Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Nalevings- en Handhavingsbeleidsplan Participatiewet 2024 - 2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNalevings- en Handhavingsbeleidsplan Participatiewet 2024 - 2028
CiteertitelNalevings- en Handhavingsbeleidsplan Participatiewet 2024 - 2028
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-05-2024nieuwe regeling

14-05-2024

gmb-2024-224468

Tekst van de regeling

Intitulé

Nalevings- en Handhavingsbeleidsplan Participatiewet 2024 - 2028

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN

 

besluit vast te stellen

 

Nalevings- en Handhavingsbeleidsplan Participatiewet 2024 – 2028

 

1. Inleiding

Met de uitvoering van de Participatiewet bieden wij inwoners een inkomen op het sociaal minimum door middel van een uitkering. Daarnaast bieden wij inwoners perspectief op verbetering van hun situatie door middel van re-integratie naar werk of participatie. Zij hebben daar recht op.

Om ervoor te zorgen dat we alleen inwoners bijstaan die het echt nodig hebben, controleren we of inwoners daadwerkelijk recht hebben op een uitkering. Dat doen we bij de aanvraag en ook tussentijds. Bijstandsgerechtigde inwoners zijn wettelijk verplicht om de gemeente te informeren als er iets veranderd in hun situatie dat van invloed kan zijn op hun uitkering (inlichtingenplicht). Denk daarbij aan het doorgeven van een verhuizing, een verandering in het inkomen of een verandering in de gezinssamenstelling.

 

In dit Nalevings- en Handhavingsbeleidsplan gaan we in op hoe we dat willen aanpakken met vertrouwen en de menselijke maat als belangrijkste uitgangspunten. We gaan ervan uit dat het overgrote deel van de bijstandsgerechtigde inwoners van goede wil is en de regels wil naleven. Dit is niet voor iedereen even gemakkelijk en vergissingen komen voor. Er ligt dus ook een opgave om de naleving te verbeteren door enerzijds inwoners beter te informeren en anderzijds door onze regels en werkwijzen eenvoudiger te maken, zodat naleving meer vanzelfsprekend wordt. De term naleving is daarom nadrukkelijk aan het plan toegevoegd. De aanpak sluit aan bij onze dienstverlening en opvatting over onze inwonerbenadering: we gaan uit van vertrouwen, geven oprechte aandacht en zijn duidelijk over de regels en de risico’s.

 

Doel van het beleid is om de naleving te vergroten en de negatieve gevolgen van niet-naleving te verkleinen, zodat inwoners zo min mogelijk (verder) in problemen komen door eventuele vorderingen en/of boetes. Dit gaan we doen aan de hand van vijf actielijnen: 1) sterk aan de poort; 2) brede preventieaanpak; 3) Controle op maat; 4) menselijke maat bij handhaving; en 5) verantwoord omgaan met data. Als resultaat van het beleid willen we dat het aantal vorderingen afneemt en de bedragen van de vorderingen lager worden. Dat terwijl we effectief blijven handhaven door niet-naleving goed te signaleren. Als er toch teruggevorderd moet worden, dan kijken we ook naar wat de inwoner nodig heeft om niet in herhaling te vallen en welke hulp- en dienstverleningspartners daarbij nodig zijn. Om te toetsen of we goed op weg zijn hebben we indicatoren opgesteld op basis waarvan we gaan monitoren en verantwoorden. We rapporteren jaarlijks over de voortgang en stellen het plan dan met eventuele aanpassingen weer vast.

2. Achtergrond context en wettelijke kaders

De opdracht

De gemeente biedt inwoners inkomensondersteuning als zij dat nodig hebben en er recht op hebben. Aan die dienstverlening zijn voorwaarden verbonden. We zijn als gemeente ook verantwoordelijk om te toetsen of voldaan wordt aan die voor¬waarden om te voorkomen dat er onterecht gebruik wordt gemaakt van uitkeringen. Om dat te kunnen controleren, moeten inwoners voldoen aan de inlichtingenplicht. Wel zijn we vrij in de wijze waarop we dit invullen. In dit plan geven we aan hoe we dat gaan doen.

 

Wat is handhaving?

Handhaving is elke (re)actie van de gemeente die erop gericht is de naleving van de geldende wet- en regelgeving te bevorderen en te bewerkstelligen. Zo beïnvloeden we het gedrag van inwoners met naleving als doel. We bevorderen naleving door goed contact met inwoners te onderhouden en hen te informeren over hun verplichtingen. Als we oneigenlijk gebruik constateren, dan moeten wij sanctioneren door middel van een waarschuwing, maatregel of boete. Dit is meestal gericht op het herstellen van de rechtmatigheid, het beëindigen van de overtreding en/of het voorkomen van herhaling daarvan. In die gevallen gaat het om een herstelactie.

 

Wat valt onder niet-naleving van de inlichtingenplicht?

In de volgende situaties is sprake van niet-naleving van de inlichtingenplicht:

  • Inkomsten uit werk, erfenis of spaargeld worden niet of niet volledig opgegeven;

  • Een inwoner woont samen met een partner, maar geeft op alleen te wonen;

  • Een inwoner woont op een ander adres dan is opgegeven.

  • De kinderen staan bij een inwoner ingeschreven, maar zij wonen daar niet.

  • De kinderen wonen bij een inwoner, maar zij staan niet ingeschreven op hetzelfde adres.

  • Een inwoner verdient wat bij door bij kennissen op te passen of schoon te maken en geeft niet op.

 

Wat is het doel van handhaving?

Met handhaving voorkomen we verkeerd gebruik van bijstand. Zo zorgen we dat de middelen terecht komen bij de inwoners die het nodig hebben.

 

Wettelijk kader

Bij de uitwerking van dit plan is uitgegaan van de huidige wetgeving: de Algemene wet bestuursrecht (1992), de Participatiewet (2015), het Wetboek van Strafvordering (2017), de AVG (2018) en de Uitvoeringswet AVG (2018).

 

3. Wat is onze visie op naleving en handhaving?

We gaan uit van vertrouwen in de inwoner. De meeste mensen die met handhaving in aanraking komen, maken geen moedwillig misbruik van het systeem, maar begaan vanwege andere redenen een overtreding. Dat wil niet zeggen dat er geen mensen zijn die misbruik maken. Voor beide kanten van de handhaving hebben wij aandacht en daarin moeten we de juiste balans vinden. Daarbij hebben we aandacht voor de menselijke maat bij handhaving.

 

Een effectief nalevings- en handhavingsbeleid bestaat uit preventie, niet-naleving goed en snel signaleren; afhankelijk van de verwijtbaarheid een sanctionering met de menselijke maat; en het voorkomen van herhaling van schendingen. Het resultaat moet zijn een hoge mate van naleving en kleinere gevolgen van niet-naleving.

  • Preventie: het voorkomen van niet na-naleving ofwel het bevorderen van naleving, zodat zoveel mogelijk inwoners rechtmatig hun bijstand ontvangen en er minder vorderingen nodig zijn.

  • Het zo veel en zo vroeg mogelijk signaleren van niet-naleving. Dit moet uiteindelijk leiden tot minder en lagere terugvorderingen, doordat minder mensen onrechtmatig een uitkering ontvangen en onrechtmatig gebruik niet langer dan nodig in stand wordt gehouden.

  • Het verkleinen van de gevolgen van niet-naleving voor de inwoner. Aan de ene kant door niet-naleving al vroeg te signaleren. Aan de andere door binnen de kaders van de wet zoveel te kijken naar de situatie van de persoon en op basis daarvan maatwerk te leveren. Dit zou ook moeten leiden tot lagere vorderingen en boetes.

  • Het aanpakken van de achterliggende oorzaak van niet-naleving. Bijvoorbeeld door de juiste hulp- of dienstverlening in te schakelen. Zo helpen we de inwoner verder en proberen herhaling te voorkomen.

De menselijk maat en de inwoners centraal

We stellen de inwoner centraal door oog te hebben voor specifieke omstandigheden van inwoners en door zoveel mogelijk in de geest van de wet te handelen, zodat doelmatigheid voorop komt te staan: het bevorderen van naleving en het opsporen van niet-naleving en daar passend naar de handelen. Niet-naleving zullen we nooit 100% kunnen voorkomen. Een foutje of een vergissing maken is menselijk en ook misbruik kunnen we niet voorkomen. Als de persoon niet verwijtbaar is corrigeren we de fout. Bij (beperkte) verwijtbaarheid kijken we ook naar de omstandigheden en handelen we binnen de kaders en geest van de wet. We willen als één organisatie samen werken voor en met onze inwoners. We willen het onze inwoners niet moeilijker maken of opzadelen met (extra) schulden. We kijken daarom altijd wat kan binnen de wettelijke kaders om niet terug te vorderen als dat niet hoeft en de vorderingen zo laag mogelijk te houden. De aanpak sluit aan bij onze dienstverlening en opvatting over onze inwonerbenadering: we gaan uit van vertrouwen, geven oprechte aandacht en zijn duidelijk over de regels en de risico’s. In de dienstverlening zetten we in op contact en leveren we indien mogelijk maatwerk.

 

Naast preventie en controle, zijn herstelacties en sancties het sluitstuk van onze uitvoering. We kijken in alle gevallen naar de situatie van de persoon. Als niet-naleving door omstandigheden niet of beperkt verwijtbaar is, houden we daar zo veel mogelijk rekening mee binnen de kaders van de Participatiewet. Inwoners die de regels naleven, proberen we zo min mogelijk lastigvallen. Inwoners die de regels niet naleven, willen we zo veel mogelijk in beeld krijgen. Aan de ene kant om onbedoelde fouten te herstellen en zo hoge vorderingen te voorkomen. Aan de andere kant om opzettelijk misbruik te voorkomen, en als dat niet lukt, aan te pakken en te bestraffen. Grofweg gaat het om twee groepen. Inwoners die onbewust de regels niet leven en inwoners die dat bewust doen. We beschrijven de uitgangspunten voor deze groepen hieronder.

 

Onbewuste niet-naleving

We zien dat een deel van de inwoners beperkt is in haar zelfredzaamheid of doenvermogen. Mensen in armoede hebben moeite om rond te komen. Zij kunnen moeilijk meekomen met (sociale) verplichtingen en dat levert stress op. Dat terwijl zij vaak een beroep doen op diverse inkomensondersteunende voorzieningen en zo te maken krijgen met ingewikkelde wet- en regelgeving. Met als gevolg dat in sommige gevallen de inlichtingenplicht niet wordt nageleefd. In die gevallen zijn we vasthoudend en menselijk. We kijken wat nodig is voor de inwoner om te kunnen voldoen aan de verplichtingen die bij een bijstandsuitkering horen. Binnen de wettelijke kaders kijken we wat mogelijk is om vorderingen te voorkomen of minimaliseren.

 

Bewuste niet-naleving

Een deel van de inwoners komt bewust de verplichtingen niet na. In die gevallen treden we streng en rechtvaardig op. Hoor- en wederhoor is het uitgangspunt als de inwoner daartoe bereid is. We vorderen te veel ontvangen bijstand terug en doen en een boeteboordeling. Voor de groep die bewust de regels niet naleeft is het van belang dat de pakkans groot is. Dat heeft een grotere afschrikwekkende werking dan een grotere sanctie.

 

We zijn ons ervan bewust dat het vergroten van de pakkans ook een negatieve impact kan hebben op de groep die zich wel aan de regels houdt, bijvoorbeeld doordat zij te maken krijgen met extra controles. Uitgangspunt blijft dat we inwoners die zich aan de regels houden zo min mogelijk lastigvallen. We houden daar rekening mee bij maatregelen die bijdragen aan het vergroten van de pakkans.

 

Voorkomen van recidive en (nieuw) perspectief bieden.

Als inwoners de regels niet naleven, zetten we in op het voorkomen van herhaling. In veel gevallen is het goed informeren van een inwoner over zijn of haar verplichtingen en de risico’s van niet-naleving te benoemen voldoende. Soms is er meer nodig. De inzet kan variëren van extra controle in combinatie met inzet op uitstroom naar werk, tot doorverwijzing naar jeugdhulp. We zoeken naar de achterliggende reden en/of problematiek, zodat we de oorzaak van niet-naleving aanpakken. Zo voorkomen we niet alleen herhaling van niet-naleving, maar helpen we inwoners ook verder.

 

4. Het plan voor 2024 – 2028

De vijf actielijnen

In dit hoofdstuk werken we de vijf actielijnen in ons handhavings- en nalevingsbeleidsplan uit:

 

  • 1.

    Sterk en duidelijk aan de poort;

  • 2.

    Brede preventieaanpak;

  • 3.

    Controle op maat;

  • 4.

    Menselijke maat bij handhaving;

  • 5.

    Verantwoord omgaan met data.

In al die actielijnen hebben we aandacht voor (vroeg)signalering van problematiek. Niet-naleving gebeurt vaak niet bewust en gaat vaak gepaard met zaken als laaggeletterdheid of psychische problematiek, zoals licht verstandelijke beperking of psychoses. Ook hebben we altijd aandacht voor preventie. Het voorkomen van terugvorderingen is beter dan ze terug te moeten betalen. Want terugvorderen betekent veelal het vergroten van het probleem. Erg belangrijk dus en daarom is een actielijn specifiek gericht op preventie, maar ook aandacht is voor preventie aan de voorkant bij de toekenning van een uitkering, tussentijds bij controles, en ook wanneer we genoodzaakt zijn tot terugvordering om herhaling te voorkomen. Actielijn vijf richt zich op het borgen van verantwoord gebruik van data en techniek bij handhaving.

 

Actielijn 1: sterk en duidelijk aan de poort

De inzet op naleving en handhaving begint al bij de bijstandsaanvraag. Inwoners leveren de informatie aan die nodig is om het recht op een uitkering te beoordelen. Wij kunnen inwoners op dat moment informeren over hun rechten en plichten wat betreft bijstand. Zo blijven we de spontane naleving bevorderen. Hoewel de inwoner verantwoordelijk is voor het aanleveren van inlichtingen die van invloed zijn op de uitkering, ligt er bij ons een verantwoordelijkheid om het systeem ook eenvoudiger maken zodat het gemakkelijker wordt om de regels na te leven. En dat doen we ook al. De inlichtingen uit de polisadministratie zijn bijvoorbeeld zo goed en actueel, dat we het inwoners niet meer aanrekenen als zij hun (witte) inkomsten niet doorgeven. Het te veel ontvangen bedrag aan uitkering wordt dan verrekent met de volgende maand. Ook kunnen we bij (nieuwe) regelingen het aantal onterechte toekenningen voorkomen door vooraf aandacht te hebben over de eenvoud van de naleefbaarheid van regelingen.

  • Nieuwe bijstandsgerechtigden volledig voorlichten en informeren over rechten en plichten op een toegankelijke en begrijpelijke manier;

  • Recht op bijstand zorgvuldig toekennen om onrechtmatig gebruik te voorkomen.

  • Aandacht voor naleving en handhaving aan de voorkant, zodat (nieuwe) regelingen makkelijker na te leven zijn voor inwoners.

Actielijn 2: brede preventieaanpak

Iedereen die werkt met bijstandsgerechtigden draagt een verantwoordelijkheid om naleving te bevorderen en niet-naleving te signaleren. Vroegsignalering is van belang om problemen niet groter te maken en terugvorderingen te voorkomen. Gemeentebrede samenwerking en in samenwerking met partners is daarvoor noodzakelijk, omdat een deel van de inwoners in de bijstand een beperkte mate van zelfstandigheid en doenvermogen heeft, bijvoorbeeld door stress, licht verstandelijke beperking of psychische problematiek. Ook is er een groep door beperkte taalvaardigheid niet goed in staat is om informatie tot zich te nemen, denk daarbij aan laaggeletterden of nieuwkomers/statushouders. We maken het zo eenvoudig mogelijk om de regels na te leven. Daarnaast stimuleren we consulenten die met inwoners werken alert zijn op het goed informeren en controleren op naleving, bijvoorbeeld medewerkers van inkomen, WIJ, GKB, Thuis in 050 en Werk & Participatie. Niet om namen door te spelen, maar om niet-naleving te voorkomen en vroegtijdig te corrigeren.

 

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA)

Sinds 2016 werken de afdeling Burgerzaken en de afdeling Handhaving van Inkomensdienstverlening van de gemeente Groningen nauw samen. De BRP is een basisregistratie. Dat betekent dat je als geregistreerde je gegevens en wijzigingen daarin (bijvoorbeeld een verhuizing) maar één keer doorgeeft en dat deze informatie vervolgens door alle afnemers van de BRP gebruikt wordt. Het is dus van groot belang dat de gegevens in de BRP correct zijn. De gevolgen van een onjuiste inschrijving kunnen groot zijn, voornamelijk voor andere bewoners. Denk hierbij aan het niet meer (juist) ontvangen van toeslagen, onterechte uitkeringsverstrekkingen, (hoge) schulden en zorgwensen die onopgemerkt blijven. De samenwerking tussen Burgerzaken en Handhaving van Inkomensdienstverlening is vooral op vroegtijdige signalering van onjuiste inschrijvingen in de basisregistratie personen (BRP) met als doel de kwaliteit van de adresgegevens in de BRP te waarborgen.

 

Actielijst:

  • We gaan door met de LAA;

  • Aandacht voor communicatie; taalniveau, pictogrammen, nieuwsbrief Werk & Inkomen;

  • Duidelijker bij inwoners onder de aandacht brengen wanneer zij informatie moeten verstrekken en waar zij dat kunnen doorgeven (advies Cliëntenraad);

  • Partners betrekken bij het bevorderen van naleving;

  • Partners betrekken bij hoe om te gaan met niet-naleving;

  • Bijstandsgerechtigden met een kwetsbare positie krijgen een vast contactpersoon waar ze terecht kunnen voor vragen. Voor de groep jongeren met een kwetsbare positie is dit al gerealiseerd.

Actielijn 3: controle op maat

Het is onze wettelijke taak om de rechtmatigheid van verstrekte bijstandsuitkeringen te controleren. Bij het uitvoeren van deze taak willen we de inbreuk op inwoners zo veel mogelijk verminderen. Tegelijkertijd willen we ook niet-naleving beter voorkomen en onrechtmatigheden sneller vinden en herstellen. Dat willen we doen door signalen zo goed mogelijk te verrijken met aanvullende informatie. Zo verhogen we het aandeel van de gestarte onderzoeken waarbij daadwerkelijk niet-naleving wordt vastgesteld.

 

Systeemanalyses

In een systeemanalyse worden selecties van objectief en verifieerbare gegevens gebruikt van betrouwbare bronnen. Denk daarbij aan gegevens van het inlichtingbureau, BRP of SUWI. In een systeemanalyse verrijken de gegevens. Dit kan door informatie uit verschillende bronnen en onze eigen informatiebronnen naast elkaar te leggen en te vergelijken. Uiteraard allemaal binnen de bevoegdheden van een functionaris toezichthouder. Hieruit kunnen signalen komen die een aanleiding geven om een onderzoek te starten. Als de uitkomst van een onderzoek duidt op niet-naleving, leidt dat tot het stellen van vragen aan de betreffende inwoner (hoor- en wederhoor).

 

Themacontroles

Op sommige thema’s handhaven we periodiek en projectmatig. Op basis van een systeemanalyse rondom een bepaald thema pakken wij signalen op die aanleiding geven voor een onderzoek. Voor alsnog zijn er twee thema’s waar we onderzoek naar doen.

 

Het eerste thema waar wij onderzoek naar is het vermogen. Wij checken via het RDW of iemand in een bepaalde periode meerdere auto’s op zijn/haar naam had staan. Dit kan duiden op handel en dat moet worden opgegeven als inkomen. Daarnaast zit er, afhankelijk van de situatie, een maximum aan geldelijk vermogen dat iemand mag bezitten. We controleren daarom het vermogen op bankrekeningen. We gaan ook een pilot doen naar vermogen in het buitenland in samenwerking met het Internationaal Bureau Fraude-informatie van het UWV.

 

Het tweede thema is huisvesting. Wij controleren hoeveel inwoners er ingeschreven staan op adressen. Dit doen we om te checken of inwoners niet fictief zijn ingeschreven en ondertussen elders wonen. Dit doen we bijvoorbeeld bij leegstaande woningen. Ook controleren we of meerdere inwoners met een bijstandsuitkering op één adres zijn ingeschreven zonder dat er een kostendelersnorm wordt toegepast.

 

  • We ontwikkelen nieuwe themacontroles op basis van nieuwe signalen die wij kunnen en mogen ontvangen.

  • Samenwerking verbeteren met logische samenwerkingspartners waaronder UWV en DUO.

Ethisch werken met data

In een tijd van data gedreven werkwijzen is het van belang dat we daar zorgvuldig omgaan met persoonlijke informatie. We werken alleen op basis van objectieve en verifieerbare gegevens. Dit zijn feitelijke gegevens die vanuit een betrouwbare bron bij ons binnenkomen, bijvoorbeeld van het Inlichtingenbureau of SUWI. Er wordt geen gebruik gemaakt van bijzondere persoonsgegevens die herleidbaarheid naar etniciteit of religie mogelijk maken. We werken volgens een transparante en navolgbare aanpak. Bij systeemanalyses is bijvoorbeeld altijd zichtbaar welke gegevens gebruikt zijn. Zo kunnen inwoners inzien hoe we met hun gegevens omgaan. Ieder onderzoek dat wij instellen kan getoetst worden op naleving van de privacywetging. Er worden alleen gegevens gebruikt die binnen de bevoegdheid vallen van een functionaris toezichthouder. Wanneer er nieuwe werkwijzen worden ontwikkeld, gaat dit in afstemming met de functionaris gegevensbescherming.

Actielijn 4: menselijke maat bij handhaving

Deze actielijn gaat over hoe we omgaan met inwoners die de regels niet hebben nageleefd.

Het niet-naleven van de inlichtingenplicht kan grote gevolgen hebben voor de inwoner. Als we constateren dat iemand inkomsten doorgeeft, zoals loon, giften, gokinkomsten, leningen enz., dan moeten we bepalen of we 1) het te veel ontvangen bedrag verrekenen met de uitkering; 2) het recht op de uitkering herzien of intrekken; 3) de onrechtmatig verstrekte uitkering terugvorderen; en 4) een boete-beoordeling doen.

 

Constateren van een overtreding

Als we het niet nakomen van de inlichtingenplicht na hoor- en wederhoor vaststellen, gaan we over tot het opleggen van een sanctie. Dat kan een correctieve actie zijn in de niet verwijtbare gevallen. Als er sprake is van het schenden van de inlichtingenplicht, maar met een beperkte verwijtbaarheid en klein benadelingsbedrag, dan kunnen we de zaak afsluiten met een waarschuwing. Anders moeten we overgaan tot terugvorderen van te veel verstrekte uitkering. In (beperkt) verwijtbare gevallen doen we ook een boete-beoordeling.

 

Boetes en terugvorderingen willen we zoveel mogelijk voorkomen. Het is dus van groot belang om schendingen van de inlichtingenplicht zorgvuldig vast te stellen. Als ze toch plaatsvinden, zullen we de beoordelingen doen met oog voor de individuele situatie van de inwoner. We zullen daarbij waar mogelijk doelmatig omgaan met het beoordelen van (beschikbare) middelen: van ‘ontvangt betrokkene niet te veel’ naar ‘komt betrokkene uit met wat hij ontvangt’. Wij kijken daarom ook naar de reden van ontvangst en de besteding van middelen, en houden daarbij vast aan het vangnetkarakter van de Participatiewet. Bij het schenden van de inlichtingenplicht kunnen we alleen afzien van geheel of gedeeltelijke terugvordering als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn (artikel 58, lid 8.).

 

Boeteboordeling

De boete is afhankelijk van het al dan niet opzettelijk overtreden van de ‘inlichtingenplicht’. We houden daarbij rekening met de mate van verwijtbaarheid; financiële omstandigheden; persoonlijke omstandigheden; en draagkracht/aflossingscapaciteit. Volgens de Fraudewet kan een waarschuwing worden gegeven bij verminderde verwijtbaarheid en bij een zeer klein of geen benadelingsbedrag (nulfraude). De waarschuwing kan slechts eenmaal per soort schending worden gegeven in een periode van twee jaar. Als er in een periode van twee jaar voorafgaand aan de schending van de inlichtingenplicht al een boete of waarschuwing is opgelegd, kan niet meer worden volstaan met het geven van een waarschuwing. In dat geval moet meteen een bestuurlijke boete worden opgelegd.

 

Incasso

De repressieve kant van handhaving kent drie belangrijke componenten: de pakkans, de maatregel en de incasso. Als iemand met verkeerde intenties het gevoel heeft dat ze gauw betrapt kunnen worden, dan zullen ze dat minder snel doen. Dit is de belangrijkste factor om niet-naleving af te dwingen. Echter, zonder daadwerkelijke sanctionering en adequate incasso wordt handhaving ongeloofwaardig. Niet alleen omdat we vinden dat alles wat door ten onrechte verstrekt is teruggevorderd moet worden, maar ook vanwege de afschrikwekkende werking die het heeft. Snel en correct terugvorderen is hierbij van belang.

 

Opvolging: herhaling voorkomen

Of een inwoner nu per ongeluk fouten heeft gemaakt of moedwillig de fout in is gegaan: herhaling van niet-naleving willen we voorkomen. Dit is belangrijk om dat we in geval van herhaling nog strenger moeten zijn. In het geval van fraude zijn we bij herhaling verplicht om een hogere boete op te leggen. Met de inwoner kijken we naar de oorzaak van overtreding en zetten in op passende opvolging, afhankelijk van de situatie en overtreding van een inwoners.

 

Niet mee kunnen of willen werken

Het kan voorkomen dat een inwoner niet wil of kan meewerken aan een onderzoek. Wij kunnen in die gevallen het recht op bijstand niet vaststellen, bijvoorbeeld als we niet binnen kunnen of mogen komen voor een huisbezoek of wanneer iemand relevante gegevens niet overdraagt. In die gevallen proberen we een inschatting te maken wat de reden is om niet mee te werken. Heeft het te maken onvermogen? Zoals bij een verward persoon? Dan schakelen we hulp in. Wil een inwoner niet meewerken? Dan wijzen we op de gevolgen en schorten we uiteindelijk de uitkering op.

 

Actielijst

  • Systematiek uitwerken van consequent, snel en rechtvaardig sanctioneren, met oog voor de persoonlijke omstandigheden;

  • Snelle en adequate afhandeling en een geloofwaardige incasso;

  • Het inrichten van maatwerk bij terugvordering waarin de gedragingen en verwijtbaarheid duidelijk en concreet staan vermeld, omdat dit waarschijnlijk in de nabije toekomst van invloed is op het incasso- en terugvorderingsbeleid;

  • Zo transparant mogelijk zijn over de wijze waarop wij controleren en onderzoek doen naar de rechtmatigheid van uitkeringen;

  • Samenwerking in de regio op het gebied van de sociale recherche;

  • Opvolging: doorverwijzing naar hulp- of dienstverlening om herhaling te voorkomen;

  • Bij onwetendheid nogmaals informeren over rechten en plichten: de kracht van herhaling;

  • Vormgeven van een risico- en impactbeoordeling bij het opschorten van een uitkering, zodat we in gevallen van overmacht een uitkering niet stoppen.

Actielijn 5: verantwoord omgaan met data

We leven steeds meer in een digitale wereld en de toepassingsmogelijkheden van data neemt in hoog tempo toe. Denk aan de introductie van AI, de koppeling van databronnen en het gebruik van algoritmen. Het zijn middelen die in beginsel neutraal zijn, maar afhankelijk van de toepassing positief of negatief kunnen uitwerken. Het is dus belangrijk om bewust om te gaan met data en technieken en onze kennis en expertise actueel te houden. We kiezen daarom voor een lerende aanpak. In deze actielijn gaan we eerst in op het belang van verantwoord omgaan met data bij Naleving en Handhaving. Vervolgens formuleren we uitgangs- en aandachtspunten rondom het gebruik van data en techniek. Tenslotte geven we aan welke activiteiten we gaan uitvoeren.

 

Belang van verantwoord datagebruik bij Naleving- en Handhaving

Het gebruik van data bij naleving- en handhaving kent twee kanten. Onverantwoord gebruik van data kan inwoners in grote problemen brengen, zoals het geval was bij de toeslagenaffaire. Verantwoord gebruik van data kan inwoners juist veel opleveren. Voorbeelden daarvan in de gemeente Groningen zijn verstrekking van de Energietoeslag en de Tozo. Met behulp van data hebben we het overgrote deel van de inwoners die recht op hadden op de Energietoeslag automatisch kunnen toekennen. Bij de Tozo heeft handhaving aan de voorkant meegedacht bij het gebruik van data om aanvragen te beoordelen. Zo hebben we veel terugvorderingen weten te voorkomen. Door ‘signaal gestuurd’ te werken met de filters hoeven mensen geen of minder informatie over hun persoonlijke leven aan te leveren, die informatie al bij de overheid bekend is en wordt aan elkaar gekoppeld via het Inlichtingenbureau.

 

Externe blik naar binnen halen: De ontwikkelingen rondom data en techniek gaan snel en we zijn er ons van bewust dat hier continu ook een maatschappelijk debat over wordt gevoerd. Dat betekent dat we onze organisatie daar ook op moeten toerusten. Om hier een goede start mee te maken hebben we advies ingewonnen van de Ethische commissie Data en Techniek van de gemeente Groningen. Die is meegestuurd in de bijlage. Deze commissie heeft advies uitgebracht met als afwegingskader:

  • Controle op technologie;

  • Privacy;

  • Rechtvaardigheid.

De adviezen en inzichten van de commissie hebben we meegenomen in dit plan. We willen eens in de 2 á 3 jaar een adviesvraag neerleggen bij de commissie. Zo borgen we de lerende aanpak rondom verantwoord datagebruik.

 

Het gebruik van data moet bijdragen aan de balans tussen:

  • Dat inwoners probleemloos gebruik kunnen maken van inkomensondersteuning;

  • Dat onrechtmatig gebruik van inkomensondersteuning zo tijdig mogelijk wordt opgespoord. Dit om onnodig hoge terugvorderingen en boetes te voorkomen en om misbruik te voorkomen.

Uitgangspunten:

  • We vallen inwoners zo min mogelijk lastig. Dat betekent dat we waar mogelijk inwoners met behulp van beschikbare data en inzichten zoveel mogelijk uitsluiten van onderzoek;

  • We zijn open en transparant over het gebruik van data;

  • We zijn alert op de kwaliteit van data van onszelf en van externe bronnen.

  • We zijn bewust van het feit dat data nooit objectief is;

  • We kunnen altijd verantwoording afleggen over het datagebruik bij handhaving;

Actielijst (mede op basis van de adviezen van de commissie)

  • Uitvoeren van een controle op vooringenomenheid (biascheck) bij het gebruik van filters: inwoners die in de filters (en aan het eind ervan) terechtkomen worden geanalyseerd om te bekijken of er, juist door hoe de filters staan afgesteld, patronen bestaan in de samenstelling van die groep. Als dat het geval is, moet daar een redelijke verklaring voor gegeven kunnen worden, anders voldoet de filter niet.

  • Procedures vastleggen, dit proces goed te monitoren en ook verantwoording af te leggen over de keuzes van bepaalde filters.

  • We doorlopen bij iedere controleprocedure waarbij filters gebruikt worden de cyclus van (voorbereiding), uitvoeren, monitoring, evaluatie en doorontwikkeling (zgn. feedbackloop);

  • Onderzoek te doen naar de effectiviteit van procedures. Denk hierbij aan het vergelijken van de uitkomsten van deze procedure met een controlegroep, andere gemeentes en/of voorgaande jaren.

  • Procedures in samenhang met andere handhavingstechnieken bezien. Komen er bijvoorbeeld uit andere signalen dezelfde mensen naar voren en zo ja, is dit dan een zinvol signaal?

  • Filters opnemen in het gemeentelijke en landelijke algoritmeregister.

Samenwerking met partners

 

Gerichte samenwerking met partners (in de wijk)

De samenwerking met partners in de wijk rondom naleving en handhaving is van groot belang. Voor inwoners zijn wij één gemeente. Als vanuit inkomensdienstverlening een uitkering wordt gestopt, omdat we de rechtmatigheid niet kunnen vaststellen, dan overleggen we dit bij voorkeur eerst met de inwoner. Als we niet in contact kunnen komen, dan informeren we waar mogelijk collega’s die ondersteuning bieden naar de situatie, zodat we een onwenselijke situatie voorkomen. Bijvoorbeeld dat we een uitkering stoppen, terwijl bij andere hulpverleners bekend is dat een inwoner is opgenomen in een GGZ-instelling.

 

Daarnaast zorgt goed contact met het sociale veld ervoor dat zij op hoofdlijnen op de hoogte zijn van de regels rondom de uitkering, en dus bijstandsgerechtigde inwoners kunnen waarschuwen over de gevolgen van het niet naleven van deze regels. We vragen het sociale veld niet om namen door te spelen, maar om onze inwoners goed te informeren over de gevolgen van bijvoorbeeld schending inlichtingenplicht of eventueel doorverwijzen naar de Sociaal Raadslieden.

 

Integrale samenwerking op casusniveau

Er liggen daarnaast vaak nog veelzijdige en complexe vraagstukken open die een integrale benadering en samenwerking behoeven. Vandaar dat er in verschillende casussen geschakeld wordt met interne afdelingen van de gemeente zoals: Directie Werk en Participatie, GKB, Burgerzaken, WMO, DMO, OOV, wijkteams, WIJ Groningen en zorgaanbieders. Korte lijntjes en hoge betrokkenheid zijn hierbij noodzakelijk. Elkaars vakgebied en opdracht begrijpen is essentieel om continu te zoeken en te streven naar het gezamenlijke doel om onze inwoners echt verder te kunnen helpen.

 

Actielijst

  • Integrale samenwerking op casusniveau;

  • Betrekken samenwerkingspartners;

  • Samenwerking verbeteren met logische samenwerkingspartners waaronder WIJ-Groningen en interne afdelingen, zoals werk en WMO;

  • Meer inzetten op betaald werk.

5. Monitoring en rapportage

Het beleid is gericht op preventie en op naleving met de menselijke maat. Dit moet leiden tot minder terugvorderingen en lagere bedragen die teruggevorderd moeten worden. Ook de inzet op het verhogen van de pakkans moet leiden tot een betere naleving en zo tot lagere terugvorderingen. Hoe sneller we niet-naleving constateren des te sneller we het kunnen aanpakken en dat leidt weer tot minder onterechte verstrekte uitkeringen die we moeten terugvorderen. Ook willen we in samenwerking met partners niet-naleving als gevolg van achterliggende problematiek aanpakken, door goed door te verwijzen naar de juiste dienst- of hulpverlening. Ook dit draagt bij aan een lagere kans op herhaling van niet-naleving, en dus tot minder terugvorderingen. We gaan daarom op de volgende onderwerpen rapporteren:

 

  • 1.

    <1% onterecht verstrekte uitkeringen

  • 2.

    Vorderingen

    • a.

      Het totaal aantal vorderingen | streven naar daling

    • b.

      Het bedrag van de vorderingen (gemiddelde/verdeling) | streven naar daling

    • c.

      Aantal nieuwe vorderingen per kalender jaar | daling

    • d.

      Hoogte vorderingen bij beëindiging uitkering | daling

  • 3.

    Nazorg/ goede verwijzing naar dienstverlening die de achterliggende problematiek van niet-naleving.

  • 4.

    Aantal verstrekte boetes/ gekorte uitkeringen

  • 5.

    Onderzoeken/signalen.

    • a.

      Aandeel aangetroffen niet-naleving ten opzichte van aantal onderzoeken/signalen| hoger

    • b.

      Doorlooptijd | lager

  • 6.

    Toekenningen aan de poort | percentage

  • 7.

    Signalering | aantal signalen + oorsprong

  • 8.

    Resultaten LAA & BRP

Daarnaast rapporteren we jaarlijks over de voortgang van activiteiten (Systeemanalyses, themaonderzoeken, preventiemaatregelen, etc.)

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 14 mei 2024,

De burgemeester,

Koen Schuiling

De secretaris,

Christien Bronda