Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Instructie gebiedsontzegging in de gemeente Leeuwarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInstructie gebiedsontzegging in de gemeente Leeuwarden
CiteertitelInstructie gebiedsontzegging in de gemeente Leeuwarden
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-202322-12-2023Tekstuele aanpassing instructie

19-12-2023

gmb-2024-219779

Tekst van de regeling

Intitulé

Instructie gebiedsontzegging in de gemeente Leeuwarden

Besluitnummer: 2023-116214

 

DE BURGEMEESTER VAN LEEUWARDEN;

Gelet op artikel 2:1f APV;

 

 

 

Overwegende:

  • dat hij op grond van artikel 2:1f van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Leeuwarden (APV) – onder de in dat artikel omschreven omstandigheden - aan een persoon een bevel kan geven om zich niet op te houden op een openbare plaats in één of meer bepaalde delen van de gemeente Leeuwarden;

  • dat hij de uitoefening van deze bevoegdheid, voor zover het betreft de kortdurende gebiedsontzeggingen als bedoeld in artikel 2:1f, tweede lid, APV heeft gemandateerd aan politiefunctionarissen van de politieregio Noord-Nederland, basisteam Leeuwarden, en aan de Tactisch Leidinggevende III en Medewerkers Handhaving I, II,III en IV van de eenheid Handhaving van de gemeente Leeuwarden (besluitnr. 2023-276789);

  • dat hij ten behoeve van een effectieve toepassing van dergelijke gebiedsontzeggingen een instructie wenst vast te stellen, waarin de werkwijze en voorwaarden staan vermeld die van toepassing zijn op de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden;

  • dat de daartoe eerder vastgestelde instructie en bijbehorende bijlage (besluitnr. Z2017119-2019) een tekstuele aanpassing behoeft, teneinde daarin expliciet naar voren te laten komen dat een dergelijke gebiedsontzegging een bevel van de burgemeester op grond van voornoemde APV-bepaling betreft en duidelijk onderscheid te maken tussen een dergelijk bevel en bevelen van de burgemeester op andere grondslagen (zoals artikel 172a van de Gemeentewet).

 

 

besluit:

1. De instructie ‘Gebiedsontzegging in de gemeente Leeuwarden’ opnieuw vast te stellen, overeenkomstig de tekst van de hierbij gevoegde bijlage.

 

 

 

 

Leeuwarden, 19 december 2023

De burgemeester voornoemd,

mr. S. van Haersma Buma

BIJLAGE

 

Instructie Gebiedsontzegging

Behoort bij het mandaatbesluit d.d. 19 december 2023 (zaaknr. 2023-276789) in verband met de toepassing van artikel 2:1f van de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden (hierna: APV).

 

Inleiding

Bij raadsbesluit van 18 december 2019 is een wijziging in de APV aangebracht. Op grond van deze wijziging kan de burgemeester een bevel aan een persoon opleggen, waarmee het die persoon verboden wordt zich op te houden in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats (gebiedsontzegging). Daarvoor is het niet meer nodig dat er - zoals gold onder de oude APV - eerst een overlastgebied wordt aangewezen door de burgemeester.

 

Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd voor de duur van 24 uur, voor de periode van donderdag 18.00 uur tot en met zondag 24.00 uur of voor de duur van een bepaald evenement (hierna: kortdurende gebiedsontzeggingen).

Indien de betreffende persoon binnen een periode van 6 maanden opnieuw een van de in artikel 2:1f lid 1 genoemde feiten begaat dan wel de openbare orde verstoort, kan een gebiedsontzegging van maximaal 8 weken worden opgelegd.

 

Deze zogenoemde kortdurende gebiedsontzeggingen als beschreven in artikel 2:1 lid 2 zijn gemandateerd aan de functionarissen van de politie en Handhaving.

 

Wet Mbveo

Verder kan de burgemeester op grond van artikel 172a en 172b van de Gemeentewet een gebieds- of groepsverbod opleggen al dan niet gecombineerd met een meldplicht.

 

Wat is nu het verschil tussen een gebiedsverbod op grond van de Wet Mbveo en de gebiedsontzegging op grond van de APV ?

 

Veelal ligt de lat voor het opleggen van de gebiedsontzegging op grond van de APV laag. Een of enkele eerdere APV-overtredingen kunnen leiden tot een gebiedsontzegging. Een gebiedsverbod op grond van de Wet Mbveo vereist een langduriger patroon van herhaaldelijk of ernstig overlastgevend gedrag dan wel een ernstige verstoring van de openbare orde.

 

De gebiedsontzeggingen op grond van de APV kunnen, als ze van korte duur zijn, in mandaat door de politie en Handhaving worden opgelegd. Bij de gebiedsverboden op grond van de Wet Mbveo geldt geen mandatering. De Wet Mbveo kent een meldingsplicht. De gebiedsontzegging heeft dat niet. Het opleggen van een gebiedsverbod op grond van de Wet Mbveo verloopt via de afdeling Juridische- en Veiligheidszaken en moet worden voorzien door de politie van een goed proces-verbaal en/of een goede bestuurlijke rapportage. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar de ‘Beleidsregel aanpak overlast (Wet Mbveo)’.

 

Individuele gebiedsontzegging

In de bijlage is een lijst opgenomen met feiten op basis waarvan een individuele gebiedsontzegging kan worden opgelegd. Dit zijn vooral overtredingen van bepalingen in de APV, zoals het samenscholingsverbod, het nuttigen van alcoholhoudende drank op straat, maar ook enkele bepalingen die via het Wetboek van Strafrecht strafbaar zijn gesteld, zoals openlijke geweldpleging, zich met geweld verzetten tegen een ambtenaar in functie, etc.

 

De kortdurende gebiedsontzeggingen worden in mandaat opgelegd door de politie en Handhaving.

 

Indien door de politie of Handhaving een overtreding als beschreven in artikel 2:1f lid 1 wordt geconstateerd, kan een gebiedsontzegging worden uitgereikt. Indien er sprake is van het verstoren van de openbare orde bij een evenement kan een gebiedsontzegging worden opgelegd voor de duur van het betreffende evenement. Indien de orde verstoring horecagerelateerd is en heeft plaatsgevonden in het tijdvak van donderdag 18.00 uur tot en met zondag 24.00 uur kan voor de (resterende) periode binnen dit tijdvak een gebiedsontzegging worden opgelegd. Tot slot kan voor de duur van 24 uur een gebiedsontzegging worden opgelegd voor een bepaald gebied.

 

Bij het uitreiken van een dergelijke gebiedsontzegging wordt door de politie of medewerker van Handhaving aan de betrokkene de gelegenheid gegeven om een zienswijze te geven. De volgende vragen worden daarbij gesteld:

- Wat is de reden van het orde verstorende gedrag?

- Woont of werkt betrokkene in het betreffende gebied dan wel is hij aangewezen op noodzakelijke zorg in het gebied?

- Wat vindt betrokkene van de gebiedsontzegging?

 

Individuele gebiedsontzegging voor de duur van maximaal 8 weken

Op grond van artikel 2:1f lid 3 kan de burgemeester aan een persoon wie tenminste eenmaal een gebiedsontzegging is gegeven en die opnieuw één of meer van de overtredingen begaat als beschreven in artikel 2:1f lid 1, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

 

Om een langere gebiedsontzegging op te kunnen leggen, overlegt de politie dan wel Handhaving (op ambtsbefofte) opgemaakte processen verbaal waarin de waargenomen feiten en handelingen zijn weergegeven. Artikel 153

Wetboek van Strafvordering is van toepassing. Er wordt overgegaan tot het opleggen van een gebiedsontzegging voor de duur van maximaal acht weken, nadat er een kortdurende gebiedsontzegging als bedoeld in artikel 2:1f lid 2 APV is opgelegd en de betreffende persoon binnen een periode van 6 maanden na het opleggen van deze kortdurende gebiedsontzegging opnieuw een overtreding begaat zoals beschreven in artikel 2:1f lid 1 APV. De bevoegdheid tot het opleggen van een langere gebiedsontzegging is niet gemandateerd en voorbehouden aan de burgemeester.

 

Informatieverstrekking over de in mandaat uitgevoerde bevoegdheden

De politie en handhavers van Handhaving leggen aan de burgemeester via de afdeling JVZ binnen de gemeentelijke organisatie, een afschrift over van de in mandaat uitgereikte gebiedsontzeggingen.

Indien een persoon binnen zes maanden na het opleggen van deze gebiedsontzegging opnieuw ’in de fout gaat’, wordt door de politie c.q. Handhaving een proces verbaal of bestuurlijke rapportage overlegd aan de gemeente.

 

Formulier

Er is een formulier gemaakt voor het opleggen van de kortdurende gebiedsontzeggingen. Uit het formulier blijkt ondubbelzinnig dat de gebiedsontzegging een door de burgemeester opgelegd bevel betreft. Daarbij geldt dat er een keuze moet worden gemaakt voor de duur van de gebiedsontzegging (24 uur, de horecatijden of gedurende het evenement). In de meeste gevallen zal een gebiedsontzegging worden opgelegd voor de binnenstad. Om die reden is in het formulier een kaartje opgenomen van de binnenstad. Indien een gebiedsontzegging wordt gegeven voor een ander gebied, bijvoorbeeld een bepaalde wijk, speetplaats, park, etc. moet dit duidelijk worden omschreven. Indien nodig kan van het betreffende gebied een kaart worden gemaakt die bij fret formulier kan worden uitgereikt. Indien een gebiedsontzegging voor een bepaald evenement wordt gegeven, moet dit ook duidelijk worden omschreven op het formulier. In alle gevallen moet het voor de persoon in kwestie duidelijk zijn voor welk gebied de gebiedsontzegging geldt. Tot slot geldt dat indien iemand woont, werkt of aangewezen is op zorg in het betreffende gebied, daarvoor een looproute wordt gegeven. Ook dit dient te worden aangegeven op het formulier.