Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsplan mensenhandel gemeente Papendrecht 2024-2026 |
Citeertitel | Uitvoeringsplan aanpak mensenhandel Papendrecht 2024-2026 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Mensenhandel is een ernstige en complexe vorm van criminaliteit, waarbij mensenrechten ernstig worden geschonden. Mensenhandel kent verschillende verschijningsvormen zoals seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting. In elke gemeente kunnen slachtoffers en daders wonen, werken of verblijven. De schadelijke gevolgen van mensenhandel zijn groot. In eerste plaats voor de slachtoffers en hun omgeving, maar ook voor de samenleving. De gemeenten binnen de politie-eenheid Rotterdam werken samen aan een regionale aanpak om mensenhandel te voorkomen en te bestrijden. Tijdens het Regionaal Veiligheidsoverleg (RVO) van 3 juli 2023 zijn het Regionaal Beleidskader Mensenhandel en het regionaal actieplan mensenhandel 2024-2026 regio Rotterdam vastgesteld. De inhoud van deze beleidsdocumenten vomren het kader waarbinnen een lokaal uitvoeringsplan is opgesteld. In het uitvoeringsplan zijn de beleidsaccenten voor de gemeente Papendrecht opgenomen.
artikel 160 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-05-2024 | nieuwe regeling | 05-12-2023 |
Gemeenten binnen de politie-eenheid Rotterdam werken samen aan een regionale aanpak om mensenhandel te voorkomen en bestrijden. Het Regionaal Beleidskader Mensenhandel is vastgesteld door het Regionaal Veiligheidsoverleg (RVO) op 3 juli 2023. Dat beleidskader vormt het uitgangspunt van dit lokale uitvoeringsplan, waarin de lokale accenten zijn opgenomen.
Het uitvoeringsplan is ingericht aan de hand van de volgende opgaven bij de aanpak:
De aanpak op mensenhandel start met het zicht hebben op de aard en omvang van de verschillende vormen van mensenhandel. Dit vereist een integrale informatiepositie en de (door)ontwikkeling van een regionale monitor.
Een effectieve aanpak van mensenhandel begint bij zicht op het fenomeen. We moeten zicht blijven houden op de aard en omvang van mensenhandel, door elkaar te blijven informeren en beschikbare informatie met elkaar te delen. Informatie over mensenhandel is immers niet alleen beschikbaar bij partners in de veiligheidsketen, maar ook bij zorgpartners, maatschappelijke organisaties en andere private partijen.
Regionale Monitor Mensenhandel
De Regionale Monitor Mensenhandel die sinds 2020 verschijnt met informatie vanuit de verschillende ketenpartners en die steeds verder door ontwikkelt, geeft ons inzicht in de aard (verschijnselen) en geschatte omvang van mensenhandel en in de geleverde inspanningen.
Seksuele uitbuiting: Uit politiedata blijkt over het algemeen dat de meeste geregistreerde signalen van seksuele uitbuiting gaan over vrouwelijke slachtoffers. De meeste slachtoffers die in beeld zijn, zijn jonge vrouwen en in sommige gevallen minderjarige meisjes. Zij verrichten meestal onvergund sekswerk, hoewel niet bij alle onvergunde sekswerkers sprake is van seksuele uitbuiting.
Criminele uitbuiting: Bij de signalen van criminele uitbuiting gaat het voornamelijk over mannelijke slachtoffers. Ook bij deze groep is het duidelijk dat misbruik wordt gemaakt van hun kwetsbare positie. Criminele uitbuiting onderscheidt zich van andere vormen, omdat het slachtoffer in beeld komt als pleger van een strafbaar feit. Het daderschap is direct zichtbaar, terwijl het slachtofferschap verborgen ligt.
Arbeidsuitbuiting: Bij de signalen van arbeidsuitbuiting gaat het in de geregistreerde gevallen vaak om niet-Nederlandse slachtoffers uit diverse landen in Europa en vooral ook daarbuiten. Er zijn zowel mannen als vrouwen bij en de meesten zijn tussen de 30 en 50 jaar.
Bij het Expertisecentrum Seksualiteit Sekswerk en Mensenhandel (ESSM) van Stichting Humanitas wordt maatschappelijk werk geboden aan onder andere slachtoffers van mensenhandel. Ook wordt preventieve hulpverlening geboden aan personen in zorgelijke situaties. Sinds 2022 zijn alle gemeenten binnen de eenheid Rotterdam aangesloten op het Advies- en Meldpunt en de Zorgcoördinatie vanuit het ESSM.
Het Meldpunt is 7 dagen per week bereikbaar voor slachtoffers, naasten of professionals voor informatie, advies en het doen van meldingen. Daarnaast worden er ook rechtstreeks meldingen gedaan bij de politie, de Nederlandse Arbeidsinspectie en het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC).
Op de volgende bladzijde worden het aantal meldingen voor de gemeente Papendrecht weergegeven. De regionale aanpak leveren de afgelopen jaren meer meldingen op. Er zijn weinig meldingen bekend in Papendrecht. Hierbij is het van belang dat de kanttekening wordt geplaatst dat deze cijfers niet het totale aantal slachtoffers van mensenhandel weergeeft. Mensenhandel speelt zich nog steeds veelal af buiten het zicht van organisaties/betrokkenen en dus ook buiten het zicht van het ESSM. Daarom is de samenwerking met de gemeente en de naamsbekendheid van het advies- en meldpunt, met als ultiem doel dat iedere inwoner en professional van Papendrecht (en de VAR regio) het advies- en meldpunt kent, signalen van mensenhandel weet te herkennen en ook daadwerkelijk contact opneemt bij zorgen. De komende jaren zal hier door de aandachtsfunctionaris van de gemeente en zorgcoördinator op ingezet worden om zo meer zicht te krijgen op signalen en de achtergrond van deze signalen.
Aantal meldingen van slachtoffers van mensenhandel gemeente Papendrecht
Bevorderen regionale/lokale samenwerking
Bij een sluitende aanpak van mensenhandel zijn ketenorganisaties betrokken. Om de regionale aanpak te coördineren en om als aanjager te fungeren is er een regionaal beleidsregisseur Mensenhandel (bij de VeiligheidsAlliantie regio Rotterdam) en is er binnen alle gemeenten tenminste één aandachtfunctionaris mensenhandel aangesteld.
De Regionaal Beleidsregisseur Mensenhandel is ondergebracht bij de VeiligheidsAlliantie Rotterdam (VAR). De regionaal beleidsregisseur fungeert als spin in het web tussen de gemeenten uit de eenheid en de samenwerkingspartners en heeft de volgende taken:
De gemeente heeft (sinds 2020) een aandachtsfunctionaris mensenhandel. De aandachtsfunctionarissen ontmoeten elkaar minimaal 4 x per jaar om in het Netwerk Aandachtfunctionarissen Mensenhandel kennis en ervaringen uit te wisselen. De regionale beleidsregisseur zit het regionaal overleg voor aandachtsfunctionarissen voor.
De aandachtsfunctionaris heeft de volgende taken:
Bewustwording, signaleren en melden
Zowel bij inwoners als bij professionals wordt proactief gesignaleerd. Dit vraagt om een continue investering op de kennispositie waarmee de meldingsbereidheid wordt vergroot.
Signaleren begint met kennis over mensenhandel. Verschillende medewerkers en professionals hebben veelvuldig contact met burgers waarbij signalen van mensenhandel kunnen worden opgevangen.
Deze medewerkers moeten de nodige kennis hebben om te signaleren en een plek hebben waar ze terecht kunnen met de signalen zodat deze adequaat doorgezet en opgepakt worden.
Aanpak faciliteerders en mensenhandelaren
Om door te kunnen pakken op signalen is het noodzakelijk om samen te werken binnen de regio. Door op dezelfde wijze te werken wordt een waterbedeffect voorkomen.
Een dadergerichte aanpak ziet enerzijds op het voorkomen van daderschap (preventief), anderzijds op het signaleren en stoppen van bestaand daderschap en het bestraffen van daders (beiden reactief). Op beleidsmatig niveau kan de daderaanpak worden versterkt door het opwerpen van barrières tegen daders en faciliteerders door proactief toezicht. Voor wat betreft de reactieve aanpak speelt het Regionaal Controleteam een rol.
Preventie en zorg voor het slachtoffer
Voorkomen van slachtofferschap onder andere door versterken van de weerbaarheid van jeugdigen en opwerpen van preventieve barrières. Als eenmaal slachtoffers worden gemaakt, is de ondersteuning toegankelijk, laagdrempelig en slachtoffergericht.
Slachtoffers hebben recht op zorg, opvang, begeleiding en ondersteuning. Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn gemeenten verantwoordelijk voor het opvang- en zorgaanbod voor specifieke groepen, waaronder de slachtoffers van mensenhandel. Gemeenten moeten zorgen voor passende opvang, ondersteuning en nazorg voor slachtoffers van mensenhandel in de gemeente. Gemeenten hebben een verantwoordelijkheid voor slachtoffers, die ingeschreven staan in hun gebied. Slachtoffers die niet ingeschreven staan, worden in principe ingeschreven in de gemeente waar ze zijn aangetroffen. Ook in internationale verdragen is vastgelegd dat slachtoffers van geweld in afhankelijkheid altijd hulp en opvang krijgen, ongeacht een eventuele verblijfstitel. Met het bieden van opvang wordt gerealiseerd, dat de acuut onveilige situatie voor het slachtoffer wordt opgeheven en slachtoffers de ruimte krijgen tot rust te komen voordat vervolgstappen gezet worden.
Slachtoffers die worden aangetroffen in de gemeente en die rechtmatig in Nederland zijn en/of een tijdelijke verblijfstatus hebben, kunnen aanspraak maken op begeleiding en/of een opvangplek in de reguliere vrouwenopvang. Daarnaast kunnen slachtoffers worden opgevangen in enkele mannenopvangen. Slachtoffers van mensenhandel zonder verblijfstatus worden in principe opgevangen in de landelijk georganiseerde Categorale Opvang voor Slachtoffers van Mensenhandel (COSM).
Er bestaan ook crisisopvangplekken, specifiek voor slachtoffers van arbeidsuitbuiting. Minderjarige slachtoffers van mensenhandel worden vooral geholpen binnen het kader van de Jeugdwet en via instellingen van jeugdzorg, van waaruit ook opvangplekken voor minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting (voorheen ‘loverboys’) beschikbaar zijn.
Slachtoffers in Nederland krijgen te maken met allerlei complexe procedures. Het doel van de zorgcoördinatie is belangenbehartiging en het organiseren van een samenhangend hulp- en ondersteuningsaanbod aan (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel die in de eigen regio verblijven en toeleiding naar de juiste organisatie.
Voor alle gemeenten binnen de regio Rotterdam is de zorgcoördinatie belegd bij het ESSM.
De zorgcoördinator voert de volgende taken uit:
Bijlage 1: Uitwerking acties bewustwording, signaleren en melden
Wanneer wordt ingezet op bewustwording en signalering is het van belang dat er een plek is waar medewerkers hun signalen kwijt kunnen zodat deze signalen worden verrijkt en indien nodig worden doorgezet naar de juiste ketenpartner(s). Voor mensenhandel wordt aansluiting gezocht bij het interne meldpunt wat ook voor ondermijning wordt gebruikt namelijk veiligheid@papendrecht.nl. Daarnaast kennen de medewerkers elkaar goed en weten elkaar te vinden. De ervaring leert dat bij signalen vaak de medewerker of vakafdeling persoonlijk wordt benaderd.
Interne gemeentelijke bewustwordingscampagne “Kijk op Mensenhandel”
Het bewustwordingsplatform ‘Kijk op Mensenhandel’ is beschikbaar voor alle gemeenten die binnen de eigen organisatie werken aan bewustzijn rond het thema mensenhandel. Met het beschikbare materiaal worden medewerkers op laagdrempelige wijze geïnformeerd over arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en seksuele uitbuiting. Zo krijgen medewerkers antwoord op vragen als: wat kunnen zij signaleren in bepaalde situaties? En welke vragen kunnen zij stellen in gevallen waarin ze twijfelen of mogelijk sprake is van mensenhandel? Er is daarbij een toolbox beschikbaar met materiaal wat ingezet kan worden bij de bewustwording en signalering.
Bewustwording voor jongeren “Steek jij je hand uit?”
Om de bewustwording onder de aandacht te krijgen bij jongeren wordt de bewustwordingscampagne “Steek jij je hand uit?” ingezet. De campagne is bedoeld om middelbare scholieren, docenten en ouders bewust te maken van de gevaren van mensenhandel en de verschillende vormen van uitbuiting. Daarnaast is het doel het voorkomen en verminderen van criminele, seksuele en arbeidsuitbuiting onder jongeren. Het digitaal platform biedt daarbij handelingsperspectief en toegang tot een rechtstreekse chatfunctie met hulpverlening. Via de aparte toolbox-pagina voor gemeenten is promotiemateriaal, een communicatieplan, een lesprogramma e.d. te vinden is.
Betrekken branches die (onbewust) seksuele uitbuiting faciliteren
No Room for Sex Trafficking is een certificeringsprogramma voor hotels en vakantieparken, mede mogelijk gemaakt door het Nederlandse ministerie van Justitie en Veiligheid. Seksuele uitbuiting en illegale prostitutie vinden volgens de cijfers vaak plaats in hotels en vakantieparken. Binnen hotels en vakantieparken zou het personeel dan ook een belangrijke signaleringspositie kunnen hebben.
Dit onlineprogramma biedt een gratis e-learning voor personeel en levert het hotel een certificaat op als 60% van het personeel de training heeft gevolgd. Binnen de gemeente Papendrecht hebben we geen vakantieparken, wel een hotel. Hier zal het onderwerp dan ook onder de aandacht worden gebracht. Daarnaast zal de VAR in samenwerking met het PVO een bewustwordingscampagne starten. De aandachtsfunctionaris zal hierbij nauw betrokken worden.
Bewustwordingsbijeenkomst voor medewerkers van CoMensha/ESSM
Het landelijk coördinatiecentrum mensenhandel (CoMensha) verzorgt samen met de zorgcoördinatoren (ESSM) bewustwordingsbijeenkomsten voor medewerkers met burgercontact. Deze zijn ook toegankelijk voor ketenpartners van de gemeente. De vormen van mensenhandel en hoe deze te signaleren staan in de training voorop. De training kan worden aangepast aan je gemeente of de groep ambtenaren voor wie de training wordt gegeven. Ook de AVG en de organisaties in de regio die zich inzetten tegen mensenhandel komen aan bod. De training duurt ongeveer 2 uur, is gratis kan worden aangevraagd via de VAR.
E-learning signalering mensenhandel
De e-learnings signalering mensenhandel van het CCV zijn gericht op gemeentelijke baliemedewerkers van burgerzaken en e6eeen op toezichthouders. Door de e-learnings zetten professionals zonder voorkennis de eerste stappen richting signalering. Ze ontdekken hoe mensenhandel er in de praktijk uit kan zien. Door interactieve opdrachten leren ze welke signalen ze kunnen oppikken in hun dagelijks werk. Daarnaast bieden de e-learnings handvatten waarmee de professionals gericht kunnen handelen als ze signalen ontdekken.
Virtual Reality biedt belangrijke mogelijkheden voor het bevorderen van kennis omtrent het thema mensenhandel. Immers, Virtual Reality maakt allerlei ervaringen mogelijk die je in het echte leven niet zomaar kan meemaken. De VAR heeft 10 VR-brillen ter beschikking om een VR-experience te ondergaan en “te ervaren” hoe het is om slachtoffer te zijn van mensenhandel. Deze brillen zijn voor alle gemeenten gratis beschikbaar om ter ondersteuning van een breder programma ingezet te worden.
Jaarlijks zal, rondom de Europese Dag tegen mensenhandel, in de regio de week tegen mensenhandel georganiseerd worden. Waarin er extra aandacht zal worden gevraagd voor dit onderwerp. De VAR is de voorzitter van de werkgroep welke uit diverse ketenpartners en gemeenten bestaat. Het doel is in de breedste zin bewustwording op dit belangrijke thema.
Bijlage 2: Uitwerking acties faciliteerders en mensenhandelaren
Voorbeelden van barrières die kunnen worden opgeworpen:
Voorwaarden stellen aan bedrijfsplan vergunde seksinrichtingen
Je kan seksinrichtingen bij het aanvragen of vernieuwen van hun vergunning vragen om een bedrijfsplan op te leveren dat voldoet aan bepaalde vereisten alvorens een vergunning wordt verleend. Bijvoorbeeld via een bedrijfsplan waarin expliciet aandacht wordt besteed aan de werkomstandigheden van de sekswerkers, de afspraken rondom huur, de bemiddelingskosten, werktijden, bereikbaarheid, beschikbaarheid en afspraken rondom adverteren. Ook wordt de exploitant verzocht om te beschrijven wat zij doen ter voorkoming van mensenhandel en de maatregelen die zij treffen om de zelfredzaamheid, gezondheid en veiligheid van de sekswerkers te borgen.
De wet Bibob is sinds medio 2020 van toepassing op een groot aantal type overheidsbeslissingen: beschikkingen (waaronder vergunningen, ontheffingen toekenningen, goedkeuringen, erkenningen, registraties en aanwijzingen), subsidies, overheidsopdrachten en vastgoedtransacties waarbij de overheid partij is. Zo kan je een bibob toets uitvoeren bij seksinrichtingen maar ook bij branches die gevoelig zijn voor seksuele uitbuiting zoals massagesalons, de horeca en andere beautybranches.
Gebruik huisvestingswet als basis voor vergunningsplicht voor onzelfstandige bewoning in de huisvestingsverordening
Slechte huisvesting uit zich vaak indien er veel mensen op een adres wonen in erbarmelijke omstandigheden. Een van de mogelijkheden om hiertegen op te kunnen treden als gemeente is om een vergunningsplicht in te stellen voor onzelfstandige bewoning (in de volksmond: kamergewijzeverhuur).
Zo kan kamergewijzeverhuur/onzelfstandige bewoning gereguleerd worden in de huisvestingsverordening of via het bestemmingsplan/omgevingsplan. Houdt er bij de laatste rekening mee dat deze moeilijker te wijzigen is dan de huisvestingsverordening. De Huisvestingswet zou de aan te bevelen wettelijke basis zijn voor het opnemen van de vergunningsplicht voor onzelfstandige bewoning (artikel 21 lid 1 sub c Huisvestingswet) in de huisvestingsverordening gezien er dan ook de mogelijkheid bestaat om bestuurlijke boetes op te leggen (artikel 35 Huisvestingswet). Dit in tegenstelling tot de Wet Ruimtelijke Ordening die geen boete bevoegdheid kent.
Gebruik van gebouw in strijd met het bestemmingsplan op basis van de Wet Ruimtelijke Ordening
Wanneer een gebouw wordt gebruikt als woning in strijd met het bestemmingsplan óf indien een woning wordt gebruikt voor bijvoorbeeld prostitutie in strijd met het bestemmingsplan kan er handhavend opgetreden worden op basis van de Wet Ruimtelijke Ordening. Deze wet geeft niet de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete maar er kan wel gebruik gemaakt worden van een last onder dwangsom, bestuursdwang en de andere sanctiemogelijkheden.
Let op: Indien een woning wordt gebruikt voor prostitutie in strijd met het bestemmingsplan is vaak ook de Huisvestingswet van toepassing gezien de woning wordt onttrokken aan de woningvoorraad en op die manier kan er wél een bestuurlijke boete opgelegd worden.
De Woningwet en Bouwbesluit als basis voor handhaven tegen overlast en onveilige woonruimte
Slechte huisvesting of slechte werkomstandigheden betekent dat er een grote kans is op schending van het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit geeft voorschriften voor technische staat, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu van gebouwen. Hierdoor gebeurt het dat bouw en woningtoezicht soms technisch georiënteerd is maar hoofdstuk 7 van het Bouwbesluit schrijft ook gebruikseisen voor en bevat een aantal “kapstokartikelen´ zoals artikel 7.22 Bouwbesluit dat ook de mogelijkheid biedt om op te treden tegen overlast zoals stank, geluid, trillingen etc. Ook geluidsoverlast van illegale bewoning of over bewoning valt onder artikel 7.22 Bouwbesluit.
Artikel 1b van de Woningwet verbiedt het om het Bouwbesluit te overtreden en het college kan op basis van artikel 1b lid 2 Woningwet met herstelsancties de eigenaar dwingen om het bouwwerk in overeenstemming met de bepalingen uit het Bouwbesluit te brengen. De bestuurlijke boete valt onder de handhavingsmogelijkheden (artikel 92a Woningwet).
Het Regionaal Controleteam mensenhandel is een multidisciplinair team met speciaal daarvoor getrainde (aangewezen) gemeentelijk toezichthouders, toezichthouders vanuit het Regionaal Operationeel Bestuurlijk Team (ROBT) en de politie (AVIM). Door integrale controles wordt de gezamenlijke informatiepositie versterkt en kan afhankelijk van een aangetroffen situatie bepaald worden of deze vanuit bestuursrechtelijk of strafrechtelijke opvolging moet krijgen. Het team opereert binnen de eenheid Rotterdam en ook in de gemeente Papendrecht voeren zij controles uit. De gemeentelijke toezichthouders die deelnemen in het Regionaal Controleteam hebben op basis van een aanwijzingsbesluit van de burgemeester bevoegdheden voor de gemeente.
Bijlage 3: Uitwerking acties preventie en zorg voor het slachtoffer
Hieronder zijn suggesties opgenomen om aan preventie en zorg aan slachtoffers uitvoering te geven.
Contactmomenten met de risicogroep arbeidsmigranten benutten
Als gemeente is het mogelijk een aantal contactmomenten met de doelgroep te hebben waarin informatie kan worden verstrekt waarbij de doelgroep geïnformeerd wordt over hun rechten en plichten en om kenbaar te maken waar zij hulp kunnen krijgen als het verkeerd gaat. Zo kunnen flyers uit gedeeld worden in eigen taal over wat een toezichthouder komt doen bij een controle. Of kan de website Workinnl actief onder de aandacht gebracht worden bij een contactmoment.