Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gilze en Rijen

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gilze en Rijen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGilze en Rijen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gilze en Rijen 2024
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gilze en Rijen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de ambtelijke bijstand en op de fractieondersteuning 2003.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-05-202401-01-2024nieuwe regeling

13-05-2024

gmb-2024-218146

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gilze en Rijen 2024

De raad van de gemeente Gilze en Rijen;

gelezen het voorstel van het presidium van 4 april 2024;

gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gilze en Rijen 2024:

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtelijke bijstand: bijstand, verleend door onder het gezag van het college werkzame ambtenaren;

  • b.

    bijstand: ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere ondersteuning niet zijnde een verzoek om informatie;

  • c.

    fractie: elke groepering in de raad die bij aanvang van een nieuwe zittingsperiode van de raad is geregistreerd in overeenstemming met artikel G3 van de Kieswet;

  • d.

    groep: één of meer raadsleden die onder dezelfde naam zitting hebben in de gemeenteraad die niet zelfstandig hebben deelgenomen aan de gemeenteraadsverkiezingen;

  • e.

    fractieondersteuner: persoon die werkzaamheden verricht voor één van de fracties of groepen uit de raad en door de betreffende fractie of groep bij de griffier formeel is aangemeld zijnde fractieondersteuner.

 

Paragraaf 2 Verzoeken om informatie of bijstand

Artikel 2 Verzoek om informatie

  • 1.

    Een raadslid kan de griffier verzoeken om feitelijke informatie van geringe omvang of om inzage in of afschrift van bij de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester berustende schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat.

  • 2.

    De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, voor zover deze daarover kan beschikken. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is, verzoekt de griffier de secretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk de resterende informatie zo spoedig mogelijk verstrekken.

Artikel 3 Verzoek om bijstand

  • 1.

    Een raadslid kan de griffier verzoeken om bijstand.

  • 2.

    De verzochte bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend, voor zover dit naar het oordeel van de griffier in redelijkheid kan worden gevergd. Als de griffier de verzochte bijstand niet kan verlenen, verzoekt hij de secretaris om een of meer ambtenaren aan te wijzen die ambtelijke bijstand verlenen.

  • 3.

    De secretaris weigert het verzoek om ambtelijke bijstand als:

    • a.

      naar zijn oordeel niet aannemelijk is gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op raadswerkzaamheden; of

    • b.

      dit naar zijn oordeel het belang van de gemeente kan schaden; of

    • c.

      het verlenen van de verzochte ambtelijke bijstand naar zijn oordeel in redelijkheid niet kan worden gevergd.

  • 4.

    Als de secretaris het verzoek om ambtelijke bijstand weigert, deelt hij dit met redenen omkleed mee aan de griffier. De griffier stelt het raadslid dat het verzoek heeft ingediend hiervan in kennis. De griffier kan de burgemeester verzoeken met de griffier en de secretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over het alsnog laten verlenen van de ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek. De burgemeester kan besluiten de zaak voor te leggen aan het presidium.

Artikel 4 Geschil over verleende ambtelijke bijstand

  • 1.

    Een raadslid dat niet tevreden is over de aan hem verleende ambtelijke bijstand, kan de griffier verzoeken hierover in overleg te treden met de secretaris.

  • 2.

    Als overleg met de secretaris niet leidt tot een ook voor het raadslid bevredigende oplossing, kan de griffier op zijn verzoek de burgemeester verzoeken met de griffier en de secretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over de aan hem verleende ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek. De burgemeester kan besluiten de zaak voor te leggen aan het presidium.

Artikel 5 Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

Als het college of een of meer leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of over de inhoud van verleende ambtelijke bijstand, wenden zij zich, nadat zij de griffier hiervan in kennis hebben gesteld, tot het betrokken raadslid.

 

Paragraaf 3 Fractieondersteuning

Artikel 6 Fractieondersteuners

  • 1.

    Fracties en groepen kunnen zich laten ondersteunen door fractieondersteuners.

  • 2.

    Iedere fractie of groep kan één fractieondersteuner aanstellen.

  • 3.

    Als een fractie of groep een fractieondersteuner aanstelt, stelt de fractie of groep de griffier hier bij ingang van de samenwerking van in kennis.

  • 4.

    Fractieondersteuners verrichten hun werkzaamheden op basis van een vrijwilligersovereenkomst die tussen de fractie en de vrijwilliger wordt gesloten. De griffier ontvangt een afschrift van deze overeenkomst.

  • 5.

    De fractieondersteuners ontvangen een vrijwilligersvergoeding voor hun werkzaamheden voor de fractie. De hoogte van de vergoeding wordt beschreven in artikel 7 van deze verordening.

  • 6.

    Raads(commissie)leden kunnen niet worden aangemerkt als fractieondersteuner.

Artikel 7 Recht op financiële bijdrage

  • 1.

    De raad verstrekt een in de raad vertegenwoordigde fractie of groep voor de duur van de zittingsperiode een financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie of groep.

  • 2.

    De financiële bijdrage bestaat uit zowel vrij te besteden bedragen als geoormerkte bedragen.

    • a.

      Iedere fractie of groep beschikt over een bedrag dat zij vrij kan besteden binnen de kaders van de wetgeving en deze verordening. Dit betreft een bedrag van €1.500,00 per volledig kalenderjaar.

    • b.

      Iedere fractie of groep beschikt over een geoormerkt vast bedrag dat uitsluitend kan worden besteed aan de uitbetaling van de vrijwilligersvergoeding van de fractieondersteuner. Dit betreft een bedrag van €600,00 per volledig kalenderjaar, waarbij de fractieondersteuner die op basis van een vrijwilligersovereenkomst, zoals beschreven in artikel 6 lid 4, voor de duur van de overeenkomst een vergoeding ontvangt van €50,00 per maand.

    • c.

      Iedere fractie of groep beschikt over een geoormerkt vast bedrag dat uitsluitend kan worden besteed aan uitgaven ten behoeve van de scholing van de leden van de fractie of groep. Dit betreft een bedrag van €300,00 per volledig kalenderjaar.

    • d.

      Naast het in sub c beschreven vaste bedrag om te voorzien in de scholingsbehoeften van de fractie of groep, ontvangt iedere fractie of groep hier tevens een geoormerkt variabel bedrag voor van €200,00 per raadslid per volledig kalenderjaar.

  • 3.

    In een jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden kan tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden maximaal ¼ van de maximale jaarlijkse in lid 2 beschreven vergoedingen worden vergoed.

  • 4.

    De Algemene subsidieverordening Gilze en Rijen is hierop niet van toepassing.

Artikel 8 Gevolgen splitsen en einde bestaan fractie

  • 1.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige groep gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt het variabele bedrag toebedeeld naar rato van het aantal resterende maanden in dat kalenderjaar.

  • 2.

    Als een fractie of groep tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage ter ondersteuning van die fractie of groep met ingang van de maand volgend op de maand waarin hiervan kennisgeving is gedaan aan de raad.

Artikel 9 Besteding financiële bijdrage

  • 1.

    De financiële bijdrage wordt uitsluitend besteed aan ondersteuning die ertoe strekt de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rol van de fractie te versterken.

  • 2.

    De financiële bijdrage wordt in ieder geval niet gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      betalingen, inclusief die ter voldoening van contributie, aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van diensten of goederen geleverd ten behoeve van de versterking van de ondersteuning van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie of arbeidsovereenkomst;

    • b.

      giften, leningen, beleggingen en voorschotten, of;

    • c.

      uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege, of;

    • d.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • e.

      uitgaven die in strijd zijn met het in bijlage 1 opgenomen normenkader.

Artikel 10 Declaraties

  • 1.

    De uitgaven die fracties en groepen doen en volgens deze verordening in aanmerking komen voor vergoeding vanuit het fractiebudget, kunnen door hen worden gedeclareerd bij de griffier.

  • 2.

    De declaraties worden afhankelijk van de voorkeur van de fractie of groep per kwartaal of per jaar worden ingediend.

  • 3.

    De declaraties dienen te worden onderbouwd met bewijsstukken waaruit blijkt dat het te declareren bedrag juist is, dat de uitgave door en voor de fractie of groep is gedaan en dat de uitgave op basis van deze verordening in aanmerking komt voor vergoeding vanuit het fractiebudget.

  • 4.

    De declaraties worden ingediend door de voorzitter van de fractie of groep.

  • 5.

    De declaraties dienen uiterlijk veertien dagen na het einde van de periode worden ingediend.

  • 6.

    De griffier toetst of de declaraties voldoen aan de wettelijke kaders en de richtlijnen in deze verordening.

  • 7.

    Een fractie of groep die het niet eens is met het oordeel van de griffier, maakt dit de griffier en schriftelijk kenbaar waarna de indiener en griffier met elkaar in overleg treden.

  • 8.

    Als overleg niet leidt tot een bevredigende oplossing, verzoekt de griffier de burgemeester om een oordeel te vellen. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek. De burgemeester kan besluiten de kwestie voor te leggen aan het presidium.

Artikel 11 Verantwoording

De griffier biedt het presidium ieder jaar in januari een overzicht aan van het over het eraan voorafgaande kalenderjaar uitgekeerde fractievergoedingen.

 

Paragraaf 4 Slotbepalingen

 

Artikel 12 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Verordening op de ambtelijke bijstand en op de fractieondersteuning 2003’ wordt ingetrokken per 31 december 2023.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gilze en Rijen 2024

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 mei 2024.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

Algemeen

Artikel 33 van de Gemeentewet (hierna: wet) bepaalt dat de raad en elk van zijn leden recht hebben op ambtelijke bijstand (eerste lid) en dat de in de raad vertegenwoordigde groeperingen (de fracties) recht hebben op ondersteuning (tweede lid). Met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van fracties moet de raad een verordening vaststellen die ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording bevat (derde lid). Met deze verordening wordt hieraan uitvoering gegeven.

 

De formulering van artikel 33 van de wet laat buiten twijfel dat individuele raadsleden, dus ook die behorend tot een minderheid in de raad, recht hebben op ambtelijke bijstand. Op deze verordening kan dus door alle raadsleden een beroep worden gedaan.

 

De financiële bijdrage voor de fractieondersteuning is een subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Dit betekent dat titel 4.2 van de Awb van toepassing is op het verstrekken van de financiële bijdrage en dat het besluit van de raad waarmee – na verantwoording en controle – de hoogte van de financiële bijdrage wordt vastgesteld (zie artikel 13) vatbaar is voor bezwaar en beroep.

 

In deze verordening vervult de griffier een centrale rol. De hoofdverantwoordelijkheid van de griffier is de ondersteuning van de raad; de griffier is onder andere het eerste aanspreekpunt als het gaat om verzoeken om informatie en bijstand. Een nadere omschrijving van en toelichting op de taken van de griffier is vastgelegd in de ambtsinstructie van de griffier. De griffiemedewerkers vallen onder het gezag van de griffier.

 

De griffier vervult, via de secretaris, ook de rol van schakel tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie. Dat de raad over een griffier met griffie beschikt die bijstand kan verlenen, betekent niet dat er geen behoefte is aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie is, in vergelijking met de reguliere organisatie, beperkt in omvang. Voor specialistische hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties en regelingen zal in bepaalde gevallen een beroep op deze organisatie dan ook nodig zijn. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. Omdat de griffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal daarom de secretaris in dergelijke gevallen de ambtenaar die de ambtelijke bijstand verleent moeten aanwijzen. Daarom zijn bepaalde aspecten van de rol van de gemeentesecretaris in deze verordening nader uitgewerkt. Dat is van belang om de rol van de secretaris op een juiste wijze vorm te geven nu er een splitsing heeft plaatsgevonden tussen griffie en reguliere ambtelijke organisatie.

 

Artikelsgewijs

In deze artikelsgewijze toelichting worden enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven behandeld.

 

Artikel 1 Definities

Bijstand in de vorm van ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties kan verleend worden door ambtenaren die onder het gezag van de raad vallen (artikel 107e van de wet) of door de reguliere ambtelijke organisatie die onder het gezag van het college valt (artikel 160 van de wet). Hoewel medewerkers van de griffie wel degelijk ambtenaren zijn in de zin van de Ambtenarenwet, is de term ‘ambtelijke bijstand’ in deze verordening voorbehouden aan het verlenen van bijstand door medewerkers van de reguliere ambtelijke organisatie.

 

Artikel 2 Verzoek om informatie

Raadsleden die feitelijke informatie van geringe omvang nodig hebben of inzage of afschrift van bij de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester berustende schriftelijke stukken, hoeven zich niet via de formele weg van artikel 169, tweede en volgende lid, van de wet tot het college te richten. In dit artikel is bepaald dat zij hun verzoek aan de griffier kunnen richten. Verzoeken die betrekking hebben op documenten waarop al dan niet geheimhouding rust, worden eveneens aan de griffier gericht. Daarbij zij er volledigheidshalve op gewezen dat de griffier een opgelegde geheimhouding in acht moet nemen. Als een raadslid geheime stukken opvraagt die alleen mogen worden ingezien, moet de griffier het verzoek van het raadslid doorgeleiden naar het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd.

De griffier (of één van de griffiemedewerkers) verstrekt de informatie zo spoedig mogelijk (tweede lid). Als de griffier niet in staat is om volledig tegemoet te komen aan het verzoek, kan hij de secretaris vragen of de reguliere ambtelijke organisatie de informatie kan leveren. Het is in lijn met de onderlinge taakverdeling dat de griffier het aanspreekpunt en de aangewezen persoon is om de voortgang in het proces te bewaken.

 

Artikel 3 Verzoek om bijstand

Ook verzoeken om bijstand moeten aan de griffier gericht worden. Als de griffier of de griffiemedewerkers de verzochte ondersteuning niet kunnen leveren, verzoekt de griffier de secretaris om inzet van ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie. Het is aan de secretaris om te beoordelen of een van de in het derde lid genoemde ‘weigeringsgronden’ voor het door ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie verlenen van ambtelijke bijstand zich voordoet. Overigens ligt het bij een conflict over het al dan niet verlenen van ambtelijke bijstand in de rede dat de burgemeester, als voorzitter van de raad en het college, hierover overleg voert met de secretaris, de griffier en indien nodig ook het betrokken raadslid (vierde lid). De burgemeester kan besluiten de zaak voor te leggen aan het presidium.

 

Artikel 4 Geschil over verleende ambtelijke bijstand

Net als bij de weigering om ambtelijke bijstand door ambtenaren vanuit de reguliere ambtelijke organisatie te verlenen, kan de burgemeester ook een rol vervullen als een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie verleende ambtelijke bijstand. Als er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan zal de burgemeester ook hier een bemiddelende rol kunnen spelen (tweede lid). De positie van de burgemeester maakt hem bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer. De burgemeester kan besluiten de zaak voor te leggen aan het presidium.

 

Artikel 5 Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

Dit artikel voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen raad en college terecht komt. Als een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een raadslid, is bepaald dat collegeleden zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Als hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent, behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.

 

Artikel 6 Fractieondersteuners

Een fractieondersteuner is iemand, niet zijnde een raads- of commissielid, die op basis van een vrijwilligersovereenkomst werkzaamheden verricht voor een fractie. Deze werkzaamheden zijn ondersteunend van aard, zoals bijvoorbeeld het notuleren van fractievergaderingen, het bijhouden van de fractieadministratie, het organiseren van fractiebijeenkomsten. Door de inzet van fractieondersteuners kunnen raadsleden worden ontlast, zodat zij meer tijd hebben voor de uitoefening van hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rollen. Fractieondersteuners verrichten hun werkzaamheden op basis van een vrijwilligersovereenkomst die tussen de fractie en de vrijwilliger wordt gesloten. De griffier ontvangt een afschrift van deze overeenkomst.

 

Artikel 7 Recht op financiële bijdrage

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het totale budget voor fractieondersteuning wordt door de raad in de gemeentebegroting opgenomen.

De fractieondersteuning bestaat uit een basisbedrag per in de raad vertegenwoordigde fractie/groep en een variabel deel per raadszetel van die fractie/groep. Het basisbedrag garandeert dat elke fractie/groep de kans krijgt zich op een gelijkwaardig basisniveau te laten ondersteunen. Naar rato van fractiegrootte wordt daarnaast een variabel deel toegekend, zodat ook ieder fractielid op gelijkwaardig niveau ondersteund kan worden. Een deel van het budget wordt geoormerkt toegekend.

 

Artikel 8 Gevolgen splitsen en einde bestaan fractie

Als er mutaties plaatsvinden in zittende fracties/groepen wordt de financiële bijdrage aangepast aan de veranderde verhoudingen in de raad. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het vaste basisbedrag dat ten behoeve van iedere fractie/groep wordt verleend en het variabel deel per raadszetel. Het vaste deel is ook daadwerkelijk ‘vast’; dit deel van de bijdrage blijft bestemd voor de fractie/groep die aan het begin van het kalenderjaar (of in een verkiezingsjaar aan het begin van de bestuursperiode) zitting had in de raad, ook al vindt er tussentijds een splitsing of afscheiding plaats. Alleen het variabele deel van de fractievergoeding wordt overgeheveld ten behoeve van de nieuwe groep.

Bij splitsing van een fractie/groep zal het aan het begin van het kalenderjaar toegekende bedrag voor wat betreft het variabele deel direct bijgesteld moeten worden naar evenredigheid van het resterende aantal maanden van het jaar.

 

Artikel 9 Besteding financiële bijdrage

Het uitgangspunt van de financiële bijdrage ligt in het versterken van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rollen van de fracties/groepen. In artikel 7 van deze verordening staat beschreven welke bedragen vrij dan wel gericht te besteden zijn.

Het is uiteraard niet de bedoeling dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk aanvullen met de financiële bijdrage voor fractieondersteuning en dat ook contributies aan politieke partijen of met politieke partijen gelieerde organisaties via de fractieondersteuning kunnen worden gefinancierd. Een lidmaatschap van een dergelijk orgaan is immers een individuele aangelegenheid van een raadslid en niet van de betreffende gemeenteraadsfractie.

Bij (andere) uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege kan onder andere gedacht worden aan bepaalde reis- en verblijfkosten, kosten voor een buitenlandse excursie of reis, kosten voor scholing, kosten voor een computer en internetverbinding en de contributie van bepaalde beroepsverenigingen. Deze komen voor vergoeding in aanmerking op grond van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de wet. In het bijzonder wordt benadrukt dat het dus ook niet is toegestaan om met de financiële bijdrage voor fractieondersteuning verkiezingscampagnes te financieren.

In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van (niet) declarabele kosten. Deze opsomming is niet limitatief.

 

Bijlage 1  

 

Onderwerp

Wel

Niet

Communicatie

Het moet duidelijk zijn dat de fractie (niet de partij) verantwoordelijk is, en de inhoud zich betrekt tot het raadswerk.

  • Artikel (lokale) krant

  • Item (lokale) tv

  • Social media

  • Drukwerk (o.a. flyer)

  • Website partij

  • Reclame-uitingen voor verkiezingen

  • Merchandise

  • Kleding

Bijeenkomsten

Het dient hierbij te gaan om inhoudelijk bijeenkomsten en niet ter feestelijke aangelegenheid, uitsluitend bestemd voor aan de fractie gerelateerde zaken.

  • Zaalhuur

  • Sprekers

  • Uitnodigingen

  • Techniek

  • Consumpties

  • Borrel/horecabezoek na afloop

  • ALV van partij

Representatie

Maximaal €25,- per keer bij het bezoeken van externe gelegenheden door een fractie.

  • Klein presentje

  • (Verjaardags/Afscheids)cadeaus

  • Giften/Donaties

Administratie

Het dient hierbij te gaan om administratieve kosten t.b.v. de gehele fractie, niet voor individuele leden of de partij.

  • Fractieondersteuner (50 euro per maand)

  • Bankkosten

  • Kantoorartikelen

  • Portokosten

  • Automatisering (tenzij hierin door de gemeente is voorzien)

Opleiding

Er is per jaar een vast bedrag van €200,- per raadslid beschikbaar. Daarnaast ontvangen fracties €300,- op jaarbasis voor de scholing van commissieleden. De opleiding moet relevant zijn voor het raadswerk.

  • Cursussen

  • Workshops

  • Bestuurdersdag

  • Partijcongressen

Fractie-aangelegenheden

  • Fractie-uitje (max. 50 euro per fractielid)

  • Team-building

Verkiezingen

  • Werving (kandidaat-raads)leden

  • Verkiezingskrantjes

  • Folders

  • Advertenties

  • Posters

  • Attributen met partijlogo (bijv. pennen)

Vaste onkostenvergoeding

Het fractiebudget kan niet worden aangewend voor uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege zoals uitgaven die reeds worden vergoed vanwege het rechtspositiebesluit of de verordening decentrale politieke ambtsdragers.

  • Reis- en verblijfskosten gemaakt voor de uitoefening van de functie

  • De kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie

  • Kosten voor digitale voorzieningen voor raads- en commissieleden

  • Lidmaatschap van beroepsvereningen

  • Telefoonkosten

  • Individuele consumpties

  • Fooien in Nederland

  • Verjaardagsgebak, attenties en cadeaus voor naaste collega’s

  • Gelegenheidskleding, huur en reiniging van kleding, uitgaven voor persoonlijke verzorging

  • Activiteiten van, door of namens de politieke partij

  • Abonnementen, kranten en tijdschriften en vakliteratuur die thuis wordt ontvangen.