Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ouder-Amstel

Beleidsregels re-integratie Ouder-Amstel 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOuder-Amstel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels re-integratie Ouder-Amstel 2024
CiteertitelBeleidsregels re-integratie Ouder-Amstel 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2024nieuwe regeling

07-05-2024

gmb-2024-213737

2024-044187

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels re-integratie Ouder-Amstel 2024

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Re-integratietraject/Plan van aanpak

  • 1.

    Het college draagt zorg voor goede en begrijpelijke informatie richting de belanghebbende over alle regels, rechten en plichten ten aanzien van re-integratiebedrijven en voorzieningen die onderdeel kunnen zijn van een re-integratietraject.

  • 2.

    Het college zal bij het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling zoveel mogelijk individueel maatwerk betrachten. In samenspraak met de belanghebbende wordt de inhoud van het re-integratietraject bepaald met als doel duurzame arbeid te realiseren en uitstroom uit de uitkering te bewerkstelligen.

  • 3.

    De wederzijdse afspraken worden schriftelijk vastgelegd en aan belanghebbende kenbaar gemaakt.

Artikel 2 Algemeen geaccepteerde arbeid

  • 1.

    Zowel (al dan niet tijdelijk) regulier betaald werk als werken met loonkostensubsidie, zover deze gericht zijn op arbeidsinschakeling of zelfstandige maatschappelijke participatie vallen onder het begrip algemeen geaccepteerde arbeid.

  • 2.

    Indien een traject naar werk niet volledig de voor werk beschikbare tijd vergt, geldt voor de resterende tijd de arbeidsverplichting als bedoeld in artikel 9 respectievelijk artikel 10a (Participatieplaatsen), artikel 10b (Participatievoorziening beschut werk) van de wet.

Artikel 3 Tegenprestatie

  • 1.

    Het college zorgt dat een belanghebbende bij het uitvoeren van activiteiten in het kader van de tegenprestatie is verzekerd. Het gaat daarbij met name om het afdekken van de risico's van arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid.

  • 2.

    Als een Verklaring omtrent het gedrag noodzakelijk is, zal de gemeente de kosten ervan vergoeden.

  • 3.

    Het college kan aan belanghebbende een vergoeding toekennen voor de gemaakte kosten voor vervoer, voor zover het college dit vervoer noodzakelijk acht voor het kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van de tegenprestatie.

Hoofdstuk 2. VOORZIENINGEN

Artikel 4 Forfaitaire trajectvergoeding

  • 1.

    Belanghebbende kan in aanmerking komen voor een vergoeding voor de noodzakelijk te maken kosten van werkzaamheden die zijn gericht op arbeidsinschakeling. Hieronder vallen ook reiskosten.

  • 2.

    De vergoeding geldt voor belanghebbenden van 27 jaar of ouder.

  • 3.

    Bij loonbetaling is een forfaitaire trajectvergoeding niet mogelijk.

  • 4.

    Indien belanghebbende al een vrijwilligersvergoeding ontvangt van de instelling waar het traject plaatsvindt, wordt de ontvangen vergoeding in mindering gebracht op de forfaitaire trajectvergoeding.

  • 5.

    Voor de forfaitaire trajectvergoeding kan er onderscheid gemaakt worden in twee opties:

    • a.

      Een traject minder dan 10 uur per week

    • b.

      Een traject van 10 uur of meer per week

  • 6.

    Om in aanmerking te komen is het aan belanghebbende om aan te tonen dat hij/zij vrijwilligerswerk verricht.

  • 7.

    De vergoeding kan alleen met terugwerkende kracht tot 1 januari van het lopende jaar worden betaald.

Artikel 5 Scholing

  • 1.

    Het college kan een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling en om ervoor te zorgen dat inwoners in de toekomst meer kans maken op de arbeidsmarkt.

  • 2.

    Scholing wordt ingezet ten behoeve van duurzame uitstroom naar arbeid.

  • 3.

    Het college stelt de volgende voorwaarden ten aanzien van scholing:

    • a.

      Er is voldoende werkgelegenheid in de richting van de scholing, zoals blijkt uit de periodieke arbeidsmarktrapportage van het UWV.

    • b.

      De inwoner is in staat om de scholing te volgen (intellectueel, psychisch, fysiek)

    • c.

      De opleiding en/of scholing waarvoor een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening is uitgesloten

    • d.

      Bij belanghebbenden met een startkwalificatie is scholing slechts mogelijk in combinatie met een werkactiviteit of proefplaatsing

    • e.

      De scholing is zo kort mogelijk, maximaal 1 jaar.

  • 4.

    Indien het voor de kansen op werkaanvaarding noodzakelijk wordt geacht, kan in bijzondere individuele omstandigheden worden afgeweken van het bepaalde in het derde lid.

Artikel 6 Ondersteuning bij beheersing Nederlandse taal

  • 1.

    Het college kan met een belanghebbende die niet beschikt over de vaardigheden van de Nederlandse taal, of deze niet kan aantonen, een taaltraject afspreken.

  • 2.

    Het taaltraject kan als bereidverklaring van artikel 18b, zesde lid, onderdeel a van de wet worden beschouwd.

  • 3.

    Een taaltraject houdt rekening met de vermogens en beperkingen van belanghebbende en bevat in ieder geval de volgende onderdelen:

    • a.

      Ingangsdatum van de taalscholing;

    • b.

      Vorm van de taalscholing; en

    • c.

      Einddatum waarop de vaardigheden Nederlandse taal moeten zijn behaald.

  • 4.

    Het college draagt zorg voor de betaling van de directe kosten van de opleiding van het taaltraject (cursusgeld en boekengeld) en sluit daarbij aan bij de financiering vanuit WEB-middelen en maakt gebruik van het aanbod vanuit het Regionaal Taaloffensief. De belanghebbende draagt zorg voor de betaling van de overige kosten die gemoeid zijn met het taaltraject (schriften, schrijfgerei, reiskosten en dergelijke).

  • 5.

    Het eerste lid is niet van toepassing op de belanghebbende die volledig en duurzaam is ontheven van de arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a van de wet, inburgeraars of indien er sprake is van een gediagnostiseerd leerprobleem waardoor de belanghebbende niet in staat is om zich de vaardigheden van de Nederlandse taal eigen te maken.

  • 6.

    Onverminderd de bepalingen van artikel 18b van de wet kan het college een taaltoets bij belanghebbende afnemen indien het vermoeden bestaat dat belanghebbende niet voldoet aan de voortgang die van hem verwacht mag worden bij het verwerven van de vaardigheden van de Nederlandse taal.

Artikel 7 Tijdelijke loonkostensubsidie

  • 1.

    De arbeidsovereenkomst wordt gesloten met een arbeidstijd van minimaal 16 uur per week. Wel zal er altijd worden gestreefd naar een hoger aantal uren.

  • 2.

    In de arbeidsovereenkomst mag geen beperking worden gesteld aan het aanvaarden van een dienstverband bij een nieuwe werkgever.

  • 3.

    Indien de werkgever de werknemer wenst te detacheren, dient een overeenkomst met de inlenende partij en zo nodig aanvullend bewijs te worden overgelegd waaruit blijkt, dat de werknemer daadwerkelijk voor de in het eerste en tweede lid aangegeven periode en arbeidsuren aan het werk gaat.

  • 4.

    De tijdelijke loonkostensubsidie betreft minimaal zes en maximaal twee keer zes maanden, als aan de subsidievoorwaarden is voldaan. De periodes van twee maal zes maanden dienen op elkaar aan te sluiten.

  • 5.

    Hoogte tijdelijke loonkostensubsidie, de maximale hoogte van de subsidie is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en is gelijk aan het Subsidiefilter WSP Groot-Amsterdam:

  • 6.

    Indien de werknemer niet gedurende de gehele subsidieperiode aan het werk is geweest stelt het college de subsidie naar rato vast.

  • 7.

    Indien het aan de werkgever te verwijten valt dat de arbeidsovereenkomst voortijdig is beëindigd, vervalt de tijdelijke loonkostensubsidie.

  • 8.

    Wanneer een gesubsidieerd werkende gedurende de looptijd van de tijdelijke loonkostensubsidie in dienst treedt bij een nieuwe werkgever, kan de nieuwe werkgever voor de resterende looptijd aanspraak maken op voortzetting van de subsidie.

Artikel 8 Vaststelling en betaling van de tijdelijke loonkostensubsidie

  • 1.

    Nadat de werkgever de benodigde bewijsstukken heeft verstrekt, stelt het college het recht op loonkostensubsidie binnen een maand vast.

  • 2.

    Na overeenstemming met de gemeente kan de aanvraag voor een loonkostensubsidie door de werkgever binnen 30 dagen na aanvang van de arbeidsovereenkomst ingediend worden. Bij niet verwijtbare redenen kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

  • 3.

    Een aanvraag om loonkostensubsidie dient te zijn ingediend voor het verstrijken van de rechtsgeldige arbeidsovereenkomst.

  • 4.

    Het college kan een maand na aanvang van het dienstverband een voorschot betalen op de subsidie mits voldoende aannemelijk is dat de werkgever aan de subsidievoorwaarden voldoet en zal blijven voldoen

  • 5.

    Een subsidieverzoek van de werkgever wordt niet gehonoreerd indien de werkgever korter dan 3 maanden voorafgaand aan de aanvraag een andere medewerker die met een tijdelijke loonkostensubsidie bij hem in dienst was en naar behoren functioneerde, geen contractverlenging heeft aangeboden.

Artikel 9 Uitstroompremie

  • 1.

    Het college kan eenmalig een uitstroompremie van € 1.000,- toekennen aan een langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid en daardoor niet langer recht heeft op algemene bijstandsuitkering van het college.

  • 2.

    Bij beëindiging van de uitkering wordt een bedrag van € 500,- ambtshalve toegekend. Het resterende bedrag van € 500,- kan worden aangevraagd vanaf 6 maanden na de indiensttreding.

Artikel 10 Jobcoaching

  • 1.

    Het college kan op aanvraag of ambtshalve jobcoaching toekennen.

  • 2.

    Het college hanteert een basisregime van 12 uur jobcoaching voor een periode van zes maanden. Bij het doorlopen van het dienstverband en indien na afloop van deze periode het college van mening is dat de noodzaak tot jobcoaching bij het dienstverband voortduurt, kan het college de jobcoaching verlengen voor een volgende periode van in beginsel zes maanden.

  • 3.

    Bij een nieuw dienstverband wordt het aantal uren jobcoaching in het vorige lid beschreven in het basisregime verhoogd met 12 uur.

  • 4.

    Wanneer naar het oordeel van het college voor een werknemer een minder omvangrijke jobcoachbehoefte heeft, hanteert het college in afwijking van het eerste en twee lid, een regime van 8 uur voor een periode van zes maanden. Bij een nieuw dienstverband wordt dit aantal verhoogd met 8 uur.

  • 5.

    Wanneer een werknemer een jobcoachbehoefte heeft, waarvoor het basisregime, bedoeld in het tweede lid, naar het oordeel van het college aanzienlijk tekortschiet, verleent het college een aanvullend regime van 12 uur jobcoaching voor een periode van in beginsel zes maanden.

  • 6.

    Wanneer het gaat om jobcoaching op een proefplaats, verleent het college in het basisregime voor een periode tot twee maanden een regime voor 8 uur jobcoaching.

  • 7.

    De belanghebbende aan wie jobcoaching is verleend als bedoeld in artikel 25 van de verordening is verplicht:

    • a.

      uiterlijk in de derde maand na aanvang van de jobcoaching een coachingsplan te overleggen dat is opgesteld in samenspraak met de werknemer en werkgever;

    • b.

      uiterlijk in de zesde maand na aanvang van de jobcoaching een verslag te overleggen van de uitvoering van het coachingsplan en, indien van toepassing, het bijgestelde coachingsplan;

    • c.

      het college zo tijdig mogelijk te informeren over wijzigingen in het dienstverband of de werkplek van de werknemer.

       

      Situatie

      Aantal uren jobcoaching

      Start dienstverband - basis

      24 uur per zes maanden

      Basis

      12 uur per zes maanden

      Start dienstverband - light

      16 uur per zes maanden

      Light

      8 uur per zes maanden

      Boost

      Eenmalig maximaal 12 uur per zes maanden extra

      Proefplaats

      8 uur per periode van de proefplaats

Artikel 11 Jobcoaching in natura

  • 1.

    Jobcoaching in natura kan worden gerealiseerd door een jobcoach die werkzaam is in een dienstverband bij de gemeente of in opdracht van de gemeente, denk hierbij aan een uitvoeringsorganisatie of gemeenschappelijke regeling. Over de inhoudelijke uitvoering en vergoeding kunnen onderling werkafspraken worden gemaakt.

  • 2.

    Bij de aanvragen om jobcoaching in natura en de voorbereiding van een beschikking op de aanvraag is het bepaalde in artikel 10 jobcoaching van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Subsidie voor het organiseren van jobcoaching

  • 1.

    Het college kan op aanvraag subsidie voor het organiseren van jobcoaching verlenen aan de werkgever.

  • 2.

    Bij de aanvragen voor subsidie voor jobcoaching en de voorbereiding van een beschikking op de aanvraag is het bepaalde in artikel 10 jobcoaching van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Het college betaalt de subsidie voor het organiseren van jobcoaching zo veel mogelijk uit in maandelijkse termijnen. De betaling is te beschouwen als vaststelling van de subsidie tot en met de periode waarop de betaling betrekking heeft.

  • 4.

    De subsidie wordt berekend door de in artikel 10 genoemde aantallen uren te vermenigvuldigen met het jobcoachtarief dat wordt gehanteerd door het UWV.

  • 5.

    Het college draagt er zorg voor dat de subsidies naar aanleiding van de jaarlijkse aanpassing van het UWV-tarief worden bijgesteld. De bedragen worden op de gebruikelijke manier afgerond. Het college draagt zorg voor de kenbaarheid van de actuele bedragen. Na aanpassing van de bedragen worden al verleende subsidies voor de resterende subsidieperiode naar rato verhoogd.

  • 6.

    De werkgever aan wie een subsidie is verleend voor het organiseren van jobcoaching, als bedoeld in artikel 25 en 27 van de verordening is verplicht:

    • a.

      de naam en contactgegevens mee te delen van de erkend deskundige die de jobcoaching uitvoert en van diens vervanger;

    • b.

      op aanvraag stukken te overleggen waaruit de deskundigheid van de jobcoach en diens vervanger blijkt.

Artikel 13 Interne werkbegeleiding

  • 1.

    In aanvulling op de aandacht die een jobcoach hieraan geeft, kan het college kan aan de werkgever ambtshalve of op aanvraag een training aanbieden voor een of meer medewerkers om hen beter in staat te stellen interne werkbegeleiding te bieden.

  • 2.

    Wanneer een werkgever als gevolg van bijzondere omstandigheden ook met de ondersteuning, bedoeld in het vorige lid, in aanzienlijke mate interne werkbegeleiding moet bieden om een werknemer in de doelgroep Participatiewet in staat te stellen de aan hem opgedragen taken te verrichten in een zo goed mogelijk passende functie en werkomgeving, kan het college de werkgever op basis van maatwerk een subsidie verlenen als tegemoetkoming voor de hiermee samenhangende kosten.

Hoofdstuk 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 14 Handhaving

  • 1.

    Bij onvoldoende naleving van subsidievoorwaarden door de werkgever waaronder begrepen het onvoldoende meewerken aan onderzoek naar de vervulling van de subsidie¬voorwaarden, kan het college de subsidie lager vaststellen of intrekken en latere subsidieaanvragen door de betrokken werkgever weigeren.

  • 2.

    Subsidies of voorschotten waarop de werkgever ten tijde van de verlening of naderhand geen recht had, kan het college terugvorderen, dan wel verrekenen met nog te betalen subsidies.

Artikel 15 Hardheidsclausule en onvoorziene gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van deze regeling als toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste van de maand na publicatie.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels re-integratie Ouder-Amstel 2024’.