Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Blink

Treasurystatuut voor de Gemeenschappelijke regeling BLINK

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBlink
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingTreasurystatuut voor de Gemeenschappelijke regeling BLINK
CiteertitelTreasurystatuut voor de Gemeenschappelijke regeling BLINK
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet financiering decentrale overheden
  2. Regeling schatkistbankieren decentrale overheden
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-05-2024nieuwe regeling

24-02-2014

bgr-2024-713

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut voor de Gemeenschappelijke regeling BLINK

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BLINK (hierna BLINK)

 

gelet op:

 

  • -

    de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de daarbij behorende uitvoeringsregelingen;

  • -

    de ministeriële regeling schatkistbankieren voor decentrale overheden

besluit:

 

vast te stellen het volgende Treasurystatuut voor de Gemeenschappelijke regeling BLINK:

Artikel 1 Definities

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • a.

    directeur:

    de directeur van BLINK, dan wel zijn plaatsvervanger;

  • b.

    financiering:

    het aantrekken van benodigde financiële. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • c.

    geldstromenbeheer:

    al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren, zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • d.

    intern liquiditeitsrisico:

    de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren (investerings-) planning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • e.

    kasgeldlimiet:

    een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van BLINK bij aanvang van het jaar;

  • f.

    kredietrisico:

    de risico’s van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficiet;

  • g.

    liquiditeitenbeheer:

    het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • h.

    renterisico:

    de omvang van het risico van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten door rentewijzigingen;

  • i.

    renterisiconorm:

    een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet Fido gefixeerd percentage van het totaal van de netto vaste schuld van BLINK;

  • j.

    saldobeheer:

    het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • k.

    rentevisie:

    toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

  • l.

    statuut:

    dit Treasurystatuut;

  • m.

    treasuryfunctie:

    alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, financiering, kasbeheer en debiteuren-en crediteurenbeheer;

  • n.

    uitzetting:

    het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

Artikel 2 Doel van het statuut

  • 1.

    Het Treasurystatuut (hierna: statuut) van BLINK heeft tot doel een formeel kader te scheppen omtrent het beheersbaar houden van financiële risico’s;

  • 2.

    In algemene zin zal het financieel beleid dienen

    • a.

      bij te dragen aan en ondersteuning te bieden voor het uitvoeren van taken, horende tot de verantwoordelijkheden van BLINK. Meer specifiek zal de financiële continuïteit van de BLINK op korte en lange termijn gewaarborgd dienen te worden;

    • b.

      tot het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden binnen de door het Algemeen Bestuur gestelde kaders uit de begroting.

Artikel 3 Kaders en doel treasurybeleid

  • 1.

    Het treasury-beleid is er op gericht binnen de financiële mogelijkheden van BLINK een volledig risicoloos verantwoord mogelijke rendement te verkrijgen op niet direct te gebruiken middelen.

  • 2.

    De doelstellingen van het treasurybeleid zijn:

    • a.

      Het zoveel mogelijk beschermen van de organisatie tegen ongewenste financiële risico’s zoals rente-, intern liquiditeits-en kredietrisico;

    • b.

      Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

    • c.

      Het realiseren van een flexibel en controleerbaar cashmanagement in de organisatie;

Artikel 4 Risicoprofiel

  • 1.

    De houding van de BLINK ten aanzien van financieel risico is defensief en risicomijdend. De organisatie houdt hierbij rekening met de renterisiconorm en de kasgeldlimiet, zoals bedoeld in de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2.

    De treasuryfunctie van de BLINK is naar haar aard ondergeschikt aan de uitvoering van de publieke taak. Het risicobeleid zal erop gericht zijn toekomstige risico’s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te verschuiven.

  • 3.

    De uitvoering van de treasurytaak mag in ieder geval niet leiden tot een vergroting van de financiële risico’s voor BLINK.

Artikel 5 Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de navolgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    Het openbaar lichaam mag geen leningen of garanties verstrekken, ongeacht welke partij hierbij betrokken is.

  • 2.

    De organisatie mag alleen middelen uitzetten bij

    • a.

      de ministeriële regeling schatkistbankieren voor decentrale overheden

    • b.

      op de lopende bankrekening bij de huisbankier (1 rekening), rekening houdend met de limieten voortkomend uit 2a.

Artikel 6 Renterisicobeheer

Met betrekking tot renterisicobeheer gelden de navolgende uitgangspunten:

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden, conform de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden, conform de Wet financiering decentrale overheden.

Artikel 7 Koers- en valuatrisicobeheer

Met betrekking tot koersrisicobeheer gelden de navolgende uitgangspunten:

  • 1.

    De organisatie elimineert koersrisico’s op uitzettingen op grond van artikel 5 van dit statuut.

Artikel 8 Korte en lange financiering

  • 1.

    Voor het aantrekken van gelden op de geld-en kapitaalmarkt is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring door het bestuur van BLINK.

  • 2.

    In basis is het uitgangspunt dat bij een tekort aan middelen, dit wordt aangevuld door de aan BLINK deelnemende gemeenten.

Artikel 9 De toezichthouder:

Conform de Wet financiering decentrale overheden zal de benodigde informatie worden aangeboden aan de externe toezichthouder, zijnde het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant.

Artikel 10 Administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    bij de uit te voeren treasury activiteiten is functiescheiding doorgevoerd, met als belangrijkste voorwaarde dat iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (‘vierogen-principe’)

Artikel 11 Het Centraal Bureau voor de Statistiek

Conform de Wet financiering decentrale overheden zal de benodigde informatie worden aangeboden aan het Centraal Bureau voor de Statistiek, daar waar gevraagd.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit Treasury-statuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van BLINK, d.d. 24 februari 2014