Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling Amsterdam – Onderwijs |
Citeertitel | Algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling Amsterdam – Onderwijs |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemeen mandaatbesluit Amsterdam
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-05-2024 | nieuwe regeling | 29-04-2024 |
De teammanager VO/MBO , de teammanager PO, de teammanager Leerplicht en de teammanager VVE/Kinderopvang worden aangewezen om de directeur te vervangen in de uitoefening van de aan deze gemandateerde bevoegdheden indien deze meer dan [aantal dagen] werkdagen afwezig is of indien deze afwezig is en er sprake is van onverwijlde spoed.
Bijlage: Mandaten voor bevoegdheden uit het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam
Algemene bepalingen en beperkingen
Ten aanzien van de mandaten voor bevoegdheden uit het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam gelden de volgende algemene bepalingen en beperkingen:
Onder het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie wordt zowel het verlenen als het vaststellen van subsidie verstaan alsmede het weigeren, wijzigen of intrekken, het opleggen van verplichtingen en voorts de uitvoering van al die bepalingen in genoemde regelingen die zien op de verstrekking van subsidies:
Het ondermandaatbesluit heeft tot doel om de ambtelijke organisatie van de directie goed te laten functioneren en om te voorkomen dat de directeur alle door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester gemandateerde, bevoegdheden, en de bevoegdheden waarvoor deze is gevolmachtigd of gemachtigd, in eigen persoon dient uit te oefenen.
Op het ondermandaatbesluit zijn de algemene regels ten aanzien van mandaat in de Algemene wet bestuursrecht van toepassing: de directeur is bevoegd om per geval of in het algemeen instructies te geven over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, de gemandateerde functionarissen geven op verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, de directeur blijft bevoegd om de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen en deze kan een mandaat altijd intrekken.
In het ondermandaatbesluit is niet bepaald dat de gemandateerden weer op hun beurt ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging kunnen verlenen aan andere functionarissen voor het uitoefenen van een bevoegdheid. Het verlenen van verder ondermandaat door gemandateerden is dus niet toegestaan. Enkel de directeur kan ondermandaat verlenen door die functionarissen op te nemen in dit ondermandaatbesluit.
De vervanging van de directeur eindigt op het moment dat die weer (volgens diens normale arbeidsuren) aanwezig is. De vervanging zoals omschreven in de situatie in het derde of vierde lid eindigt in het geval de vervanger bedoeld in het tweede, dan wel die bedoeld in het derde lid, weer aanwezig is.
Zoals bepaald in het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam wijzen teammanagers in het geval van afwezigheid een andere teammanager binnen de directie aan als plaatsvervanger en stellen de directie Personeel en Organisatie daarvan in kennis.
Ten aanzien van subsidievertrekking zijn in het Algemeen mandaatbesluit Amsterdam de volgende bevoegdheden niet gemandateerd (of gedelegeerd) aan de directeur, waardoor zij door middel van de algemene bepalingen en beperkingen ook niet door de directeur aan diens ondergeschikten zijn toebedeeld: