Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Het Hogeland

Nadere Regels voor tijdelijke reclame-uitingen en uitstallingen Het Hogeland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHet Hogeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere Regels voor tijdelijke reclame-uitingen en uitstallingen Het Hogeland
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Algemene Plaatselijke Verordening Het Hogeland
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-05-2024Nieuwe regeling

14-05-2024

gmb-2024-214996

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere Regels voor tijdelijke reclame-uitingen en uitstallingen Het Hogeland

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland.

Overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van tijdelijke reclame-uitingen en uitstallingen.

 

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 2:10, derde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Het Hogeland;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende nadere regels: “Nadere regels voor tijdelijke reclame-uitingen en uitstallingen Het Hogeland”.

 

Inleiding

Reclame is een middel om aandacht te vestigen op goederen, diensten, activiteiten of namen en kunnen zowel van commerciële als van ideële aard zijn. Reclame kan worden geuit op bijvoorbeeld borden, vlaggen, spandoeken, sandwichborden.

Regels bepalen voor een deel het aanzien van een gebied. Hierbij willen wij een balans creëren tussen enerzijds een aantrekkelijke en veilige woonomgeving en anderzijds economische en ideële belangen van onder andere ondernemers, verenigingen en stichtingen.

Het college van burgemeester en wethouders kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden. Door middel van deze regels wordt verdere invulling gegeven aan de regels van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV). Uitingen van en door politieke partijen en denkbeelden van ideële aard dienen geen commercieel doel en gaan niet over stimulering van verkoop of verbetering van imago en vallen derhalve niet onder artikel 2:10 APV.

 

Juridische grondslag

In de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Het Hogeland (artikel 2:10 APV) staat dat het verboden is om (een deel van) de weg anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. Het college kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden (lid 3).

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    APV: Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 2.

    Reclame: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder (organisatie of een persoon niet zijnde een consument) of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Onder reclame wordt mede verstaan het vragen van diensten.

  • 3.

    Sandwich- / driehoeksbord: een tijdelijk reclamebord bestaande uit 2 dan wel 3 zijden die bevestigd kunnen worden om straatmeubilair, zoals lantaarnpalen en bomen, maar ook zelfstandige bouwwerken (palen, houten of ijzeren frames e.d.).

  • 4.

    Spandoek: een doek van kunststof of andere materiaal waarbij het doek wordt opgespannen tussen twee dragers, die voorzien kan worden van reclame.

  • 5.

    Tijdelijke reclame-uitingen: uitingen die een bijdrage leveren aan de bekendmaking van activiteiten en die op of aan de openbare weg/in de openbare ruimte worden geplaatst en die niet direct aan een pand kunnen worden gekoppeld en tijdelijk van aard zijn.

  • 6.

    Uitstalling: dit betreft reclameborden, uitstallingsmaterialen, uitstallingstellages, voorwerpen en stoffen die behoren tot het reguliere assortiment van een winkel, speelattracties en andere uitstallingen voor een pand waarin een onderneming is gevestigd.

Artikel 2 Afbakening

  • 1.

    De nadere regels hebben betrekking op voorwerpen op of aan de weg, zoals bedoeld in artikel 2:10 APV.

  • 2.

    Toegestane reclame-uitingen op basis van dit beleid zijn:

  • a.

    tijdelijke reclame-uitingen op openbare plaatsen/in de openbare ruimte voor tijdelijke activiteiten;

  • b.

    tijdelijke reclame-uitingen door winkeliers in de openbare ruimte in de directe nabijheid van hun winkel.

 

Hoofdstuk 2 Tijdelijke reclame-uitingen

Artikel 3 Reclame-uitingen op een openbare plaats voor tijdelijke activiteiten

  • 1.

    Reclame-uitingen voor tijdelijke activiteiten kunnen worden toegestaan op of aan een openbare plaats/in de openbare ruimte.

  • 2.

    Er kan een ontheffing worden verleend voor het plaatsen van tijdelijke reclame-uitingen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan :

  • a.

    De borden mogen alleen geplaatst worden langs gemeentelijke wegen.

  • b.

    De borden mogen uitsluitend aan een lantaarnpaal worden bevestigd.

  • c.

    Per lantaarnpaal mag maximaal één sandwich/driehoeksbord worden geplaatst.

  • d.

    De sandwich- of driehoeksborden mogen niet direct of indirect kunstmatig verlicht worden en ook niet van fluorescerend of reflecterend materiaal voorzien zijn.

  • e.

    De sandwich- of driehoeksborden mogen maximaal vier weken voorafgaand aan de betreffende activiteit worden geplaatst en moeten uiterlijk 5 werkdagen na afloop van de activiteit worden verwijderd.

  • f.

    De maximale omvang van het bord dat geplaatst wordt mag niet meer bedragen dan 122 cm bij 61 cm.

  • g.

    Bij plaatsing van sandwich- of driehoeksborden om de lantaarnpalen mogen deze de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen en worden dus ook als zodanig geplaatst en geven ze weinig tot geen hinder voor nabijgelegen woningen.

  • h.

    Het is niet toegestaan voorwerpen op de voor het verkeer bestemde rijbaan te plaatsen.

  • i.

    Voor het plaatsen van voorwerpen in de berm dient een afstand tot de weg bewaard te worden van:

  • 1 meter binnen de bebouwde kom;

  • 1,5 meter buiten de bebouwde kom.

  • j.

    Plaatsing is niet toegestaan binnen een afstand van 25 meter van een rotonde, kruising of voetgangersoversteekplaats.

  • k.

    De reclameborden dienen tenminste 5 meter uit de straathoek geplaatst te worden.

Hoofdstuk 3 Reclame-uitingen winkels

Artikel 4 Reclame-uitingen bij winkels

Veel winkels plaatsen tijdens de openingsuren tijdelijk uitstallingen en borden met reclame voor hun winkel. Dit om bijvoorbeeld de aantrekkelijkheid van de winkel te vergroten. Deze uitstallingen kunnen de aantrekkelijkheid van een winkelgebied vergroten maar kunnen ook hinderlijk zijn en een rommelige uitstraling geven. In artikel 5 zijn de nadere regels op deze uitstallingen en borden uitgewerkt .

Artikel 5 Uitgangspunt uitstallingen

  • 1.

    Het plaatsen van een uitstalling moet voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    Een ondernemer mag alleen vóór zijn eigen winkel een uitstalling in de openbare ruimte plaatsen ten behoeve van het uitstallen van goederen die horen bij het gangbare assortiment van de winkel.

  • b.

    De uitstallingen mogen buiten de openingstijden van de winkel niet in de openbare ruimte aanwezig zijn.

  • c.

    De uitstalling mag maximaal 1,80 meter hoog zijn. De breedte van de uit te stallen goederen en de daarbij behorende objecten mag (gezamenlijk) nooit meer zijn dan de frontbreedte van de winkel waartoe de uitstalling behoort, de toegang tot de winkel niet meegerekend.

  • d.

    Het plaatsen van uitstallingen mag geen hinder en gevaar opleveren voor de vrije doorloopbaarheid. Dit zijn onder meer belemmeringen in de vrije doorloopbaarheid van de winkelstraten en de belemmerde doorgang voor hulpdiensten (ambulance, brandweer en politie), gemotoriseerd verkeer en bijvoorbeeld rolstoelgebruikers. Deze situaties ontstaan voornamelijk door een cumulatie van het gebruik van de openbare ruimten voor verschillende doeleinden. Uitstallingen moeten dan ook zo dicht mogelijk tegen de voorgevel geplaatst worden (of in de bij de winkel horende portieken), waarbij sprake moet zijn van een vrije doorgang van tenminste 1.5 strekkende meter op voetpaden en 4.5 strekkende meter op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer. Verrijdbare rekken, standaards en stellages dienen van een zodanige (windvaste) constructie of uitvoering te zijn, of zodanig tegen de gevel vastgezet, dat deze niet door derden verplaatst of omvergelopen kunnen worden en mogen geen scherpe uitsteeksels bevatten. De uitstallingen dienen een ordelijk aanzien te hebben en mogen geen aanleiding vormen voor vervuiling van de openbare weg.

Artikel 6 Algemene bepalingen

  • 1.

    De criteria met betrekking tot (verkeers)veiligheid zijn niet uitputtend geformuleerd, omdat niet alle (verkeers)onveilige situaties op voorhand te voorzien zijn. Op deze manier blijft het mogelijk om per geval te beoordelen of de verkeersveiligheid in het geding is.

  • 2.

    Het gaat in deze nadere regels over het tijdelijk plaatsen van voorwerpen met bepaalde afmetingen. Is sprake van meer permanente plaatsing van voorwerpen, dan gelden in de regel de voorschriften in het Omgevingsplan alsmede andere wettelijke bepalingen.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan gemotiveerd afwijken van de nadere regels voor reclame-uitingen en uitstallingen.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking één dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels voor tijdelijke reclame-uitingen en uitstallingen Het Hogeland”.

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2024

H.J. Bolding, burgemeester

P.P.M. van Vilsteren, secretaris