Organisatie | Oegstgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening gemeente Oegstgeest 2024 |
Citeertitel | Wegsleepverordening gemeente Oegstgeest 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Wegsleepverordening gemeente Oegstgeest 2002.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-05-2024 | nieuwe regeling | 09-04-2024 | Z/23/181326/404466 |
De raad van de gemeente Oegstgeest;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, zaaknummer Z/23/181326;
gelet op de het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit wegslepen voertuigen, overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;
Artikel 2. Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c, van de Wet, worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het Besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 3. Eigenaar ter plaatse
Als de verwijdering van een voertuig in voorbereiding dan wel in uitvoering is, behoeft een verzoek tot beëindiging van de verwijdering (door de eigenaar of anderszins rechthebbende) slechts te worden gehonoreerd, indien de voor- of achterwielen van het te verwijderen voertuig zich nog niet in de takels van het wegsleepvoertuig bevinden.
Artikel 6. Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van behoorlijk zichtbare kentekenplaat.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn de artikelen 1, 4 en 5 van deze verordening overeenkomstig van toepassing.
Aldus vastgesteld te Oegstgeest op 9 april 2024.
Dhr. E.R. Jaensch, voorzitter
Dhr. F. Kromhout, griffier
Toelichting Wegsleepverordening Oegstgeest 2024
De artikelen 170 tot en met 173 van de Wegenverkeerswet 1994 vormen de basis voor de uitvoering van wegsleepmaatregelen door de gemeente. Voor deze verordening en de toelichting erop is gebruik gemaakt van het model van de VNG.
Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen
Het college van burgemeester en wethouders is op grond van de Wvw 1994 bevoegd om voertuigen te laten wegslepen. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.
In artikel 170 e.v. Wvw 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college eerst pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de Gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van Wvw 1994 wordt voorgeschreven.
Deze nadere regels dienen in ieder geval te betreffen:
Op grond van de Wvw 1994 mogen op de weg staande voertuigen worden weggesleept in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer en het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.
Wegslepen kan niet zomaar. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. Het wegslepen van een voertuig dat om 04.00 ’s nachts in strijd met een van de genoemde criteria is geparkeerd zal doorgaans als niet of minder urgent dienen te worden beschouwd. In zo een geval kan het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar doorgaans volstaan.
Als wegen of weggedeeltes waar op grond van de landelijke wegsleepregeling kan worden weggesleept, worden aangewezen alle wegen of weggedeelten binnen de gemeente Oegstgeest, voor zover die behoren tot één van het artikel 2 van het Besluit bedoelde soorten wegen en weggedeelten. In de artikelsgewijze toelichting zijn onder artikel 2 deze wegen en weggedeelten expliciet genoemd.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven die diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.
Het begrip ‘voertuig’ zoals in artikel 1, onder al, RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen en invalidenvoertuigen. Al deze voertuigen vallen daarom onder de werking van deze wegsleepverordening. In de praktijk wordt deze verordening met name toegepast op auto’s en in een enkel geval motorfietsen.
Het verwijderen van fietsen en bromfietsen of scooters gebeurt meestal op grond van de APV.
Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 6 van Wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Artikel 2. Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, over- gebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wvw 1994 bij gemeentelijke Wegsleepverordening wegen en weggedeelten worden aangewezen.
In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten wegen en weggedeelten het kan gaan:
Artikel 3. Eigenaar ter plaatse
Dit artikel heeft met name betrekking op het bepaalde in artikel 170, zesde lid Wvw 1994. Hierin wordt bepaald dat een voertuig niet kan worden weggesleept indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging wordt begonnen. In de wet wordt niet expliciet aangegeven wanneer met de overbrenging wordt begonnen. In de praktijk wordt ervan uitgegaan dat pas met de overbrenging wordt begonnen wanneer het voertuig zich in de takels van het wegsleepvoertuig bevindt. Dit is dan ook zo verwoord in het artikel. Indien de rechthebbende zich eerder bij zijn voertuig meldt, mag het voertuig niet meer worden weggesleept. Op basis van de Wvw is het mogelijk om de rechthebbende alle aan de voorbereiding van de overbrenging verbonden kosten in rekening te brengen, waarbij met name kan worden gedacht aan de voorrijkosten van het sleepvoertuig en de administratieve kosten.
Artikel 4. Plaats van bewaring voertuigen
De inhoud van de bepaling spreekt voor zich.
Er is één plaats als bewaarplaats aangewezen.
Artikel 5. Kosten overbrengen en bewaren voertuigen
In de artikelen 12 tot en met 14 Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soort kosten, verbonden aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht en vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.
De verordening beperkt zicht tot de belangrijkste categorieën kosten die in rekening worden gebracht bij de belanghebbende.
Hierbij gaat het om de uitrij- en sleepkosten en de bewaarkosten.
Artikel 6. Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in overige gevallen
Naast de in artikel 170, eerste lid, van de Wvw 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een motorrijtuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:
de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat, terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is (artikel 40, eerste lid, jo artikel 174 van de Wvw 1994). Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in geval van autodiefstal.
Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid, van de Wvw 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.
Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit het hoofdstuk IX handhaving. Bestuursdwang van de Wvw 1994 (artikelen 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. In de Wegsleepverordening zijn de artikelen over de bewaarplaats van voertuigen en openingstijden (artikel 4), en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 5) voor deze gevallen, van overeenkomstige toepassing verklaard.