Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord

Dekkingsplan 4.0

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingDekkingsplan 4.0
CiteertitelDekkingsplan 4.0
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

22-03-2024

bgr-2024-729

Tekst van de regeling

Intitulé

Dekkingsplan 4.0

''Herziene handreiking - Landelijk uniforme systematiek voor dekkingsplannen''

 

Auteurs:

Patrick Ewalds

Specialist IBGS

 

Bram Döpp

Junior Adviseur Preparatie

 

Romee Schimmel

Beleidsadviseur Risicobeheersing

 

 

 

AFKORTINGENLIJST

 

AFKORTINGBESCHRIJVING

ABH Ademlucht Haakarmbak

AGS Adviseur Gevaarlijke Stoffen

BAG Basisregistratie Adressen en Gebouwen

BCU Brandweer Commando Unit

BOE Basis Ontsmettingseenheid

BVR Besluit Veiligheidsregio’s

CBS Centraal Bureau voor Statistiek

CVE Coördinator Verkenningseenheden

DPH Dompelpomphaakarmbak

GBO Grootschalig Brandweer Optreden

GMS Geïntegreerd Meldkamer Systeem

GSE Gevaarlijke Stoffen Eenheid

HA Haakarmbak

HV Hulpverleningsvoertuig

HOvD Hoofd Officier van Dienst

IBGS Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen

KAR Korteafstandradio

LAC Lokaal Afhandelingscentrum

MKB Meldkamer Brandweer

MCU Multidisciplinaire Commando Unit

MPO Meetplanorganisatie

ON Ondersteunend voertuig

ORT Oppervlakte Reddingsteam

OTH Ontsmetting Haakarmbak

OvD Officier van Dienst

PC Pelotonscommandant

PM Personeel/-materieel voertuig

RBOP Repressief brandweerorganisatieplan

RCDV Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s

RV Redvoertuig

SBE Specialistische brandbestrijdingseenheden

SHE Specialistische hulpverleningseenheden

SLH Slangen Haakarmbak

SIV Snel Interventie Voertuig

STH Specialisme Technische Hulpverlening

TS Tankautospuit

TST Tankautospuit terreinwaardig

UGS Uitgangsstelling

USAR Urban Search and Rescue Team

VKE Verkenningseenheid

VRLN Veiligheidsregio Limburg-Noord

VRBN Veiligheidsregio Brabant-Noord

VRBZO Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

VRGZ Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

VRZL Veiligheidsregio Zuid-Limburg

VZH Verzorgingshaakarmbak

WO Water Ongevallen

WT Watertankwagen

WVD Waarschuwing- en Verkenningsdienst

 

 

1.0 Inleiding

 

Voor u ligt het Dekkingsplan 4.0 Brandweer Limburg-Noord. Dit dekkingsplan is onderdeel van de beleidscyclus die in 2022 is gestart en volgt het Dekkingsplan 3.0 op dat is vastgesteld in 2019. De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) beschrijft dat het bestuur van iedere veiligheidsregio de voor de brandweer geldende opkomsttijden vastlegt in een beleidsplan. Deze worden beschreven in het dekkingsplan brandweer. Het dekkingsplan 4.0 is opgesteld volgens een nieuwe landelijke systematiek voor dekkingsplannen. Hierin wordt gewerkt met het Beoordelingskader voor Gebiedsgerichte Opkomsttijden waarin wordt gekeken naar de opkomsttijden van gebieden in plaats van objecten. Daarnaast zorgt deze landelijke systematiek ervoor dat door regio’s vergelijkbare dekkingsplannen worden opgeleverd. Iets wat voorheen in mindere mate het geval was, omdat elke regio een eigen methode hanteerde voor het opstellen van dekkingsplannen. Bovendien wordt er met de nieuwe systematiek naast enkel de factor snelheid ook inzicht gegeven in capaciteit, paraatheid en werkdruk. Snelheid en capaciteit worden beoordeeld door middel van een beoordelingskader.

 

Het dekkingsplan geeft inzicht in de opkomsttijden van een tankautospuit en maakt duidelijk hoe dit zich, in geval van een brand in een gebouw, verhoudt tot het brandrisico in dit gebied. Op dit moment bestaat er alleen een normering voor een tankautospuit (TS6), maar deze kan ook gebruikt worden voor red- en hulpverleningsvoertuigen. Nadat de handreiking in een ministeriele regeling is vastgelegd zal de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) een aanvulling voor tankautospuiten die uitrukken met 4 mensen uit gaan werken. Het Dekkingsplan is dan een belangrijk hulpmiddel bij de bepaling of er wellicht zwakkere plekken zitten in de huidige brandweerzorg in de regio. Daarmee is het een meetinstrument om de brandweerzorg cyclisch en periodiek bespreekbaar te maken bij de Bestuurscommissie Veiligheid, Algemeen Bestuur en gemeenteraden. Dit dekkingsplan dient als een ijkdocument en is daarmee bedoeld als een basis voor volgende dekkingsplannen waarin wijzigingen worden opgenomen die invloed hebben op de regionale dekking.

 

ONTWIKKELINGEN

Veranderingen in de samenleving, zoals die in de technologie of maatschappij, hebben invloed op de brandweerorganisatie. In het beleidsplan VRLN 24-27 en het brandweerrisicoprofiel 24-27 zal hier meer aandacht aan besteed worden. Betreffende het dekkingsplan zijn er ontwikkelingen die de repressieve brandweer direct raken en vragen om aanpassingsvermogen.

 

  • 1.

    VRIJWILLIGHEID EN PARAATHEID

In Limburg-Noord zijn 30 brandweerposten gevestigd. Twee van deze posten zijn 24 uur per dag bezet (beroepsbrandweer), daarnaast worden enkele posten tijdens kantooruren ondersteund door beroepspersoneel. Bij de rest van de posten wordt de paraatheid verzorgd door vrijwilligers. Werving van deze vrijwilligers is, en blijft een uitdaging voor de brandweerorganisatie. Waar een vrijwilliger zich voorheen voor een periode van vele jaren aan de brandweer committeerde, is dat nu vaak een uitzondering. Men werkte voorheen in of dicht bij hun woonplaats, nu is dat veel minder het geval. Daarnaast worden er steeds hogere eisen gesteld aan de vakbekwaamheid wat zorgt voor een hogere belasting van de vrijwilliger. Op verschillende manieren zoals met de Behapbare Basis en het werken met kazernering wordt hard gewerkt aan het flexibeler maken van rol van de vrijwillige brandweer.

 

  • 2.

    MAXIMUM SNELHEDEN

Steeds meer gemeenten verlagen de maximumsnelheid in de bebouwde kom van 50 naar 30 kilometer per uur. Daarnaast streeft Veilig Verkeer Nederland ernaar om de maximumsnelheid op provinciale wegen te verlagen van 80 naar 60. Deze snelheidsbeperkende maatregelen zullen direct invloed hebben op de opkomsttijden van de brandweer. Om de effecten op de repressieve prestatie van de brandweer zo goed mogelijk in kaart te krijgen is het goed om de brandweerorganisatie vroeg bij dit soort infrastructurele wijzigingen te betrekken.

 

 

2.0 PROCESSTAP 1 – “DEKKING BIJSTELLEN”

 

Het dekkingsplanproces begint met processtap 1: de “bijstelling” van de dekking. In deze processtap maakt de brandweer de bestaande situatie inzichtelijk. Hiervoor worden interne- en externe ontwikkelingen die de regionale dekking beïnvloeden in kaart gebracht.

 

Artikel 2.1 INTERNE ONTWIKKELINGEN

REPRESSIEVE INRICHTING

Onderstaande wijzigingen in brandweerposten hebben plaatsgevonden binnen het verzorgingsgebied Limburg-Noord gedurende de periode 2019-2022. In tabel 1 is een totaal aantal weergeven (zie bijlage 1 voor een gedetailleerd overzicht van de brandweerposten).

 

  • 1.

    De samenvoeging van de posten Hunsel en Thorn tot een nieuwbouwkazerne in Ittervoort (Aziëstraat 11, 6014 DA Ittervoort);

  • 2.

    Een nieuwbouwkazerne in Horst (Westsingel 201, 5961 Horst);

  • 3.

    Een nieuwbouwkazerne in Nederweert (Smisserstraat 64, 6031 AG Nederweert);

  • 4.

    Een nieuwbouwkazerne in Stramproy (locatie ongewijzigd).

 

Tabel 1: Wijziging aantal brandweerposten Limburg-Noord

 

Onderdeel

Periode

Aantal

Brandweerposten

2019

31

2022

30

 

Onderstaande materiële wijzigingen hebben plaatsgevonden binnen het verzorgingsgebied Limburg-Noord in de periode 2019-2022 of zijn voorgenomen in de eerste helft van 2023. Zie bijlage 2 voor een overzicht in tabelvorm.

 

  • 1.

    De tweede tankautospuit (TS) van post Bergen is komen te vervallen. Hiermee gaat het totaal aantal TS’en van 35 naar 34.

  • 2.

    De zeven hulpverleningsvoertuigen (HV) zijn teruggebracht naar vier specialistische hulpverleningseenheden (SHE). Deze zijn gestationeerd op de kazernes Echt, Panningen, Nederweert en Bergen.

  • 3.

    Er is een handcrewteam opgericht in kazerne Kelpen-Oler. Een handcrew is een team dat uit minimaal 16 en maximaal 20 brandweermensen bestaat. Zij kunnen natuurbranden met handgereedschappen bestrijden. De hoofdtaak van een handcrew is het weghalen van brandstof op plekken waar een blusvoertuig niet kan komen.

  • 4.

    Het aantal snelle interventie voertuigen (SIV) is teruggebracht van negen naar vier en deze zijn gestationeerd in Venlo, Roermond, Weert en Venray.

  • 5.

    Er wordt een nieuwe waterhaakarmbak gestationeerd in Bergen. Hiermee gaat het totaal aantal waterhaakarmbakken van 9 naar 10 (Roermond, Susteren, Panningen, Venlo, Gennep, Bergen, Horst, Venray, Heythuysen en Weert). De waterhaakarmbak van Nederweert is verplaatst naar Heythuysen.

  • 6.

    5 van de 15 verkenningseenheden (VKE) zijn opgeheven. Hiermee gaat het totaal aantal VKE’s van 15 naar 10 (Roermond, Susteren, Maasbree, Gennep, Bergen, Meerlo, Heythuysen, Meijel, Nederweert en Stramproy).

  • 7.

    De specialistische brandbestrijdingseenheden worden medio juni 2023 operationeel en gestationeerd in Venlo en Roermond.

  • 8.

    De 4 eenheden Grootschalige watervoorziening zijn vervangen door 2 nieuwe eenheden. De 2 nieuwe eenheden kunnen een gelijke capaciteit leveren als de 4 oude eenheden en zijn gestationeerd in Ittervoort en Venray.

  • 9.

    De twee gaspakteams zijn vervangen door één Gevaarlijke Stoffen Eenheid (GSE), gestationeerd in Venlo.

  • 10.

    De 2 basisontsmettingseenheden zijn teruggebracht naar 1 basis ontsmettingseenheid. Deze is gestationeerd in Roermond.

 

Overige Repressieve wijzigingen:

  • 1.

    De chemiepakken zijn na 2022 afgestoten.

  • 2.

    Vuilwerkpakken zijn toegevoegd aan basiseenheden per 2023.

 

INTERNE REPRESSIEVE AFSPRAKEN

Onderstaande repressieve afspraken zijn vastgesteld door het algemeen bestuur.

  • 1.

    Het bestuur (BCV 11-02-2022/14-10-2022) heeft uitgesproken dat kwaliteit voor snelheid gaat. Het gaat dan met name over verkeersveiligheid en de continuïteit van vrijwillige posten.

  • 2.

    Zie bijlage 3 voor de numerieke uitgangspunten incidentbestrijding brandweer Limburg-Noord op basis van BVR en landelijke Visie grootschalig optreden en eigen besluitvorming.

  • 3.

    Zie voor de uitgangspunten van het Repressief Brandweer Organisatieplan het RBOP-versie 3.

 

HULPMIDDELEN OP DE VOERTUIGEN

Het KAR-systeem van de provincie wordt continu doorontwikkeld. Het KAR-systeem beïnvloedt verkeerslichten en pollars, waardoor de opkomsttijd van hulpdiensten verbeterd.

Ook het navigatiesysteem in operationele voertuigen is geüpdatet (“DeTour” van SafetyCT). Momenteel worden voertuigprofielen aangemaakt op kenteken waardoor de opkomsttijd wordt berekend op basis van het voertuigtype en soort. Dit verbetert de opkomsttijd van kleinere voertuigen.

 

OPERATIONELE GRENZEN EN DYNAMISCH ALARMEREN

Per 26-09-2022 wordt gebruik gemaakt van interregionaal alarmeren (VRBZO, VRBN en VRGZ). Met Zuid-Limburg zijn in het verleden afspraken gemaakt die zijn vastgesteld in een convenant. Hiermee komt de snelste eenheid ter plaatse ongeacht de regionale grenzen. De dekking van eenheden is gebaseerd op basis van de snelste eenheid ter plaatse. De Bestuurscommissie Veiligheid is hierover op 11-02-2022 geïnformeerd. VRBZO en VRGZ maken binnen deze interregionale samenwerking gebruik van de systematiek dynamisch alarmeren. Internationaal zijn op lokaal niveau enkele operationele afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn niet inzichtelijk gemaakt in het dekkingsplan wegens het ontbreken van technische data. Koppelingen zijn op dit moment nog niet mogelijk. De VRLN is gestart met het ERMWIC project[1] wat in de komende beleidsperiode onder andere zal resulteren tot de verbetering en intensivering van landgrensoverschrijdende samenwerking.

[1] De VRLN is op 1 juli 2023 met behulp van Interreg-subsidie gestart met het vierjarige ERMWIC project: Euregionale Rijn-Maas-Waal incidentbestrijding en crisisbeheersing. Het project streeft naar regie op en intensivering van landgrensoverschrijdende samenwerking.

Onder deze (project)samenwerking tussen de VRLN, de drie Gelderse Veiligheidsregio’s met de Kreis Kleve en Kreis Viersen liggen sinds 2017-2018 samenwerkingsovereenkomsten. De Bezirk

 

Op basis van bovenstaande situatie en toepassing van de landelijk uniforme systematiek voor dekkingsplannen zal het toepassen van de systematiek dynamisch alarmeren ook voor de VRLN in beeld komen. Met dynamisch alarmeren worden voertuigen op basis van de GPS-positie van het incident gealarmeerd. Dit is een meer accurate manier van het verlenen van snelle brandweerzorg. Dit is een losstaand project waar nog verschillende keuzes in gemaakt moeten worden. Postcommandanten zullen hierbij betrokken worden. Dynamisch alarmeren zal nog op de bestuurlijke agenda komen zodra dit project zich in een verder stadium bevindt.

 

UITRUK OP MAAT

Binnen Brandweer Limburg-Noord wordt het TS-Flex concept toegepast. De TS-Flex is een tankautospuit met een flexibele bezetting. De bezetting bestaat uit minimaal een bevelvoerder, chauffeur en twee manschappen. Dit noemen we een TS4 omdat er minimaal een 4-persoonsbezetting op deze TS aanwezig is. De voorkeur gaat altijd uit naar een uitruk met TS6 (bevelvoerder, chauffeur en vier manschappen).

In het dekkingsplan (processtap 2) wordt de verwachte dekking van een volledige brandweereenheid (TS6) inzichtelijk gemaakt. Hierop wordt ook de beoordeling uitgevoerd. In het geval dat de eerste TS geen volledige bezetting heeft, is een tweede TS noodzakelijk om een 6-persoonsbezetting te borgen. Het verschil van opkomsttijd ten opzichte van een eerste en tweede wordt met een zogenaamde dubbele S-curve inzichtelijk gemaakt.

 

Artikel 2.2 EXTERNE ONTWIKKELINGEN

GEOGRAFIE EN DEMOGRAFIE

Veiligheidsregio Limburg-Noord bestaat uit 15 gemeenten: Gennep, Mook en Middelaar, Bergen, Venray, Horst aan de Maas, Venlo, Peel en Maas, Beesel, Nederweert, Weert, Leudal, Roermond, Maasgouw, Roerdalen en Echt-Susteren. Gezamenlijk hebben deze gemeenten in 2022 ruim 511.000 inwoners (CBS). De regio kenmerkt zicht door landelijke en bosrijke gebieden met veel agrarische bedrijven in de vorm van land- en tuinbouw en intensieve veehouderij. De regio is smal (5 tot 25 km) en lang gerekt (85km) en wordt in de gehele lengterichting gesplitst door de Maas. Naast deze belangrijke waterweg kent de regio veel grindgaten, afgravingen, bruggen, ponden, sluizen en stuwen. Er vindt veel beroepsvaart plaats, maar er is ook veel waterrecreatie. De Maasplassen vormen het grootste aaneengesloten watersportgebied van Nederland.

 

De regio wordt doorkruist door een aantal belangrijke wegen, waaronder de A2, A67, A73, N271 en N280. Verder kent de regio een aantal belangrijke spoorlijnen onder andere richting Brabant, Zuid-Limburg en Duitsland. Het Designer Outlet Center in Roermond en pretpark Toverland worden het hele jaar door bezocht door toeristen uit binnen- en buitenland.

 

Binnen de regio hebben de afgelopen jaren verschillende infrastructurele wijzigingen plaatsgevonden die in meer of mindere mate invloed hebben op de aanrijtijd van de brandweer. Daarnaast zijn hier de wijzigingen meegenomen waarvan momenteel bekend is dat deze ergens in de komende vier jaar zullen plaatsvinden. Het gaat hier vooral om de bouw van nieuwe woonwijken en industrieterreinen, of uitbreiding hiervan.

 

Naast ontwikkelingen in de bebouwde omgeving, ontwikkelt het landelijke beleid en de wetgeving hieromheen. Er is een uniform landelijke systematiek voor dekkingsplannen ontwikkeld welke in de raad van regionaal commandanten en het Veiligheidsberaad is vastgesteld. Ook is afgesproken dat Veiligheidsregio’s deze systematiek hanteren bij het opstellen van nieuwe dekkingsplannen. Een wettelijke verankering voor toepassing van deze methodiek volgt. Daarmee is deze externe ontwikkeling een uitgangspunt voor het opstellen van dit nieuwe dekkingsplan welke de VRLN volgt. Het dekkingsplan 4.0 wordt dan ook gebruikt als ijkdocument in overeenstemming met deze landelijke uniforme systematiek.

 

In bijlage 4 wordt aangegeven welke (grote) infrastructurele wijzigingen hebben plaatsgevonden of binnenkort zullen plaatsvinden. Dit zijn grote ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de opkomsttijd van (basis)brandweereenheden.

 

DE RISICO’S IN DE VEILIGHEIDSREGIO

Gelijktijdig aan het Dekkingsplan 4.0 wordt er een brandweerrisicoprofiel opgesteld. De regio Limburg-Noord hanteert volgens het brandweerrisicoprofiel zes incidenttypen. Deze zijn gebaseerd op wettelijke taken van de brandweer uit de Wet Veiligheidsregio’s waarbij de brandweer een rol heeft in het voorkomen en/of bestrijden. De volgende incidenttypen zijn uitgewerkt:

  • 1.

    Brand in gebouwen

  • 2.

    Natuurbranden

  • 3.

    Incidenten wegverkeer

  • 4.

    Waterincidenten

  • 5.

    Incidenten gevaarlijke stoffen

  • 6.

    Incidenten spoorvervoer

 

Het incidenttype ‘brand in gebouwen’ sluit het meeste aan op het dekkingsplan. Dit omdat met het dekkingsplan gewerkt wordt aan het in beeld brengen van het risico op brand in gebouwen per gebied. In het brandweerrisicoprofiel wordt in het hoofdstuk ‘brand in gebouwen’ ingegaan op de ongevallenhistorie tussen 2018 en 2022 die betrekking hebben op dit incidenttype. In de afgelopen vier jaar zijn er jaarlijks ruim 300 gebouwbranden geweest waar de brandweer naar uitgerukt is (Prio 1 & 2). Naast het aantal gebouwbranden wordt ook een beeld gegeven van de verdeling in opschaling en van verdeling van incidenten over gebouwfunctie (BAG).

Het Dekkingsplan 4.0 en het brandweerrisicoprofiel 2023 zullen een belangrijk fundament vormen voor de totstandkoming van het onderdeel brandweer in het beleidsplan VRLN 2024-2027.

 

RECHTSPOSITIE BRANDWEERVRIJWILLIGER

Naast risico’s in de fysieke omgeving zijn er andere externe ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de brandweerorganisatie. De huidige rechtspositie van de brandweervrijwilliger ten opzichte van de Europese wet- en regelgeving staat ter discussie. Momenteel wordt gekeken naar op welke manier er meer onderscheid gemaakt kan worden tussen beroeps- en vrijwilligers zonder kwaliteit in te leveren.

 

AANDACHTSOBJECTEN

Het dekkingsplan is gebiedsgericht, maar zal ook inzoomen op kwetsbare objecten, zoals gebouwen met een zorgfunctie. Wanneer deze categorie 1-objecten een opkomsttijd buiten de bandbreedte hebben, dat wil zeggen hoger dan tien minuten, is dit een aandachtsobject. Deze aandachtsobjecten dienen een afzonderlijke beoordeling te krijgen. Gezamenlijk met de aandachtsgebieden vormen de aandachtsobjecten in processtap 3 de zogeheten ‘aandachtsobjectenlijst’. Deze lijst maakt duidelijk waar de repressieve brandweerzorg zijn grens heeft bereikt.

 

Hoofdstuk 3.0 PROCESSTAP 2 – “DEKKING BESCHRIJVEN”

 

In processtap 2 beschrijft de brandweer de verwachte dekking in het verzorgingsgebied op basis van interne- en externe ontwikkelingen beschreven in processtap 1. Hiermee maakt de brandweer inzichtelijk waar zij repressief toe in staat is onder de gegeven omstandigheden. De beschrijving bevat de factoren snelheid, capaciteit, paraatheid en werkdruk.

 

Artikel 3.1 PROCESSTAP 2.1 – OPKOMSTTIJD

De opkomsttijd bij een incident is de tijdsduur tussen de melding van een hulpvraag bij de meldkamer tot het moment waarop een brandweereenheid op de incidentlocatie arriveert. De opkomsttijd bestaat uit drie tijdselementen: meldkamertijd, uitruktijd en rijtijd. Deze tijdselementen samen vormen de totale opkomsttijd. Zie figuur 1 voor een visualisatie.

 

Figuur 1: Tijdselementen van de opkomsttijd (Nederland, 2022)

 

GEGEVENS VERZAMELEN

Om de losse tijdselementen te bepalen worden registratiegegevens verzameld van de Meldkamer Brandweer (MKB). Deze data zijn opgeslagen in het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS). Hierbij wordt ruwe GMS-data gehanteerd. Vervolgens zijn de registratiegegevens verrijkt. Hierdoor zijn foute gegevens verwijderd, onvolledige gegevens aangevuld en/of geverifieerd.

 

MELDKAMERTIJD BEPALEN

De meldkamertijd is de tijd die de meldkamer nodig heeft om een incidentmelding aan te nemen, triage te plegen en passende eenheden te alarmeren. De meldkamertijd voor Veiligheidsregio Limburg-Noord is gebaseerd op de tijd vanaf aanname meldkamer brandweer tot alarmering eerste eenheid. Dit is een mediaantijd[1]. Deze mediaantijd bedraagt 1 minuut en 13 seconden en is gebaseerd op alle gebouwbranden (prio1) over de afgelopen 4 jaar.

 

UITRUKTIJD BEPALEN

De uitruktijd is de tijd tussen de alarmering van een eenheid en de uitruk naar een incident. De uitruktijd voor de Veiligheidsregio Limburg-Noord is de mediaantijd in de periode 1-1-2018 t/m 28-11-2022[2]. Deze tijden zijn gefilterd op alle alarmeringen binnen de eerste twintig minuten vanaf start incident, alle prio-1-ritten en de specifieke uitruksituatie per kazerne. Voor de interregionale kazernes zijn gemiddelde uitruktijden gebruikt[3]. Verder wordt de uitruktijd alleen berekend voor de basiseenheid. Deze tijd wordt vervolgens in de berekening van de opkomsttijd van de overige specialistische eenheden ook gehanteerd. In tabel 2 zijn de uitruktijden per post weergeven.

 

Tabel 2: Uitruktijden brandweerposten

Eenheid

Mediaantijd

Gemiddelde tijd

Eenheid

Mediaantijd

08 GROESB

5:19

23 LOTTUM

4:00

08 MALDEN

6:02

23 MAASBR

4:16

21 BOXMR__1

4:42

23 MEERLO

4:52

21 BOXMR__1

4:43

23 MEIJEL

3:58

21 OEFFELT_1

3:21

23 MONTLI

4:07

21 STANTH_1

4:48

23 MOOK

5:28

21 VIERLB_1

5:05

23 NEDWRT

5:14

22 BUDEL

5:10

23 PANNGN

4:29

22 DERIPS

3:50

23 REUVER

4:35

22 DEURNE

5:29

23 ROERMD_1

1:17

22 MAARHZ

4:55

23 ROERMD_2

9:54

22 NEERKT

4:46

23 ROGGEL

4:34

22 SOMERN

5:14

23 SEVNUM

5:21

23 BAARLI

4:11

23 STEVWT

3:17

23 BELFLD

4:00

23 STRAMP

4:45

23 BERGLI

4:06

23 SUSTRN

4:44

23 ECHT

5:19

23 VENLO__1

1:22

23 GENNEP

6:14

23 VENLO__2

7:23

23 HEYTHS

4:06

23 VENRAY_1

5:59

23 HORST

5:57

23 VENRAY_2

8:13

23 ITTERV

4:40

23 WEERT__1

5:02

23 KELPOL

5:27

23 WEERT__2

8:50

23 KESSEL

4:24

23 WESSEM

4:13

23 LOMM

6:23

 

RIJDTIJD BEPALEN

De rijtijd is de tijd tussen het vertrek vanaf de uitruklocatie tot de aankomst bij een incidentlocatie.

 

Het programma CARE berekent voor elk gebouw (BAG-objecten) aan de weg een rijtijd. In CARE wordt rekening gehouden met:

  • 1.

    De onderliggende wegenkaart (Binnen het programma CARE is gebruik gemaakt van het wegenbestand “Tom-Tom Speedprofile_V2”. Hierin staan snelheden opgenomen die halfjaarlijks via TomTom-data worden geüpdatet).

  • 2.

    Calamiteitenroutes en -doorsteken.

  • 3.

    De realistische rijsnelheden (In het programma CARE heeft een aanpassing plaatsgevonden. Op alle autosnelwegen binnen de VRLN is de snelheid van 120 km/h gereduceerd naar 100 km/h. Dit in relatie tot de maximale snelheid die met een TS (richtlijnen vrachtauto) gereden mag worden volgens de brancherichtlijn “Optische en geluidsignalen Brandweer” (BRWNL, 2017))

  • 4.

    Bevoegdheden van hulpvoertuigen (voorrangsvoertuigregels volgens (BRWNL, 2017).

  • 5.

    Verkeersbeïnvloedingsysteem KAR (Het KAR systeem beïnvloedt verkeerslichten en pollars, waardoor de opkomsttijd van hulpdiensten verbetert).

 

OPKOMSTTIJD BEREKENEN EN ONDERBOUWEN

De opkomsttijd is berekend door voor een potentiële incidentlocatie per eenheid de drie afzonderlijke berekeningen van de tijdselementen meldkamer-, uitruk- en rijtijd bij elkaar op te tellen. De verschillende tijdselementen zijn onafhankelijk en beïnvloeden elkaar daardoor niet. De opkomsttijd is verwerkt in hoofdstuk “3.2 PROCESSTAP 2.2 – SNELHEID”.

 

 

[1] Mediaantijd: dit is de middelste waarde van alle waarden, nadat zij zijn gesorteerd van laag naar hoog.

[2] Gedurende deze periode hebben de kazernes Nederweert, Horst en Ittervoort een andere locatie gekregen. Voor het berekenen van de uitruktijd is de periode aangehouden vanaf het operationeel gaan op deze locaties.

[3] Mediaantijden zijn van deze kazernes nog niet beschikbaar.

Artikel 3.2 PROCESSTAP 2.2 – SNELHEID

Snelheid beschrijft de opkomsttijd waarmee de eerste brandweereenheid ter plaatse kan zijn. In het dekkingsplan onderscheiden we de volgende brandweereenheden:

  • -

    Tankautospuiten;

De tankautospuit (TS) is het basisvoertuig van de brandweer. Een reguliere tankautospuit wordt als basiseenheid ingezet bij (gebouw, natuur)branden, (technische)hulpverlening, incidentbestrijding gevaarlijke stoffen en waterongevallen. Iedere post in Limburg-Noord beschikt over ten minste één tankautospuit.

  • -

    Redvoertuigen;

Redvoertuigen (RV) zijn voertuigen die op hoogte kunnen komen zoals een autoladder of een hoogwerker. Redvoertuigen worden met name ingezet bij gebouwen (hoogbouw). Ze kunnen gebruikt worden om van bovenaf een brand te blussen en/of licht bij te schijnen tijdens een incident op een donkere plek. Redvoertuigen worden in toenemende mate ingezet voor de ondersteuning van de ambulancedienst bij het uit de woning halen van personen.

  • -

    Hulpverleningsvoertuigen;

Een specialistische hulpverleningseenheid (SHE) bestaat uit een hulpverleningsvoertuig (HV) en een ondersteunend voertuig (ON-HV). Het SHE is specifiek ingericht voor technische hulpverlening en biedt aanvullende kennis en materieel bij incidenten waarbij de standaardbepakking van de tankautospuit ontoereikend is.

  • -

    Oppervlakte reddingsteam;

Een oppervlakte reddingsteam (ORT) kan een redding van mens of dier in het water uitvoeren, waarbij het slachtoffer zichtbaar aan de wateroppervlakte is en maximaal 200 meter uit de walkant ligt.

  • -

    Duikteam;

Een duikteam is de meest gespecialiseerde vorm van waterongevallenbestrijding. Bevindt een slachtoffer zich onder water, dan kan alleen een opgeleid en getraind brandweerduikteam nog veilig optreden.

  • -

    Gevaarlijke stoffen eenheid (GSE);

Een gevaarlijke stoffen eenheid ondersteunt de basiseenheid bij het bestrijden van incidenten met gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij om incidenten met lekkage van gevaarlijke stoffen.

 

BESCHRIJVING VAN DE VERWACHTE DEKKINGSPRESTATIE

In het nieuwe dekkingsplan wordt een realistisch beeld gegeven van de dekking. Het dekkingsplan geeft inzicht in de opkomsttijden voor de eerste TS. In het geval van een uitruk met TS-flex (TS 4 of TS 5) is de opkomsttijd van de tweede TS bepalend voor het wettelijk uitgangspunt om een volledige TS 6 ter plaatse te hebben. Voor alle basis- en robuuste posten en de centrumposten Weert en Venray geldt dat zij een uitruksituatie kennen van vrije instroom (vrijwilligers) en deze in de basis met een TS 6 uitrukken. In dat geval is de opkomsttijd van de eerste TS leidend. Incidenteel zullen zij als TS-flex uitrukken. In deze situaties is opkomsttijd van de tweede TS bepalend.

 

Voor de centrumposten Weert en Venray geldt een kazernering op werkdagen tussen 08:00 en 17:00. Dit geldt voor directe uitruk van de SIV. Voor Weert is ook directe uitruk van één specialistische taak vanuit een gekazerneerde setting geborgd. Uitruk met TS is in Weert geborgd in de kazernering van de chauffeur en bevelvoerder maar de TS kan pas na opkomst van de vrijwilligers uitrukken. Hiermee wordt een betere paraatheid geborgd in verzorgingsgebieden met een hoger risico dan basis- en robuuste posten.

 

Voor de centrumposten Venlo en Roermond (24H-dienst) is, wegens een gegarandeerde paraatheid van 6 personen voor de TS, altijd de opkomsttijd van de eerste TS leidend. Veiligheidsregio Limburg-Noord kiest rondom deze stadskernen bewust voor deze vorm van “uitruksituatie” vanwege het hoge risico in Venlo en Roermond. Voor meer details over de risico’s in de regio wordt verwezen naar het “Brandweerrisicoprofiel Brandweer Limburg-Noord 2023”.

 

Om de snelste hulp ter plaatse te kunnen leveren wordt ook gebruik gemaakt van interregionaal alarmeren. Dit betekent dat onderstaande posten (tabel 3) uit buurregio’s inzetbaar zijn binnen het verzorgingsgebied Limburg-Noord. Bij deze posten is aangegeven welke eenheden zijn meegenomen in de berekening van de “dekkingskaarten snelheid” in hoofdstuk 3.2.

 

Tabel 3: Posten interregionaal alarmeren binnen de VRLN

Veiligheidsregio

Post

Brandweereenheden

Gelderland-Zuid

Groesbeek

TS en RV

Malden

TS

Brabant-Noord

Boxmeer

TS

Oeffelt

TS

Sint Anthonis

TS

Vierlingsbeek

TS

Cuijk

RV

’s-Hertogenbosch

WO

Brabant-Zuidoost

Budel

TS

De Rips

TS

Deurne

TS

Maarheeze

TS

Neerkant

TS

Someren

TS

Helmond

RV

Zuid-Limburg

Sittard-West

RV

Buchten

TS

 

DEKKINGSKAART SNELHEID

In de “dekkingskaart snelheid TS6” (figuur 2) is de dekking op basis van TS6 inzichtelijk gemaakt met een grafische weergave. Hoe lichter de kleur in de figuur des te sneller de opkomsttijd van de eerste tankautospuit.

 

Figuur 2: Dekkingskaart snelheid o.b.v. TS6 in Limburg-Noord

 

SNELHEID REDVOERTUIGEN

In de “dekkingskaart snelheid RV” (figuur 3) is de dekking van redvoertuigen inzichtelijk gemaakt met een grafische weergave (posten Venray, Venlo, Roermond, Weert, Groesbeek, Cuijk, Helmond en Sittard-West). Hoe lichter de kleur in de figuur des te sneller de opkomsttijd van het redvoertuig.

 

Figuur 3: Dekkingskaart snelheid o.b.v. RV in Limburg-Noord

 

SNELHEID HULPVERLENINGSVOERTUIGEN

In de “dekkingskaart snelheid HV” (figuur 4) is de dekking van de specialistische hulpverleningseenheden (SHE’s) inzichtelijk gemaakt met een grafische weergave (posten Bergen, Panningen, Nederweert en Echt). Hoe lichter de kleur in de figuur des te sneller de opkomsttijd van het hulpverleningsvoertuig.

 

Figuur 4: Dekkingskaart snelheid o.b.v. SHE in Limburg-Noord

 

SNELHEID DUIKTEAM

In de “dekkingskaart snelheid WO (duikteam)” (figuur 5) is de dekking van het WO (duikteam) inzichtelijk gemaakt met een grafische weergave (post Weert en ‘s-Hertogenbosch). Hoe lichter de kleur in de figuur des te sneller de opkomsttijd van het duikteam.

 

Figuur 5: Dekkingskaart snelheid o.b.v. WO-duikteam in Limburg-Noord

 

SNELHEID OPPERVLAKTEREDDINGSTEAM

In de “dekkingskaart snelheid WO (ORT)” (figuur 6) is de dekking van het oppervlakte reddingsteam inzichtelijk gemaakt met een grafische weergave (posten Bergen, Venlo, Roermond en Weert). Hoe lichter de kleur in de figuur des te sneller de opkomsttijd van het oppervlaktereddingsteam.

 

Figuur 6: Dekkingskaart snelheid o.b.v. WO-ORT in Limburg-Noord

 

DEKKINGSGRAFIEK SNELHEID

In grafiek 1 is de opkomsttijd van de TS6 inzichtelijk gemaakt met een S-curve. Een S-curve toont in hoeveel procent van de in het verzorgingsgebied voorkomende objecten binnen welke opkomsttijd kunnen worden bereikt. Hierin zien we dat in 50% van de locaties de brandweer een opkomsttijd heeft tussen de 8 en 9 minuten. Zie voor een vergrote versie van grafiek 1, bijlage 5.

 

Grafiek 1: Dekkingsgrafiek snelheid 1e TS

 

In grafiek 2 is opkomsttijd van een TS 6 en TS-flex inzichtelijk gemaakt met twee S-curves. De blauwe (linker) S-curve toont de tijd waarin de eerste TS6 ter plaatse komt. De rode (rechter) S-curve toont de tijd waarin de eerste TS een TS-flex is en dus de opkomsttijd van de tweede TS bepalend is. De dekkingsgrafiek is een theoretisch model, waarin de daadwerkelijke opkomsttijden ergens tussen deze twee curves liggen. Zie voor een vergrote versie van grafiek 2, bijlage 6.

 

x

Grafiek 2: Dekkingsgrafiek snelheid 1e TS en TS flexuur 6: Dekkingsgrafiek snelheid TS6 en TS-flex in Limburg-Noord

 

Artikel 3.3 PROCESSTAP 2.3 – SLAGKRACHT

Slagkracht is het vermogen om bij opschaling snel meerdere eenheden ter plaatse te krijgen. Dit is onderdeel van de basisbrandweerzorg.

 

AANTAL TANKAUTOSPUITEN IN 15 MINUTEN

In de “dekkingskaart slagkracht” (figuur 7) is het aantal tankautospuiten in 15 minuten inzichtelijk gemaakt met een grafische weergave. Hoe lichter de kleur in de figuur des te meer tankautospuiten deze locatie kunnen bereiken in 15 minuten.

Figuur 7: Dekkingskaart slagkracht in Limburg-Noord (aantal tankautospuiten in 15 minuten)

 

OPKOMSTTIJD DRIE TANKAUTOSPUITEN

In de “dekkingskaart slagkracht” (figuur 8) is de opkomsttijd van drie tankautospuiten inzichtelijk gemaakt met een grafische weergave. Des te lichter de kleur des te korter het duurt voordat drie tankautospuiten een locatie bereiken.

 

Figuur 8: Dekkingskaart slagkracht in Limburg-Noord (opkomsttijd 3 tankautospuiten)

 

GRAFIEK VOOR SLAGKRACHT

Grafiek 3 toont alle cumulatieve verdelingen (S-curves) van slagkracht 1 tot en met 3 tankautospuiten. Het bevat een cumulatieve verdeling, ook wel S-curve genoemd. Dit geeft aan welk percentage van de locaties in Veiligheidsregio Limburg-Noord bereikt wordt in een bepaalde opkomsttijd. Dat percentage loopt logischerwijze op naarmate de opkomsttijd toeneemt. Hoe langer de opkomsttijd, hoe meer gebieden er immers worden bereikt. Zie voor een vergrote versie van grafiek 3, bijlage 7.

 

Grafiek 3: Slagkracht opkomsttijd 1 t/m 3 tankautospuiten (S-curves)

 

GROOTSCHALIGE EN LANGDURIGE INZETTEN

Een incident met grootschalig brandweeroptreden (GBO) is een incident waarbij er vier tankautospuiten (4x TS = 1 peloton) of meer en/of een specialistisch peloton zijn gealarmeerd. De inzet van een peloton heeft impact op de geplande repressieve dekking. Uitgangspunt hierbij is dat er gelijktijdig in het verzorgingsgebied van de regio een grootschalig incident plaatsvindt. In tabel 4 worden de pelotons beschreven, welke de VRLN regionaal kan leveren met bijbehorende samenstelling en uitgangspunten (aantallen/tijden).

 

Tabel 4: Pelotons Brandweer Limburg-Noord

Peloton

Samenstelling

Uitgangspunten

Basis brandweerzorg

4x TS + 1x PC

  • 1.

    1e peloton binnen 30 min

  • 2.

    2e peloton binnen 45 min

  • 3.

    3e en 4e peloton binnen 60 min

Grootschalige watervoorziening

1x DPH + 2x HA + 2x WTH + 1x PM met aanhanger + 1x PC

  • 1.

    1e peloton binnen 60 min

  • 2.

    2e peloton binnen 60 min

Redding en technische hulpverlening

4x TS + 1x SHE + 1x PC

  • 1.

    1e ,2e ,3e en 4e peloton binnen 60 min

Natuurbrandbestrijding

4x TST (4x4)[1] + 2x HA + 2x WTH + 1 PC

  • 1.

    1e peloton binnen 30 min

  • 2.

    2e peloton binnen 45 min

  • 3.

    3e en 4e peloton binnen 60 min

[1] In het 1e peloton mag één TS 4x2 aanwezig zijn

 

Artikel 3.4 PROCESSTAP 2.4 – PARAATHEID

De paraatheid gaat over de mate waarin de brandweer volgens plan paraat kan zijn. Dit is de mate waarin de brandweer erin kan voorzien dat een aangewezen eenheid naar een incident kan uitrukken en daadwerkelijk kan optreden. De papieren werkelijkheid van een dekkingsplan is statisch: eenheden lijken dan altijd paraat. In de praktijk is dat echter niet altijd het geval. Diverse factoren hebben invloed op de paraatheid van eenheden. Deze processtap behandelt de kenmerken die van invloed zijn op paraatheid: “beschikbaarheid”, “gelijktijdigheid” en “restdekking”.

 

BESCHIKBAARHEID

Beschikbaarheid is de mate waarin de brandweer voldoende (gekwalificeerd) personeel en werkend materieel beschikbaar heeft om daadwerkelijk naar een incident uit te rukken en deze te bestrijden.

Zie tabel 5 voor het aantal uur dat een post gemiddeld buiten dienst gaat op jaarbasis. Deze getallen zijn bepaald op basis van buitendienst meldingen die bij de meldkamer gemeld zijn.

 

Tabel 5: Buiten dienst meldingen brandweerposten (gemiddelde aantal uren buitendienst per jaar gedurende de periode 01-01-2019 t/m 31-08-2022)

Brandweerposten

Type post

Uren buiten dienst per jaar

Dag situatie

Nacht/weekend situatie

Cluster Roermond

Post Echt

Robuuste post

228

96

Post Montfort

Basis post

149

53

Post Reuver

Basis post

324

219

Post Roermond

Centrumpost

26

9

Post Roermond-vrijwilligers

Robuuste post

307

140

Post Stevensweert

Basis post

552

96

Post Susteren

Robuuste post

228

79

Post Wessem

Basis post

53

193

Cluster Venlo

Post Baarlo

Basis post

18

114

Post Belfeld

Basis post

526

105

Post Kessel

Basis post

35

114

Post Lomm

Basis post

683

491

Post Maasbree

Basis post

18

96

Post Panningen

Robuuste post

0

0

Post Venlo

Centrumpost

9

9

Post Venlo-vrijwilligers

Robuuste post

210

96

Cluster Venray

Post Gennep

Robuuste post

18

26

Post Bergen

Robuuste post

0

44

Post Horst

Robuuste post

0

18

Post Lottum

Basis post

0

26

Post Meerlo

Basis post

9

44

Post Mook

Basis post

18

44

Post Sevenum

Basis post

61

61

Post Venray

Centrumpost

0

1

Cluster Weert

Post Heythuysen

Robuuste post

9

18

Post Ittervoort

Robuuste post

18

35

Post Kelpen-Oler

Basis post

140

70

Post Meijel

Basis post

18

35

Post Nederweert

Robuuste post

0

0

Post Roggel

Basis post

9

61

Post Stramproy

Basis post

0

44

Post Weert

Centrumpost

0

18

 

IMPACT BESCHIKBAARHEID

Voor beroepsposten is bepaald dat ze gegarandeerd paraat moeten zijn. Dit ligt anders dan bij de posten waar met vrijwilligers wordt gewerkt. Hier mogen geen resultaatverplichtingen aan vastgesteld worden, omdat vrijwilligheid niet verplicht is. In hoofdstuk 2.2 is meer over de ontwikkelingen rond vrijwilligheid en de mate van verplichting terug te vinden.

De oorzaak van buitendienstmeldingen ligt in het uitmelden van vrijwilligers waardoor er onvoldoende personeel beschikbaar is voor een uitruk op de post. De post meldt zich vervolgens bij de meldkamer buitendienst.

 

GELIJKTIJDIGHEID

Gelijktijdigheid ontstaat als de meldkamer een beroep wil doen op een eenheid die al is ingezet. Inzicht in de kans op gelijktijdigheid is relevant voor de paraatheid. Het zegt namelijk iets over de mate waarin de brandweer erin kan voorzien dat de snelste eenheid ter plaatse komt. Gelijktijdigheid geeft daarmee inzicht in de kwaliteit van de dekking.

 

IMPACT GELIJKTIJDIGHEID

Om gelijktijdigheid binnen het verzorgingsgebied van Veiligheidsregio Limburg-Noord te duiden worden op landelijk niveau technische instructies ontwikkeld. Deze zijn op dit moment nog niet beschikbaar. Na publicatie hiervan wordt dit onderdeel uitgewerkt op basis van de methode kwantitatieve inschatting, een empirische kijk naar de realisatie, een theoretische kansberekening of een simulatie om de gelijktijdigheid te prognosticeren.

 

RESTDEKKING

Bij grootschalige en langdurige inzetten worden veel eenheden ingezet. Het aantal ingezette eenheden kan zo groot zijn, dat de beschikbaarheid van eenheden voor de rest van de veiligheidsregio fors terugloopt. Dit doet zich zowel voor bij een incident in het eigen verzorgingsgebied als in geval van bijstand in een andere regio bij een grote brandweerinzet. De inzet van een groot aantal eenheden tegelijkertijd heeft direct invloed op de dekking van (een deel van) het verzorgingsgebied.

Er is op dit moment nog geen beeld van de restdekking over de afgelopen periode. Vanaf oktober 2022 wordt de restdekking inzichtelijk gemaakt met een “restdekkingsmonitor” ontwikkeld door SafetyCT. Dit is een groeimodel dat momenteel in de opstartfase zit. Met deze restdekkingsmonitor heeft de Veiligheidsregio Limburg-Noord inzicht in de actuele restdekking. Zie figuur 9 voor een impressie.

 

Figuur 9: Restdekkingsmonitor

 

IMPACT RESTDEKKING

Met de restdekkingsmonitor kan vroegtijdig geanticipeerd worden op buitendienstmeldingen en waar nodig worden bijgestuurd door teamleiders en operationeel leidinggevenden. Bijvoorbeeld door het herbezetten van kazernes of het verplaatsen van repressieve eenheden. Door het bijstellen bevordert de opkomsttijd in een gebied.

 

Artikel 3.5 PROCESSTAP 2.5 – WERKDRUK

Naast snelheid, capaciteit en paraatheid is werkdruk één van de vier factoren die een rol speelt bij de repressieve dekking. Al deze aspecten zijn nodig om de dekking realistisch te beschrijven, te beoordelen en (dynamisch) uit te voeren.

Omdat werkdruk een breed begrip is, wordt hier voor de meetbaarheid naar de alarmeringsfrequentie gekeken. Onder alarmeringsfrequentie wordt het volgende verstaan: ‘het gemiddelde aantal alarmeringen van iedere brandweereenheid op jaarbasis’. Het maakt hierbij niet uit om wat voor alarmering het gaat of welke prioriteit de alarmering heeft. Verder zijn zowel bijstand als opschaling meegenomen.

De volgende eenheden zijn meegenomen bij de bepaling van werkdruk:

 

  • 1.

    Tankautospuit (TS + TST)

  • 2.

    Snel interventie voertuig (SI-2T)

  • 3.

    Redvoertuig (RV/AL)

  • 4.

    Hulpverleningsvoertuig (HV)

Binnen de centrumposten (grafiek 4) wordt meer ingezet op specialistische taken. Zij beschikken dan ook over meer verschillende eenheden. De robuuste posten (grafiek 5) regelen basiszorg, maar hebben ook specialismen. De basisposten (grafiek 6) zijn kleiner en concentreren zich op basiszorg en voeren in principe geen specialismen uit. Zij beschikken dan ook enkel over één TS. Daarom wordt de werkdruk weer gegeven in grafieken per type post: centrum, robuust en basis. Op deze manier kan de werkdruk per eenheid het beste worden vergeleken.

 

Grafiek 4: Werkdruk eenheden centrumposten (gemiddelde per jaar over de periode 2018-2022)

 

Grafiek 5: Werkdruk eenheden robuuste posten (gemiddelde per jaar over de periode 2018-2022)

 

Grafiek 5 over de werkdruk op de robuuste posten bevat hier nog een categorie voor de Snelle Interventie Voertuigen (weergegeven met SI-2T). Deze voertuigen zijn per 01-09-2022 niet meer in gebruik bij de robuuste posten. In plaats van het uitrukken met een SIV zal hier uitgerukt moeten worden met een TS. Dit heeft gevolgen voor de werkdruk. Bij een alarmering voor een SIV kan er met twee vrijwilligers uitgerukt worden. Door deze wijziging zijn minimaal vier vrijwilligers nodig voor een uitruk. Dit betekent een verdubbeling van de werkdruk voor de gedeeltes die nu in de grafiek als SIV uitrukken staan weergegeven. Naast dat dit gevolgen heeft voor de werkdruk voor de vrijwilligers op de post, betekent dit ook hogere kosten door meer uitrukuren.

Voor de berekening van post Ittervoort zijn voor de jaren 2018, 2019 en de eerste maanden van 2020 de uitrukken van de posten Hunsel en Thorn opgeteld.

 

Grafiek 6: Werkdruk eenheden basis posten (gemiddelde per jaar over de periode 2018-2022)

 

Hoofdstuk 4.0 PROCESSTAP 3 – “DEKKING BEOORDELEN”

 

In de eerste twee stappen van het inrichtingsproces is beschreven op welke manier Brandweer Limburg-Noord haar repressieve organisatie inricht en welke repressieve dekking zij op basis daarvan verwacht te leveren. Dit op basis van de factoren snelheid, capaciteit, paraatheid en werkdruk. In processtap 3 toetst de brandweer op basis van de uitkomsten uit processtap 2, de verwachte repressieve dekking en beoordeelt deze.

 

Artikel 4.1 PROCESSTAP 3A – GEBIEDSGERICHTE OPKOMSTTIJDEN

Bij gebiedsgerichte opkomsttijden wordt gewerkt met opkomsttijden per gebied. Hierbij is sprake van een bandbreedte in opkomsttijd voor een gebied in plaats van één exacte tijd voor een specifiek object (oude methode). Gebiedsgerichte opkomsttijden geven een meer realistisch beeld en sluiten beter aan bij de praktijk dan objectgebonden opkomsttijden.

 

VEILIGHEIDSREGIO INDELEN IN CATEGORIEËN

Volgens de handreiking wordt het verzorgingsgebied Limburg-Noord allereerst ingedeeld in gebieden. Dit gebeurt op basis van CBS-buurten. Vervolgens worden de gebieden bestempeld met een categorie. Om te bepalen tot welke categorie een gebied hoort, wordt gekeken naar het overheersende karakter van een gebied.

 

In tabel 6 is het “beoordelingskader gebiedsgerichte opkomsttijden” weergeven. Hierin staan de verschillen tussen de categorieën en de daaraan gekoppelde referentiewaarden en bandbreedtes voor de snelheid waarmee de brandweer in een bepaald gebied ter plaatse wil zijn.

 

Tabel 6: Beoordelingskader Gebiedsgerichte opkomsttijden

 

Categorie

Overheersend karakter van het gebied

Referentiewaarde in minuten

Bandbreedte in minuten*

I

  • 1.

    Oude binnensteden

  • 2.

    Gebouwen voor slapende niet-zelfredzame personen

  • 3.

    Portiekwoningen

  • 4.

    Woongebouwen hoger dan 20 meter

7

4 - 10

II

  • 1.

    Woningen

  • 2.

    Gebouwen voor zelfredzame personen

10

7 - 13

III

  • 1.

    Verspreid liggende woningen

  • 2.

    Verspreid liggende gebouwen voor zelfredzame personen

15

12 - 18

* De gegeven waarde is een inzichtwaarde, uiteraard mag het altijd sneller.

 

Het eindresultaat van de indeling in categorieën is weergeven in figuur 10. Van de in totaal 490 gebieden binnen Limburg-Noord, zijn er 7 ingedeeld in categorie I. Dit zijn oude binnensteden, wijken met veel gebouwen met niet zelfredzame personen, portiekwoningen en/of objecten hoger dan 20 meter. Verder vallen 235 gebieden in categorie II. Dit zijn gebieden met vooral algemene woningen en/of gebouwen voor zelfredzame personen. Tenslotte zijn er 248 gebieden bestempeld met categorie III. Dit zijn verspreid liggende woningen en gebouwen met een lage stedelijkheid.

 

Figuur 10: Kaart van Limburg-Noord ingedeeld volgens de verschillende categorieën van gebieden.

 

BEOORDELING REPRESSIEVE DEKKING OP DE FACTOR SNELHEID

Nadat in figuur 10 de gebieden van het verzorgingsgebied Limburg-Noord zijn verdeeld in categorieën volgt de beoordeling van de repressieve dekking op de factor snelheid.

Voor elk gebied is de mediaan[1] van de verwachte opkomsttijd van de eerste tankautospuit (TS6) berekend. De opkomsttijd per gebied wordt getoetst aan referentiewaarden en bandbreedtes per categorie. Deze zijn gevisualiseerd in figuur 11. De referentiewaarden liggen in het midden van de bandbreedte.

[1] De mediaan is de waarde die precies in het midden van een dataset bevindt als je de waarden van laag naar hoog zet.

 

Figuur 11: Beoordelingskader gebiedsgerichte opkomsttijden.

 

De opkomsttijd per gebied wordt beoordeeld als:

 

  • 1.

    Goed: de opkomsttijd is lager dan de referentiewaarde;

  • 2.

    Voldoende: de opkomsttijd is hoger dan de referentiewaarde, maar lager dan de maximale bandbreedte;

  • 3.

    Onvoldoende: de opkomsttijd is hoger dan de maximale bandbreedte.

Het resultaat van de beoordeling voor Limburg-Noord is gevisualiseerd in figuur 12[1].

In totaal zijn 490 gebieden beoordeeld op basis van het beoordelingskader. 398 gebieden scoren een “goed”, 77 gebieden een “voldoende” en 15 gebieden een “onvoldoende”.

[1] Wegens het ontbreken van de benodigde technische data en koppelingen is internationaal alarmeren niet meegenomen in dit dekkingsplan. In de gebieden waar lokale operationele afspraken gemaakt zijn met korpsen uit Duitsland of België is de feitelijke situatie gunstiger dan hier grafisch weergegeven. 

 

Figuur 12: Beoordeling dekking op de factor snelheid voor een eerste tankautospuit (TS6).

 

BEOORDELING AANDACHTSPUNTENLIJST

Om inzichtelijk te maken waar de grenzen van de brandweerzorg zijn bereikt is een “aandachtspuntenlijst” opgesteld. De aandachtspuntenlijst bestaat uit:

 

  • 1.

    Aandachtsgebieden met een score “onvoldoende”. Volgens figuur 12 zijn er 15 aandachtsgebieden binnen Veiligheidsregio Limburg-Noord.

  • 2.

    Aandachtsobjecten, bestaande uit gebouwen in oude binnensteden, gebouwen voor niet zelfredzame personen, woningen hoger dan 20 meter en portiekwoningen die, ongeacht de buurt categorie waarin ze staan, een opkomsttijd hebben van meer dan 10 minuten. Binnen Veiligheidsregio Limburg-Noord zijn 47 aandachtsobjecten.

Deze aandachtsgebieden en aandachtsobjecten worden geplaatst op een aandachtspuntenlijst (tabel 7)[1].

[1] De aandachtspuntenlijst is gebaseerd op beschikbare landelijke objectdata (zoals BAG). Deze data wordt beheerd door gemeenten.

 

Tabel 7: Aandachtsgebieden en aandachtsobjecten binnen de VRLN (d.d. 26-01-2023)

CLUSTER

GEMEENTE

AANDACHTS- GEBIEDEN

AANDACHTS- OBJECTEN*

Venray

Horst aan de maas

4

5

Mook en Middelaar

0

0

Gennep

0

2

Bergen

2

0

Venray

0

9

Venlo

Venlo

1

15

Peel en Maas

0

0

Roermond

Roermond

0

5

Roerdalen

7

4

Beesel

0

0

Echt-Susteren

1

0

Maasgouw

0

2

Weert

Weert

0

2

Leudal

0

3

Nederweert

0

0

TOTAAL

15

47

* Bij de cijfers zijn objecten gelegen aan hetzelfde straatdeel geclusterd tot een aandachtsobject.

 

In bijlage 8 is een uitgebreide lijst met namen van aandachtsgebieden en aandachtsobjecten weergeven per gemeente.

Figuur 13 toont een visuele weergave van alle aandachtsobjecten (boven 10-minuten norm) binnen de beoordeling dekking op de factor snelheid voor een eerste tankautospuit (TS6).

 

Figuur 13: Beoordeling dekking op de factor snelheid voor een eerste tankautospuit (TS6) met daarin opgenomen alle aandachtsobjecten die buiten de 10-minuten norm vallen.

 

BEHANDELING AANDACHTSPUNTENLIJST

Met de nieuwe systematiek voor dekkingsplannen wordt de dekking op theoretische wijze weergeven. Hiermee verandert de inrichting van de repressieve organisatie niet. Met deze methodiek wordt een realistischer beeld geschetst van de presentaties uit de repressieve organisatie.

 

De aandachtspuntenlijst wordt gecommuniceerd met gemeenten. Intern heeft deze aandachtspuntenlijst de aandacht binnen de afdelingen risicobeheersing en incidentbestrijding. Deze wordt dan ook opgenomen in de jaarplannen van de betreffende afdelingen.

 

Volgens het vlinderdasmodel (RemBrand, 2015) kunnen maatregelen worden getroffen. Zie figuur 14 voor een visuele weergave. Het vlinderdasmodel geeft van links naar rechts de veiligheidsketen. Bij elke schakel in de keten hoort een reeks van factoren en activiteiten op het gebied van brandveiligheid.

 

Figuur 14: Vlinderdasmodel (RemBrand, 2015)

 

Risicobeheersing (preventie) heeft invloed op de korte termijn. Hierbij valt te denken aan:

  • 1.

    Brandveilig Leven, door bijvoorbeeld aandacht te besteden aan voorlichting, bewustwording en de bevordering van zelfredzaamheid.

  • 2.

    Preventieve maatregelen, door bijvoorbeeld extra aandacht te besteden aan ontruimingsplannen en -oefeningen.

  • 3.

    Object specifieke oplossingen, door bijvoorbeeld een advies te geven over een tweede vluchtweg bij portiekflats, rookmelders, beschikbaarheid bluswater, sprinklers, controle en handhaving van voorzieningen etc.

Op de lange termijn behoren ook repressieve maatregelen (repressie) tot de mogelijkheden. Denk hierbij aan het verplaatsen, sluiten en/of samenvoegen van kazernes. Maar ook andere organisatievormen zoals dynamische kazernering waarbij repressieve collega’s flexibel ingezet worden op posten waarbij het nodig is om de paraatheid te verhogen. Ook het accepteren van een eventueel restrisico behoort tot de mogelijkheden. Hiertoe is communicatie richting de samenleving en het bestuur belangrijk.

 

Artikel 4.2 PROCESSTAP 3B – SLAGKRACHT

De term gebiedsgerichte opkomsttijden gaat over de snelheid waarmee de brandweer met een eerste eenheid bij een incident ter plaatse kan zijn. Alleen focus op snelheid doet echter geen recht aan het totaalbeeld van de repressieve dekking van de brandweer. Daarom moet voor een zorgvuldig en genuanceerd beeld van de repressieve dekking ook aandacht gegeven worden aan andere factoren. Zo moet in het dekkingsplan ook verplicht aandacht zijn voor slagkracht. Dit gaat over de beschikbaarheid van voldoende eenheden.

 

De gehanteerde methodiek, het beoogd beoordelingskader, voor slagkracht is onder andere gerelateerd aan de brandveiligheidssituatie en ontvluchtingsmogelijkheden in een gebouw. De waarden in deze methodiek zijn referentiewaarden. Bij het toepassen van de referentiewaarden in gebieden komt naar boven dat er situaties zijn, waarbij niet aan de referentiewaarde wordt voldaan (net als bij het in beeld brengen van de eerste tankautospuit).

Tabel 8 geeft de koppeling weer tussen slagkracht en opkomsttijden.

 

Tabel 8: Koppeling van slagkracht en opkomsttijden aan het beoordelingskader Gebiedsgerichte Opkomsttijden

Risiconiveau

TS 1 (min)

TS 2 (min)

TS 3 (min)

RV (min)

1

4-10 (7)

6-12 (9)

8-12 (10)

4-10 (7)

2

7-13 (10)

12-18 (15)

3

12-18 (15)

 

Op basis van de snelheidsberekeningen volgens de beschreven werkwijze in processtap 2, kan bepaald worden of een 2e en 3e TS buiten de genoemde bandbreedte in een bepaald gebied kan zijn. Dit wordt inzichtelijk gemaakt door een tabel toe te voegen, waarin wordt aangegeven in hoeveel gebieden de bandbreedte wordt overschreden. Tabel 9 geeft het aantal gebieden weer waar de opkomsttijd van de 1e, 2e of 3e TS buiten de norm valt.

 

Tabel 9: Aantal gebieden waarbij de opkomsttijd boven de bandbreedte ligt

 

Categorie

Capaciteit

Boven brandbreedte

Aantal gebieden

1

1e TS

1

15

1

2e TS

6

1

3e TS

7

1

RV

1

2

1e TS

13

21

2

2e TS

8

3

1e TS

1

1

Totaal aantal buurten

37

In bijlage 9 is een uitgebreide lijst weergeven met gebieden die buiten de bandbreedte vallen.

 

BEHANDELING SLAGKRACHT

Verbetering van de slagkracht in de aandachtsgebieden is voornamelijk mogelijk door repressieve maatregelen. Dit zijn maatregelen voor de lange termijn. Een kortetermijnoplossing hiervoor is er niet. Wel is de restdekkingsmonitor zoals beschreven in paragraaf 3.4 in ontwikkeling welke bijdraagt aan continue monitoring en bijstelling van de restdekking welke ook invloed heeft op de aanwezige slagkracht. Brandweer Limburg-Noord de afgelopen beleidsperiodes keuzemogelijkheden met betrekking tot slagkracht nadrukkelijk afgewogen op basis van eigen uitgangspunten en de enige (niet wettelijke) norm. Het accepteren van een restrisico, als dat al aanwezig is, is een voor de hand liggend en realistisch scenario.

 

Artikel 4.3 PROCESSTAP 3C – GROOTSCHALIG BRANDWEEROPTREDEN

Samen met het Beoordelingskader Gebiedsgerichte Opkomsttijden is het kader Grootschalig Brandweeroptreden (GBO) een belangrijk instrument binnen de handreiking landelijke uniforme systematiek voor dekkingsplannen (Nederland, 2022). Dit kader geldt alleen voor de factor capaciteit en heeft betrekking op grootschalige en langdurige inzetten.

 

Niet alleen regionale ontwikkelingen, keuzes en risico’s hebben invloed op de regionale dekking en de gebiedsgerichte opkomsttijden van de brandweer. De aspecten snelheid, capaciteit/slagkracht, paraatheid en werkdruk kunnen ook worden beïnvloed doordat een andere veiligheidsregio (acuut) om bijstand vraagt of dat er sprake is van Grootschalig Brandweeroptreden (GBO).

 

Levering van bijstand in het kader van GBO heeft gevolgen voor de resterende regionale dekking. Iedere veiligheidsregio bepaalt zelf tot op welke hoogte de resterende capaciteit/slagkracht voldoende is voor de eigen regionale incidentbestrijding.

 

In de visie op GBO verwacht de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s (RCDV) onder andere dat iedere veiligheidsregio in staat is om het volgende te leveren voor interregionale bijstand[1]

  • 1.

    Eén peloton basis brandweerzorg;

  • 2.

    Eén peloton grootschalig watertransport;

  • 3.

    Eén peloton redding & technische hulpverlening (niet bedoeld Specialisme Technische Hulpverlening (STH).

     

Zie voor de inhoud van deze pelotons tabel 4 in hoofdstuk 3.3.

 

De uitruktijd voor grootschalige brandweereenheden is vastgesteld op tien minuten. Dat is de benodigde tijd om na alarmering naar een kazerne te komen en vanaf daaruit uit te rukken. Bij GBO moet een peloton binnen een uur na een aanvraag voor aflossing bij de regiogrens van de eigen veiligheidsregio zijn. Dit is een ruimere marge dan in geval van een acute bijstandsaanvraag, waarbij de bijstand zo snel mogelijk moet worden geleverd.

 

De VRLN is ingericht om deze pelotons te kunnen leveren en er is voldoende potentieel om aan de gestelde eisen te kunnen voldoen.

 

[1] De veiligheidsregio hoeft maar één van deze drie tegelijk te kunnen leveren.

 

Artikel 4.4 PROCESSTAP 3D – ONDERSTEUNINGSEENHEDEN

Het kan voorkomen dat incidenten om specialistische kennis of materieel vragen, anders dan de basisbrandweerzorg kan leveren. Hiervoor kent Brandweer Limburg-Noord een aantal ondersteuningseenheden (specialismes) die optreden bij dergelijke incidenten. Een ondersteuningseenheid is gedefinieerd in artikel 3.1.4. Besluit veiligheidsregio’s. Dit artikel schrijft voor dat een eenheid is belast met:

 

  • a.

    Ondersteuning bij het bevrijden van beknelde en ingesloten mensen en dieren

Brandweer Limburg-Noord is uitgerust om beknelde en ingesloten mensen en dieren te bevrijden. Er zijn vier specialistische Hulpverleningseenheden (SHE) in de regio, gestationeerd in Echt, Nederweert, Panningen en Bergen. Deze eenheden zijn regio dekkend binnen 30 minuten ter plaatse en voldoen daarmee aan de regionale norm. In de wet is hier geen normtijd voor vastgesteld.

 

  • b.

    Ondersteuning van basishandelingen bij de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen

Brandweer Limburg-Noord is uitgerust om incidenten met gevaarlijke stoffen te bestrijden. De gaspakkeneenheid (GSE) heeft de taken verkenning, redding, stabilisatie/effectbestrijding en (nood)ontsmetting (gestationeerd in Venlo). Deze eenheid wordt ondersteund door de Basis Ontsmettingseenheid (BOE) voor een adequate ontsmetting met hogere capaciteit van hulpverleners en slachtoffers (gestationeerd in Roermond). Het GSE en BOE zijn binnen 30 minuten ter plaatse in hoog risicogebieden (Venlo en Roermond), 60 minuten in middel risicogebieden (Weert en Venray) en 120 minuten in laagrisico gebieden (rest van de regio). Hiermee voldoen deze eenheden aan de landelijke normtijd. Ook beschikt Brandweer Limburg-Noord over 10 verkenningseenheden (meetploegen) voor het meten van stoffen in een bepaald gebied op giftigheid, explosiegevaar en radioactiviteit. De eerste twee eenheden zijn regio dekkend binnen 30 minuten ter plaatse en de derde en vierde eenheden binnen 60 minuten. Hiermee wordt voldaan aan de landelijke norm. Coördinatoren Verkenningseenheden (CVE) geven sturing aan de meetploegen en zijn conform landelijke norm binnen 30 minuten ter plaatse. Tenslotte zijn Adviseur(s) Gevaarlijke Stoffen (AGS), conform de normtijd van 60 minuten, beschikbaar voor deskundig advies over gevaarlijke stoffen aan operationeel leidinggevenden.

 

  • c.

    Ondersteuning bij waterongevallen

Binnen Brandweer Limburg-Noord kan iedere basiseenheid een zogenaamde grijpredding uitvoeren. In de wet zijn hier geen opkomsttijden voor vastgesteld. Aanvullend op de grijpredding kan Brandweer Limburg-Noord ondersteuning leveren bij waterongevallen. Hiervoor zijn vier oppervlakte reddingsteams (ORT) gestationeerd in Venlo, Roermond, Weert en Bergen. Het ORT kan een redding van mens en dier uitvoeren, waarbij het slachtoffer zichtbaar aan de wateroppervlakte is en maximaal 200 meter uit de walkant ligt. Deze teams zijn regio dekkend binnen 30 minuten ter plaatse en voldoen daarmee aan de regionale norm. Verder is een duikteam gestationeerd in Weert. Dit team kan veilig optreden als een slachtoffer zich onder water bevindt. Het duikteam kan in nagenoeg de hele regio reddend optreden binnen 60 minuten en bergend optreden binnen 75 minuten. Hiermee wordt voldaan aan de regionale norm. Wettelijk is voor het ORT en duikteam geen normtijd vastgesteld.

 

Conform de handreiking worden redvoertuigen ook getoetst. Wettelijk is een normtijd van 18 minuten vastgesteld. Regionaal is voor de eerste eenheid geen gerelateerde opkomsttijd vastgesteld en wordt vastgehouden aan een viertal redvoertuigen, strategische gestationeerd in Venlo, Roermond, Weert en Venray. In de hoog risicogebieden voldoet Brandweer Limburg-Noord ruimschoots aan de wettelijk vastgestelde norm van 18 minuten. In de uithoeken van de regio wordt niet voldaan aan de wettelijke norm.

 

Hoofdstuk 5.0 VERVOLG EN DUIDING

 

In processtap 3 is de verwachtte repressieve dekking getoetst en beoordeeld. In dit hoofdstuk worden de vervolgstappen beschreven en vindt aanvullende duiding plaats.

 

Artikel 5.1 VERVOLGSTAPPEN

Na processtap 3 zullen onderstaande processtappen uit de dekkingsacht doorlopen worden.

 

PROCESSTAP 4: DEKKINGSPLAN VASTELLEN

Het doel van procestap 4 is het bestuurlijk vaststellen van het dekkingsplan. Het dekkingsplan wordt als bijlage van het beleidsplan VRLN 2024-2027 ter vaststelling bij het algemeen bestuur neergelegd. Dit zal eind 2023 plaatsvinden. Daarmee krijgt de brandweer de opdracht om te starten met de uitvoering.

 

PROCESSTAP 5: UITVOERING BIJSTELLEN

Na vaststelling door het algemeen bestuur start in processtap 5 de implementatie van het dekkingsplan. Het dekkingsplan vormt hierbij het vertrekpunt voor de uitvoering.

 

PROCESSTAP 6: DEKKING UITVOEREN

In processtap 6 start de uitvoering. De uitvoering van de dekking gaat feitelijk over alarmeren, uitrukken, ter plaatste komen en hulp verlenen aan mens en dier. Deze processtap focust op de realisatie van de prestatieafspraken tussen de brandweer en haar bestuur inclusief de registratie van de realisatie. Hiermee kan de brandweer haar prestaties monitoren, verantwoorden en zichzelf cyclisch verbeteren.

 

PROCESSTAP 7: UITVOERING BEOORDELEN

In processtap 7 beoordeelt de brandweer haar dekkingsprestaties op basis van daadwerkelijk bestreden incidenten.

 

Artikel 5.2 AANVULLENDE DUIDING

Een belangrijke kanttekening bij het dekkingsplan 4.0 is dat de inrichting van de repressieve organisatie, d.d. 11-05-2023, niet is veranderd. Enkel de systematiek voor het opstellen van het dekkingsplan is gewijzigd op basis van nieuwe landelijke inzichten. Het dekkingsplan betreft dus een theoretische weergave van de statische situatie zoals deze op het moment van schrijven is.

 

Bij de uitvoering van de implementatie van het dekkingsplan (processtap 5) kunnen andere keuzes gemaakt worden in de uitgangspunten die in het dekkingsplan 4.0 gekozen zijn. De kwaliteit van brandweerzorg wordt immers niet alleen bepaald door snelheid maar ook door borging van continuïteit en veilig optreden. Vanuit deze laatste twee aspecten kunnen er andere keuzes gemaakt worden in uitvoering. Met het project ‘Dynamisch Alarmeren’ wordt mede uitvoering gegeven aan de implementatie van het dekkingsplan (processtap 5). Een wijziging van de manier waarop eenheden gealarmeerd worden kan invloed hebben op de dekking en veranderen ten opzichte van de theoretische weergave in het dekkingsplan 4.0.

 

Daarnaast is het van belangrijk om met elke gemeente in gesprek te gaan over de aandachtspuntenlijst. Deze wordt daarom opgenomen in meerjarenplannen van de afdelingen Risicobeheersing en Incidentbestrijding om toe te werken naar verbetervoorstellen. Hiermee wordt op lokaal niveau extra aandacht gegeven aan buurten en objecten waar de grens van de brandweerzorg is bereikt. Om de aandachtspuntenlijst cyclisch te verbeteren is het periodiek bespreken van BAG gegevens met gemeenten noodzakelijk. Zij zijn de eindverantwoordelijke voor de juistheid van deze gegevens waar wij als brandweer mee werken.

 

LITERATUURLIJST

 

NL, K. V. (2017). Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Brandweer. Arnhem: Bureau Brandweer Nederland.

 

Nederland, B. (2022). Herziene handreiking versie 3.0 - Landelijke uniforme systemtatiek voor dekkingsplannen . Arnhem.

 

RemBrand, S. (2015). Rembrand Brandveiligheid is coproductie. Brandweer Nederland.

 

 

 

Bijlage 1: REPRESSIEVE ORGANISATIE

ACTUELE LIJST VOERTUIGEN

Onderstaande lijst geeft een inventarisatie binnen Brandweer Limburg-Noord weer op het gebied van tankautospuiten, redvoertuigen, hulpverleningsvoertuigen en eenheden voor de bestrijding van incidenten met gevaarlijke stoffen.

 

  • 1.

    Tankautospuiten

Aantal posten met tankautospuiten (peildatum 22-09-2022).

 

Cluster Roermond

  • 1.

    - Post Echt TST (23-5331)

  • 2.

    - Post Montfort TST (23-5231)

  • 3.

    - Post Reuver TST (23-5831)

  • 4.

    - Post Roermond TS (23-5131)

TST (23-5132)

  • 1.

    - Post Stevensweert TST (23-5731)

  • 2.

    - Post Susteren  TS (23-5431)

  • 3.

    - Post Wessem  TS (23-5531)

Cluster Venlo

  • 1.

    - Post Baarlo TS (23-2831)

  • 2.

    - Post Belfeld TS (23-3431)

  • 3.

    - Post Kessel TS (23-2731)

  • 4.

    - Post Lomm TST (23-3131)

  • 5.

    - Post Maasbree TS (23-2931)

  • 6.

    - Post Panningen TST (23-2632)

  • 7.

    - Post Venlo TS (23-3231)

TST (23-3232)

Cluster Venray

  • 1.

    - Post Gennep TST (23-1231)

  • 2.

    - Post Bergen TST (23-1331)

  • 3.

    - PostHorst TST (23-2331)

  • 4.

    - PostLottum TST (23-2231)

  • 5.

    - Post Meerlo TS (23-2131)

  • 6.

    - Post Mook TST (23-1131)

  • 7.

    - Post Sevenum TS(23-2431)

  • 8.

    - Post Venray TST (23-1431)

  • 9.

    TST (23-1432)

Cluster Weert

  • 1.

    - Post Heythuysen TST (23-4331)

  • 2.

    - Post Ittervoort  TS (23-4631)

  • 3.

    - Post Kelpen-Oler TS (23-4731)

  • 4.

    - Post Meijel TST (23-4831)

  • 5.

    - Post Nederweert TST (23-4131)

  • 6.

    - Post Roggel TS (23-4231)

  • 7.

    - Post Stramproy TST (23-4531)

  • 8.

    - Post Weert TS (23-4431)

TST (23-4432)

 

 

  • 2.

    Redvoertuigen

Aantal posten met redvoertuigen (peildatum 22-09-2022).

 

Cluster Roermond

  • -

    Post Roermond Hoogwerker (23-5151)

Cluster Venlo

  • -

    Post Venlo Hoogwerker (23-3251)

Cluster Venray

  • -

    Post Venray Autoladder (23-1451) 

Cluster Weert

  • -

    Post Weert Autoladder (23-4451) 

 

 

  • 3.

    Hulpverleningsvoertuigen

Aantal posten met hulpverleningsvoertuigen en bijbehorende ondersteuningsvoertuigen (peildatum: per 9 januari 2023).

 

Cluster Roermond

  • -

    Post Echt SHE (23-5371)

ON (23-5379)

Cluster Venlo

  • -

    Post Panningen SHE (23-2671)

ON (23-2679)

Cluster Venray

  • -

    Post Bergen SHE (23-1371)

ON (23-1379)

Cluster Weert

  • -

    Post Nederweert SHE (23-4171)

ON (23-4179)

  • -

    Eenheden voor IBGS

Aantal posten met eenheden voor IBGS (peildatum 22-09-2022).

Cluster Roermond

  • -

    Post Roermond Basisontsmettingshaakarmbak (23-5122)

Cluster Venlo

  • -

    Post Venlo Gevaarlijke Stoffen Eenheid (23-3221)

 

LOCATIE POSTEN MET BIJBEHOREND VERZORGINGSGEBIED

Zie afbeelding 1 voor een visualisatie van de locaties van brandweerposten (peildatum: 2022-09-22).

Afbeelding 1: Locaties brandweerposten binnen Brandweer Limburg-Noord

 

AANTAL POSTLEDEN (INCLUSIEF AANTALLEN PER FUNCTIE)

Peildatum 16-11-2022

 

Peildatum 17-10-2022

 

ORGANISATIEVORM

Onderstaand per post de bijbehorende organisatievorm(en) (peildatum: 08-11-2022).

 

Cluster Roermond

  • 1.

    Post Echt: Vrije opkomst

  • 2.

    Post Montfort: Vrije opkomst

  • 3.

    Post Reuver: Vrije opkomst

  • 4.

    Post Roermond: 24 uursbezetting en vrije opkomst

  • 5.

    Post Stevensweert: Vrije opkomst

  • 6.

    Post Susteren : Vrije opkomst

  • 7.

    Post Wessem: Vrije opkomst

     

Cluster Venlo

  • 1.

    Post Baarlo: Vrije opkomst

  • 2.

    Post Belfeld: Vrije opkomst

  • 3.

    Post Kessel: Vrije opkomst

  • 4.

    Post Lomm: Vrije opkomst

  • 5.

    Post Maasbree: Vrije opkomst

  • 6.

    Post Panningen: Vrije opkomst

  • 7.

    Post Venlo: 24 uursbezetting en vrije opkomst

     

Cluster Venray

  • 1.

    Post Gennep: Vrije opkomst

  • 2.

    Post Bergen: Vrije opkomst

  • 3.

    Post Horst: Vrije opkomst

  • 4.

    Post Lottum: Vrije opkomst

  • 5.

    Post Meerlo: Vrije opkomst

  • 6.

    Post Mook: Vrije opkomst

  • 7.

    Post Sevenum: Vrije opkomst

  • 8.

    Post Venray: Dag bezetting (2 personen SIV) en vrije opkomst

     

Cluster Weert

  • 1.

    Post Heythuysen: Vrije opkomst

  • 2.

    Post Ittervoort: Vrije opkomst

  • 3.

    Post Kelpen-Oler: Vrije opkomst

  • 4.

    Post Meijel: Vrije opkomst

  • 5.

    Post Nederweert: Vrije opkomst

  • 6.

    Post Roggel: Vrije opkomst

  • 7.

    Post Stramproy: Vrije opkomst

  • 8.

    Post Weert: Dag bezetting (2 personen SIV, 2 personen TS en 2

personen voor specialistische taken) en vrije opkomst

 

UITRUK OP MAAT

Uitruk op maat (TS4, TS5, TS7) is van toepassing op alle brandweerposten.

 

VERHOUDING MEDEWERKERS BRANDWEER LIMBURG-NOORD

 

Percentage

Absoluut (getal)

Totaal aantal vrijwillige medewerkers1 

76%

764

Totaal aantal 24-H dienst medewerkers2

8%

81

Totaal aantal ambtelijke medewerkers3 

16%

165

Totaal aantal medewerkers Brandweer

100%

1010

 

Bijlage 2: MATERIËLE WIJZIGINGEN 2019-2022

Zie onderstaande tabel voor een lijst met materiële (voertuigen en specialistisch optreden) wijzigingen tussen 2019 en 2022.

 

 

Type voertuig

Periode

Aantal

Tankautospuiten (TS)

2019

35

2022

34

Hulpverleningsvoertuigen (HV) Specialistische hulpverleningseenheid (SHE)

2019

7

2022

4

Ondersteunende voertuigen (ON-HV)

2019

0

2022

4

Handcrewteam

2019

0

2022

1

Snelle interventievoertuigen (SIV)

2019

9

2022

4

Waterhaakarmbakken (WTH)

2019

9

2022

10

Verkenningseenheden (VKE)

2019

15

2022

10

Gevaarlijke Stoffen Haakarmbak (GSH)

Gevaarlijke Stoffen Eenheid (GSe)

2019

2

2022

1

Basis Ontsmettingseenheid

2019

2

2022

1

Grootschalig Water Transport

2019

4

2022

2

Specialistische Brandbestrijdingseenheid (SBE)

2019

0

2022

2

 

 

Bijlage 3: UITGANGSPUNTEN INCIDENTBESTRIJDING

Numerieke uitgangspunten incidentbestrijding brandweer Limburg-Noord op basis van BVR en landelijke Visie grootschalig optreden en eigen besluitvorming

 

Basisbrandweerzorg

Normtijd (min)

Opmerkingen

Tankautospuiten en SIV/Basispeloton

1e eenheid

2e TS

3e TS

BVR[1]

20

25

In centrum Weert, Roermond, Venlo en Venray 3 x TS in 15 min

Slagkracht, GBO

4e TS

2e peloton

3e en 4e peloton

30

45

60

Peloton grootschalige watervoorziening

DPU 1500 (Ittervoort en Venray)

SLH 3000 (Venlo)

45 minuten in eigen regio volgens besluit MT

Niet volledig haalbaar in hele regio. Afgewogen besluit MT.

Peloton natuurbrandbestrijding

1e TS

2e TS 4 x 4

3e TS 4 x 4

4e TS 4 x 4

2e peloton

3e en 4e peloton

15

20

25

30

45

60

HAB natuurbrand

60

Ondersteunende eenheden

Redvoertuig

Geen aan eerste eenheid gerelateerde normtijd vastgesteld in VRLN.

Vasthouden aan 4 x RV in Venlo, Roermond, Weert, Venray

SHE

30

Geen wettelijke norm. Gepositioneerd in Bergen, Panningen, Nederweert, Echt.

SBE

30 in 80% van de uitruk

Geen wettelijke norm. Gepositioneerd in Venlo en Roermond.

Normtijd (min)

Opmerkingen

Grootschalig optreden

LAC

2e peloton

2e OVD

3e en 4e peloton

Bijstand peloton / compagnie interregionaal

-

45

45

60

45

Zie ook Visie grootschalig brandweeroptreden

Normen gelden ook voor

natuurbrandbestrijding

Op UGS

BCU brandweer

45 in 80% van de uitrukken

Brand specialisme

WTH

SB

ABH

VZH

MCU

1e 20 minuten en 2e 30 minuten

Bij natuurbrand 1e in 25 minuten en 6 WAH binnen 60 min

18 (h), 30 (m), 60 (l)

60

60

30 in 80% van de incidenten

Gepositioneerd in Gennep, Bergen, Venray, Horst, Venlo, Panningen, Weert, Heythuysen, Roermond, Susteren.

Venlo en Roermond zijn hoog risico (h), Weert middelrisico (m) en rest laag risico (l)

SB gepositioneerd in Venlo, Roermond

Gepositioneerd in Horst

HV specialisme

STH

90

USAR

240

IBGS specialisme

GSE (Venlo)

OTH/BOE (Roermond)

AGS-OT/CVE

MPO plotters

Verkenningseenheid (VKE)

30 h, 60 m, 120 l

30 h, 60 m, 120 l

30

30

1e en 2e in 30 min, 3e en 4e in 60 min

Venlo en Roermond zijn hoog risico (h), Weert middelrisico (m) en rest laag risico (l)

WO specialisme

Grijpredding (TS)

ORT (TS)

Boot (kanaal- of maaswaardig)

WO (duikteam reddend binnen gouden uur)

WO (berging)

15

30

30

60

75

Bergen, Venlo, Roermond, Weert

Kelpen-Oler, Nederweert, Weert, Roermond, Wessem, Venlo, Bergen, Gennep, Lottum, Meerlo, Mook.

Weert

Weert

Piket/functionarissen mono

OVD

HOVD taakcommandant

HOVD algemeen commandant

Leden sectie brandweer

AGS

25

45

45

60

60

Eigen norm

[1] Opkomsttijden zijn genoemd in het Besluit Veiligheidsregio. Dekkingspercentages zijn verder uitgewerkt in Dekkingsplan en Besluitvorming RBOP.

 

Bijlage 4: INFRASTRUCTURELE WIJZIGINGEN

Ontwikkeling

Gemeente

Plaats

Type

Opmerkingen

Uitbreiding ligplaatsen woonboten

Maasgouw

Wessem

25 ligplaatsen

Realisatie van camperplaatsen

Roermond

Roermond

40 plaatsen

Wonen / Logies

Venlo

Venlo

Tot 200 arbeidsmigranten

Woonwijk Noenevershof

Leudal

Buggenum

Woonwijk

16 woningen

NRD Oostverbinding

Venray

Oostrum

Infrastructuur

Binnen project Via Venray /realiseren verbindingsweg

Woonwijk Hoebenakker - Salmespad II

Nederweert

Nederweert

Woonwijk

7 woningen

Industrieterrein De Hanze

Roermond

Herten

Industrieterrein

Uitbreiding industrieterrein

Industrieterrein Boven de Wolfskuil

Roermond

Roermond

Industrieterrein

Uitbreiding industrieterrein

Industrieterrein Kampershoek 2.0

Weert

Weert

Industrieterrein

Distributiecentra

Greenport

Venlo

Venlo

Industrieterrein

Treinstation / containerterminal

Greenport

Venlo

Venlo

Industrieterrein

Huisvesting arbeidsmigranten tot 600 pers.

Greenport

Venlo

Venlo

Industrieterrein

Distributiecentra

Traffic port

Venlo

Venlo

Industrieterrein

LNG/CNG/Waterstof tankstation

Traffic port

Venlo

Venlo

Industrieterrein

Distributiecentra

Woonwijk ‘t Ven Oost en 't Ven Noord

Venlo

Venlo

Woonwijk

> 50 woningen

Woonwijk Spechtstraat

Venlo

Tegelen

Woonwijk

35 woningen

N270 Venray

Venray

Venray

Infrastructuur

Optimaliseren bestaande verbinding. Binnen project Via Venray

N280 Leudal

Leudal

Baexem

Infrastructuur

Verplaatsing N280 en verdiepte aanleg

N280 Roermond

Roermond

Roermond

Infrastructuur

Herinrichting 280 en verdiepte aanleg

Kerkveldsweg Oost

Echt-Susteren

Echt

Woonwijk

64 woningen

Op d'n Berg

Venlo

Venlo

Woonwijk

Realisatie woongebouwen / maatschappelijke functies

Best. Plan Oude Holstraat

Horst aan de Maas

Hegelsom

Woonwijk

Realisatie woningen / woonwijk

Best. Plan Vossen-Breuers

Venlo

Tegelen

Woonwijk

Realisatie 34 woningen

ontw. Best. Plan Haven Heijen

Gennep

Heijen

Infrastructuur

Uitbreiding industrieterrein met op en overslag via waterweg.

Best. Plan Eiermijn

Roermond

Roermond

Woonwijk

Realisatie 67 woningen

Het Vonderen (tankstation etc)

Echt-Susteren

Sint Joost

Infrastructuur

Realisatie LNG/CNG/Waterstof tankstation

Kazernekwartier

Venlo

Blerick

Woonwijk

Realisatie 500 woningen / 100 studentenwoningen / Horeca en Onderwijs

Best. Plan Melickerveld

Roermond

Roermond

Woonwijk

Realisatie 468 woningen

Best. Plan Laarveld

Weert

Weert

Woonwijk

Realisatie 350 woningen

Best. Plan De Berk III

Echt-Susteren

Echt

Industrieterrein

Kleinschalige industriefuncties

Best. Plan De Vilgert - Weidsvelden

Venlo

Velden

Woonwijk

Realisatie 39 woningen.

Best. Plan Philipsterrein

Roermond

Roermond

Woonwijk

Realisatie woningen / woongebouwen /maatschappelijke functies / Bijeenkomstfuncties

Best. Plan Gennepermolen

Gennep

Gennep

Woonwijk

Realisatie woongebouw(en)

Best. Plan Siebersbroek

Horst aan de Maas

Lottum

Woonwijk

Realisatie 60 woningen

Best. Plan Meteriks Veld II

Horst aan de Maas

Meterik

Woonwijk

Realisatie 112 woningen

Best. Plan Mäöleveld

Horst aan de Maas

Sevenum

Woonwijk

Realisatie 164 woningen

Best. Plan Kleine Solberg

Beesel

Beesel

Woonwijk

Realisatie > 10 woningen

Best. Plan Heijackerstraat

Beesel

Beesel

Woonwijk

Realisatie +/- 20 woningen

Zevenellen

Leudal

Haelen

Industrieterrein

Realisatie industrieterrein (zware industrie mogelijk) inclusief haven

Best. Plan Mgr Hanssenstraat

Venray

Oostrum

Woonwijk

Realisatie > 10 woningen

Best. Plan Afhang

Horst aan de Maas

Horst

Woonwijk

Realisatie ruim 500 woningen

Best. Plan CPO Grasheim

Leudal

Grathem

Woonwijk

Realisatie 12 woningen

 

 

Bijlage 5: DEKKINGSGRAFIEK SNELHEID 1e TS

 

Bijlage 6: DEKKINGSGRAFIEK SNELHEID 1e TS en TS-FLEX

 

 

Bijlage 7: GRAFIEK SLAGKRACHT OPKOMSTTIJD 1e t/m 3e TS

 

Bijlage 8: AANDACHTSPUNTENLIJST

CLUSTER

GEMEENTE

AANDACHTS- GEBIEDEN

AANDACHTSOBJECTEN*

NAAM OBJECT (en gebouwfunctie)

Maatregelen (RB)

Venray

Horst aan de Maas

  • 1.

    Loohorst

  • 2.

    Meerdal

  • 3.

    America

  • 4.

    De Schatberg

  • 1.

    Sevenumseweg, Grubbenvorst (1)

  • 1.

    Doevenbosweg, Horst (1)

  • 1.

    Paterstraat, Eversoord (1)

  • 1.

    Gebr. Van Doornelaan (1)

  • 1.

    Wilhelminaplein, Horst (4)

  • 1.

    Stichting Naobere Logies, wonen met 24-uurszorg

  • 1.

    Hospice, buurtzorghuis Doevenbos, wonen met 24-uurszorg

  • 1.

    P.I. Ter Peel Cellencomplex

  • 1.

    Molenveldhuis, dementerende personen

  • 1.

    Portiekflatwoningen

  • 1.

    Brand/rookcomp. Brandmeld/onr. Install/ BHV+ontr

  • 1.

    Brand/rookcomp. Brandmeld/onr. Install/ BHV+ontr

  • 1.

    Brand/rookcomp. Brandmeld/onr. Install/ BHV+ontr

  • 1.

    Brand/rookcomp. Brandmeld/onr. Install/ BHV+ontr

Mook en Middelaar

Geen aandachtsgebieden

Geen aandachtsobjecten

Gennep

Geen aandachtsgebieden

  • 1.

    De Ziep, Ottersum (10)

  • 1.

    St.Janstraat, Ottersum (8)

  • 1.

    Dagbesteding en wonen met 24-uurszorg. (geen celfunctie zoals in BAG vermeld staat)

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

    Brand/rookcomp. Brandmeld/onr. Install/ BHV+ontr

Bergen

  • 1.

    Wellerlooi Kern

  • 2.

    Well-West

  • 1.

     

  • 1.

     

Venray

Geen aandachtsgebieden

  • 1.

    Benoitlaan, Venray (16)

  • 1.

    Bergweg, Venray (16)

  • 1.

    De hoge beek, Venray (90)

  • 1.

    Haammakersstraat, Venray (42)

  • 1.

    Schutterveld, Venray (117)

  • 1.

    Veltums, Kleffen (15)

  • 1.

    Gerbrandystraat, Venray (12)

  • 1.

    Rooseveltstraat, Venray (9)

  • 1.

    Westsingel, Venray (36)

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

     

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

     

  • 1.
    • 1.

      Portiekflat woningen

  • 1.
    • 1.

      Portiekflat woningen

  • 1.

     

  • 1.
    • 1.

      Portiekflat woningen

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

     

Venlo

Venlo

  • 1.

    Casinoflat

  • 1.

    Auxiliatrixweg, Venlo (4)

  • 1.

    Dokter Blumenkampstraat, Venlo (83)

  • 1.

    Ulingshofweg, Venlo (2)

  • 1.

    Bachstraat, Venlo (12)

  • 1.

    Frans Halsstraat, Venlo (12)

  • 1.

    Karel van Egmondstraat, Venlo (8)

  • 1.

    Klokkengietersstraat, Venlo (144)

  • 1.

    Straelseweg, Venlo (12)

  • 1.

    Veestraat, Venlo (15)

  • 1.

    Casinoweg, Venlo (120)

  • 1.

    Gebroeders Wienerstraat, Venlo (90)

  • 1.

    Gulikstraat, Venlo (96)

  • 1.

    Hogeweg, Venlo (9)

  • 1.

    Jan Vermeerstraat, Venlo (146)

  • 1.

    Postweg, Venlo (121)

  • 1.

    Horstgraaf, Magnoliahof etc. Dagbesteding en wonen met 24-uurszorg

  • 1.

    Meeuwbeemd, Dagbesteding en wonen met 24-uurszorg

  • 1.

     

  • 1.

    De zorggroep etc. Dagbesteding en wonen met 24-uurszorg

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

     

  • 1.
    • 1.

      Portiekflat woningen

  • 1.

     

  • 1.

     

  • 1.
    • 1.

      Portiekflat woningen

  • 1.

     

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

    Portiekflat woningen

  • 1.

    Casinoflat, galerijflat

  • 1.

    Gebr. Wiener woongebouw, galerijflat

  • 1.

    De Rijnhorst, portiekflats

  • 1.

    Galerijflats

  • 1.

    Portiekflats

  • 1.

    Portiekflats

  • 1.

    Portiekflats

  • 1.

    Brand/rookcomp. Brandmeld/ont. Install. /BHV+ontr.

  • 1.

    Brand/rookcomp. Brandmeld/ont. Install/BHV +ontr.

  • 1.

    Brand/rookcomp. Brandmeld/ont. Install. /BHV+ontr

Peel en Maas

Geen aandachtsgebieden

Geen aandachtsobjecten

Roermond

Roermond

Geen aandachtsgebieden

  • 1.

    In de Bongert, Swalmen

  • 1.

    Neerstraat, Swalmen

  • 1.

    Mortelplein, Swalmen

  • 1.

    Prins Willem Alexanderstraat, Swalmen

  • 1.

    Prinses Amaliahof, Swalmen

  • 1.

    Galerijwoningen (geen portiek)

  • 1.

    De Zorggroep Verzorgingshuis St. Jan Baptist

  • 2.

    Stichting Daelzicht

  • 1.

    WoZoCo Prinses Amaliahof

  • 2.

    WoZoCo Prinses Amaliahof

  • 1.

    Regulier wonen (rookmelders bestaande bouw)

  • 1.

    Wonen met zorg, 24-uurs zorg

  • 1.

     

  • 1.

    Wonen met zorg, 24-uurs zorg

  • 1.

    Wonen met zorg, 24-uurs zorg

  • 1.

     

  • 1.

    Wonen met zorg, 24-uurs zorg

Roerdalen

  • 1.

    Vlodrop station

  • 2.

    Rothenbach

  • 3.

    MERU

  • 4.

    Etsberg

  • 5.

    Reewoude

  • 6.

    Posterhold

  • 7.

    Vlodrop

  • 1.

    Boomstraat, Posterholt

  • 1.

    Raadhuisstraat, Posterholt

  • 1.

    Guldendreef, Herkenbosch

  • 1.

    Kloosterhof, Posterholt

  • 1.

    Kamergewijze verhuur

  • 1.

    Regulier wonen

  • 1.

    Stichting Pergamijn

  • 1.

    Gemeenschappelijke ruimte bij aanleunwoningen

  • 1.

    Rookmelders NEN2555 of compartimentering

  • 1.

    Regulier wonen (rookmelders bestaande bouw)

  • 1.

    Groepszorgwoning 24-uurszorg

  • 1.

    Regulier wonen met kleine bijeenkomstfunctie

Beesel

Geen aandachtsgebieden

Geen aandachtsobjecten

Echt-Susteren

  • 1.

    Spaanshuisken

Geen aandachtsobjecten

Maasgouw

  • 1.

    Heerstraat-zuid, Beegden

  • 1.

    Onder de Bomen, Thorn

  • 1.

    Huize ter Beegden

  • 1.

    Stichting Proteion Locatie Sterrebosch

  • 1.

    Wonen met zorg, 24-uurs zorg

  • 1.

    Wonen met zorg, 24-uurs zorg

Weert

Weert

  • 1.

    Rietstraat, Weert

  • 1.

    Serviliusstraat, Weert

  • 1.

    Portiekwoningen

  • 1.

    Portiekwoningen/ Galerijwoningen

  • 1.

    Regulier wonen (rookmelders bestaande bouw)

  • 1.

    Regulier wonen (rookmelders bestaande bouw)

Leudal

  • 1.

    Magdalenahof, Haelen

  • 1.

    Kloosterpad, Neer

  • 1.

    Bergerweg, Horn

  • 1.

    Proteion – St. Magdalena Rooms Katholiek klooster

  • 1.

    Portiekwoningen

  • 1.

    Woon-/zorgcentrum

  • 1.

    Wonen met zorg 24-uurszorg

  • 1.

    Regulier wonen (rookmelders bestaande bouw)

  • 1.
    • 1.

      Wonen met zorg 24-uurszorg

Nederweert

TOTAAL

15 gebieden

47 objecten

* Bij de cijfers zijn objecten gelegen aan hetzelfde straatdeel geclusterd tot een aandachtsobject.

 

Bijlage 9: AANDACHTSGEBIEDEN SLAGKRACHT

 

Categorie

Capaciteit

Boven brandbreedte

Gebieden

1

1e TS

1

  • 1.

    Casinoflat, Venlo

1

2e TS

6

  • 1.

    Componistenbuurt, Roermond

  • 2.

    Rijnbeek, Venlo

  • 3.

    Vliegeniersbuurt, Roermond

  • 4.

    Maaswaard, Venlo

  • 5.

    Casinoflat, Venlo

  • 6.

    Binnenstad, Roermond

1

3e TS

7

  • 1.

    Componistenbuurt, Roermond

  • 2.

    Rijnbeek, Venlo

  • 3.

    Molenbossen, Venlo

  • 4.

    Vliegeniersbuurt, Roermond

  • 5.

    Maaswaard, Venlo

  • 6.

    Casinoflat, Venlo

  • 7.

    Binnenstad, Roermond

1

RV

1

  • 1.

    Casinoflat, Venlo

2

1e TS

13

  • 1.

    Vlodrop station, Roerdalen

  • 2.

    Rothenbach, Roerdalen

  • 3.

    Loohorst, Horst aan de Maas

  • 4.

    Wellerlooi Kern, Bergen

  • 5.

    Etsberg, Roerdalen

  • 6.

    Meerdal, Horst aan de Maas

  • 7.

    Well-West, Bergen

  • 8.

    Reewoude, Roerdalen

  • 9.

    Posterholt, Roerdalen

  • 10.

    America, Horst aan de Maas

  • 11

    Spaanshuisken, Echt-Susteren

  • 12

    Vlodrop, Roerdalen

  • 13

    De Schatberg, Horst aan de Maas

2

2e TS

8

  • 1.

    Vlodrop station, Roerdalen

  • 2.

    Rothenbach, Roerdalen

  • 3.

    Loohorst, Horst aan de Maas

  • 4.

    Kern Arcen, Venlo

  • 5.

    Etsberg, Roerdalen

  • 6.

    Herkenbosch, Roerdalen

  • 7.

    Reewoude, Roerdalen

  • 8.

    Postwegflat, Venlo

3

3e TS

1

  • 1.

    Meru, Roerdalen

Totaal aantal buurten

37