2024 (periode A) een subsidieplafond van € 360.000;

  • 2.

    Voor kalenderjaren 2025 en 2026 (periode B) een jaarlijks subsidieplafond van € 900.000;

  • 3.

    Voor kalenderjaar 2027 een subsidieplafond van € 540.000;

  • 4.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het college brengt op 30 juni 2024 de volgende wijze een rangschikking aan in de aanvragen die in aanmerking komen voor de subsidie:

    a. bovenaan de scholen gevestigd in Den Haag Zuidwest, waarvan de rijkssubsidieaanvraag gehonoreerd is, op volgorde van de relatieve achterstandsscore, waarbij een hogere achterstandsscore voorgaat op een lagere (op basis van de achterstandsscore en aantal leerlingen per 1 februari 2023);

    b. vervolgens de aanvragen voor scholen gevestigd in Den Haag Zuidwest, waarvan de rijkssubsidieaanvraag niet gehonoreerd is op volgorde van de relatieve achterstandsscore (op basis van de achterstandsscore en aantal leerlingen per 1 februari 2023);

    c. daarna volgen de aanvragen voor basisscholen in de overige wijken, die de rijkssubsidieregeling aangevraagd hebben en gevestigd zijn in Den Haag op volgorde van de relatieve achterstandsscore, waarbij een hogere achterstandsscore voorgaat op een lagere (op basis van de achterstandsscore en aantal leerlingen per 1 februari 2023).

  • 2.

    Als eerste wordt subsidie verstrekt aan aanvragers van scholen met brugfunctionarissen aan wie in het kalenderjaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag reeds subsidie werd verstrekt voor brugfunctionarissen.

  • 3.

    Als aanvrager krachtens artikel 4:5 AWB de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV stuurt aanvrager de toekenning of afwijzing van de rijkssubsidieregeling mee.

  • 2.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

  • 3.

    Het aanvraagformulier wordt digitaal ingediend via het Onderwijsloket.

 

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, wordt een aanvraag om subsidie ingediend:

  • a. voor het kalenderjaar 2024 in het aanvraagtijdvak dat start op de dag van publicatie duurt tot 15 juni 2024 (periode A);

    b. voor de kalenderjaren 2025 en 2026 in de periode van 1 oktober tot en met 30 november direct voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft (periode B);

    c. voor de kalenderjaar 2027 in de periode van 1 oktober tot en met 30 november direct voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft (periode C).

 

Artikel 2:3 Beslistermijn

Het college beslist binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

 

Hoofdstuk 3 Verplichtingen en betaling

 

Artikel 3:1 Verplichtingen

Onverminderd artikel 4:37 awb en artikelen 12 en 13 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijke onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

    b. de subsidieontvanger werkt mee aan het onderzoek op grond van de door het college aangewezen toezichthouder;

    c. de subsidieontvanger stelt, op verzoek van het college, de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking aan andere scholen of instellingen;

    d. de subsidieontvanger werkt mee aan intervisiemomenten voor de brugfunctionaris georganiseerd door een organisatie aangewezen door het college.

 

Artikel 3:2 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt in één keer plaats met 100% van de verleende subsidie.

 

Hoofdstuk 4 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 4:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

Overeenkomstig artikel 17, tweede lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling uiterlijk op 30 juni van het kalenderjaar, dat volg op het kalenderjaar waar de subsidieverlening op ziet, in.

 

Artikel 4:2 Wijze van verantwoorden

In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de aanvraag tot subsidie vaststelling tevens:

  • a. een verklaring van het bevoegd gezag volgens het door het college vastgestelde model waaruit blijkt dat de verantwoording juist en volledig is en dat de ingezette brugfunctionaris(sen) hebben deelgenomen aan de activiteiten genoemd in het tweede lid van artikel 1:4;

    b. een voor publicatie geschikt overzicht van alle onder het bestuur vallende scholen waar een brugfunctionaris is ingezet, met daarin het aantal fte per BRIN-nummer;

    c. een overzicht van de gerealiseerde uitgaven voor de uitvoering van deze subsidie op bestuursniveau waaruit blijkt dat de ontvangsten van uit de rijkssubsidieregeling in mindering zijn gebracht.

 

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

 

Artikel 5:1 Evaluatie

Het college sluit voor een evaluatie van deze subsidieregeling aan bij de evaluatie van de rijkssubsidieregeling aan bij de evaluatie van de rijkssubsidieregeling.

 

Artikel 5:2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2028.

 

Artikel 5:3 Overgangsrecht

De bepalingen van deze regeling blijven van toepassing op aanvragen die zijn ontvangen voor 1 augustus 2028 en op bezwaar- en beroepschriften waarop op 1 augustus 2028 nog niet is beslist. 

 

Artikel 5:4 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling brugfunctionaris Den Haag 2024.

 

Den Haag, 21 mei 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen