Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Regeling voor de Commissie Straatnaamgeving Zaanstad 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling voor de Commissie Straatnaamgeving Zaanstad 2024
CiteertitelRegeling voor de Commissie Straatnaamgeving’
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-05-2024Nieuwe regeling

26-03-2024

gmb-2024-222951

z8231651/d624

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling voor de Commissie Straatnaamgeving Zaanstad 2024

 

 

Artikel 1 De commissie

Er is een commissie van advies, die het college van Zaanstad adviseert over naamgeving en nummering openbare ruimte, de Commissie Straatnaamgeving, hierna te noemen de Commissie.

 

Artikel 2 Taak

  • 1.

    De Commissie brengt, met inachtneming van artikel 3, gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over:

    • a.

      de verdeling van de gemeente in wijken en buurten al dan niet op basis van bouwblokken en het aanduiden met nummers, zonodig aangevuld met letters of namen

    • b.

      het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken.

  • 2.

    De Commissie stimuleert (burger-)participatie door, waar mogelijk, actief gebruik te maken van suggesties voor (sub-)thema’s en namen.

 

Artikel 3 Uitgangspunten

Bij de advisering toets de Commissie aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De naamgeving vindt plaats op basis van samenhangende categorieën. Bij de naamgeving van openbare ruimten wordt daarom eerst de categorie gekozen;

  • 2.

    De namen zijn goed uitspreekbaar en niet te moeilijk te schrijven. Het gebruik van cijfers in de naam en vooral aan het einde van de naam wordt zoveel mogelijk vermeden;

  • 3.

    Het gebruik van achtervoegsels (-straat, -laan, -plein, e.d.) geniet de voorkeur;

  • 4.

    De te geven naam mag niet te lang zijn, bij voorkeur niet langer dan 24 tekens (NEN-norm 5825 van september 2002);

  • 5.

    Nieuwe namen mogen niet gelijk zijn aan of veel lijken op reeds bestaande namen;

  • 6.

    Geen namen die zich gemakkelijk laten verbasteren naar belachelijke of dubbelzinnige namen;

  • 7.

    Nog levende personen worden niet vernoemd, met uitzondering van de leden van het Koninklijk Huis. Vernoeming vindt niet eerder plaats dan nadat een periode van vijf jaar is verstreken na het overlijden van de te vernoemen persoon;

  • 8.

    Bedrijven worden niet vernoemd. Een uitzondering kan worden gemaakt voor die bedrijven die op grond van historie/traditie door naamsbekendheid op een speciale manier aan stad of streek verbonden zijn of waren;

  • 9.

    Het wijziging van een reeds beslaande naam in de openbare ruimte wordt zoveel mogelijk vermeden.

 

Artikel 4 Samenstelling en lidmaatschap

  • 1.

    De commissie bestaat uit:

    • a.

      het lid van het college dat straatnaamgeving in de portefeuille heeft;

    • b.

      een medewerker van het gemeentearchief;

    • c.

      een medewerker van de gemeentelijke afdeling die zich bezig houdt met geografische informatie;

    • d.

      een medewerker van de gemeentelijke afdeling die zich bezig houdt met vaststelling van wijk- en buurtindeling;

    • e.

      externe betrokkenen met kennis van de materie

  • 2.

    De leden als genoemd in het eerste lid onder b t/m e worden door het college benoemd voor een periode van vier jaar, met de mogelijkheid van verlenging met nog 4 jaar.

  • 3.

    Het lid, dat de hoedanigheid verliest op grond waarvan het lid van de Commissie is, treedt op dat moment af als commissielid.

  • 4.

    De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de Commissie, die maatregelen treft om in de vacature te voorzien.

 

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    Het in artikel 4, eerste lid onder a genoemde lid van het college is voorzitter van de Commissie.

  • 2.

    De Commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De (plaatsvervangend) voorzitter heeft in de Commissie stemrecht.

 

Artikel 6 Secretaris

  • 1.

    De clustermanager van het cluster collectieve dienstverlening wijst de secretaris van de Commissie aan.

  • 2.

    De secretaris is geen lid van de Commissie.

  • 3.

    De secretaris ondersteunt de Commissie en dient de Commissie desgevraagd van advies.

 

Artikel 7 Tekenen van stukken

  • 1.

    De stukken van de Commissie worden ondertekend door de voorzitter.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde onder het eerste lid worden stukken van procedurele aard door de secretaris ondertekend.

  • 3.

    De voorzitter kan de secretaris machtigen bepaalde stukken namens hem/haar te ondertekenen.

 

Artikel 8 Deskundigen

De (plaatsvervangend) voorzitter is, uit eigen beweging of daartoe uitgenodigd door de Commissie, bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergadering van de Commissie.

 

Artikel 9 Werkwijze

  • 1.

    De Commissie komt bijeen:

    • a.

      wanneer de (plaatsvervangend) voorzitter dit nodig acht of

    • b.

      op verzoek van het college.

  • 2.

    De (plaatsvervangend) voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering, onder opgaaf van de punten die zullen worden behandeld. De agenda en vergaderstukken worden uiterlijk een week voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 3.

    De Commissie vergadert slechts als ten minste vier leden, waaronder de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig zijn. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter binnen één week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 4.

    Besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de (plaatsvervangend) voorzitter. De secretaris heeft een adviserende stem.

  • 5.

    Het advies van de Commissie aan het college bevat - voor zover relevant - de zienswijzen van de leden van de Commissie en een eventuele inbreng uit participatie zoals bedoeld in artikel 2.2.

 

Artikel 10 Slotbepalingen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de voorzitter van de Commissie.

 

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling voor de Commissie Straatnaamgeving’.

  • 2.

    De regeling treedt in werking op de dag na publicatie in het gemeenteblad van het besluit van de raad waarbij de ‘Verordening Naamgeving en Nummering Zaanstad 2024” in werking treedt.

 

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad, 26-03-2024

Drs. J. Hamming, burgemeester

Drs. G. Blom, gemeentesecretaris

Toelichting

 

Artikel 2

Ad 1

Voor definities van de genoemde objecten en geografische aanduidingen wordt verwezen naar de Wet basisregistratie adressen en gebouwen artikel 1.

 

Ad 1b.

De Commissie heeft behalve de straatnaamgeving ook nadrukkelijk een adviesfunctie bij het benoemen van andere delen van de openbare ruimte. Daaronder vallen bij voorbeeld industrieterreinen, wijken, panden en bouwwerken.

 

Ad 2.

Dit is een nieuw artikel en komt voort uit de wens om burgers meer te betrekken bij thema’s die hen aangaan.

 

Het advies dat de Commissie uitbrengt is voorzien van een gedegen motivatie. Daaraan wordt een nieuwe taak toegevoegd, namelijk het stimuleren van (burger-)participatie door actief gebruik te maken van suggesties voor strategische thema’s en namen. Dit zal niet in alle gevallen mogelijk zijn, maar waar wel, gaat de Commissie daar actief naar op zoek.

 

Artikel 3

Dit is een nieuw artikel. Voordien werden beleidsregels apart vastgesteld. Het opnemen van de uitgangspunten in het reglement maakt het overzichtelijker en efficiënter.

 

Een eenmaal gegeven naam is niet dan wel met moeite en vaak grote kosten te veranderen. Het is dus zaak om naamgeving zo wel overwogen mogelijk te doen, en te voorkomen dat een eenmaal gegeven naam in een later stadium minder gelukkig zou kunnen worden gevonden. Voorbeelden zijn de Werner von Braunstraat te Krommenie en de Mandelastraat te Zaandam. Deze laatste is destijds nadrukkelijk naar Nelson én Winnie genoemd. Het geven van straatnamen die mogelijk politiek gevoelig zijn, dient vanuit dat oogpunt ook met de grootst mogelijk zorgvuldigheid geschieden.

Een eenmaal gegeven naam veranderen levert kosten op doordat de naam in alle administraties gewijzigd moet worden: bij de gemeente Zaanstad, maar ook bij alle betrokken aanwonenden: particulieren, bedrijven en verenigingen.

 

Ad 1.

De naamgeving vindt plaats op basis van samenhangende categorieën, omdat dit de duidelijkheid, de herkenbaarheid en de vindbaarheid van openbare ruimten bevordert.

 

Ad 2.

Uitzondering op het vermijden van het gebruik van cijfers in de naam en vooral aan het einde van de naam, is het geven van namen aan bijvoorbeeld rijks- en provinciale wegen. In dit soort gevallen kan worden aangesloten bij de al jaren door veel gemeenten toegepaste werkwijze, waarbij de naamgeving louter wordt gebaseerd op nummer en type weg. Bijvoorbeeld de Provinciale weg N203.

 

Ad 3.

Dit verhoogt de duidelijkheid.

 

Ad 4.

Te lange namen leveren niet alleen problemen op in het spraakgebruik, maar ook bij geautomatiseerde administraties, zoals bij het GBA van de Nederlandse gemeenten en bij post- en bezorgingsfirma’s.

Een verklarend onderschrift onderaan het straatnaambord, mag langer zijn.

 

Ad 5.

Gelijkluidende namen geeft verwarring; denk hierbij aan de hulpdiensten.

 

Ad 6.

Verbastering van straatnamen is maatschappelijk gezien ongewenst.

 

Ad 7.

Bij het kiezen van namen wordt de geschiedenis levend gehouden. Naar de te vernoemen persoon wordt onderzoek gedaan in termen van enerzijds de mate van verdiensten en inzet voor de (Zaanse) samenleving en anderzijds gepleegde malversatie, in opspraak geraakt zijn, ongeoorloofd gedrag, discriminerende handelingen, enz. omdat de positieve en negatieve kanten van een persoon niet direct na het overlijden bekend zijn, is een periode van 5 jaar ingebouwd.

Ook dient de naaste familie te worden geïnformeerd en in te stemmen met de naamgeving.

 

Ad 8.

Er dient te worden gewaakt voor mogelijke belangenverstrengeling van overheid en bedrijfsleven, en ook de schijn daarvan dient zoveel mogelijk te worden voorkomen.

Bij uitzonderingen zal advies aan de Commissie voor straatnaamgeving worden gevraagd.

 

Ad 9.

In diverse convenanten is afgesproken dat gemeenten niet nodeloos wijzigingen aanbrengen die tot wijzigingen in het postcode systeem noodzaken. Daarnaast is het voor bewoners en bezorgers verwarrend als er straatnamen gewijzigd worden. En wijzigingen brengen kosten met zich mee.

 

Artikel 4

Ad 1

De huidige Commissie kent volgens de vigerende Verordening voor de Commissie Straatnaamgeving acht leden. Een aantal functies zijn in de loop der jaren niet meer noodzakelijk gebleken door voortschrijdende automatisering. Zoals een medewerker van de instantie die de postcodes beheert en een vertegenwoordiger van de gezamenlijke hulpdiensten.

De Modelverordening van de VNG suggereert de onderstaande minimale samenstelling van de Commissie. Met de invulling zoals in artikel 3 beschreven wordt hieraan voldaan.

  • a.

    een lid van het college;

  • b.

    een geschiedkundige;

  • c.

    een neerlandicus;

  • d.

    een gemeentearchivaris;

  • e.

    een beheerder van het gemeentelijk adressenbestand

 

Commentaar:

  • a.

    De commissie is een adviescommissie voor het college. De VNG beveelt derhalve aan om een collegelid in de Commissie te hebben; het zou zelfs aanbeveling verdienen om hem/haar voorzitter te maken. Dat heeft de afgelopen jaren ook goed gefunctioneerd in Zaanstad.

  • b.

    b. en d. zijn samengevoegd tot een medewerker van het gemeentearchief.

  • c.

    Deze functie bestaat niet 1 op 1. De deskundigheid Zoals ook uit de modelverordening blijkt, verdient het meer aanbeveling om leden in de commissie te hebben die werkzaam zijn bij organisatieonderdelen die te maken hebben met ruimtelijke ordening c.q. stedebouw(kunde), dan bijvoorbeeld een lid dat neerlandicus is.

  • d.

    Zie onder b.

  • e.

    Deze beheerder van het gemeentelijk adressenbestand wordt in Zaanstad ingevuld door een medewerker geografische informatie.

Hoewel externe betrokkenen met kennis van de materie geen werknemers van de gemeente zijn, kunnen zij natuurlijk wel door het college worden benoemd. Uiteraard dient daarover contact met hun werkgevers/direct leidinggevenden te zijn gevoerd. Dat laatste geldt vanzelfsprekend ook voor ambtenaren van de gemeente Zaanstad.

 

Artikel 6

De secretaris wordt niet benoemd, maar door de proceseigenaar (het sectorhoofd gebiedsontwikkeling, of na reorganisatie, van een opvolgend organisatieonderdeel) aangewezen.

 

Artikel 7

Ad 2

Onder “stukken van procedurele aard” wordt verstaan: alle stukken die vallen binnen de normale werkprocedures van de Commissie, dus alle correspondentie met betrekking tot naamgeving aan straten, bruggen etc.

 

Door middel van een ondermandaat krijgt de secretaris van de Commissie de bevoegdheid om namens het college te tekenen.

 

Omdat de Commissie een adviesorgaan is, zijn deze brieven geen besluiten in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht en zijn derhalve niet vatbaar voor bezwaar en beroep. Omdat het niet gewenst en niet werkbaar is om alle zaken aangaande de Commissie voor Straatnaamgeving aan het college voor te leggen, is het gewenst dat de secretaris ondergemandateerd wordt om stukken van procedurele aard te ondertekenen.

Door het ondermandaat kunnen door de secretaris geschreven antwoordbrieven als besluiten worden aangemerkt en kan de burger in bezwaar of beroep gaan. Daarmee staat een behoorlijke rechtsgang open en wordt de burger duidelijker en beter geholpen.

 

In voorkomende gevallen kan de secretaris vervangen worden door een collega van de afdeling.

 

Artikel 8

Ad 1

In de praktijk is het doorgaans de secretaris van de Commissie die namens de voorzitter de Commissie bijeenroept.

 

Ad 4

De plaatsvervangend voorzitter is, wanneer hij plaats vervangt, voorzitter en heeft dan dus een doorslaggevende stem.