Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord

In goede handen Beleidsplan 2024-2027

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingIn goede handen Beleidsplan 2024-2027
CiteertitelBeleidsplan 2024-2027
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

22-03-2024

bgr-2024-728

Tekst van de regeling

Intitulé

In goede handen Beleidsplan 2024-2027

 

 

 

Inhoudsopgave

 

Inhoudsopgave 1

Voorwoord 2

Leeswijzer 3

1 Inleiding 4

1.1 Wie zijn wij 4

1.2 Terugblik 5

2 Wettelijke bepalingen 6

3 Organisatiebrede thema’s 10

3.1 Interne continuïteit 10

3.2 Grenzeloze samenwerking 11

3.3 Relatie met de inwoners 13

3.4 Adaptief vermogen van de organisatie 15

3.5 Informatie en technologie 16

4 Veiligheid 19

4.1 Brandweer 20

4.2 Crisisbeheersing 23

5 Publieke Gezondheid 26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorwoord

 

“In goede handen” is de titel van het beleidsplan 2024-2027 van Veiligheidsregio Limburg-Noord. Een zorgvuldig gekozen titel want bij alle medewerkers van VRLN, die elke dag een bijdrage leveren aan de veiligheid en gezondheid van alle inwoners van onze regio, bent u ook echt in goede handen. Veiligheid en gezondheid zijn een belangrijke basis in een samenleving die voortdurend in beweging is en waar nieuwe uitdagingen op ons pad komen. Ontwikkelingen die zich in een rap tempo opvolgen en waar we ons op moeten voorbereiden. Zowel in onze eigen organisatie als in de regio. Dat doen we samen met onze partners binnen onze netwerken maar ook in toenemende mate samen met onze inwoners. Omdat wat vandaag geldt morgen zomaar een andere wending kan nemen is het goed dat wij investeren in de weerbare samenleving.Nieuwe uitdagingen in de wereld om ons heen vraagt flexibiliteit en wendbaarheid van onze eigen organisatie. Vraagt om het blijvend investeren in onze eigen kwaliteit. Met dit beleidsplan leggen wij een degelijke basis voor de komende 4 jaar. Door elke dag een stap te zetten, door elke dag te investeren in de veiligheid en gezondheid van onze inwoners ben ik ervan overtuigd dat we de titel van dit beleidsplan waarmaken en we met recht kunnen zeggen dat u bij ons in goede handen bent.

 

Carolien Angevaren

Algemeen Directeur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leeswijzer

 

Het nieuwe beleidsplan bestaat naast de inleiding uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 2 staan de verplichte onderdelen vanuit de Wet veiligheidsregio’s die het beleidsplan dient te bevatten, beschreven. In hoofdstuk 3 worden vijf organisatiebrede thema’s beschreven; interne continuïteit, grenzeloze samenwerking, relatie met de inwoners, adaptief vermogen van de organisatie en informatie en technologie. Dit zijn de thema’s waarop wij ons de komende jaren verder gaan ontwikkelen.

De hoofdstukken ‘Veiligheid’ en ‘Publieke Gezondheid’ gaan in op de reguliere taken van onze veiligheidsregio. Van bestrijding van de grootste natuurbranden tot zorg voor de allerjongste inwoner van Noord- en Midden-Limburg op de consultatiebureaus.

Ieder hoofdstuk geeft een beschrijving van de context en gaat vervolgens in op welke ambities we samen met ons bestuur, inwoners en ons netwerk willen nastreven. De uitwerkingen van deze ambities vormen de basis voor de documenten van de planning- en controlcyclus in deze beleidsperiode, zoals begrotingen, jaarplannen en bestuursrapportages.

Met het vaststellen van dit beleidsplan volgt de opdracht aan directie en management om gedurende de beleidsperiode deze ambities te vertalen naar concrete acties.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1 Inleiding

 

 

1.1 Wie zijn wij

Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) is één van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland. Kenmerkend voor VRLN is dat naast Brandweer, Crisisbeheersing en de GHOR ook de GGD en Risk Factory onderdeel uitmaken van de veiligheidsregio. Dit zorgt ervoor dat we Publieke Gezondheid en Veiligheid samenbrengen binnen één organisatie.

 

Werkgebied

VRLN is een gemeenschappelijke regeling van de 15 gemeenten in Noord- en Midden-Limburg. Het werkgebied strekt zich uit van de gemeente Mook en Middelaar tot de gemeente Echt-Susteren. De regio Limburg-Noord heeft ongeveer 525.000 inwoners en een gebiedsoppervlakte van ruim 1.500 km2. De regio is smal (5 tot 35 km) en langgerekt (110 km) en wordt in de lengterichting doorsneden door de Maas. De regio concentreert zich rond de centrumgemeenten Venlo, Venray, Roermond en Weert.

Limburg-Noord is een landelijk en bosrijk gebied en wordt gekenmerkt door intensieve veehouderij en land- en tuinbouw. Naast de Maas wordt de regio doorkruist door een aantal belangrijke transportroutes over weg, water, spoor en door buisleidingen. Limburg-Noord kent veel recreatieplekken om en aan het water. De Maasplassen vormen het grootste aaneengesloten plassengebied van Nederland. Binnen de regio worden relatief veel grootschalige evenementen georganiseerd. Het Designer Outlet Center en Toverland dragen daarnaast bij aan een relatief grote bezoekersstroom c.q. (koop)toerisme in Limburg-Noord.

Limburg-Noord kenmerkt zich door een traditie van ondernemerschap, innovatie en gemeenschapszin. Daarnaast kent de regio een sterke vergrijzing in combinatie met relatief veel chronische aandoeningen, eenzaamheid, armoede, laaggeletterdheid, een hoog percentage mensen met een lage sociaaleconomische status en hoge zorgkosten.

 

Samenwerking

We zijn een samenwerkingsplatform en werken naast de 15 gemeenten in onze regio intensief samen met overige veiligheidsregio’s en met zowel publieke als private partijen zoals GGD GHOR Nederland, RIVM, Brandweer Nederland, NIPV, Waterpartners Limburg, Enexis en zorg- en welzijnspartners. Ook is er intensief contact met GGD’en in het zuiden van Nederland en de verschillende hulpverleningsorganisaties in het grensgebied met België (provincie Limburg) en Duitsland (Bundesland Nordrhein-Westfalen).

 

Huisvesting

Op dit moment biedt VRLN haar diensten aan vanuit ongeveer 50 locaties verdeeld over de regio Limburg-Noord. Het betreft hier een aantal kantoorlocaties, brandweerkazernes en GGD locaties waaronder consultatiebureaus. Door middel van een strategisch huisvestingsbeleid wordt gekeken in hoeverre de huisvesting efficiënter, goedkoper en duurzamer kan worden vormgegeven. Hierbij wordt nauwgezet gekeken naar de visies op de brandweerzorg, crisisbeheersing en GGD.

Op basis van een aantal uitgangspunten is de toekomstige huisvestigingsbehoefte beschreven.

 

Personeel

VRLN heeft ongeveer 650 werknemers in dienst. Daarnaast zijn er ongeveer 750 vrijwilligers. Op het gebied van human resources zien we een aantal uitdagingen op ons afkomen. Denk hierbij aan de veranderende arbeidsmarkt, de veranderende competenties die worden gevraagd van medewerkers en de wendbaarheid van de organisatie.

 

1.2 Terugblik

De afgelopen beleidsperiode heeft zich enerzijds gekenmerkt door enkele complexe en omvangrijke crises die zowel op operationeel en uitvoerend vlak als op het gebied van regie en coördinatie veel gevraagd hebben van VRLN. Meest in het oog springend zijn de coronacrisis, het hoogwater Maas, de omvangrijke natuurbranden in de Meinweg en de Peel en de opvang van ontheemden. Deze crises speelden een rol van belang op gemeentelijke, regionale, nationale en in een aantal gevallen ook op internationale tafels.

Deze ontwikkelingen staan in zekere mate in contrast met de originele beelden en teksten rond de oprichting van de veiligheidsregio's. De eerste evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s is een feit en de aanpassingen gaan met name over de veiligheidsregio als onderdeel van een landelijk stelsel.

Tijdens genoemde crises heeft VRLN veel geleerd. De organisatie heeft ervaren waar haar sterke punten liggen en waar kwetsbaarheden de continuïteit en de uitvoering bedreigen van de aan haar toebedeelde taken en verantwoordelijkheden.

Voor een deel zijn de geleerde lessen al doorleefd en vertaald in de drie bestuurlijke visies met als horizon het jaar 2030; voor GGD, brandweer en crisisbeheersing. Voor de samenhang is het echter niet meer dan logisch dat geleerde lessen en opgedane inzichten aan de basis hebben gestaan van dit beleidsplan en meer concreet uiteindelijk hebben geleid tot de keuze voor de vijf thema’s waarlangs dit beleidsplan is opgesteld. Deze vijf thema’s zijn: interne continuïteit, grenzeloze samenwerking, relatie met de inwoners, adaptief vermogen van de organisatie en gebruik van informatie en technologie.

 

2 Wettelijke bepalingen

 

De Wet veiligheidsregio’s (artikel 14 lid 2) stelt dat het beleidsplan in ieder geval moet bevatten:

a. een beschrijving van de beoogde operationele prestaties van de diensten en organisaties van de veiligheidsregio, en van de politie, alsmede van de gemeenten in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;

b. een uitwerking, met inachtneming van de omstandigheden in de betrokken veiligheidsregio, van door Onze Minister vastgestelde landelijke doelstelling als bedoeld in artikel 37;

c. een informatieparagraaf waarin een beschrijving wordt gegeven van de informatievoorziening binnen en tussen de onder a bedoelde diensten en organisaties;

d. een oefenbeleidsplan;

e. een beschrijving van de niet-wettelijke adviesfunctie, bedoeld in artikel 10, onder b;

f. de voor de brandweer geldende opkomsttijden en een beschrijving van de aanwezigheid van brandweerposten in de gemeenten alsmede de overige voorzieningen en maatregelen, noodzakelijk voor de brandweer om daaraan te voldoen.

 

A Beschrijving operationele prestatie

Brandweer

Incidentbestrijding

De uitvoering van de repressieve brandweerzorg binnen VRLN steunt op een fijnmazig netwerk van 30 brandweerposten en bestaat voor een groot deel uit brandweervrijwilligers. We borgen onze (inter)regionale- en landelijke slagkracht met veel aandacht voor vakmanschap, paraatheid, en adequaat materieel. De operationele prestaties zijn vastgelegd in het Dekkingsplan dat is vormgegeven aan de hand van de nieuwe landelijke systematiek.

De slagkracht van de Brandweer Limburg-Noord is gebaseerd op het provinciaal risicoprofiel waarin een zeer grote natuurbrand als maatgevend risico is bepaald. Wanneer voor een dergelijke brand 4 eigen pelotons worden ingezet kan met de resterende 16 tankautospuiten een adequate restdekking voor de regio geborgd worden. Als dit, of een vergelijkbaar scenario, zich voordoet kan niet gelijktijdig ook nog bijstand verleend worden aan andere regio’s.

Onder normale omstandigheden kan de Brandweer Limburg-Noord bijstand verlenen aan andere regio’s of buurlanden met: 1 peloton Basis Brandweerzorg, 1 peloton Redding en technische hulpverlening, 1 peloton Grootschalige Watervoorziening en 1 peloton Natuurbrandbestrijding.

Dit is conform de afspraken die hierover binnen Brandweer-Nederland gemaakt zijn. De Brandweer Limburg-Noord gaat er hierbij vanuit dat deze pelotons niet allemaal gelijktijdig opgeroepen worden.

 

Risicobeheersing

Risicobeheersing zet zich voornamelijk in voor het voorkomen van de kans op brand en het beperken van de schadelijke gevolgen ervan. Met als doel minder slachtoffers en minder onherstelbare schade door brand. Risicobeheersing ondersteunt gemeenten en provincie bij hun verantwoordelijkheid voor het borgen van brandveiligheid. Het basis takenpakket bestaat uit adviezen, toezicht en diensten met betrekking tot:

• ruimtelijke ordening en infrastructuur;

• industriële veiligheid en milieu;

• Besluit risico’s zware ongevallen en bedrijfsbrandweer;

• bouwen;

• brandveilig gebruik;

• evenementen en

• maatschappelijke aandacht voor brandveiligheid.

 

Crisisbeheersing

Crisisbeheersing zorgt ervoor dat de partners binnen de veiligheidsregio multidisciplinair samenwerken op het gebied van crises en rampen. Het regionaal crisisplan vormt de basis van de operationele prestatie van de multidisciplinaire crisisorganisatie.

• Het regionaal crisisplan is ingericht conform het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr).

• De veiligheidsregio heeft een actueel provinciaal risicoprofiel en stelt samen met de Veiligheidsregio Zuid Limburg, partners, bedrijven en instellingen, rampbestrijdingsplannen en coördinatieplannen op.

• Een 24/7 crisisorganisatie die voldoet aan de basisnormen van crisismanagement:

- 24/7 een calamiteitencoördinator op de meldkamer die leiding geeft aan het multidisciplinaire

meldkamerproces en sturing geeft aan de informatievoorziening bij GRIP-situaties

- opschalingsruimten en een multi-commando-unit met gegarandeerde operationele beschikbaarheid.

• Gelijktijdig kunnen twee GRIP-1 incidenten gemanaged worden of één GRIP-2 incident.

• Een multi opleidings-en oefenbeleidsplan zodat alle lagen van de crisisorganisatie vakbekwaam worden en blijven.

• Een multi-evaluatiebeleid en een lerende organisatie bewerkstelligt continu verbetering van de cisisbeheersingsorganisatie en de zichtbare leer-en verbeterpunten in Rode Draden Analyses.

 

Bevolkingszorg

Bevolkingszorg omvat alle gemeentelijke processen in de crisisbeheersing. Het doel van Bevolkingszorg is om zo snel mogelijk adequate zorg te verlenen aan burgers die zorg nodig hebben bij ongevallen en rampen. De veiligheidsregio ondersteunt gemeenten hierbij en vervult voor een deel van de taken een coördinerende en/of faciliterende rol. De wettelijke taken die hierbij horen zijn:

• het verzorgen van de crisiscommunicatie;

• het voorzien in opvang en verzorging van de bevolking;

• het verzorgen van nazorg voor de bevolking;

• het registreren van de slachtoffers;

• het registreren van schadegevallen;

• het adviseren van het regionaal operationeel team.

 

GHOR

De GHOR zorgt ervoor dat zorgorganisaties die zich met geneeskundige hulpverlening bezighouden gezamenlijk één, goed functionerende hulpverleningsketen vormen bij ongevallen en rampen. Denk daarbij aan de Ambulancezorg Limburg, Meldkamer Ambulancezorg (MKA), ziekenhuizen, huisartsen, GGD, verpleeg- en verzorgingstehuizen, thuiszorg, gehandicaptenzorg en GGZ-instellingen. De GHOR heeft de volgende basistaken:

• een 24/7 crisisorganisatie die voldoet aan de basisnormen van crisismanagement;

• advisering van bevoegde gezagen over onder andere risicobeheersing en risicoprofielen;

• mono- en multidisciplinaire voorbereiding op crises in ketensamenwerking.

 

Meldkamer

Meldkamer Limburg heeft een belangrijke rol in de hulpverlening en de veiligheid van burgers in de regio. Zij werkt voor zowel Veiligheidsregio Zuid Limburg als Veiligheidsregio Limburg-Noord. De taken van de meldkamer zijn onder andere:

• het ontvangen en verwerken van alarmmeldingen;

• het coördineren van de inzet van hulpdiensten;

• het informeren van betrokken partijen tijdens een incident;

• het monitoren van de veiligheidssituatie en dit beeld terugkoppelen met het veld.

Meldkamer Limburg zet zich in om deze taken zo efficiënt mogelijk uit te voeren en samen te werken met relevante partners om de veiligheid in de regio te verbeteren.

 

Politie-eenheid Limburg

Het werkgebied van de politie-eenheid Limburg is onderverdeeld in 3 districten, te weten District Noord en Midden Limburg, District Zuid-West-Limburg en District Parkstad-Limburg. Deze districten zijn weer onderverdeeld in robuuste basisteams.

Crisisbeheersing is een zeer breed thema dat raakvlakken heeft met een veelheid aan thema’s en processen binnen de eenheid. Dat is de reden dat crisisbeheersing de (operationele) werkzaamheden van iedereen binnen de eenheid raakt en niet de verantwoordelijkheid is van één organisatieonderdeel of een kleine groep mensen.

In beginsel heeft in potentie iedere politiemedewerker een rol tijdens een crisis. Het doel van de eenheid Limburg is om de politiezorg en de daarbij behorende taken ook tijdens voorzienbare en onvoorzienbare (en onverwachte) crises naar behoren goed uit te kunnen blijven voeren. Dat betekent dat de politie samen met de partners in de veiligheidsregio’s afstemt over relevante (maatschappelijke) ontwikkelingen die gezamenlijke aandacht behoeven, zoals de digitalisering van de samenleving en het daarmee samenhangende risico van cyberincidenten.

Daar waar voor langere tijd of aanzienlijke politiecapaciteit gevraagd wordt, vindt vooraf een haalbaarheidstoets plaats. Zodoende is de politie de parate en betrouwbare crisispartner. Concreet betekent bovenstaande dat de politie in Limburg:

• Haar paraatheid heeft georganiseerd en crisisrollen laat invullen door getrainde en opgeleide crisisfunctionarissen conform de afspraken zoals vastgelegd in of op basis van het Regionaal Crisisplan

• (Pro-)actief informatie deelt met haar crisispartners vanuit de GMKL

• Bijdraagt aan de doorontwikkeling “Veiligheidsinformatie Knooppunt Veiligheidsregio's”

• Deelneemt aan voor de politie relevante programma's geïnitieerd vanuit de veiligheidsregio's

• Deelneemt aan de voorbereiding op rampen en crises middels planvorming en multidisciplinaire trainingen en oefeningen

• Samen met onder andere Veiligheidsregio’s Limburg-Noord en Zuid Limburg werken aan de Taskforce Cyber Limburg, waarbij het doel is om te komen tot een gezamenlijk cyberbeleid met gezamenlijke prioriteiten, preventieve acties en budget. De Risk Factory is een voorbeeld van deze preventieprojecten. Hier zijn cybergerelateerde scenario’s opgenomen die zowel leerlingen als senioren kunnen beleven. Op die manier wordt online weerbaarheid vergroot.

 

BLandelijke doelstellingen

De minister van Veiligheid en Justitie heeft nog geen landelijke doelstellingen geformuleerd. De landelijke agenda van het Veiligheidsberaad is wel zo op te vatten.

 

CInformatieparagraaf

De informatieparagraaf staat integraal beschreven in hoofdstuk 4 van het Regionaal Crisisplan 2024-2027.

 

DOefenbeleidsplan

Het oefenbeleidsplan staat beschreven in het beleidsplan MOTO 2020-2023. In 2024 wordt het oefenbeleidsplan geactualiseerd naar aanleiding van het beleidsplan 2024-2027, regionaal crisisplan en provinciaal risicoprofiel.

 

ENiet-wettelijke adviesfunctie bij branden, rampen en crises

Een van de taken zoals bedoel in artikel 10 van de Wvr betreft de advisering van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen en de gevallen die in dit beleidsplan zijn bepaald. Dit is beschreven in de notitie niet-wettelijke adviesfunctie veiligheid. Het betreft een voorzetting van de al bestaande werkwijze.

 

FDekkingsplan

Conform de Wet veiligheidsregio's stelt het bestuur van iedere veiligheidsregio eens in de vier jaar een dekkingsplan voor de (basis) brandweerzorg vast. Hierin beschrijft de regio de voor de brandweer geldende opkomsttijden, de aanwezigheid van brandweerposten in de gemeenten en de overige voorzieningen en maatregelen, noodzakelijk voor de brandweer om daaraan te voldoen. Het Dekkingsplan 4.0 Brandweer Limburg-Noord is onderdeel van de beleidscyclus en volgt het Dekkingsplan 3.0 op.

Het Dekkingsplan 4.0 Brandweer Limburg-Noord geeft inzicht in de opkomsttijden van de tankautospuiten in de regio en maakt duidelijk hoe dit zich, in geval van een brand in een gebouw, verhoudt tot het brandrisico in dit gebied.

Het Dekkingsplan 4.0 Brandweer Limburg-Noord is opgesteld volgens een nieuwe landelijke systematiek voor dekkingsplannen. Hierin wordt gewerkt met het Beoordelingskader voor Gebiedsgerichte Opkomsttijden waarin gekeken wordt naar de opkomsttijden van gebieden in plaats van op objectniveau.

Met de nieuwe landelijke systematiek voor dekkingsplannen wordt de dekking op theoretische wijze weergegeven. Hiermee verandert de inrichting van de repressieve organisatie niet, maar wordt een realistischer beeld geschetst van de prestaties uit de repressieve organisatie.

 

3 Organisatiebrede thema’s

3.1 Versterken interne continuïteit

Onder interne continuïteit wordt verstaan de mate waarin de organisatie in staat is continu invulling te geven aan haar taken en verantwoordelijkheden op het gebied van Publieke Gezondheid en Veiligheid.

 

3.1.1 Context

Om haar taken goed uit te kunnen voeren, moet VRLN voldoen aan een aantal kritieke randvoorwaarden. Zo moet de organisatie bijvoorbeeld kunnen beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel, moet de financiële huishouding op orde zijn, moeten de noodzakelijke (digitale) systemen werken en moeten de benodigde hulpmiddelen beschikbaar zijn. Interne continuïteit vraagt om doorlopende aandacht omdat deze voortdurend onder druk staat.

In diverse maatschappelijke ontwikkelingen schuilen ook dreigingen ten aanzien van de interne continuïteit. Denk aan uitval van vitale infrastructuren, krapte op de arbeidsmarkt, ziekteverzuim, de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand, cyberdreigingen, een gebrek aan adequate back-up voorzieningen en huisvestingsvraagstukken. Interne continuïteit is adequaat geregeld binnen de veiligheidsregio. Factoren die steeds in het voordeel van de organisatie werken zijn onder andere een prachtig vakgebied, brede kennis, adequaat crisismanagement, intrinsieke motivatie van werknemers van VRLN en aandacht voor persoonlijke ontwikkeling.

Het is belangrijk om proactieve maatregelen te nemen om deze bedreigingen aan te pakken, zoals het uitbouwen van interne expertise, investeren in personeelsontwikkeling, het bevorderen van een veilige en positieve werkomgeving, vitale medewerkers gericht op een duurzame inzetbaarheid, het waarborgen van goede back-upsystemen en het implementeren van passende beveiligingsmaatregelen. Daarnaast gaat het helpen om te werken aan een flexibele en wendbare organisatie die in staat is om snel in te spelen op veranderingen in de omgeving.

 

3.1.2 Ambities

Om te werken aan onze bedrijfscontinuïteit, worden komende beleidsperiode acties ondernomen op de volgende thema’s:

Voorbereid op de verstoring

Het hebben van een gedegen risico-inschatting van welke risico's de continuïteit van de bedrijfsvoering van VRLN bedreigen is voorwaardelijk om passende maatregelen te nemen. Maatregelen kunnen betrekking hebben op beschikbaarheid van personeel, werkwijzen, inkoopbeleid en het gebruik maken van de aanwezige competenties bij het inrichten van een interne crisisstructuur. Bijzondere aandacht verdienen situaties die gelijktijdig ontwrichtend zijn voor de samenleving en de veiligheidsregio, zoals het langdurig uitvallen van vitale infrastructuur.

Ontwikkelen van een strategisch personeelsbeleid

Het implementeren van een strategisch personeelsbeleid, gericht op het binden en boeien van medewerkers, is van cruciaal belang. Dit kan onder meer betrekking hebben op duurzame inzetbaarheid, ontwikkeling, inclusiviteit, flexibele werkregelingen en het waarborgen van een goede werk-privébalans. De inzet op het hebben van vitale medewerkers kan hierbij als fundament dienen.

Verbinden en samenwerken voor snellere besluitvorming

We streven naar een cultuur van samenwerking en openheid en het stimuleren van eigenaarschap, waarbij bureaucratie wordt teruggedrongen en het denken in kolommen vaker wordt doorbroken. Dit bevordert de flexibiliteit en wendbaarheid van onze bedrijfscontinuïteit. Bovendien kan de verbinding zorgen voor hechtere vormen van samenwerken en snellere besluitvorming.

Successen vieren

Het communiceren van (kleine) successen en hiervan leren kan de motivatie en betrokkenheid van collega’s versterken en draagt bij aan een aangename en positief gewaardeerde werkomgeving. Op die manier wordt er binnen de organisatie van elkaar geleerd. Deze positieve lessen kunnen gebruikt worden om belemmeringen en uitdagingen bij samenwerking te overwinnen.

 

3.2 Grenzeloze samenwerking uitbreiden

Met een grenzeloze samenwerking willen we als veiligheidsregio werken aan het actief opzoeken en aangaan van samenwerkingen met partners over de grens van onze eigen organisatie en daarbij niet schromen om verder te kijken dan onze bekende partners. Dit betekent dat we over de grenzen van ons denken zullen gaan en daarbij minder belemmering voelen in het aangaan van samenwerkingen met (nieuwe) partners waar dat mogelijk is.

 

3.2.1 Context

Het speelveld van over grenzen samenwerken omvat verschillende elementen die essentieel zijn voor effectieve samenwerking. Cultuurverschillen, taalbarrières, tegenstrijdige belangen en wet- en regelgeving kunnen de communicatie en samenwerking bemoeilijken. Door aandacht te besteden aan het slimmer omgaan met deze elementen kunnen we als organisatie succesvoller gaan samenwerken om gezamenlijke uitdagingen aan te pakken.

Netwerken vormen en onderhouden spelen een sleutelrol in succesvol relatiebeheer. Deze netwerken stellen ons in staat om gezamenlijke belangen te behartigen en kennis uit te wisselen. De duurzame relaties die hierbij ontstaan vergemakkelijken samenwerking vervolgens op verschillende organisatieniveaus.

Als organisatie blijft het daarbij belangrijk om bereidwilligheid en initiatief te tonen. Dit kan door niet enkel bij gezamenlijke problemen samen op te trekken, maar ook wanneer we in de positie zijn om een partner met een specifiek probleem bij te staan. Op die manier werken we aan een verhoogde bereidheid ter ondersteuning bij de ander in tijden van crisis bij de eigen organisatie. Vertrouwen is daarbij de basis voor deze vorm van samenwerking. Dit doen we zowel lokaal, regionaal als (inter)nationaal.

 

3.2.2 Ambities

Bewustzijn creëren belang van samenwerken

Het vermogen om grenzeloos samen te werken kunnen we als organisatie verbeteren door hierover bewustzijn te creëren bij collega’s. Door het belang van relatiebeheer en samenwerking mee te geven en vervolgens de handvaten te bieden om te werken aan de vaardigheden die hierbij nodig zijn, zullen er minder obstakels gezien worden bij het aangaan van samenwerkingen.

 

Netwerken als kernactiviteit

Netwerken zal steeds meer gezien moeten worden als een kernactiviteit van onze organisatie. Daarbij hoort het faciliteren van en deelnemen aan netwerkbijeenkomsten, evenementen en platforms die samenwerking bevorderen breder dan enkel voor en met andere veiligheidsregio’s, gemeenten en zorginstellingen. Ons werk gaat vele grenzen over. Het is daarom nodig om verbinding te zoeken met het gehele spectrum van onze werkzaamheden. Dit geldt voor onze activiteiten op zowel het preventieve als het repressieve vlak.

 

Versterken van samenwerking met inwoners en partners

Het is belangrijk om samen te werken met externe stakeholders, zoals inwoners en ketenpartners, om informatie-uitwisseling en gezamenlijke actie te verbeteren. Gedurende een crises, maar ook daarvoor. Dit vergroot de veerkracht en effectiviteit van onze bedrijfscontinuïteit als veiligheidsregio. Verschillende manieren van het uitbreiden van burgerparticipatie in de regio worden momenteel verkend.

 

Vergelijken met en leren van andere veiligheidsregio’s en GGD’en

Door benchmarking en het leren van best practices van andere veiligheidsregio’s en GGD’en kunnen we onze processen en benaderingen continu blijven verbeteren. Het stimuleren van het deelnemen aan onder andere communities of practice, netwerkdagen en het onderhouden van contacten met andere regio’s en landelijke spelers zoals het NIPV, Ministerie van VWS, Ministerie van J&V, Inspecties en RIVM, spelen hierbij een cruciale rol. Ook kunnen Risk Factories onderling werken aan nog meer kennisuitwisseling.

 

Versterken internationale samenwerking

Limburg-Noord grenst voor een groot gedeelte aan Duitsland en België. In onze werkzaamheden zit daarom een grote internationale component verwerkt. Crises trekken zich niks aan van landsgrenzen. Het versterken van internationale samenwerking is daarom zeer belangrijk. Op het gebied van brandweerzorg, crisisbeheersing en publieke gezondheid zullen daarom komende beleidsperiode verschillende grotere en kleinere projecten gaan lopen om deze relatie te verstevigen.

 

Bouwen aan interne samenwerking

Belangrijk is dat het interne fundament ook stevig staat. Een groot deel van de uitdagingen waar we als veiligheidsregio de komende jaren aan moeten werken, zoals het integraal benaderen van risico’s bij ruimtelijke initiatieven na de komst van de Omgevingswet, zijn immers organisatiebreed en betreffen meerdere programma’s en beleidsterreinen. Dit betekent dat het stimuleren en versterken van concrete samenwerkingen tussen verschillende sectoren, zoals tussen GGD, brandweer, crisisbeheersing, Risk Factory maar ook bedrijfsvoering prioriteit moet krijgen.

 

Oefeningen crisisbeheersing als katalysator

Crisisbeheersing kan als katalysator gebruikt worden bij het creëren van mogelijkheden om het samenwerken aan te pakken naast de noodzakelijke samenwerking tijdens crisissituaties. Het organiseren van multi- en mono-oefeningen en scenario’s zijn een concreet voorbeeld van hoe grensoverschrijdende samenwerking gefaciliteerd kan worden.

 

Risicogericht werken

De komst van de Omgevingswet vraagt van veiligheidsregio’s een risicogerichte aanpak waarbij het integraal benaderen van risico’s voorop staat. Omdat wet- en regelgeving de beoogde veiligheids- en gezondheidsdoelen niet altijd concreet beschrijven vraagt het een brede kijk en creatief meedenken van onze collega’s bij omgevingsvraagstukken. Het risicogericht werken vraagt om een veranderproces binnen de regio en bij onze netwerkpartners en initiatiefnemers.

De Wet veiligheidsregio’s geeft de veiligheidsregio de taak om bevoegde gezagen te adviseren over risico’s van branden, rampen en crises indien dat in de wet- en regelgeving bepaald is, dit zijn de wettelijke adviestaken. Met de komst van de omgevingswet worden enkele van deze wettelijke adviestaken niet meer benoemd en zijn er nieuwe adviestaken bijgekomen.

Om te voorkomen dat het wegvallen van rechtstreeks bij wet aangestuurde adviestaken leidt tot onveilige situaties en een fysiek veilige en gezonde leefomgeving te kunnen blijven garanderen, continueren wij de huidige adviestaken.

 

Integrale risicoadvisering op ruimtelijke initiatieven

Het is van belang om een gebied veilig(er) en gezond(er) in te richten voor iedereen die in Limburg-Noord woont, werkt en de regio bezoekt. De ontwikkelingen in de fysieke omgeving, bijvoorbeeld op het gebied van energietransitie, woningbouwopgave en klimaat maken dit nog urgenter. Met de komst van de Omgevingswet is het wenselijk om als veiligheidsregio zo vroeg mogelijk gesprekspartner te zijn voor veiligheid en gezondheid bij nieuwe ruimtelijke initiatieven. Bij het geven van advies wordt rekening gehouden met trends en ontwikkelingen, zoals benoemd in het (dynamisch) risicoprofiel. De focus ligt op het voorkomen en beperken van incidenten, rampen en zware ongevallen en op het verbeteren van de mogelijkheden voor de bestrijding daarvan. Daarbij wordt bij de inrichting van de omgeving rekening gehouden met kwetsbare doelgroepen, zelfredzaamheid en toegankelijkheid van gebieden voor de hulpdiensten.

Naast ruimtelijke advisering gaan we meer themagericht adviseren aan gemeenten, risicoveroorzakers en crisis- en netwerkpartners. We zijn proactief, open en transparant in het delen van onze specialistische kennis op verschillende onderwerpen of thema’s. Door onze kennis te delen en met elkaar in gesprek te blijven, maken we risico’s bespreekbaar en verkleinen we de mate van onveiligheid. Dat doen we op basis van ontwikkelde interventiestrategieën in verschillende fases van een beleidscyclus bij gemeenten en netwerkpartners. Het aantal thema’s waar we gericht op willen adviseren gaan we de komende beleidsperiode verder uitbreiden. We beginnen met het adviseren op het integraal veiligheidsbeleid van onze 15 gemeenten vanuit onze blik op risico’s en het voorkomen, bestrijden en beheersen hiervan. We gaan hierover met gemeenten in gesprek om afspraken te maken op welke wijze hieraan invulling gegeven kan worden.

 

3.3 Verbeteren relatie met de inwoners

Crises in onze regio zoals de brand in de Meinweg, hoogwater Maas en de coronapandemie hebben aangetoond dat er sprake is van een verandering van de relatie tussen de veiligheidsregio en haar inwoners. Deze crises waren namelijk van dusdanige aard dat er niet alleen actie gevraagd werd vanuit de hulpverleners, maar dat inwoners zelfredzaamheid moesten tonen.

Als veiligheidsregio kunnen we geen volledige garantie bieden op het vlak van veiligheid en gezondheid. Het is daarom belangrijk dat we de weerbaarheid van de samenleving vergroten en onze relatie met inwoners versterken. Het betrekken van inwoners bij crisisbeheersing, het managen van verwachtingen, het opbouwen van vertrouwen en het versterken van draagvlak binnen gemeenschappen staat daarbij centraal.

 

3.3.1 Context

Steeds meer inwoners tonen tijdens een crisis de wilskracht om zichzelf en elkaar te helpen en te behoeden voor ‘erger’. Deze betrokkenheid van inwoners is een waardevolle kwaliteit om in te zetten bij het creëren van een weerbare samenleving.

Desondanks blijft het bereiken en activeren van de hele samenleving een uitdaging. We hebben namelijk te maken met een samenleving waarin het vertrouwen in overheidsinstanties laag is, polarisatie toeneemt en desinformatie steeds sneller gedeeld wordt in een versnipperd medialandschap.

Als veiligheidsregio zullen we daarom aan de slag moeten met het verbeteren van de relatie met onze inwoners en moeten we hierbij oog hebben voor de verschillende doelgroepen en perspectieven die er in onze regio zijn.

 

3.3.2 Ambities

Samenwerken met inwoners

Als veiligheidsregio hebben we de ambitie om relatiebeheer met onze inwoners te versterken. Het verbeteren van de kennis over veiligheids- en gezondheidsrisico’s bij inwoners heeft hierbij prioriteit. De Wet veiligheidsregio’s schrijft dan ook voor dat de veiligheidsregio inwoners informeert over rampen en crises die de regio kunnen treffen, over de maatregelen die daarop getroffen zijn ter voorkoming en bestrijding en over de te volgen gedragslijn bij deze rampen en crises. Een andere ambitie is het beter gebruik maken en betrekken van groepen inwoners bij reguliere en ad hoc taken van de veiligheidsregio.

 

Interactief leren over risico’s

Met de Risk Factory beschikt VRLN over een krachtig onderwijsleermiddel waarbij beleving centraal staat en dat wetenschappelijk onderbouwd is. Met realistische en interactieve scenario’s ervaren basisschoolleerlingen uit groep 8 en senioren (on)gezondheid en (on)veiligheid én leren ze hoe bij deze situaties te handelen. Deze ervaringen veranderen de kijk op de ervaren risico’s. Dit zorgt voor zelfvertrouwen en het nemen van juiste beslissingen op het moment dat dit nodig is. De komende beleidsperiode zal de doelgroep uitgebreid worden met leerlingen uit het Voortgezet Onderwijs.

 

Optimaliseren risico- en crisiscommunicatie

Risico- en crisiscommunicatie zijn cruciale instrumenten om de weerbaarheid van onze inwoners te vergroten. Met doeltreffende en integrale risicocommunicatie, wordt de effectiviteit van de crisiscommunicatie groter: de koude fase helpt de warme. Door vaker en op passende wijze te communiceren over hoe inwoners (brand)veilig en gezond kunnen leven, kunnen we aan de preventieve kant meer bereiken. Wanneer we deze informatie-uitwisseling aanvullen met concrete handelingsperspectieven en we in tijden van crisis zorgen voor gerichte crisiscommunicatie, wordt er voorzien in de informatiebehoefte om inwoners zo weerbaar mogelijk te maken.

Om invulling te geven aan deze ambities zullen bestaande initiatieven worden voortgezet, zoals de Risk Factory. Aanvullende- en alternatieve methoden voor integrale risico- en crisiscommunicatie worden ook verkend. Dit wordt onder andere gedaan via het lokale bestuur om inzicht te krijgen in lokale structuren en samenwerkingsverbanden.

 

Aandacht voor veranderende maatschappij

De informatie vanuit de veiligheidsregio wordt niet zonder meer voor waar aangenomen. Het vertrouwen dat inwoners in overheidsinstanties hebben is kwetsbaar. Mede door het gebruik van sociale media als primaire informatiebron, wordt het makkelijker om extreme of polariserende denkwijzen te laten confirmeren. Bij het verder uitwerken van onze risico- en crisiscommunicatieplannen dienen wij ons verder in dit thema te verdiepen om hier vervolgens op de juiste manier mee om te kunnen gaan.

 

Verwachtingsmanagement

Het managen van verwachtingen bij de inwoners en andere betrokken partijen is ook een belangrijk onderdeel van betrouwbare risico- en crisiscommunicatie. Het is van belang om transparant te zijn over wat wel en niet gedaan kan worden binnen de beschikbare capaciteit van de veiligheidsregio en de hulpdiensten. Het is ook belangrijk om duidelijk te communiceren over de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen, zoals gemeenten en inwoners, zodat iedereen weet wat er van hen verwacht wordt en wat zij kunnen verwachten van de veiligheidsregio. Door verwachtingen goed te managen, kan teleurstelling over onze taakuitvoering worden voorkomen.

Transparantie, betrouwbaarheid, autoriteit en professionaliteit zijn belangrijke aspecten. Er moet meer focus zijn op de behoeften van inwoners. In veel gevallen is het ondersteunen van particuliere en non-profit initiatieven zinvoller dan eigen programma’s van de grond af aan opbouwen.

 

Veiligheidsregio als betrouwbare gesprekspartner

Met het groeiende wantrouwen onder inwoners in Nederland richting overheden is het voor ons als veiligheidsregio nog belangrijker om gezien te worden als een betrouwbare gesprekspartner.

Medewerkers spelen hierbij een belangrijke rol. Zij zijn het visitekaartje van de organisatie en komen tijdens hun werkzaamheden geregeld, zo niet dagelijks, in contact met onze inwoners. Het is dan belangrijk om deskundig en betrouwbaar te communiceren. Het is daarnaast belangrijk om bewustzijn te creëren dat collega’s ook in privé situaties het gezicht van VRLN zijn en dat ook dan integriteit gewenst is.

Als veiligheidsregio willen we komende beleidsperiode inwoners intensiever betrekken bij onze taakuitvoering en vaker ophalen welke risico’s zij zelf in de regio ervaren. Dit doen we momenteel al met een inwonerspanel. Deze vragenlijsten gaan over gezondheidsthema’s, maar ook bredere thema’s zoals de energiecrisis worden behandeld. Het voornemen is om de risicoperceptie van inwoners te betrekken bij een dynamische variant van het regionaal risicoprofiel en om andere vormen van burgerparticipatie te verkennen.

 

3.4 Versterken adaptief vermogen

Adaptief vermogen gaat in op de mate waarin de organisatie in staat is in te spelen op onvoorziene situaties. In het veranderende veiligheids- en gezondheidslandschap is het voor de veiligheidsregio niet altijd mogelijk om voor alle denkbare situaties plannen en procedures te ontwikkelen. In het regionaal risicoprofiel wordt hier naar verwezen door de zogenoemde metafoor ‘zwarte zwanen’, dit zijn onverwachte gebeurtenissen die niemand kan voorspellen of kan zien aankomen.

 

3.4.1 Context

Om voorbereid en slagvaardig te kunnen blijven bij onvoorziene situaties vraagt dit om een organisatie die in staat is flexibel te reageren op situaties die zich aandienen. Gebeurtenissen zoals de coronapandemie en de uitdagingen rondom de opvang van ontheemden maakten duidelijk dat we als veiligheidsregio in staat moeten zijn om onze capaciteiten in opdracht van het bestuur in korte tijd opnieuw in te richten op andere of aanvullende taken.

Bovendien worden we met onze taken als veiligheidsregio steeds meer onderdeel van een landelijk systeem waarin we het als kleinere regio soms lastig kunnen hebben met het onder de aandacht brengen van onze eigen regionale belangen. Door onder andere de contourennota Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg, ontwikkelingen als de Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding en het programma Versterking Infectieziektebestrijding en Pandemische paraatheid, zullen we als regio mee moeten met de landelijke ontwikkelingen om deze onderdelen ook bovenregionaal mee te organiseren. Wat hiervan de gevolgen zullen zijn voor onze regio zal komende beleidsperiode duidelijker moeten worden.

 

3.4.2 Ambities

Wendbaarheid wanneer mogelijk

Als veiligheidsregio weet je nooit precies wanneer alle zeilen bijgezet moeten worden voor een crisis. Dit vraagt om wendbaarheid van de organisatie. Soms vraagt dit meer van de ene afdeling dan van de andere. De onvoorspelbaarheid van wanneer deze wendbaarheid nodig zal zijn, vraagt om een werkcultuur, structuur en personeelsbeleid die deze belangrijke functie van de organisatie dient en dit vervolgens mogelijk maakt. Als veiligheidsregio hebben we laten zien dat we in staat zijn om ons aan te passen op dit soort situaties, echter zijn er altijd verbeterpunten die meegenomen worden uit deze ervaringen. Met deze lessen willen we komende periode dan ook aan de slag. Zo zullen we ons bijvoorbeeld meer moeten aanpassen op langdurige ‘lauwe fases’ (opstartfase naar een mogelijke crisis) waar we momenteel veel mee te maken hebben. Voorheen hadden we vooral te maken met flitsrampen en minder met het langdurig begeven in de lauwe fase.

 

Bevorderen en richten van ondernemerschap binnen de organisatie

Het bevorderen van ondernemerschap binnen de organisatie omvat het aanbrengen van meer focus en het vasthouden daarvan, betere sturing en regie, samenwerking over verschillende programma’s, en het hebben van duidelijke prioriteiten. Het stimuleren van medewerkers om initiatief en eigenaarschap te tonen is daarbij een belangrijke katalysator om dit doel te bereiken. Door deze aspecten te versterken, zal er beter op resultaat gestuurd worden en kunnen we beter anticiperen en reageren op veranderingen en crisissituaties.

 

Aandacht voor duurzaamheid en klimaat

De klimaatverandering heeft gevolgen op ons werk. Het verhoogde risico op extreem weer, natuurbranden, overstromingen en de ontwikkelingen die horen bij de energietransitie brengen nieuwe uitdagingen met zich mee. Komende beleidsperiode zullen we onze organisatie kritisch tegen het licht moeten houden om te kijken naar de maatregelen die we zelf kunnen nemen op het gebied van duurzaamheid om onze bijdrage te leveren aan de bewerking van de opwarming van de aarde. Zo kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar vervoersbewegingen, gebruik van materialen en verduurzamingsmaatregelen op onze locaties.

 

3.5 Informatie en technologie op orde 3.5.1 Context

Informatievoorziening is een primair proces en is één van de steunpilaren voor de taakuitvoering van de veiligheidsregio. Adequaat reageren op dreigingen, incidenten en crises op het gebied van veiligheid en publieke gezondheid wordt in toenemende mate afhankelijk van het beschikbaar hebben van de juiste informatie, op het juiste moment, op de juiste plaats. Om de primaire processen zo goed mogelijk te laten verlopen, moet VRLN stappen zetten op het gebied van het centraal bundelen, verrijken, ontsluiten, duiden en beveiligen van informatie. Met andere woorden, de informatievoorziening moet op orde zijn.

Met het toenemende belang en de waarde van data en informatie, neemt ook het risico op digitale (beveiligings)incidenten toe. Door de cruciale rol die de veiligheidsregio speelt in het acteren op dreigingen, incidenten en crises moet de impact van een eventuele inbreuk op of verstoring van de informatievoorziening zo klein mogelijk blijven. Hiertoe dient de informatiebeveiliging naar een hoger niveau getild te worden.

Als veiligheidsregio worden we naar verwachting in de komende periode aangemerkt als een vitale organisatie. Dit zal betekenen dat we op verschillende vlakken aan strengere eisen moeten voldoen, zo ook op het gebied van informatiebeveiliging. Hier alvast op inspelen zal de transitie naar een vitale organisatie versoepelen.

 

3.5.2 Ambities

Informatiebeveiliging op orde

Om de beveiligingsmaatregelen en de gegevensbescherming rond de digitale processen te verbeteren zetten we in de komende jaren verschillende stappen om aan de daarvoor bestemde wet- en regelgeving te voldoen.

De informatiebeveiliging van VRLN ligt vast in de NEN 7510 en de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De NEN 7510-certificering voor zorgorganisaties geeft aan dat er op een gestructureerde en planmatige manier wordt gewerkt aan de verbetering van informatiebeveiliging en dat er goed is nagedacht over alle risico’s rondom informatiebeveiliging. De BIO is een basis normenkader voor informatiebeveiliging binnen alle overheidslagen. De veiligheidsregio heeft hiervoor een wettelijke verplichting.

 

Basis voor informatiegestuurd werken op orde

Binnen veiligheidsregio’s speelt informatiegestuurd werken een steeds grotere rol. Informatie is onmisbaar en essentieel bij dreigingen, incidenten en bij de daarbij horende voorbereiding en advisering op veiligheids- en gezondheidsvraagstukken. Ook spelen data en informatie een cruciale rol om maatschappelijke ontwikkelingen en voortgang op organisatiedoelen in beeld te brengen.

Als veiligheidsregio willen we ons richten op de samenwerking in ketens. We vergaren informatie uit publieke bronnen en van onze (in- en externe) ketenpartners en we leveren (gebundelde en geduide) informatie en adviezen aan diezelfde partners. Hierdoor kunnen we efficiënter samenwerken aan veiligheids- en publieke gezondheidsvraagstukken. Er kunnen beter onderbouwde adviezen en besluiten tot stand gebracht worden, zowel in crisissituaties als bij dagelijkse werkzaamheden.

De ontwikkelslag die hierbij gemaakt moet worden is dat we inzicht hebben in de processen, waar welke data worden gecreëerd en/of gebruikt en dat data voor meerdere doelen/organisatie-onderdelen bruikbaar is. Hiertoe dient een centrale opslagplaats voor data te worden gecreëerd en ingericht zodat de primaire processen zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen verlopen.

Het is belangrijk om nieuwe medewerkers aan te trekken die specifieke kennis hebben of zich eigen kunnen maken op het gebied van werken met data, om dit vervolgens om te kunnen zetten naar bruikbare informatie voor de organisatie.

 

Data- en informatiehuishouding op orde

Het Rijk zet in op een duurzaam digitale informatie huishouding (RDDI). Dit programma bevat kaders waaraan de digitale informatiehuishouding moet voldoen. Onderdelen zijn onder andere de Wet open overheid (WOO), Webarchivering, Duurzaam Digitale Toegankelijkheid, Sociale Media Archivering en E-mailarchivering en Bevordering Overbrengen Digitale Overheidsinformatie. VRLN moet komende beleidsperiode investeren om aan de wetgeving en gestelde kaders te voldoen.

 

Digitale fitheid vergroot

Veranderingen op het gebied van digitaal werken gaan snel. Het hybride werken biedt medewerkers een veilige- en een tijdsonafhankelijke werkplek. Het kan voor collega’s lastig zijn om de technologische ontwikkelingen bij te houden en vaardig te blijven in nieuwe digitale omgevingen waar veel informatie en data op te halen is. Het is daarom van groot belang om medewerkers digitaal fit te krijgen en te houden, zodat mogelijkheden die digitaal werken bieden optimaal benut worden. Dit gaat om digitale fitheid in de dagelijkse reguliere (‘koude’) werkzaamheden, maar ook om het vaardig omgaan met informatie tijdens een crisis in de opgeschaalde (‘warme’) functie.

 

Verbeteren van informatievoorziening tijdens crises

Het optimaliseren van onze communicatiekanalen en informatiedelingssystemen tijdens (interne)crises is essentieel. Door betrouwbare en tijdige informatie te verstrekken, kunnen we effectiever reageren en besluitvorming ondersteunen. Onze grote afhankelijkheid van data en technologie vraagt ook om goede voorbereiding op verstoringen.

Op het gebied van bovenregionale crises wordt met het Knooppunt Coördinatie Regio’s - Rijk (KCR2) gehoor gegeven aan het verbeteren van informatievoorziening. Met het KCR2 wordt een landelijke faciliteit gerealiseerd die 24/7 veiligheidsregio’s, het Rijk en crisispartners helpt om gelijktijdig en gezamenlijk over de juiste informatie te beschikken om crises te zien aankomen, helpen voorkomen en in de warme fase goed te kunnen beheersen.

 

Veranderende rol en positie meldkamer

Aan het eind van komende beleidsperiode dient de Meldkamer Visie geïmplementeerd te zijn. Dit vraagt een andere en met het veld afgestemde positie in het netwerk van informatievoorziening en informatiegestuurd optreden.

Ook wordt de overgang gemaakt naar een Nationaal Meldkamer Systeem (NMS). Dit kan effecten hebben op de wijze van alarmering, de zogenaamde Kazerne Volgorde Tabellen, en daarmee wellicht de mate van inzet van kazernes. Er vindt momenteel een verkenning plaats om kazernes te ondersteunen bij deze ontwikkeling. Een landelijke ontwikkeling is dat meldkamers elkaar kunnen ondersteunen bij drukte, crisis en rampen. Daarmee wordt de landelijke meldkamersamenwerking steeds belangrijker. Standaardisatie op landelijk niveau is dan ook onvermijdelijk. Mogelijke knelpunten binnen de bedrijfsvoering zijn op dit moment nog niet inzichtelijk.

 

Best practices gedeeld

Als relatief kleine veiligheidsregio is het stellen van realistische doelen op het gebied van informatie en technologie extra belangrijk. Het kan zijn dat andere, grotere, regio’s ontwikkelingen hebben doorlopen waar wij nog mee moeten starten. Het in verbinding komen en blijven met partners en andere regio’s op het gebied van informatiebeveiliging, informatiegestuurd werken, innovatie, gehanteerde werkwijzen en techniek is dan ook extra belangrijk. Op die manier kan geleerd worden van best practices en hoeft het wiel niet altijd opnieuw uitgevonden te worden. Andersom kunnen andere regio’s en partners weer van ons leren.

 

 

 

 

 

 

4 Veiligheid

 

 

Context

Het onderdeel veiligheid binnen VRLN staat voor brandweerzorg en crisisbeheersing. Crisisbeheersing betreft de beheersing van (de dreiging van) een crisis of incident zoals branden, ongevallen en niet-fysieke incidenten die maatschappelijke impact kunnen hebben. Brandweerzorg betreft de taakuitvoering van de brandweer als organisatieonderdeel van de veiligheidsregio en zoals beschreven in de Wet veiligheidsregio’s.

De wijze waarop de veiligheidsregio zich heeft ontwikkeld komt voort uit de Wet veiligheidsregio's. Na tien jaar en de ervaring van talloze incidenten, rampen en crises heeft het kabinet opdracht gegeven om deze wet te evalueren. De bevindingen van de evaluatiecommissie hebben geleid tot de contourennota Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg.

De contourennota schetst hoe de organisatiestructuur en samenwerking bij interregionale, nationale en internationale risico’s en crises kan worden versterkt. Het uitgangspunt is het opereren als één overheid, ongeacht geografische of organisatorische grenzen. Dit om negatieve gevolgen van crises zoveel mogelijk te beperken. Daarom komt er één landelijk dekkend stelsel voor crisisbeheersing, met onder meer een Knooppunt Coördinatie Regio’s - Rijk, het zogenoemde KCR2.

De brandweer vormt een belangrijke spil in het stelsel van incidentbestrijding, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De brandweer van de toekomst moet voorbereid zijn op nieuwe (grote) incidenten met impact buiten de eigen veiligheidsregio. De overstromingen in Limburg en de ervaringen met recente grote en gelijktijdige natuurbranden laten het belang zien van een brandweer die over regiogrenzen heen opereert. Er wordt ingezet op een toekomstbestendige brandweer met voldoende capaciteit en slagkracht om naast kwalitatief hoogwaardige lokale en regionale basisbrandweerzorg het hoofd te bieden aan grootschalige en nieuwe incidenttypen.

Daarbij wordt vanuit veiligheid ook ingezet op structurele samenwerking met de andere crisispartners, zoals politie, waterschappen, Defensie, industriële brandweerkorpsen, Reddingsbrigade Nederland en de milieu-ongevallendienst van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

 

Ambities veiligheid

Vernieuwing onderwijs brandweer en crisisbeheersing

Om het brandweer- en crisisbeheersingsvak adequaat en veilig te kunnen uitvoeren is goed opgeleid personeel van groot belang. Een goed brandweeronderwijsstelsel komt ten goede aan de vakbekwaamheid, goed werkgeverschap en de paraatheid voor de brandweer. Voor crisisfunctionarissen geldt dat een gedegen onderwijsstelsel nodig is voor een goede taakuitvoering in functie die zij uitoefenen tijdens een crisissituatie.

In de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s komt naar voren dat de opleidingen en het onderwijsstelsel voor zowel repressieve als niet-repressieve brandweerfuncties er op gericht moet zijn de brandweer blijvend te kunnen bemensen met vakbekwame vrijwilligers, beroeps en professionals. Deze aanpassingen zullen met name op landelijke schaal doorgevoerd worden. Het is daarom momenteel niet inzichtelijk welke gevolgen dit zal hebben op Brandweer Limburg-Noord. Een belangrijk punt om mee te nemen bij de vormgeving van het toekomstige onderwijs, is dat er balans zou moeten zijn wat betreft duur en zwaarte van de opleiding ten opzichte van de tijdsinvestering die (nieuwe) vrijwilligers bereid zijn om te doen.

 

Investeren in internationale samenwerking

De komende jaren zullen zowel de brandweer als crisisbeheersing verder gaan investeren in samenwerkingen met België en Duitsland. Het gaat hierbij onder andere over landgrensoverschrijdend optreden, samenwerkingen op het gebied van natuurbrandbestrijding en het onderling beschikbaar stellen van specialistische eenheden.

 

Gemeenschappelijke Meldkamer Limburg

De medewerkers van de Gemeenschappelijke Meldkamer Limburg (GMK) spelen een cruciale rol bij het juist en snel alarmeren van de benodigde functionarissen of eenheden en een juiste integrale beeldvorming bij grootschalige incidenten of rampen. De Meldkamer Brandweer Limburg (MKB) is een onderdeel van de GMK waarin politie, ambulancedienst en brandweer op provinciaal niveau samenwerken. Het doel van de MKB is het verzorgen van meldingen en alarmeringen voor operationele (brandweer)functionarissen voor Veiligheidsregio Zuid Limburg en Veiligheidsregio Limburg-Noord. Calamiteitencoördinatoren maken ook deel uit van de meldkamer. Ze verzorgen in de warme fase de eenhoofdige leiding op de meldkamer.

 

De MKB zal zich komende beleidsperiode op basis van deze doelstellingen en voorziene ontwikkelingen richten op drie thema’s:

1. De veranderende rol van de meldkamer op gebied van informatievoorziening (brandweer)eenheden en functionarissen.

2. De ontwikkeling van de meldkamer naar een bewaker die zowel overdag als in de nacht informatie duidt, waardoor crisisrespons sneller en effectiever start of zelfs voorkomen kan worden door extra snel op te treden.

3. De standaardisatie van werkwijzen, gezamenlijke (standaarden voor) informatiesystemen en beheersbare en veilige ICT omgeving.

Een goede kwantitatieve bezettingsgraad van vakbekwame medewerkers is een randvoorwaarde om deze thema’s vorm te geven.

 

4.1 Brandweer 4.1.1 Context

Brandweer Limburg-Noord houdt zich op het gebied van brandweerzorg dagelijks bezig met preparatie, risicobeheersing en incidentbestrijding.

 

Preparatie

Preparatie richt zich op de voorbereidende kant van het bestrijden van incidenten en is verdeeld in drie vakgebieden: vakbekwaamheid, operationele voorbereiding en materieel. Vakbekwaamheid zorgt dankzij het Regionaal Opleidingsinstituut (ROI) voor de brandweeropleidingen van manschappen en bevelvoerders en ontfermt zich daarmee over de vakbekwaamheid van ons repressief brandweerpersoneel. Het taakveld operationele voorbereiding houdt zich voornamelijk bezig met de informatie-uitwisseling tussen incidentbestrijding, risicobeheersing en de meldkamer en speelt daarmee een belangrijke rol in de doorontwikkeling naar een nog meer informatiegestuurde brandweerorganisatie. Materieel gaat over aanschaf en onderhoud van materieel voor repressief optreden; van kleding en ademluchttoestellen tot brandweervoertuigen.

 

Risicobeheersing

Risicobeheersing richt zich op het voorkomen en beperken van incidenten en de daarbij mogelijk schadelijke gevolgen. Dit wordt onder andere gedaan door te adviseren op omgevingsvisies, omgevingsplannen, evenementen en objecten. Daarnaast richt het team Brandveilig Leven zich op het verhogen van brandveilig gedrag van de inwoners van Limburg-Noord. Binnen de Risk Factory wordt vanuit de brandweer onder andere aandacht besteed aan de thema’s vluchten bij brand, brandveiligheid en natuurbrand.

 

Incidentbestrijding

Incidentbestrijding staat met de 30 brandweerposten en 820 opgeleide brandweermensen voor gegarandeerde brandweerzorg in de regio. In het, volgens de nieuwe landelijke systematiek, opgestelde dekkingsplan is inzichtelijk gemaakt of er zwakke plekken zijn in de regionale brandweerzorg op de factoren snelheid, capaciteit, paraatheid en werkdruk. De aandachtsobjecten en gebieden die hierin naar voren komen zijn input voor de brandweer om komende beleidsperiode preventieve en repressieve maatregelen te onderzoeken.

 

Terugblik beleidsperiode 2020-2023

De afgelopen beleidsperiode is hard gewerkt om Brandweer Limburg-Noord door te ontwikkelen tot een organisatie met een vooruitstrevend repressief concept. Hierbij is zoveel mogelijk vastgehouden aan het visiedocument ‘Brandweer Limburg-Noord in 2030’.

Het implementeren van ‘De Behapbare Basis’ is een mooie illustratie van een werkwijze die de kwaliteit van de lokale brandweerposten ten goede komt, ondanks de sterk in aantal en complexiteit toegenomen taken van de brandweer. Met ‘De Behapbare Basis’ worden basisincidenten bestreden door lokale posten, dankzij eenvoudige technieken, tactieken en een verregaande standaardisering. Bij complexe incidenten kunnen specialistische eenheden op het gebied van brandbestrijding, technische hulpverlening, ongevallen gevaarlijke stoffen en een duikteam ondersteuning bieden. De specialistische eenheden beschikken over extra kennis, materiaal en vaardigheden. Hierbij ligt de focus op deskundigheid en ervaring met complexe incidenten en minder op de opkomsttijd.

 

4.1.2 Ambities

Deze beleidsperiode moeten we verder toewerken naar een flexibele, informatiegestuurde, rationele en robuuste brandweerorganisatie, om snel en adequaat incidenten te kunnen blijven bestrijden. Enkele thema’s vormen hier een belangrijke uitdaging, zoals vrijwilligheid, paraatheid, slagkracht, goed werkgeverschap, verbetering van het brandweeronderwijs en samenwerking.

 

Vrijwilligheid

De ruim 820 brandweermensen in onze regio staan samen voor een gegarandeerde brandweerzorg. Onze inwoners vertrouwen erop dat de brandweer komt helpen in geval van nood. Vanuit de brandweerkazernes verspreid over de regio, zorgen we voor snelle actie bij onder andere brand en ongevallen. Om de paraatheid van deze kazernes te garanderen is het van belang om voldoende beroeps- en vrijwillig brandweerpersoneel aan te trekken, op te leiden en te behouden.

Vrijwilligheid wordt anno nu, door veranderingen in de maatschappij, anders ingericht en ingevuld. Vrijwilligers blijven minder lang bij de brandweer, werken vaker verder weg van de kazerne, zijn minder beschikbaar en gaan met een andere mindset bij de brandweer dan de vorige generaties vrijwilligers. Daarnaast zal de wijziging in de Europese regeling voor deeltijdwerk effect hebben op de inzet van brandweer vrijwilligers. Wat deze wijziging exact gaat betekenen, naast een verschuiving van een resultaatsverplichting richting een inspanningsverplichting bij vrijwillige posten, zal komende jaren duidelijker worden.

Deze ontwikkelingen zorgen voor de nodige uitdagingen in het voldoende paraat houden van onze kazernes. Het opstellen en uitvoeren van een aanpak voor het behouden en werven van voldoende vrijwilligers is voor de brandweer een belangrijk doel de komende beleidsperiode.

 

Gegarandeerde brandweerzorg

Gegarandeerde brandweerzorg kunnen bieden aan onze inwoners is alleen mogelijk bij een voldoende parate repressieve organisatie. Het hebben van een grotendeels vrijwillige organisatie, betekent een toenemende uitdaging om de paraatheid op peil te houden. De paraatheid wordt nauwkeurig in de gaten gehouden, zodat er passende maatregelen genomen kunnen worden om deze zo goed mogelijk te houden. De brandweer gaat verdere aanvullende maatregelen treffen om de paraatheid op peil te houden. De focus van deze maatregelen zal gericht zijn op het versterken van beroepsmatigheid, waar vrijwilligheid afneemt.

 

Maatschappelijke ontwikkelingen

De veranderingen in de maatschappij zorgen voor risico’s die snel veranderen. Dit vraagt om een hoge mate van flexibiliteit en veerkracht van onze brandweerorganisatie. Ontwikkelingen zoals de energietransitie en extreem weer als gevolg van klimaatverandering hebben een direct effect op ons werk in het voorkomen, beheersen en bestrijden van incidenten en vraagt om intensieve bijscholing.

 

De vele kanten van personeel

Naast de uitdagingen die er voor de brandweerorganisatie liggen op het gebied van het behouden en werven van voldoende vrijwilligers, geldt dit ook voor het overige brandweerpersoneel. Door vergrijzing binnen onze eigen organisatie en krapte op de arbeidsmarkt wordt het een uitdaging om ons personeelsbestand op peil te houden. In de breedste zin is het belangrijk dat er een duurzaam personeelsbeleid wordt opgezet met het doel een aantrekkelijke werkgever te worden en te blijven.

 

Robuustheid en slagkracht

Het vaker voorkomen van gelijktijdigheid van grote incidenten, zoals grote natuurbranden of overstromingen zorgt ervoor dat het hebben van een robuuste brandweerorganisatie steeds belangrijker wordt. Dit betekent dat de slagkracht in de regio op peil moet blijven.

Binnen Limburg-Noord zal steeds meer toegewerkt gaan worden naar een toekomstbestendige brandweer met voldoende capaciteit om naast kwalitatief hoogwaardige brandweerzorg op regionaal niveau te leveren, ook weerstand te kunnen bieden aan grootschalige en nieuwe incidenttypen. Met het dekkingsplan 4.0 wordt inzicht gegeven in de slagkracht in de regio.

Naast het versterken van slagkracht binnen de eigen regio, is uit de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s gebleken dat Nederland niet voldoende is voorbereid op rampen en crises van de toekomst. Deze rampen en crises zullen naar verwachting vaker langdurig druk uitoefenen op de bovenregionale en landelijke slagkracht. Het zal de komende beleidsperiode duidelijker worden wat de opzet van een landelijke brandweer voor Brandweer Limburg-Noord zal gaan betekenen.

 

Huisvesting

Komende beleidsperiode staat een aantal grote aanpassingen gepland rondom huisvesting van de brandweer. Een aantal kazernes zal van locatie veranderen of worden samengevoegd, andere kazernes krijgen nieuwbouw op de huidige locatie. Deze nieuwe kazernes zullen gebouwd worden met aandacht voor een aangename werkomgeving en toekomstbestendigheid.

 

4.2 Crisisbeheersing 4.2.1 Context

Crisisbeheersing als proces heeft als hoofddoel om de negatieve gevolgen van een crisis zo veel als mogelijk te beperken. De multidisciplinaire crisisorganisatie is de responsorganisatie die na alarmering ad-hoc ontstaat. Hierin werken tal van crisispartners samen.

Binnen het domein crisisbeheersing worden multidisciplinaire crisisbeheersing, GHOR-taken en de regionale voorbereiding van Bevolkingszorg uniform voorbereid en uitgevoerd.

 

Multidisciplinaire crisisbeheersing

De daadwerkelijke uitvoering van crisisbeheersing is een complex systeem waarin op basis van wettelijke taken en bevoegdheden een groot aantal functionarissen in verschillende samenstellingen samenwerken. De exacte vorm met de daarmee samenhangende bevoegdheden komt voort uit het niveau van opschaling. De opschaling hangt af van de urgentie en de ernst van de situatie. Het regionaal crisisplan beschrijft hoe de crisisorganisatie van VRLN functioneert. Het crisisplan omvat een beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden met betrekking tot de maatregelen en voorzieningen die de regionale crisisorganisatie treft bij (dreigende) rampen en crises.

 

Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR)

Tijdens grote ongevallen en rampen coördineert de GHOR de samenwerking tussen de verschillende geneeskundige hulpdiensten, zodat deze samen één hulpverleningsketen vormen. Daarnaast is de GHOR tijdens een ramp of crisis het aanspreekpunt van de geneeskundige hulpverleningsketen voor het openbaar bestuur en voor de andere hulpverleningsketens zoals brandweer, politie en bevolkingszorg. De wettelijke taken van de GHOR zijn vastgelegd in de Wet veiligheidsregio’s.

Wanneer er géén sprake is van een ramp of crisis werkt de GHOR door advisering en informatievoorziening aan een goede voorbereiding van de geneeskundige hulpverlening tijdens een crisis. Een voorbeeld hiervan is het opstellen en het oefenen van plannen en procedures die nodig zijn tijdens een crisis. De daadwerkelijke uitvoering van de geneeskundige hulpverlening blijft een verantwoordelijkheid van de zorginstellingen en zorgverleners zelf.

Binnen het domein crisisbeheersing kan de GHOR invulling geven aan haar kartrekkersrol ten aanzien van het Zorgrisicoprofiel. Ook zijn er nieuwe mogelijkheden om informatie en veiligheidsbeelden te ontsluiten voor de eigen functionarissen en de keten. Verdere ontwikkelingen vanuit GGD GHOR Nederland maar ook het zorgbeeld en de doorontwikkeling van ROAZ-plan (Regionaal Overleg Acute Zorg) maken dat het acute zorglandschap in beweging is. Meer dan ooit is samenwerking met de keten noodzakelijk om vroegtijdig risico's en knelpunten te ontdekken.

 

Bevolkingszorg

Gemeenten moeten tijdens een crisis voor de bevolking zorgen. Deze rol wordt bevolkingszorg genoemd. Vaak zijn gemeenten al vanaf het eerste moment in een crisis betrokken, bijvoorbeeld met crisiscommunicatie. Ook na een incident liggen er vaak nog veel taken voor een gemeente zoals vervangende huisvesting regelen, een herdenkingsbijeenkomst organiseren, asbest opruimen of schade inventariseren. Voor bevolkingszorg binnen VRLN werken de vijftien gemeenten nauw samen. Binnen het domein crisisbeheersing zorgen we ervoor dat deze samenwerking goed verloopt. Het besluit tot een uniform kwaliteitsniveau bevolkingszorg stelt een aantal eisen aan de voorbereiding van functionarissen op hun rol in multidisciplinaire crisisbeheersing. De ontwikkelingen gaan over de verhouding tussen gemeentelijke crisisbeheersing en bevolkingszorg, kwaliteitsindicatoren en aantoonbare vakbekwaamheid van de functionarissen.

 

Toekomstbestendige crisisbeheersing

Eind 2020 presenteerde de evaluatiecommissie van de Wet veiligheidsregio’s een rapport waarin de contouren worden geschetst van een toekomstbestendige crisisbeheersing en brandweerzorg. De evaluatie vormde de basis voor de landelijke ontwikkelingen, waarbij gewerkt wordt aan één landelijk dekkend stelsel voor crisisbeheersing, aan de verbetering van de informatiepositie van veiligheidsregio’s en de inrichting van een landelijk informatie- en coördinatieknooppunt. VRLN heeft daarnaast een bestuurlijke visie op crisisbeheersing vastgesteld.

De in dit beleidsplan verankerde inrichting van crisisbeheersing verwoordt de ambitie en zal samen met een nieuw crisisplan dat de multidisciplinaire crisisorganisatie beschrijft het antwoord zijn op deze ontwikkelingen.

 

4.2.2 Ambities

Om goed invulling te kunnen geven aan de versterkingsopdracht voor crisisbeheersing onderscheiden we vier processen: risico-analyse en advies, kaderstelling en verbinding, organiseren en uitvoeren en informatievoorziening.

 

Risicoanalyse en- advisering

Risicomonitoring

Sterke operationele paraatheid en slagkracht wordt verbeterd door inzicht in regionale- en lokale risico’s. Eénmaal in de vier jaar een (regionaal) risicoprofiel opstellen past niet meer bij de snelheid van ontwikkelingen in de huidige tijd. Daarom wordt er een eenduidig proces ontwikkeld voor risico-inventarisatie en risicoanalyse op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Het veiligheidsbeeld, het dynamisch risicoprofiel en het provinciaal risicoprofiel zijn de belangrijkste producten om risico’s in een continu veranderende omgeving te kunnen blijven inventariseren en beoordelen op de verschillende niveaus. Daar waar nieuwe of toegenomen dreigingen worden gesignaleerd, worden deze via een vaste methodiek geanalyseerd. Vervolgens vindt hierover passende advisering plaats richting de ambtelijke organisatie en/of de crisisorganisatie. Deze ontwikkelingen krijgen een plek in het Regionaal Crisisplan 2024-2027.

Binnen de zorg is het zorgrisicoprofiel een nieuwe ontwikkeling. Het zorgrisicoprofiel maakt risico’s en potentiële knelpunten voor de acute- en publieke geneeskundige zorg inzichtelijk. Deze inzichten dragen bij aan het beter waarborgen van de zorgcontinuïteit tijdens rampen en crises.

 

Evenementenadvisering

Jaarlijks vinden in Noord- en Midden-Limburg enkele honderden kleine tot grote evenementen plaats. De middel- en hoog-risico evenementen hebben een evenementenvergunning van de gemeente nodig. In dit vergunningsverleningsproces is de veiligheidsregio een vaste adviespartner. Daarnaast adviseert de veiligheidsregio gevraagd en ongevraagd op laag-risico evenementen.

Bij onze advisering op veiligheids- en gezondheidsrisico's blijft een risicogerichte aanpak met een integrale benadering van risico's centraal staan. Op deze manier kunnen we oplossingsgericht blijven meedenken, met als bijkomend voordeel het verminderen van de regeldruk. Hiermee wordt tevens aangesloten bij de advisering van de fysieke leefomgeving waarbij de veiligheidsregio, naast de advisering vanuit wet- en regelgeving, meer vanuit deskundigheid adviseert.

 

Risico- en crisiscommunicatie

Als veiligheidsregio willen we het vermogen van inwoners om zichzelf te helpen, in voorbereiding op of tijdens een crisis, faciliteren en versterken. Met de inzet van risico- en crisiscommunicatie wordt het zelfredzame gedrag van inwoners gestimuleerd en worden negatieve gevolgen van een ramp of crisis geminimaliseerd. Dit is een opdracht waar het domein crisisbeheersing voor aan de lat staat. Ook de Risk Factory speelt een rol in het bewustzijn van inwoners ten aanzien van specifieke risico's en hoe crisiscommunicatie in de praktijk werkt.

 

Kaderstelling en verbinding

De versterking en uitbreiding van de netwerken komt alle processen binnen crisisbeheersing en VRLN ten goede, maar helpt ook de betrokken partners in de voorbereiding op rampen en crises. Het netwerkmanagement vanuit multi-perspectief en vanuit kolommen GHOR en Bevolkingszorg wordt geregisseerd vanuit het proces kaderstelling en verbinding. Convenanten en werkafspraken worden opgesteld of geactualiseerd en het netwerk wordt uitgebreid. Daarnaast wordt de samenwerking gezocht met andere processen binnen crisisbeheersing en binnen VRLN om het netwerkmanagement zo efficiënt mogelijk in te richten. We maken een professionaliseringsslag in het relatiemanagement. Uitgangspunt is dat iedereen relatiebeheerder is.

 

Organiseren en uitvoeren

Het is van groot belang dat functionarissen met een rol in de crisisbeheersing goed voorbereid hun taken kunnen uitvoeren. Om deze specifieke doelgroep optimaal te ondersteunen worden plannen en protocollen ontwikkeld, trainingen en oefeningen georganiseerd, lessen getrokken uit incidenten en worden atypische en niet acute crises opgepakt. De voorbereiding is erop gericht om de inhoud in verschillende aggregatieniveaus beschikbaar te stellen zodat alle stakeholders kunnen beschikken over de juiste informatie.

In diverse situaties waar opschaling van de formele structuren (nog) niet opportuun is, worden op basis van samenwerking risico’s ingeschat, partners voor geïnformeerd en ad-hoc werkafspraken gemaakt. Deze werkwijze wordt verder geprofessionaliseerd en aan het crisisplan toegevoegd.

De primaire doelgroepen zijn de leiders en informatiemanagers van de crisisteams, de functionarissen met een rol in bevolkingszorg en de functionarissen binnen de GHOR. Voor hen wordt de gehele opleiding, voorbereiding en eventuele certificering verzorgd of geregeld. Voor alle overige crisisfunctionarissen worden in nauwe samenwerking met de verschillende partners, multidisciplinaire operationele voorbereiding inclusief bijscholingen en oefenmomenten geboden. De resultaten zijn inzichtelijk om de kwaliteit te borgen en stuurinformatie te genereren.

Informatieproducten, planvorming en training en oefening zijn complementair aan elkaar en vormen samen een geheel. De veelheid aan beschikbare kennis en de technologische ontwikkelingen maken het mogelijk maar vooral ook nodig om te differentiëren. Het oogmerk is steeds om functionarissen een robuuste en vergevingsgezinde structuur te bieden bij het uitvoeren van hun werkzaamheden ten dienste van veiligheid en gezondheid.

 

Informatievoorziening

Het proces informatievoorziening onderhoudt een informatienetwerk dat bestaat uit diverse (interne) organisatieonderdelen en externe partners/organisaties en zorgt ervoor dat de juiste personen op het juiste moment over de juiste veiligheidsinformatie beschikken met als doel een 24/7 actueel beeld van kwetsbaarheden, risico’s en dreigingen. Tijdens de koude en lauwe fase wordt primair geleverd aan de processen binnen crisisbeheersing en de relevante veiligheids- en ketenpartners. Tijdens de warme fase levert het proces deze diensten middels de piketorganisatie die de regie voert op de informatie en het gezamenlijk beeld in de verschillende crisisteams.

Centraal binnen het proces informatievoorziening staat het Veiligheids-Informatie Knooppunt (VIK). In het VIK komt informatie over alle aspecten van de veiligheidsregio samen, zowel risicobeheersing als crisisbeheersing en (aspecten van) bedrijfsvoering.

 

5 Publieke Gezondheid

 

Waar gezondheid publieke zorg wordt: Het vergroten van gelijke kansen en het makkelijker maken van gezond leven.

Context

Publieke gezondheidszorg is de zorg waar mensen niet direct om vragen omdat ze klachten hebben. Het gaat om gezondheidsbeschermende- en bevorderende maatregelen voor de bevolking of delen daarvan (specifieke groepen). Ook gaat het over het vroegtijdig opsporen ter voorkoming van ziekten. Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD verantwoordelijk voor een drietal taakgebieden:

 

• Bewaken van de gezondheid

Door epidemiologisch onderzoek bewaakt de GGD de ontwikkeling van de algehele gezondheid, signaleert risico’s en adviseert over maatregelen op basis van deze trends. De GGD haalt bovendien relevante informatie uit haar uitvoerende taken (bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg en de coronabestrijding), die aan gemeenten als beleidsinformatie beschikbaar wordt gesteld.

• Beschermen van de gezondheid

Bij concrete risico’s voor de gezondheid treedt de GGD op om de gezondheid van haar inwoners te beschermen. Dat is heel nadrukkelijk in beeld gekomen tijdens de coronapandemie, waarin de GGD het testen, bron- en contactonderzoek en vaccineren heeft uitgevoerd. Deze taak heeft vele gezichten: het gaat onder andere ook om het toezicht van de hygiëne in tattoo- piercingshops en seksinrichtingen, bestrijden van tuberculose en andere infectieziekten, advisering aan reizigers, voorlichting over seksueel overdraagbare aandoeningen, toezicht op kinderopvang en de uitvoering van lijkschouw bij niet-natuurlijk overlijden.

Ten tijde van crises met gezondheidsaspecten zorgt de Directeur Publieke Gezondheid voor coördinatie in samenwerking met zorgpartijen en ketenpartners in de regio. De opgeschaalde GGD-organisatie heeft daarnaast een taak op het gebied van Medische Milieukunde, Infectieziektebestrijding, Gezondheidsonderzoek bij rampen en Psychosociale Hulpverlening. De GGD is dus ook een 24/7 crisisorganisatie.

 

• Bevorderen van de gezondheid

Naast het wegnemen van gezondheidsrisico’s is ook de bevordering van gezondheid een belangrijke taak. Deze inzet richt zich op allerlei groepen in de samenleving en begint al vroeg via de actieve aandacht die er vanuit de GGD is voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. Door de screening op bijvoorbeeld de ontwikkeling van oren, ogen en bewegen, worden vroegtijdig achterstanden of afwijkingen gesignaleerd die dan vaak nog relatief gemakkelijk kunnen worden opgelost. Ook hechtingsproblematiek, opvoedvragen of gezinsproblemen kunnen vroegtijdig in beeld komen en worden aangepakt. Vanuit veelal landelijke en regionale programma's wordt ook ingezet op preventiethema's als overgewicht, middelengebruik, positieve gezondheid en mentale gezondheid. Daarnaast biedt de GGD ook zorg aan specifieke groepen die niet passen in de reguliere zorg zoals, asielzoekers, vluchtelingen uit Oekraïne, arrestanten en personen met verward gedrag.

 

 

Door een veranderende rol van inwoners, zorgverleners, verzekeraars en de overheid verandert het landschap van de publieke gezondheidszorg. Samenhang en afstemming met het zorgveld in de volle breedte maar ook het waarborgen van betaalbaarheid worden steeds belangrijker. Door de decentralisaties in het sociaal domein kunnen de gemeenten dwarsverbanden leggen tussen maatschappelijke ondersteuning, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen.

De genoemde wettelijke taken op het gebied van publieke gezondheid sluiten in de kern aan bij de opgaven van de decentralisaties: preventief, dichtbij, versterken van eigen kracht en mentale weerbaarheid.

Naast deze ‘klassieke’ determinanten van gezondheid, die met leefstijl te maken hebben, zijn er echter nog veel meer factoren die van invloed zijn op onze volksgezondheid. Dit zijn bijvoorbeeld leefomgeving, arbeid (armoede), mentale weerbaarheid en onderwijs (laaggeletterdheid). Om aan deze bredere gezondheidsdoelen invulling te geven hebben gemeenten en verschillende zorgpartijen, waaronder de GGD, kaders afgesproken voor de komende jaren. Deze kaders liggen vast in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond & Actief Leven Akkoord (GALA). Kort gezegd worden in het IZA de kaders gesteld om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden.

En met het GALA wordt gebouwd aan het fundament voor een gerichte lokale en regionale aanpak op het gebied van preventie, gezondheid en sociale basis. De rol van de GGD is stevig verankerd in het GALA (kennis, advies en regie).

In onze regio zijn deze afspraken door de GGD en regionale partners vertaald in het regiobeeld en regioplan Noord- en Midden-Limburg. In het manifest ‘Naar gelijke kansen op gezondheid’ zijn doelstellingen van de 15 regiogemeenten en de GGD vastlegt.

 

Van Toekomstvisie 2030 naar Beleidsplan

Het startpunt voor dit beleidsplan zijn onze missie en visie 2030:

 

Onze Visie 2030

Wij maken ons binnen de publieke gezondheid sterk om onze inwoners gezond en veilig te houden, of waar nodig dit te verbeteren. Wij beschermen, bewaken én bevorderen de gezondheid van onze inwoners.

Wij streven naar een regio waarin iedereen zich gezond voelt. Waar iedereen in staat is om gezond te leven. Waar iedereen zich kan ontplooien in een gezonde en veilige fysieke en sociale leefomgeving. Van vóór de geboorte tot aan de dood. In reguliere tijden en in crisissituaties. Voor gezonde mensen en voor mensen met een ziekte of beperking.

En omdat niet iedereen dezelfde kansen heeft op een gezond leven, hebben wij bijzondere aandacht voor de kwetsbaren in onze samenleving. Preventie is ons vak, een gezonde generatie is ons doel.

Wij geven invulling aan onze visie vanuit Kennis: Wij beschikken over informatie en data en verrijken en delen deze kennis met andere partijen. Dit doen wij door middel van Advies: Wij behartigen de belangen van onze gemeenten en inwoners met het oog op de publieke gezondheid. Dat doen wij met Regie: Wij zijn leidend en agenderend op het gebied van publieke gezondheid, ook in crises.

 

Ambities

Om onze visie 2030 te realiseren gaan we aan de slag met vijf ambities:

1. Investeren in een nieuwe generatie

2. Versterken van gezondheidsbescherming

3. Informatie laten werken voor publieke gezondheid

4. Publieke gezondheid en publieke veiligheid vanzelfsprekend verbonden

5. Samenwerken aan een duurzame leefomgeving.

Investeren in een nieuwe generatie

Ieder kind heeft vanaf de geboorte recht op een gezonde en veilige start. Die start vormt de basis voor optimale deelname aan onderwijs, de arbeidsmarkt en participatie in de samenleving. Wij willen dat kinderen zo gezond, veilig en kansrijk mogelijk opgroeien. Wij hebben structurele aandacht voor preventie en in het bijzonder voor het bevorderen van een gezonde leefstijl. Vanaf het eerste moment van de zwangerschap, tot 18 en liefst tot 26 jaar!

Wij vinden het belangrijk dat ouders de regie hebben en wij respecteren en steunen bewuste keuzes van ouders zoveel mogelijk. Samen maken we ouders en jongeren bewust(er) bij het maken van de keuzes die er zijn om gezond op te groeien.

Bij problemen met jongeren is op tijd signaleren en reageren van cruciaal belang. Dit doen we door alert te zijn en goed te kijken wat er aan de hand is. De mentale gezondheid van jongeren is voor ons een extra aandachtspunt. Ons inzetten voor jongeren kunnen we alleen door goed samen te werken met onze ketenpartners.

Als GGD bouwen wij verder aan gezondheid en gezond gedrag. Hiervoor zetten we de komende jaren in op meer bewustwording. Sterke partnerschappen met bijvoorbeeld de Risk Factory en UNICEF vinden wij hiervoor belangrijk, evenals de versterking van de huidige samenwerking met het medische- en sociaal domein, gemeenten en de provincie.

 

Wij maken ons sterk voor:

• Een gezonde en veilige start voor iedereen met extra aandacht voor kinderen door uitvoering van het actieprogramma Kansrijke Start en Keigezond. We bouwen aan coalities in onze regio en dragen bij aan heldere ketenafspraken.

• Het opstellen van een regionaal programma ‘Mentale Gezondheid’ met gemeenten waarin een verbinding is gemaakt met Kansrijke Start.

• Een flexibele, duurzame jeugdgezondheidszorg. Een jeugdgezondheidszorg waar nabijheid belangrijk is en wij nog beter aansluiten bij onze doelgroep en hun omgeving.

• Het verhogen van de leeftijd voor de jeugdgezondheidszorg van 18 naar 23 of 26 jaar door dit uit te dragen binnen ons netwerk.

• Betrouwbare en goed ontsloten informatie en wij wijzen ouders op deze informatie.

• Het ontwikkelen van nieuwe scenario's binnen de Risk Factory specifiek gericht op jongeren en het betrekken van jongeren bij deze ontwikkeling. Een concreet voorbeeld is een scenario 'mentale gezondheid'.

• Wij organiseren en coördineren een sluitende ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas in Limburg: Keigezond Limburg. Hierin ondersteunen wij, zowel vanuit regionale coördinatie als vanuit de uitvoering kinderen en gezinnen bij het verkrijgen van een gezonde(re) leefstijl. Dit doen we met al onze netwerkpartners binnen zowel het sociaal- als zorgdomein.

 

Versterken van gezondheidsbescherming

Bedreigingen in de publieke gezondheid zullen er altijd zijn. Niet elke crisis of uitdaging voor de publieke gezondheid is te voorkomen of laat zich voorspellen. Op de juiste manier omgaan met acute situaties die de publieke gezondheid bedreigen is daarom belangrijk. Juist ook om te voorkomen dat de gezondheidsverschillen in de regio verder toenemen.

Wij staan klaar voor onze inwoners om te helpen waar nodig als er bedreigingen zijn in de publieke gezondheidszorg. Onze stabiele organisatie reageert snel bij het uitbreken van infectieziekten, maar ook tijdens rampen en crises, met als doel om deze te beheersen.

Gezondheidsbescherming gaat voor ons ook over preventie. Wij zijn verantwoordelijk voor het op peil houden van de bescherming tegen gezondheidsrisico’s waar inwoners zelf niet of nauwelijks invloed op hebben en mogelijk ook geen weet van hebben. Dit gaat bijvoorbeeld om milieu en luchtkwaliteit maar ook infectieziekten en tuberculosebestrijding. Ook op deze thema's kan de samenleving vertrouwen op ons goed opgeleide personeel.

 

Wij zetten ons in voor:

• Het, samen met gemeenten en zorgverzekeraars, realiseren van een regionale preventie infrastructuur die gericht is op bescherming en bevordering van gezondheid.

• Het versterken van onze regionale preventieve rol door nauw samen te werken met onze regionale en landelijke partners door bijvoorbeeld vaccineren en Versterken Infectieziekten en Pandemische paraatheid (VIP-teams). Hierbij hebben we extra aandacht voor risico’s waar inwoners zelf geen invloed.

• Het pro-actief ontwikkelen van scenario's om mogelijke bedreigingen vroegtijdig in beeld te krijgen en te kunnen volgen (regionale en bovenregionale monitoring en surveillance).

• Een robuuste, flexibele crisisorganisatie. Dit doen we onder andere door kwetsbaarheden weg te nemen en onze medewerkers slim en versneld op te leiden.

 

Informatie laten werken voor publieke gezondheid

Nieuwe technologieën bieden kansen. Ook als het gaat om het vergroten van veiligheid en gezondheid. Tegelijkertijd schept het ook verwachtingen. We moeten als GGD meegaan met de snelheid van de informatiemaatschappij waarbinnen wij werken en tegelijkertijd betrouwbaar blijven. Wij zetten in op het verkrijgen, verrijken, delen en duiden van data. Dit alles met behoud van informatieveiligheid.

 

Onze publieke opdracht binnen deze ambitie is het monitoren van de gezondheid van onze inwoners. Dit vormt dé basis voor de publieke gezondheid in onze regio. Dit doen we op basis van data: onze eigen data die we ophalen via verschillende monitors en data van onze partners. Deze data en kennis over gezondheid stellen we beschikbaar voor iedereen. Wij willen nog scherper inzetten op hoe deze data zo goed en breed mogelijk ingezet en geduid kan worden. Zo kunnen gemeenten deze gebruiken om lokaal en regionaal beleid te ontwikkelen op het brede gebied van gezondheid, sport en bewegen (GALA) maar ook binnen andere beleidsterreinen (‘health in all policies’). Daarbij steunen we op effectief bewezen interventies zoals Kansrijke Start maar creëren we ook ruimte om te experimenteren (proeftuinen). Door het duiden van data, aangevuld met (beleids)onderzoek, worden de effecten van gemaakte keuzes en beleid zichtbaar. Het sturen op data creëert daarmee maatschappelijke waarde wanneer deze kennis wordt ingezet voor ons gemeenschappelijke doel.

 

Wij zetten ons in voor:

• Het versterken van de samenwerking tussen de Limburgse GGD’en en het wetenschappelijk veld om te komen tot technologische innovaties en het zo optimaal mogelijk inzetten van data.

• De landelijke samenwerking van GGD’en op het gebied van informatievoorziening. Hier nemen we aan deel.

 

Publieke gezondheid en publieke veiligheid vanzelfsprekend verbonden

Gezondheid en veiligheid zijn voor de mens een groot goed. Zij behoren tot de meest basale levensbehoeften. Het zijn dan ook de belangrijkste kerntaken van de overheid met de grootste uitgavenpost. Het zijn twee verschillende maatschappelijke velden met eigen wetten. De twee velden hebben belangrijke raakvlakken waarop publieke organisaties voor gezondheid en veiligheid met elkaar moeten samenwerken. Wij zetten ons in op de borging van publieke gezondheid binnen de publieke veiligheid.

We hebben continu beeld bij hoe het met onze inwoners gaat en welke groepen extra aandacht nodig hebben. Dit doen we door gebruik te maken van kennis uit onderzoeken, ervaringskennis van onze inwoners en professionals en kennis van onze ketenpartners.

We hebben extra aandacht voor onze kwetsbare inwoners die niet binnen bestaande kaders en regelgeving geholpen kunnen worden. Samen met onze partners zetten we stappen om ondersteuning van deze groep op een beter en passende wijze te organiseren. Deze ondersteuning zit op het snijvlak van publieke gezondheid, sociale- en fysieke veiligheid. Het gaat daarbij om risico's rondom huiselijk geweld, kindermishandeling, zedenzaken en onnatuurlijke dood, maar ook om risico's rondom overlast en criminaliteit, verstoring van de openbare orde en maatschappelijke onrust. Zowel in de reguliere alsook in de opgeschaalde publieke gezondheid. De rol van de GGD daarin is in eerste instantie het analyseren en duiden van beschikbare data.

 

We zetten ons in voor:

• Een regionale samenwerking met de kennispartners zoals de Universiteit Maastricht en Pharos om meer zicht te krijgen op groepen in kwetsbare omstandigheden. Hiervoor sluiten we ook aan bij de landelijke monitor Verward Gedrag.

• Het uitbreiden van data en duiding van data zodat op wijkniveau informatie geleverd kan worden.

• Het ontsluiten van data en informatie voor relevante doelgroepen.

• Het koppelen van data uit onze monitors aan onder andere cijfers van het CBS.

 

Samenwerken aan een duurzame leefomgeving

De leefomgeving waarin mensen wonen, werken en leven heeft invloed op hun gezondheid. Een gezonde leefomgeving is een leefomgeving die als prettig wordt ervaren, die uitnodigt tot gezond gedrag en beschermt tegen gezondheidsrisico’s. Wij adviseren gemeenten om samen met haar partners voor en met inwoners een zo gezond en veilig mogelijk leven, thuis, in de directe woonomgeving, op school en op het werk en in de vrije tijd te creëren.

We benaderen de leefomgeving vanuit het gezondheidsperspectief. Daarbij kiezen we voor een positieve benadering door te focussen op hoe de omgeving zo kan worden ingericht dat deze gezondheid beschermt en bevordert. Hierbij vinden wij de buitenwereld maar ook de virtuele wereld belangrijk. Denk daarbij aan een gezonde balans tussen online en offline zijn. Wij onderzoeken op welke plekken de impact op gezondheid het grootst is en geven waar nodig samen met onze ketenpartners onderbouwde, objectieve adviezen. Adviezen in het kader van de Omgevingswet op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu en infectieziekten.

 

Wij zetten ons in voor:

• Deelname en actieve participatie vanuit VRLN aan de juiste tafels en netwerken om zo goed mogelijk bij te dragen aan een duurzame leefomgeving.

• Een gezonde, duurzame en (sociaal) veilige leefomgeving door adviezen te geven op aan gemeenten in het kader van de Omgevingswet.

• Het realiseren van draagvlak om een Limburgse Omgevingsscan op te zetten op basis van ervaringen van andere regio’s.