Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde voor de Politieke Avond van de gemeente Wageningen 2024 |
Citeertitel | Reglement van Orde voor de Politieke Avond van de gemeente Wageningen 2024 (RvO-PA 2024) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Reglement van Orde voor de Politieke Avond van de gemeente Wageningen 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-05-2024 | nieuwe regeling | 08-04-2024 |
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Rondetafel-, consultatie- en opiniegesprekken zijn (vergaderingen van) raadscommissies zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.
In dit reglement wordt verstaan onder:
website: de website wageningen.raadsinformatie.nl.
Hoofdstuk 2: Toelating van nieuwe leden, benoeming wethouders en fracties
Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
Bij elke benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in, bestaande uit drie raadsleden. Bij een tussentijdse benoeming zal in deze commissie geen lid zitting hebben, behorende tot de fractie van het nieuw benoemde lid. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden.
Artikel 9 Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b lid 1, 3 en 4, en 41 c lid 1 van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.
De burgemeester geeft bij de voordracht van wethouders aan de gemeenteraad opdracht om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De wettelijk verplichte verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, en een toetsing of kandidaat-wethouders voldoen aan de in lid 1 genoemde vereisten maken deel uit van de risicoanalyse.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen, voorbereidingen, regels en verslaglegging
Artikel 13 Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad besluiten anderen uit te nodigen en/of laten deelnemen aan de Politieke Avond.
Artikel 17 Handhaving orde en schorsing
Voor de gesprekken en de raadsvergadering gelden de volgende regels:
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de (raads)voorzitter of gespreksleider tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de (raads)voorzitter of gespreksleider hem gedurende de vergadering of het gesprek waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Paragraaf 4 Orde van de raadsvergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder raadslid de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt de lijst door de raadsvoorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Onmiddellijk na opening van de vergadering verzoekt de raadsvoorzitter de raad en andere aanwezigen om een moment van stilte.
Paragraaf 5 Procedures bij stemmingen in de raadsvergadering
Artikel 31 Algemene bepalingen over stemming
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de raadsvoorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Artikel 34 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 4 Bevoegdheden en instrumenten van raadsleden
Ieder raadslid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Een voorstel wordt nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds is verzonden. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daarop volgende raadsvergadering geplaatst.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel samen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp gecombineerd kan worden óf het voorstel eerst dient te worden behandeld in een gesprek.
Artikel 39 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de raadsvoorzitter spoedeisende gevallen, ten minste twee werkdagen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de raadsvoorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De raadsvoorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Hoofdstuk 5: Besloten vergadering en geheimhouding
Het verslag van een besloten vergadering wordt niet openbaar gemaakt, maar door de griffier ‘achter een slotje’ in raadsinformatiesysteem geplaatst, zodat alleen raadsleden en steunfractieleden deze informatie kunnen raadplegen.
Artikel 47 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 89 lid 4 van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Sinds 2016 werkt de gemeenteraad van Wageningen met een nieuw vergadermodel. In plaats van het werken met commissies werd overgestapt op een werkwijze waarin de voorbereiding op de besluitvorming plaatsvindt in rondetafel- en opiniegesprekken. Samen met de raadsvergadering, presentaties en statafelgesprekken vormen zij de Politieke Avond in Wageningen.
Het toen bestaande reglement van orde voor de raadsvergadering en de verordening op de commissies moest worden vervangen door een compleet nieuw reglement voor de hele avond. Daartoe werd rijkelijk geput uit het modelreglement van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) inclusief toelichting en updates. Het oude reglement van orde (2014) en de verordening op de commissies (2011) werd ingezien en zo nodig nog als input gebruikt. De uitgangspunten voor de Politieke Avond waren een belangrijke informatiebron, zowel in theorie (relevante stukken) als in praktijk (feitelijke gang van zaken). De reglementen van de gemeenten Deventer en Arnhem zorgden voor aanvullende inspiratie.
Na de vaststelling van het compleet nieuwe reglement in 2017 is het reglement enkele keren tussentijds aangepast. In het RvO-PA 2024 zijn alle eerdere wijzigingen integraal opgenomen. Ook is een aantal artikelen gewijzigd, geschrapt of toegevoegd, vanwege:
Hieronder zijn enkele artikelen nader toegelicht.
In dit artikel vindt u de opbouw van de Politieke Avond. Ieder onderdeel heeft zijn eigen doelstelling en alle onderdelen zijn (in principe) openbaar.
Door dit artikel hebben de rondetafel-, consultatie- en opiniegesprekken dezelfde status als de raadscommissies zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet. Raadscommissies bereiden besluitvorming in de raad voor en bieden gelegenheid met het college of de burgemeester te overleggen.
Artikel 82 van de Gemeentewet geeft aan dat burgemeester en wethouders geen lid van deze commissies zijn, dat de samenstelling ervan een evenwichtige moet zijn (in relatie tot de in de raad vertegenwoordigende groeperingen) en dat een lid van de raad er voorzitter van is. Via het laatste lid van artikel 82 wordt verwezen naar andere artikelen in de Gemeentewet. Daarmee worden twee belangrijke items geregeld: het vergaderen in beslotenheid en de niet vervolgbaarheid van de deelnemers aan de gesprekken (met betrekking tot hetgeen zij hebben gezegd of hetgeen zij schriftelijk hebben overgelegd). Ook is door de verwijzing de aanwezigheid en deelname van burgemeester en wethouders aan de commissies geregeld.
Statafelgesprekken en presentaties zijn vanwege hun andersoortige karakter niet opgenomen in dit artikel.
Er is gekozen voor twee benamingen in het voorzitterschap. Om verwarring te voorkomen. De raadsvoorzitter is voorzitter van de raad (tevens burgemeester – op basis van artikel 9 van de Gemeentewet), de voorzitter zit de rondetafel- en opiniegesprekken voor. De term gespreksleider is toegevoegd omdat formeel alleen een raadslid een raadscommissievergadering mag voorzitten. Gespreksleiders worden alleen ingezet voor openbare gesprekken.
De raad wijst een plaatsvervangend raadsvoorzitter aan. In Wageningen zijn enkele jaren geleden een aantal vereisten voor het plaatsvervangend voorzitterschap geformuleerd. Die zijn toegevoegd aan lid 1. Indien de raad nalaat een plaatsvervangend voorzitter te benoemen, dan is de plaatsvervangend raadsvoorzitter het langstzittende lid van de raad. Indien dit meerdere personen zijn, vindt waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen, zoals dit is beschreven in artikel 77 lid 1 van de Gemeentewet. Lid 2 is toegevoegd, zodat bij een besloten gesprek altijd een van de aanwezige raadsleden het voorzitterschap kan vervullen. Een gespreksleider mag bij een besloten gesprek namelijk niet aanwezig zijn.
Dit artikel is geactualiseerd. De Wageningse werkwijze is vastgelegd in lid 2: de burgemeester geeft altijd opdracht voor een risicoanalyse integriteit. Verder is via lid 4 de mogelijkheid van een openbare bevraging van kandidaatwethouders toegevoegd.
De burgemeester kan ten aanzien van de risicoanalyse en de conclusies geheimhouding opleggen aan de raad. Met de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur (artikel 87 van de wet) is de burgemeester hiertoe expliciet bevoegd gemaakt.
Beide artikelen zijn geactualiseerd. De Wageningse werkwijze om geheime stukken ‘achter een slotje’ in het raadsinformatiesysteem te plaatsen is toegevoegd. Verder zijn de nieuwe bepalingen voor geheimhouding die volgen uit de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur verwerkt.
Bij de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur is de reikwijdte van de Gemeentewet uitgebreid van ‘stukken’ naar ‘informatie’ (artikel 19, tweede lid, van de wet). Verder hoeft de raad de geheimhouding niet meer te bekrachtigen (artikel 89, vierde lid, van de wet). College, burgemeester en commissies mogen voortaan zelf geheimhouding opleggen (artikel 87 van de wet).
Onder de ‘informatie’ als bedoeld in het derde lid wordt verstaan: informatie van de raad en aan de raad verstrekte informatie, waaronder de zogeheten ‘achterliggende’ stukken waarvan in raadsvoorstellen melding wordt gemaakt (ambtelijke adviezen, toelichtende nota’s, etc.) waarop geheimhouding is gelegd.
De verklaring omtrent het gedrag is nu wettelijk verplicht en daarom niet meer apart genoemd. Het komt geheel overeen met het modelreglement.
Lid 1 geldt alleen voor de deelnemers aan de raadsvergadering en gesprekken.
Met lid 5 over de nadere regels wordt een flexibele doorontwikkeling van de gesprekken beoogd.
H3 / Paragraaf 3: in deze paragraaf benoemen we de statafelgesprekken en de presentaties. Net als voor de rondetafel- en opiniegesprekken is er voor gekozen de nadere regels voor deze onderdelen te laten bepalen door het presidium en de agendacommissie. Evaluaties en verbeteringen zijn zo permanent mogelijk en sneller realiseerbaar.
Bij de presentaties is de mogelijkheid opgenomen zowel ambtenaren als externen informatie te laten geven.
Dit artikel is geactualiseerd.
Lid 4 is aangepast. Deze werkwijze is praktischer.
Lid 4 is opgenomen omdat soms een motie voor een fractie dermate zwaar kan wegen dat de steun voor het gehele voorstel hiervan afhangt, dan is het nuttig als de raad - in de praktijk op voorstel van de betreffende fractie - kan besluiten om van de voorgeschreven stemvolgorde af te wijken.
Lid 4 is toegevoegd om discussies te voorkomen over of een stembriefje wel of niet behoorlijk is ingevuld.
We verduidelijken hier de benoeming van wethouders. Bij de benoeming van wethouders is er sprake van een vrije stemming. Een raadslid kan op het stembriefje de naam van elke kandidaat die zijn voorkeur heeft invullen: die van de voorgestelde perso(o)n(en), of die van een ander. Dat geldt dus ook voor raadsleden die zelf genomineerd zijn; die kunnen op zichzelf stemmen als ze dat willen.
De artikelen 34 (herstemming over personen) en 35 (beslissing door het lot) zijn blijven staan. Weglating onder verwijzing naar artikel 31 van de Gemeentewet zou te beperkend zijn: in het Wageningse reglement staan drie in plaats van twee stemrondes, de 'beslissing door het lot' is specifieker omschreven dan in de Gemeentewet.
Lid 3 is geactualiseerd. In de praktijk vindt namelijk geen overleg met het presidium plaats. Er is verder een derde weigeringsgrond toegevoegd: de mate van actualiteit. Met actueel bedoelen we: onlangs bekend geworden feiten. Daarbij moet het onderwerp een zekere urgentie en gewicht hebben.
In lid 6 is de verwarrende term schriftelijke rondvraag vervangen door bestuurlijke vraag.
Hoofdstuk 5: Besloten vergadering en geheimhouding
Dit hoofdstuk is geactualiseerd. De nieuwe bepalingen voor geheimhouding die volgen uit de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur zijn verwerkt. Een belangrijke wijziging is dat de raad de verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan hem versterkte informatie niet meer hoeft te bekrachtigen.
Op grond van artikel 87, van de wet, kan geheimhouding op informatie worden opgelegd door de raad, het college, de burgemeester en een commissie. De opgelegde geheimhouding met betrekking tot aan de raad verstrekte informatie vervalt, indien de raad de verplichting tot geheimhouding opheft (artikel 89, vierde lid, van de wet). Wel bestaat er een overlegverplichting, waarmee recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.