Organisatie | Neder-Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Speelruimteplan Neder-Betuwe 2024-2027 |
Citeertitel | Speelruimteplan Neder-Betuwe 2024-2027 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-05-2024 | nieuwe regeling | 21-03-2024 | Z/23/097057/RAAD/23/03373 |
Het vorige speelruimteplan van gemeente Neder-Betuwe is in 2019 opgesteld en loopt af in 2024. Er is behoefte aan een actualisatie, waarin gekeken wordt of de ambities uit het oude plan gerealiseerd zijn en of deze nog aansluiten op huidige de situatie en behoeftes in de dorpen.
Dit speelruimteplan geeft de nieuwe ambities voor de speelruimte en een plan voor uitvoering om deze in de praktijk te brengen die aansluit op de situatie in de verschillende kernen. De nieuwe ambities vloeien voort uit een evaluatie van het oude speelruimteplan, een veldinventarisatie, gesprekken met medewerkers van de gemeente en zijn in overeenstemming met de volgende gemeentelijke en wettelijke kaders:
De ambities zijn uitgewerkt in een uitvoeringsplan en –kaart waar de benodigde ingrepen voor het verbeteren van de speelruimte zijn verwerkt inclusief aanbevelingen en kosten voor uitvoering voor de lange en korte termijn (2024-2027).
Toelichting belangrijke begrippen
In dit plan wordt er onderscheid gemaakt tussen formele speelruimte en informele speelruimte. De eerste categorie betreft alle speel- en sportplekken die in het beheer van de gemeente zijn en waar bij de inrichting is gewerkt met speel- of sporttoestellen zoals een schommel, glijbaan of basketbalpaal. Hier vallen ook de schoolpleinen onder. De informele speelruime betreft de vrije speelruimte: de overige bespeelbare openbare ruimte zoals een brede stoep, trapveldje zonder doelen (grasveld) of bosjes om in te ravotten.
Elke kern wordt opgedeeld in speelbuurtjes. Buurten, begrensd door barrières die kinderen (tot 10/11 jaar) niet zelfstandig mogen oversteken. Deze barrières zijn op kaarten weergegeven als rode streepjeslijn. Binnen deze buurtjes willen we dat de speelruimte, zeker voor kinderen tot 12 jaar, goed georganiseerd is.
De belangrijkste plek in elke speelbuurt is de buurtplek. Dit is een grotere speelvoorziening waar de buurt uitgenodigd wordt om samen te komen, te spelen, te bewegen en te ontmoeten. Naast de buurtplekken zijn er veel kleine speelplekken in gemeente. Hier staan enkele speeltoestellen vaak dichter op de woningen. Aanbod is gericht op het omliggende woningblok. Af en toe zijn er ook plekken waar maar één enkel toestel staat of een hele kleine plek waar je maar korte tijd kan vermaken. Dit noemen we een speelhoekje. Soms is er ook sprake van een dorpsplek. Dit zijn groete buurtplekken, die door een onderscheidende inrichting (bijvoorbeeld grote skatebaan) of ligging (bijvoorbeeld in een centraal park) meerdere buurten bedienen.
Op de verschillende type plekken is uitdaging aanwezig die vaak samenhangt met bepaalde leeftijdsgroepen. In de tabel hiernaast is voor verschillende leeftijdsgroepen een overzicht van activiteiten die de groep interesseert. Ook staan er voorbeelden hoe deze bij de inrichting van de formele speelruimte vorm kunnen krijgen.
Om een zo groot mogelijke doelgroep op een actieve wijze gebruik te laten maken van de openbare ruimte is het van belang dat er een divers aanbod is dat goed verspreid is over de verschillende speelbuurtjes en binnen heel de gemeente. Om de diversiteit te waarborgen, wordt gebruik gemaakt van de Schijf van Vijf voor Buitenspelen.
De Schijf van Vijf voor Buitenspelen gaat uit van een divers aanbod aan openbare speel- en sportruimte. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende vijf elementen:
Traditionele speelplek: De meer ‘reguliere’ speelplek met speeltoestellen als een wip, glijbaan en schommel.
Natuurlijk spelen: Bewust als speelplek ingericht groen. Heuvels, bosjes, bomen en gras; spelen met zand, water en los materiaal.
Pleintje: Autovrij (verkeers)pleintje of superbrede stoep waar kinderen zelf spel kunnen bedenken met lijnen, bollen, kleur en andere speelaanleidingen verharde ruimte voor vrij spel, fietsen, steppen of knikkeren.
Sportplek: Spelend sporten, bijvoorbeeld voetbal, korfbal, tennis, basketbal, skaten, crossbaantjes, freerunning en stepbaantjes.
Speelroute: Een kindvriendelijke en veilige route door de buurt die belangrijke (speel)locaties met elkaar verbindt al dan niet met speelaanleidingen.
Als de vijf elementen aanwezig zijn binnen de speelbuurt, is er sprake van een rijk en gevarieerd aanbod. De vijf elementen kunnen verdeeld zijn over verschillende formele plekken in een buurt, allemaal samenkomen op de buurtplek, maar ook onderdeel zijn van de informele speelruimte (bespeelbaar groen of ‘t pleintje bijvoorbeeld).
De Speelruimtenota 2020-2023 - “Bewegen, buiten zijn en elkaar ontmoeten” loopt ten einde. Het oude plan geeft een uitgebreid overzicht van onderwerpen die meegenomen moeten worden bij de realisatie van speelruimte, waaronder:
Deze onderwerpen zijn nog steeds relevant en worden meegenomen in het nieuwe speelruimteplan. Uitgangspunt van het nieuwe plan is wel om deze compacter vorm te geven, zodat het document leesbaarder en toepasbaarder wordt.
Een aantal ambities uit het oude plan is nog niet echt terug te zien in de speelruimte van nu, b.v. aandacht voor bewegen en inclusieve speelruimte. Ook is er in het plan weinig overzicht van de situatie per dorp. Hoe goed kun je nu al spelen, bewegen en ontmoeten in elk dorp en waar hebben bewoners behoefte aan? Een tweede uitgangspunt voor het nieuwe plan is daarom de adviezen en ambities concreter toe te passen waardoor deze uitvoerbaarder zijn en beter aansluiten op de situatie in de dorpen.
De komende jaren zijn er een aantal geplande ontwikkelingen die invloed hebben op de vraag en het aanbod van speelruimte. Deze ontwikkelingen zijn, voor zover bekend, meegenomen in dit plan in de vorm van adviezen, ambities en in de situatie van de kernen (in de kaart en uitvoeringsplannen).
Een scherpere koers voor de toekomst
Het nieuwe speelruimteplan willen we compacter en concretere vormgeven. De belangrijke
wijzigingen ten opzichte van het vorige plan zijn:
Bredere doelgroepen: de integrale ambities die benoemd zijn over de beweegvriendelijke leefomgeving worden concreet gemaakt. Sportplekken voor volwassenen (ouder dan 18 jaar) vallen ook onder het beheer van de speelruimte. Streven naar een beweegvriendelijke leefomgeving per dorp. Ook de rol van speelruimte als ontmoetingsplek wordt beter in beeld gebracht.
Niet-normgerichte benadering: in het oude plan werden normen aangehouden voor oppervlaktes (3% norm, oppervlaktes per leeftijdsgroep) gekoppeld aan de kinderaantallen en leeftijdsopbouw per dorp. Demografische ontwikkelingen zijn echter wisselend en het gebied waar iemand speelt kan anders zijn dan waar zij woont (ook bij oma en opa/ gescheiden ouders kan gespeelt worden). Om deze reden wordt in dit plan de nadruk gelegd op een uitdagend en divers aanbod binnen speelbuurten, waarbij rekening wordt gehouden met hoe de ruimte er nu uitziet en wat de mogelijkheden zijn om deze te verbeteren. Wel kan een plek hoger op de agenda komen te staan bij de uitvoering als er een specifieke doelgroep in grote mate voorkomt.
Beoordeling buitenspelen en bewegen in Neder-Betuwe
De mogelijkheden om te spelen, bewegen en elkaar te ontmoeten in de buitenruimte van Neder-Betuwe is beoordeeld tijdens een veldinventarisatie en aangevuld met inzichten van experts uit de gemeente. Er is voornamelijk gekeken naar de formelespeelruimte, de locaties in beheer van de gemeente, maar ook naar de informele speelruimte (andere openbare ruimte die gebruikt kan worden voor spelen, bewegen en ontmoeten) en het aanbod in privébeheer (sportverenigingen en scholen). De belangrijkste bevindingen worden hier genoemd en zijn verwerkt in ambities voor de speelruimte:
Aantal: De gemeente telt 64 formele, openbare speel- en beweegplekken met verspreid over 8 kernen: 32 kleine speelplekken voor direct omwonenden, 11 speelhoekjes (enkele toestellen waar je je niet heel lang kan vermaken), 9 buurtspeelplekken voor heel de omliggende buurt (vaak gericht op een grotere leeftijdsgroep) en 1 dorpsplek waar jong en oud uit heel het dorp naartoe trekt om te spelen, bewegen en elkaar te ontmoeten. Op 11 plekken kan daarnaast los gesport worden.
Diversiteit: Met name een aantal nieuwe speelplekken heeft naast traditionele toestellen ook natuurlijke speelaanleidingen en er is in de gemeente één speelpleintje met heuvels in de verharding en belijning. Ter variatie kunnen vaker dergelijke speelaanleidingen in de verharding toegevoegd worden. Natuurlijke speelplekken waar met water en zand gespeeld kan worden of interactieve toestellen kunnen een toevoeging zijn op het aanbod.
Informele speelruimte: Binnen de kernen zelf is het verkeer meestal rustig, waardoor er grotere gebieden zijn waar kinderen van 6-12 jaar bewegingsvrijheid hebben (de speelbuurt). Er is beperkte vrije speelruimte in de gemeente (smalle groenstroken, enkele brede stoepen), waardoor kinderen aangewezen zijn op de speel- en sportplekken binnen de speelbuurten. Ook voor andere gebruikers is er beperkte ruimte voor recreatie en ontmoeting in het groen, wat soms zorgt voor botsingen (bv. door honden die uitgelaten worden op speelplekken). Multifunctioneel gebruik van met name groene plekken is wenselijk (spelen, bewegen, ontmoeten en biodiversiteit).
Staat: Het grootste deel van de speel- en beweegplekken is (sterk) verouderd. Wel worden in 2023-2024 nog een hoop plekken heringericht, wat het aanbod ten goede komt. Vaak zijn de speelplekken omgeven door een hek. Soms is dit een oplossing voor hondenoverlast, maar verder niet altijd noodzakelijk. Groenonderhoud is redelijk.
Sporten en bewegen: In de meeste speelbuurten ligt minimaal één sport- of beweegvoorziening, bij een enkele ontbreekt dit. Open sportclubs vanaf 2024 kunnen een uitkomst bieden voor buurten waar nu geen aanbod is en weinig ruimte. Sportaanbod is soms wel minimaal: alleen een trapveld met portaaldoelen of pannaveld. Sporten kan vaker gecombineerd worden op een buurtplek, dit komt de uitdaging voor 8+ ten goede. De diversiteit van sporten is veelal beperkt tot voetballen, zeker in Dodewaard. In andere kernen zijn regelmatig ook andere sport- en beweegvormen te vinden, grotere locaties die goed voorzien zijn en een bredere doelgroep aanspreken. Als aanvulling op het aanbod kunnen in samenspraak met gebruikers skaten, fietscross, boulderen, jeu de boules en tafeltennis toegevoegd worden en watertappunten bij grote sportplekken om langdurig gebruik te bevorderen.
Inclusiviteit: Met uitzondering van enkele verharde sportplekken, zijn de plekken in Neder-Betuwe niet erg inclusief. Door natuurlijke ondergronden (houtsnippers, zand), het ontbreken van paden (langs de toestellen) en soms ingangen met een dwarsbalk (tegen scooters), zijn de plekken niet goed toegankelijk voor mensen met een beperking. Hekken herplaatsen, paden verleggen/aanleggen, ondergronden aanpassen en vaker toestellen plaatsen die geschikt zijn voor kinderen in een rolstoel op centrale buurtplekken is belangrijk.
Klimaatbestendigheid: De natuurlijke ondergronden zorgen ervoor dat water makkelijk weg kan en de planten nemen het water op. Regelmatig kan de klimaatbestendigheid verbeterd worden door bomen (dichter) bij de toestellen te plaatsen, voor meer beschutting tegen zon en wind. Extra beplanting aanleggen (struiken en bosjes) zou bovendien veel water opnemen.
Scholen: In een aantal gevallen ligt er een kleine speelplek naast een schoolplein met een hek ertussen. Scholen maken gebruik van deze speelplekken tijdens schooltijd door het hek open te maken. Andersom is niet bekend welke scholen na schooltijd hun eigen schoolplein openstellen (open hek). De gemeente stimuleert dit wel in ruil voor een subsidie voor vergroening (al bij 3 scholen). In een aantal buurten, met name waar een openbare speelplek ontbreekt, kan het schoolplein als deze openbaar is (evt. samen met de aangrenzende kleine speelplek) de rol van een buurtplek vervullen.
Prima aanbod, wel voor volwassenen beperkt. In samenspraak met volwassenen kan evt. iets gerealiseerd worden bv. bij 05.
Prima aanbod. Grotere (buurtplek) voor kinderen ontbreekt. Mogelijk vervult speelplek+schoolplein die functie. Zo niet, openstellen schoolplein optie.
Beperkt aanbod, maar mogelijk in evenwicht met vraag. Bij toevoeging elementen voor volwassenen kan dit wel een betere ontmoetingsplek worden voor de buurt.
Belang van goede openbare speelruimte
Een goed ingerichte openbare speelruimte om te spelen, bewegen en elkaar te ontmoeten draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen, de fysieke en sociale gezondheid van alle inwoners van Neder-Betuwe en een fijne leefomgeving.
De visie is uitgewerkt in verschillende ambities waar de gemeente zich de komende jaren voor
Een goed netwerk van speelplekken met centrale speelplekken als hoofdvoorziening per dorp en buurtplekken per speelbuurt
Buurtplekken: Het basisnetwerk voor spelen binnen loopafstand voor de kinderen in de speelbuurten bestaat daarnaast uit buurtplekken waar kinderen tot minimaal 12 jaar uitgedaagd worden. Extra uitdaging is met name nodig voor kinderen boven 8 jaar en kan ik de vorm van hogere of diversere toestellen, maar ook door het toevoegen van sporten. In elke grotere speelbuurt proberen we een centrale buurtplek aan te leggen als daar de ruimte voor is.
Kleine speelplekken: Als aanvulling op of alternatief voor buurtplekken zijn er de kleine speelplekken. Deze zijn ingericht voor een specifieke doelgroep en bieden meer ruimte voor initiatief van bewoners. Sommige plekken liggen te dicht op elkaar. Dit zorgt ervoor dat kinderen eerder verspreiden over de plekken en elkaar minder snel tegenkomen om samen te spelen. De overbodige plek wordt opgeheven en krijgt een minimale inrichting in samenspraak met bewoners. Deze plekken kunnen als het nodig is weer ingericht worden met toestellen in de toekomst.
Een beweegvriendelijke leefomgeving voor actieve en gezonde bewoners
Variatie: Op dorpsplekken of op een andere plek in het dorp met voldoende ruimte worden nieuwe sporten toegevoegd (bv. skaten, urban sports, fietscross, boulder of beachcourt). Ook kunnen er vaker jeu de boulesbanen en tafeltennis toegepast worden. Door een diverser sportaanbod komen meer inwoners in beweging.
Iedereen in de gemeente heeft de ruimte om te spelen, bewegen en elkaar te ontmoeten in de openbare ruimte.
Jongeren: Jongeren hebben hun eigen behoeftes met betrekking tot de buitenruimte. In samenspraak met jongeren en afstemming met de buurt worden ontmoetingsplekken voor jongeren gerealiseerd, het liefst gecombineerd met sport- en beweegplekken die hen uitdaagt om in beweging te komen. Dit gebeurt alleen als daar vraag naar is.
Participatie: Alle bewoners worden actief betrokken bij de keuzes voor de inrichting van de speelruimte. Dit gebeurt bij een verdere uitwerkingsslag van het uitvoeringsplan middels een online vragenlijst aan alle bewoners. Zodra een plek heringericht wordt, vragen we omwondenden naar hun wensen en kunnen zij meebeslissen over ontwerpkeuzes. De mate waarin bewoners invloed hebben op de uiteindelijke inrichting ligt aan de type plek: bij buurt- en dorpsplekken bewaakt de gemeente dat deze plekken voldoen aan de ambities, bij kleine plekken kan de inrichting meer afgestemd zijn op specifieke wensen van bewoners. Aanvragen voor nieuwe plekken of initiatieven kan de gemeente ondersteunen bij voldoende noodzaak, draagvlak en als zij overeenkomen met de ambities uit dit speelruimteplan.
De speelruimte als multifunctionele ruimte voor recreatie in het groen
Natuur wordt gekoesterd in de openbare ruimte van Neder-Betuwe. Groene speelruimte zorgt voor een uitdagende afwisseling in het speellandschap, voor de klimaatbestendigheid van de openbare ruimte en voor fijne verblijfplekken. Waar mogelijk en wenselijk wordt de speelruimte daarom vergroend en komt er ruimte voor alle bewoners om van dit groen te genieten.
Recreatie: De openbare ruimte in de gemeente is beperkt, daarom gaan we de huidige speelplekken breder inrichten als plekken waar naast kinderen, ook volwassenen in het groen buiten kunnen zijn en recreeëren. Denk hierbij aan beweegvoorzieningen voor volwassenen bij speelplekken en vrije ruimte met een diverse groene inrichting om te wandelen en uitrusten.
Klimaatbestendigheid: We kiezen voor ondergronden die water goed doorlaten en die zo min mogelijk opwarmen. Bij voorkeur werken we met natuurlijke ondergronden. De keuze van een ondergrond is wel afhankelijk van de typeplek en de gebruiksintensiteit. Bij buurtplekken kiezen we vaker voor hardere, makkelijk begaanbare ondergronden, in verband met inclusiviteit en slijtage, bij kleine speelplekken zal hoofdzakelijk gras gebruikt worden.
Natuurlijk spelen: De inrichting van de speelruimte daagt uit om de natuur te ontdekken. Door het toepassen van natuurlijke speelaanleidingen wordt spelen in de natuur gestimuleerd, zoals klimbomen, stapstammen, wilgenhutten en insectenhotels. We richten één grote natuurspeelplek in waar kinderen kunnen spelen met zand en water.
Neder-Betuwe is een groeiende gemeente. Bij de aanleg van nieuwbouwwijken zijn er kansen de openbare ruimte optimaal in te richten voor spelen, sporten en ontmoeten. Door middel van eisen wordt voldoende ruimte gereserveerd en speelwaarde gegarandeerd. De gemeente toest aan deze kaders.
Bij nieuwbouwontwikkelingen vindt (nadat het plan is beoordeeld door de gemeentelijke intaketafel) ruim voor de daadwerkelijke planuitwerking overleg plaats tussen de betrokken (project)ontwikkelaar en de gemeente. Tijdens dit overleg wordt de taakverdeling gekozen en worden de eisen en voorwaardes voor het betreffende plan meegegeven. Ervaring leert dat dit maatwerk is.
Vóór de overdracht van de speelplekken aan de gemeente vindt een opleveringsinspectie plaats om te bepalen of de opgeleverde plek voldoet aan de veiligheidsnormen (WAS). Eventuele gebreken worden door de ontwikkelaar opgelost. Na de inspectie wordt de plek opgeleverd aan de gemeente met een ronde ter plaatse (ontwikkelaar, gemeente en aannemer) en wordt de plek overgedragen aan de gemeente. Onderhoud en vervanging worden vanaf dat moment taken van de gemeente.
Kwantiteit: Vanaf de start van de ontwikkeling moet voldoende ruimte voor spelen gereserveerd worden. Afhankelijk van het type bebouwing, de grootte van de ontwikkeling en in afstemming met de omliggende speelbuurten worden er verschillende plekken gerealiseerd (zie voor eisen aan deze plekken bijlage A):
Bij laagbouw van rijtjeshuizen en eengezinswoningen is de afstand tot de woning maatgevend voor het aantal plekken dat gerealiseerd moet worden. Binnen barrières moeten er binnen 400 m buurtplekken te vinden zijn (buurtplek 3.000 m2) en binnen 200 m moeten kleine kinderen een speelplek kunnen bereiken. Soms is het daarom noodzakelijk naast buurtplekken ook kleine speelplekken (kleine speelplek 500 m2) te realiseren voor de jonge kinderen. Bij kleine ontwikkelingen zonder barrières kan soms aangesloten worden op het bestaande aanbod in de omgeving, zolang dit voldoet aan de voorgaande regel qua afstand. Bij kleine ontwikkelingen mèt barrières moet minimaal een kleine speelplek gerealiseerd worden (kleine speelplek 500 m2).
Bij hoogbouw worden buurtplekken gerealiseerd (3.000 m2) en bij intensieve hoogbouw zijn zelfs wijkplekken noodzakelijk. De inrichting is afgestemd op de verwachtte demografie: bij gezinswoningen worden dit speel- en beweegplekken van minimaal 0-14 jaar, bij seniorenwoningen is het aanbod meer gericht op ontmoeten in het groen (met beweeg toestellen).
Bij laagbouw met een lage dichtheid, zoals bij een ontwikkeling met veel vrijstaande woningen, tweekappers of andere woningtypes met grote tuinen of veel openbare ruimte, wordt een centrale plek gekozen als ontmoetingsplek voor de buurt (buurtplek 3.000 m2). Hier is een breder aanbod gericht op spelen, bewegen en ontmoeten in het groen, waar mogelijk in afstemming met de bewoners van de toekomstige buurt.
Kwaliteit: De karaktereigenschappen van de verschillende soorten plekken (zie bijlage A) gelden als inrichtingseisen. De spreiding en inrichting sluiten aan op de speelruimte en -behoefte van omliggende buurten, maar ook van de nog geplande bouw in de toekomst. Bij ontwikkelingen wordt ook direct de klimaatbestendigheid meegenomen. In de plannen is daarnaast aandacht voor diversiteit. Het gebruik van alleen natuurlijke speelaanleidingen is niet toegestaan, omdat dit weinig uitdagend is.
In het uitvoeringsplan staan de voorgestelde ingrepen om de speelruimte te verbeteren op basis van de ambities in het speelruimteplan. De benodigde investeringen zijn opgenomen voor de lange en korte termijn (2024-2027). Voor de periode 2024-2027 worden op basis van dit plan budgetten gereserveerd. Naast financiële, worden er in dit hoofdstuk ook een aantal praktische kaders gegeven voor uitvoering.
Per plek is een theoretisch vervangjaar bepaald op basis van de theoretische levensduur van de toestellen. Met deze gegevens krijgen we inzicht in de omvang van de jaarlijkse vervangingsopgave. Gemiddeld gaan toestellen 15 jaar mee. Het areaal in Neder-Betuwe is flink verouderd: zeker 37% van de toestellen is 20 jaar of ouder. Daarmee liggen de vervangingsopgave op de korte termijn hoog. De komende 5 jaar moeten 41 locaties van de 70 vervangen worden.
Op basis van de ambities uit het speelruimteplan wordt voorgesteld de huidige speelruimte anders in te richten, onder andere door niet alle locaties 1-op-1 te herinrichten en door aanvullend verbeteringen door te voeren om het huidige aanbod beter aan te laten sluiten op de ambities uit het speelruimteplan. Hieronder worden de verbeteringen die worden voorgesteld beschreven naar aanleiding van de ambities met bijbehorende financiële consequenties.
Centralespeelplekken: Speelplekken worden uitgebreid mettoestellen ofspeelaanleidingen om voldoende uitdaging voor verschillende leeftijden te bevatten. Soms wordt zelfs een speelhoekje uitgebreid tot buurtplek. Afhankelijk van de grootte van de ingreep wordt € 10.000-15.000 gerekend voor deze ingrepen.
Beweegvriendelijke leefomgeving: Het toevoegen van nieuwe sporten en beweegvoorzieningen of het (substantieel) verbeteren van bestaande sportvoorzieningen (ballenvangers toevoegen bijvoorbeeld). Exacte verbeteringen en toevoegingen worden afgestemd met de gebruikers. Voor deze ingrepen wordt een bedrag van € 15.000 gerekend.
Speelruimte voor iedereen: Inclusief maken van een plek kan afhankelijk van de locatie bestaan uit het aanleggen van paden, de ingang verbeteren, ondergronden (gedeeltelijk) vervangen, extra zitgelegen aanleggen en inclusieve toestellen aanbrengen. Voor deze ingrepen wordt een bedrag van € 10.000 gerekend.
Groene multifunctionele speelruimte: Beschutting wordt toegevoegd om plekken klimaatbestendiger in te richten, extra groen wordt aangeplant voor meer biodiversiteit, natuurlijk spelen als toevoeging op het speelaanbod (bv. heuvels, speelbosjes, klimbomen, stapstenen en -stammen) of plekken worden volledig omgevormd van speelplek met toestellen naar natuurlijke speelplek. Afhankelijk van de grootte van de ingreep wordt € 5.000-10.000 gerekend voor deze ingrepen.
Nieuwbouwwijken: Er zijn een aantal uitbreidingsgebieden gepland. De aanleg van een (vernieuwde) speelvoorziening komt op deze plekken niet ten laste van de gemeentelijke begroting. Voor de volledigheid worden de gebieden en plannen wel op de kaarten getoond. De speel- en sportplekken die gerealiseerd worden bij nieuwbouw worden na overdracht door de bouwer wel opgenomen in de begroting van de gemeente (vervanging, onderhoud).
Voor het uitvoeren van de ambities uit het speelruimteplan staan de ingrepen in de tabel op de volgende pagina als overzicht.
Kostenopbouw voor inrichting en uitbreiding
De vervangingswaarde van de plekken is opgebouw uit de volgende posten:
Voor de totale kosten van vervanging zijn VAT-kosten meegenomen (voorbereiding, administratie, toezicht). Op basis van externe uitvoering met beperkte particitpatieambitie is hiervoor 25% van de vervangingswaarde gerekend.
De ambities van het speelruimteplan worden als extra kosten bovenop de vervangingskosten gerekend, met als uitzondering het opheffen en aanleggen van nieuwe plekken.
Benodigd en beschikbaar budget
De investeringen voorgesteld vanuit het speelruimteplan komen in totaal uit op € 3.920.263. De gebruikelijke afschrijvingstermijn van een speeltoestel is 15 jaar. Per jaar zijn er verschillende budgetten nodig, die in meer of mindere mate verschillen van het gemiddelde (zie tabel op volgende pagina). Met name in de periode 2024-2027 is de benodigde investering aan de hoge kant, te verklaren door het groot aantal verouderde plekken die op korte termijn vervangen moeten worden. De benodigde budgetten na 2027 zijn een inschatting, die kunnen verschuiven in jaren al naargelang toestellen langer of korter meekunnen in de praktijk. Bij het opstellen van het uitvoeringsplan is geen rekening gehouden met toekomstige indexeringen van materialen en werkzaamheden. Het is daarom belangrijk dat het budget jaarlijks wordt geïndexeerd.
Voor een periode van vier jaar worden de benodigde budgetten aangevraagd per jaar. De afgelopen jaren lagen de bedragen op basis van het oude plan lager dan wat wordt voorgesteld voor de periode 2024-2027. Er zal dus meer budget beschikbaar moeten worden gesteld. Gezien de verschillende benodigde budgetten voor de periode 2024-2027 is het verstandig een verschillend budget aan te blijven vragen per jaar.
Voor het reguliere (klein)onderhoud van de voorzieningen (vervanging van onderdelen en het bijhouden van de onderhoudsstaat) moet jaarlijks gemiddeld 4% van de waarde van de toestellen en ondergronden beschikbaar worden gesteld en daarnaast kosten voor inspecties. Op basis van de voorgestelde ingrepen wordt een toename van het areaal verwacht van ca. 24%, wat resulteert in een verwacht benodigd (klein)onderhoudsbudget (onderhoud toestellen, ondergronden en inspecties) van € 111.237,- Dit komt hoger uit dan het huidge onderhoudsbudget van € 82.000.
Het is noodzakelijk de budgetten te verhogen van zowel groot- als kleinonderhoud. Gezien de grote verschillen in investering tussen de verschillende jaren, is het wenselijk dat er jaarlijks (of per periode) verschillende bedragen beschikbaar worden gesteld. Daarnaast kunnen andere maatregelen genomen worden om de investeringslast te beperken:
Als het niet mogelijk is voldoende budget beschikbaar te maken, kan overwogen worden de vervanging verder uit te spreiden, te werken met lagere budgetten (verbetering beperkt) en om locaties op te heffen (betekent verder lopen naar een speelplek).
Het moment van herinrichting wordt bepaald naar aanleiding van de levensduur van de toestellen. In de praktijk kan het echter zijn dat toestellen nog een aantal jaar meekunnen of eerder vervangen moeten worden. Daarom wordt geadviseerd elke 2 jaar een inschatting te laten doen van de verwachtte levensduur door een ervaren inspecteur en het uitvoeringsplan aan te passen aan de bevindingen van deze inspectie.
Waar mogelijk wordt het vervangjaar verder gekoppeld aan geplande gebiedsrenovaties (bv. groot onderhoud parkeren/groen), zodat bewoners minder overlast ervaren. Daarnaast kan de gemeente vanuit een regierol besluiten om een locatie eerder op te pakken, bijvoorbeeld om op korte termijn een ambitie uit het speelruimteplan te realiseren (denk aan een locatie voor jongeren of een inclusieve of dorpsplek).
Afhankelijk van het type herinrichting en het soort plek wordt een aanpak gekozen voor participatie:
Bij buurt- en dorpsplekken worden in twee rondes zowel de direct omwonenden als de hele buurt betrokken. Daarnaast worden hier speciale belangengroepen bevraagd zoals mensen met een beperking, sporters, ouderen en scholen. Bij buurt- en wijkplekken zal de gemeente meer regievoeren over de uiteindelijke inrichting, zodat voldaan wordt aan het streefbeeld van deze plek.
Als bewoners zelf met een aanvraag of initiatief komen, wordt gekeken of dit past binnen het uitvoeringsprogramma op korte termijn, of er voldoende draagvlak is en of het idee aansluit op de ambities uit het speelruimteplan.
Communicatie richting bewoners
Om te voorkomen dat er keuzes worden gemaakt die niet aansluiten bij de wensen en behoeften van de bewoners wordt er in het voorjaar van 2024 een brede inventarisatie gehouden onder bewoners middels een online vragenlijst.
Verder wordt aanbevolen om in te zetten op goede en duidelijke communicatie. Op die manier kunnen bewoners worden geïnformeerd en gevraagd mee te denken over de herinrichting of omvorming van de speelplekken in hun straat of buurt. Voor de communicatie richting bewoners kan de website van de gemeente gebruikt worden, en het speelruimteplan inclusief de visiekaarten van de dorpen daar publiceren.
Het is wenselijk bij de uitvoering zoveel mogelijk te clusteren, op speelplekniveau, maar ook op speelbuurtniveau. Bewoners kunnen dan goed meedenken over de herinrichting en hierdoor is het ook makkelijker om een speelplek een functionele wijziging te geven.
In de kaarten en tabellen op de volgende pagina’s is de visie voor elke dorp opgenomen en staat de planning voor de uitvoering voor 2024-2027 en de langere termijn. Het exacte jaar van uitvoering kan in de praktijk afwijken van de lijst, bijvoorbeeld doordat toestellen langer of korter meegaan of een verzoek van bewoners.
Visie en uitvoering – Opheusden
Visie en uitvoering – Kesteren
Visie en uitvoering – Dodewaard