Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Hollandse Delta

Verordening rekenkamer waterschap Hollandse Delta 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Hollandse Delta
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingVerordening rekenkamer waterschap Hollandse Delta 2024
CiteertitelVerordening rekenkamer waterschap Hollandse Delta 2024
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening van de Rekenkamercommissie.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 51aa van de Waterschapswet
  2. artikel 51ab van de Waterschapswet
  3. artikel 51ac van de Waterschapswet
  4. artikel 51ad van de Waterschapswet
  5. artikel 51ae van de Waterschapswet
  6. artikel 51af van de Waterschapswet
  7. artikel 51ag van de Waterschapswet
  8. artikel 51ah van de Waterschapswet
  9. artikel 51ai van de Waterschapswet
  10. artikel 51aj van de Waterschapswet
  11. artikel 51ak van de Waterschapswet
  12. artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet
  13. artikel 97a van de Waterschapswet
  14. artikel 97b van de Waterschapswet
  15. artikel 97c van de Waterschapswet
  16. artikel 97d van de Waterschapswet
  17. artikel 97e van de Waterschapswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-05-2024nieuwe regeling

24-04-2024

wsb-2024-9554

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rekenkamer waterschap Hollandse Delta 2024

De Verenigde Vergadering van waterschap Hollandse Delta;

 

gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden van 12 maart 2024;

 

gelet op de artikelen 51aa-ak, 78 eerste lid en 79a-e van de Waterschapswet;

 

gezien het advies van de Commissie Middelen, Bestuurlijke Zaken en Handhaving (MBH) van 10 april 2024;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening rekenkamer waterschap Hollandse Delta 2024

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    De Verenigde Vergadering: het algemeen bestuur van waterschap Hollandse Delta;

  • b)

    Het college van dijkgraaf en heemraden: het dagelijks bestuur van waterschap Hollandse Delta;

  • c)

    klankbordgroep: afvaardiging van de Verenigde Vergadering die fungeert als aanspreekpunt voor de rekenkamer;

  • d)

    rekenkamer: rekenkamer als bedoeld in artikel 51aa van de Waterschapswet;

  • e)

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter.

  • 3.

    De (her-)benoeming van de leden en de voorzitter geschiedt op voordracht van een commissie samengesteld uit tenminste drie leden van de Verenigde Vergadering.

Artikel 3. Klankbordgroep en aanspreekpunt

  • 1.

    Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer.

  • 2.

    De klankbordgroep bestaat uit één aanspreekpunt per fractie die als lijst vertegenwoordigers heeft in de Verenigde Vergadering. Beëdigde steunfractieleden worden hiervan niet uitgesloten.

  • 3.

    De leden van de klankbordgroep worden ieder door de eigen fractie aangewezen voor een periode gelijk aan de lopende zittingsduur van de Verenigde Vergadering.

  • 4.

    De leden van de klankbordgroep worden situationeel benaderd door de rekenkamer voor het informeel en oriënterend bespreken van een thema waarop de rekenkamer zich voorbereid, het toetsen van een uitwerking van een onderzoeksopzet en of bijdrage aan een (brieven)selectie voor nieuwe leden en/of nieuwe secretaris.

  • 5.

    De leden van de klankbordgroep ontvangen geen nadere toelage conform artikel 4.1.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van vier jaar worden herbenoemd.

Artikel 5. Secretaris

  • 1.

    De rekenkamer heeft een secretaris.

  • 2.

    Het college van dijkgraaf en heemraden wijst de secretaris aan op voordracht van de voorzitter van de rekenkamer.

  • 3.

    Het college van dijkgraaf en heemraden stelt de hoogte van de vergoeding van de secretaris vast.

  • 4.

    De kosten voor de secretaris komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

Artikel 6. Budget

  • 1.

    De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer. Bij de besteding van het budget worden de geldende regels en het inkoopbeleid van het waterschap nageleefd.

  • 2.

    In het jaarverslag legt de rekenkamer, in een aparte financiële paragraaf, verantwoording af over het door haar bestede budget. In het jaarverslag wordt tevens opgenomen het op dit bestede budget en lopende budget gebaseerde begrote budget voor het komende begrotingsjaar.

  • 3.

    De secretaris-directeur voert jaarlijks een toets uit op de rechtmatigheid van de bestedingen van de rekenkamer.

Artikel 7. Vergoeding

  • 1.

    De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 378,30 per vergadering en voor gewone leden € 302,74 per vergadering. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor leden van de Verenigde Vergadering.

  • 3.

    De leden kunnen voor verrichte werkzaamheden in het kader van een onderzoek ten behoeve van de rekenkamer een uurvergoeding ontvangen van € 69,93. Dit bedrag wordt geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor leden van de Verenigde Vergadering.

  • 4.

    De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

Artikel 8. Monitoring aanbevelingen

De secretaris-directeur verstrekt aan de Verenigde Vergadering en de rekenkamer jaarlijks, uiterlijk bij het verschijnen van de jaarrekening met het jaarverslag, een overzicht van de aan de Verenigde Vergadering gedane voorstellen over de aanbevelingen van de rekenkamer welke door de Verenigde Vergadering overgenomen, vergezeld van de wijze waarop aan die voorstellen vervolg is gegeven.

Artikel 9. Onderwerp selectie

De rekenkamer spreekt jaarlijks gelijktijdig met de eerste vergaderronde van commissies en Verenigde Vergadering na het zomerreces met (een vertegenwoordiging) van de commissies en de Verenigde Vergadering over de mogelijke onderwerpen van onderzoek voor het komende kalenderjaar.

Artikel 10. Voortgangsbespreking aanbevelingen

De Verenigde Vergadering bespreekt jaarlijks aan de hand van de in artikel 97e Waterschapswet en artikel 8 bedoelde overzichten beeldvormend de voortgang van de door haar naar aanleiding van rekenkamer onderzoeken overgenomen aanbevelingen, voorafgaand aan de behandeling van het jaarverslag en de vaststelling van de jaarrekening.

Artikel 11. Behandeling onderzoeken

De Verenigde Vergadering bespreekt onderzoeken van de rekenkamer alvorens conclusies en/of aanbevelingen worden overgenomen. Daartoe wordt het ondersteund door een behandelvoorstel van het college van dijkgraaf en heemraden dat gebaseerd is op het door de rekenkamer na bestuurlijke wederhoor definitief vastgestelde onderzoeksrapport. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft een termijn van vier weken voor het vaststellen van zijn reactie in de fase van bestuurlijke wederhoor. De Verenigde Vergadering ontvangt rapporten van de rekenkamer zodra deze definitief zijn en onmiddellijk na openbaarmaking.

Artikel 12. Evaluatie

  • 1.

    De werking van de rekenkamer en deze verordening worden ten minste een keer per bestuursperiode, vóٌór de zomer van het vierde jaar, geëvalueerd.

  • 2.

    Wanneer daartoe aanleiding is wordt op initiatief van de klankbordgroep of van de Verenigde Vergadering deze verordening tussentijds geëvalueerd.

  • 3.

    De evaluatie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de klankbordgroep.

  • 4.

    De klankbordgroep stuurt haar bevindingen zowel aan de rekenkamer als aan de Verenigde Vergadering. Als de Verenigde Vergadering daartoe aanleiding ziet, kunnen de bevindingen in de Verenigde Vergadering worden besproken.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1.

    Besluiten, genomen krachtens de Verordening van de Rekenkamercommissie die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    De Verordening van de Rekenkamercommissie wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking op de wettelijk voorgeschreven wijze.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rekenkamer waterschap Hollandse Delta 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Verenigde Vergadering van 24 april 2024.

De Verenigde Vergadering voornoemd,

secretaris-directeur,

V. Bergsma

dijkgraaf,

J.F. Bonjer

Toelichting

Algemeen

Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Waterschapswet is opgenomen over de rekenkamer voor waterschappen. Zie de tekst van de Waterschapswet, zoals die op 1 januari 2024 is gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken VI0A (De rekenkamer) en XIIA (De bevoegdheid van de rekenkamer). Het algemeen bestuur moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 51aa van de Waterschapswet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2024 en is verder geregeld in de artikelen 51aa-ak, 78 en 79a-e van de Wet.

Daarnaast moet het algemeen bestuur op grond van artikel 51ak van de Waterschapswet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten.

Voorts mag het algemeen bestuur op grond van artikel 78, eerste lid van de Waterschapswet aanvullende regels stellen in het belang van het waterschap en met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 51ai van de Waterschapswet. Uitwerking van bevoegdheden van de rekenkamer zélf, zijn niet in de verordening uitgewerkt. Dat doet de rekenkamer zelf in een reglement.

 

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt het algemeen bestuur de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 51aa van de Waterschapswet).

 

Artikel 3. Klankbordgroep

Rekenkamers hebben in de praktijk soms behoefte om informatie in te winnen bij een afvaardiging van het algemeen bestuur. Voor vragen als wat leeft er binnen het algemeen bestuur, hoe tegen een onderzoeksopzet wordt aangekeken en hoe de organisatie van het algemeen bestuur is geregeld. Ook bestaat soms behoefte om organisatorische wijzigingen binnen de rekenkamer of noodzakelijke veranderingen in het rekenkamerbudget te bespreken.

 

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door het algemeen bestuur benoemd en kunnen door het algemeen

bestuur ook worden herbenoemd (artikel 51ac, eerste en vierde lid, van de Waterschapswet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Met dit artikel wordt geregeld dat rekenkamer leden niet langer lid kunnen zijn dan 10 jaar en periodieke instroom van nieuwe leden gewaarborgd wordt.

Voordeel van deze termijnen is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde besturen wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 51ac, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.

 

Artikel 5. Secretaris

In de Waterschapswet is geregeld dat het dagelijks bestuur op voordracht van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 51aj, tweede lid).

De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van het waterschap, met uitzondering van ambtenaren die uitsluitend werkzaam zijn voor het algemeen bestuur (artikel 51aj, derde lid). Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 51aj, vierde lid).

Dit artikel voorziet in het benoemen van een secretaris en plaatsvervangend secretaris(sen) voor de rekenkamer.

 

Artikel 6. Budget

Het algemeen bestuur moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 51aj van de Waterschapswet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken. Voor de besteding van het budget en de toetsing op rechtmatigheid (die vanaf 1 januari 2025 verplicht is voor het bestuur van het Waterschap) is een bepaling opgenomen die dient als toetsingskader. De Rekenkamer wordt geacht zich bij de besteding van haar budget aan de gelden regels en het inkoop beleid van het Waterschap te houden. Met de tekst in het tweede lid wordt transparant gemaakt hoe jaarlijks het budget voor de rekenkamer in de begroting wordt opgenomen.

 

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van het algemeen bestuur vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 51ak van de Waterschapswet).

 

Artikel 8. Monitoring aanbevelingen

Volgens artikel 97e van de Waterschapswet moet het dagelijks bestuur jaarlijks aan het algemeen bestuur een overzicht sturen van de aan het dagelijks bestuur gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven. Niet alle voorstellen, of meestal aanbevelingen genoemd, zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur. Er zijn ook aanbevelingen die het algemeen bestuur zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, kan het algemeen bestuur ervoor kiezen om de secretaris-directeur jaarlijks ook een overzicht op te laten stellen met de status van de aanbevelingen die aan het algemeen bestuur zijn gericht, door het algemeen bestuur zijn overgenomen en door het algemeen bestuur zelf moeten worden uitgevoerd. Dit kan het algemeen bestuur helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.

 

Artikel 9. Onderwerp selectie

In het in overleg met de leden van de rekenkamer en fractievoorzitters besproken procesontwerp voor de samenwerking tussen rekenkamer en het algemeen bestuur is overeengekomen dat jaarlijks op een vast moment in het jaar een gesprek plaatsvindt over de mogelijke onderwerpen die de rekenkamer zou kunnen onderzoeken. Dit inventariserende gesprek kan aanleiding zijn voor het algemeen bestuur om de rekenkamer te verzoeken een onderzoek te doen.

 

Artikel 10. Behandeling onderzoeken

Dit artikel regelt de vaste wijze waarop het algemeen bestuur direct na vaststelling en openbaarmaking als eerste een door de rekenkamer uitgebracht onderzoeksrapport ontvangt, inclusief een daartoe door het college in het kader van wederhoor verstrekte reactie. Verder regelt dit artikel de wettelijk voorgeschreven “redelijke’’ termijn die het college heeft voor de reactie in wederhoor. Een termijn van vier weken waarbinnen tenminste twee reguliere vergaderingen van het college kunnen plaatsvinden.

 

Artikel 11. Voortgangsbespreking aanbevelingen

Op grond van artikel 97e van de Waterschapswet stelt het college van dijkgraaf en heemraden jaarlijks een overzicht beschikbaar van de opvolging van aangenomen aanbevelingen. Dit overzicht wordt samen met het in artikel 8 bedoelde overzicht beeldvormend besproken met het college en de rekenkamer in een bijeenkomst van de Verenigde Vergadering en kan aanleiding zijn voor inbreng van fracties tijdens de behandeling van het jaarverslag en de vaststelling van de jaarrekening.

 

Artikel 12. Evaluatie

De werking van de rekenkamer en deze verordening wordt periodiek, dat wil zeggen iedere bestuursperiode na drie jaren met ervaringen, namens de Verenigde Vergadering geëvalueerd.

 

Artikel 13. Slotbepalingen

Het eerste lid zorgt ervoor dat besluiten genomen vóór de inwerkingtreding van de Wet versterking decentrale rekenkamers hun rechtskracht behouden als de constructie van rekenkamers wijzigt als gevolg van deze wet. Voorbeelden van dergelijke besluiten zijn het besluit van het algemeen bestuur tot instellen van de rekenkamer(commissie) en besluiten tot benoeming en herbenoeming van de leden of voorzitter van de rekenkamer(commissie).