Organisatie | Leeuwarden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluit ligplaatsen |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit ligplaatsen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Aanwijzingsbesluit ligplaatsen |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-05-2024 | Wijziging bestaande regeling | 09-04-2024 |
Aanwijzingsbesluit ligplaatsen Hoofdstuk 1 Scheepsvaart- en ligplaatscategorieën
Artikel 1: Scheepsvaartcategorieën
Dit besluit heeft betrekking op de volgende categorieën van vaartuigen:
Bijboot: een gebruiksklaar open vaartuig of een open drijvend voorwerp dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het uitvoeren van inspecties, klein onderhoud, kleine reparaties en soortgelijke werkzaamheden aan en om het schip met een maximale lengte van 5 meter zoals vletten, roeischouwen, reddingsbootjes, werkvlotten en dergelijke;
Terrasboot: een historische dekschuit met een bouwjaar voor 1940 met een maximale lengte van 20 meter en een maximale breedte van 4,7 meter welke is gebouwd van staal met gebruikmaking van klinkverbindingen en beschikt over een originele romp. De romp van de dekschuit is midscheeps niet hoger dan 1,4 meter en beschikt over terughoudende kleuren;
Zeilend bedrijfsvaartuig: een vaartuig, in hoofdzaak met behulp van zeilen voortgestuwd voormalig vrachtschip, die in zeilklare staat, en in goede staat van onderhoud verkeert, volledig ingericht en gebruiksklaar is en hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers tegen betaling;
Artikel 2: Ligplaatscategorieën met bijbehorende algemene regels
Dit besluit onderscheidt de volgende categorieën van ligplaatsen:
Pleziervaartligplaats III: een ligplaats voor gemeenschappelijk gebruik voor het aanleggen van een pleziervaartuig met een maximale lengte van 6 meter waar zonder schriftelijke toestemming van het college van burgermeester en wethouders een ligplaats kan worden ingenomen. De ligplaats kan worden ingenomen in de periode van 1 april tot 1 november.
Hoofdstuk 2 Aanvullende regels
Artikel 4 Aanwijzen vaartuigen bij historische – en museale (woon)schepen
Op de locaties waar historische- en museale (woon)schepen zijn toegestaan, is het toegestaan om een ligplaats met een pleziervaartuig in te nemen in de periode van 1 april tot en met 31 oktober. Het pleziervaartuig moet in eigendom zijn van de eigenaar van het historische- of museale schip. Op de locaties Harlingertrekweg 57, 59, 60, 61, 62, 63 en 64 is dit niet toegestaan.
Op de locaties waar historische (woon)schepen zijn toegestaan, is het toegestaan om een ligplaats met een onbewoond zeilend bedrijfsvaartuig in te nemen in de periode van 1 november tot en met 31 maart. Het onbewoond zeilend bedrijfsvaartuig moet in eigendom zijn van de eigenaar van het historische (woon) schip. Op de locaties Harlingertrekweg 57, 59, 60, 61, 62, 63 en 64 is dit niet toegestaan.
Een uitzondering op hetgeen genoemd in lid 1 en 2 is voor kleine open bijbehorende vaartuigen die als verlengstuk van het historisch of museaal woonschip worden gezien. Deze mogen het jaar rond een ligplaats innemen bij het schip waarvoor een vergunning is verleend, zolang dit geen belemmering op levert voor de doorgang. Dit ter beoordeling van de havenmeester.
Hoofdstuk 3 Als ligplaatsen aangewezen gedeelten van openbaar water