Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement Uitvoeringscommissies Inrichting Landelijk Gebied (Staphorst en Blokzijl-Vollenhove) |
Citeertitel | Reglement Uitvoeringscommissies Inrichting Landelijk Gebied (Staphorst en Blokzijl-Vollenhove) |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 81 van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 23-04-2024 | 2024-010750 |
Gedeputeerde Staten van Overijssel;
Gelet op artikel 81 Provinciewet;
Overwegende dat in Overijssel twee uitvoeringscommissies actief zijn voor de landinrichtingsprojecten Staphorst en Blokzijl-Vollenhove die op basis van overgangsrecht van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet gebruik maken van bevoegdheden uit de Wet Inrichting Landelijk Gebied en dat het Reglement Uitvoeringscommissie Inrichting Landelijk Gebied 2024 niet voorziet in een delegatiegrondslag voor het uitoefenen van deze bevoegdheden;
Besluiten het volgende reglement vast te stellen:
Reglement Uitvoeringscommissies Inrichting Landelijk Gebied (Staphorst en Blokzijl-Vollenhove)
Dit reglement is van toepassing op door Gedeputeerde Staten van Overijssel ingestelde ‘Uitvoeringscommissies Inrichting Landelijk Gebied'.
Voor de uitoefening van deze taak ontvangt de commissie de (bestuurs)bevoegdheden (delegatie) van Gedeputeerde Staten uit de volgende artikelen van de wet: 31, lid 2; 33, lid 4; 34, lid 1; 35; 40; 41; 44 (met betrekking tot beperkte aanpassingen: < 5% blokoppervlakte aanpassing); 45; 46; 47; 57; 62, lid 2; 64; 65; 66; 67; 68; 69; 70; 71; 73; 75; 81; 83; 84, alsmede een volmacht van de Commissaris van de Koning en de secretaris van Gedeputeerde Staten voor de uitoefening van de taken in de artikelen 34, lid 1 en 82 van de wet. En voor de uitoefening van deze taak ontvangt de commissie ook de (bestuurs)bevoegdheden (delegatie) van Gedeputeerde Staten uit de volgende artikelen van het Besluit: 2; 3; 4; 8, lid3; 18; 19; 20; 28 en 29.
De leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, worden voor een periode van vijf jaar benoemd door Gedeputeerde Staten. Een lid kan na afloop van zijn zittingsperiode terstond, maar maximaal eenmaal worden herbenoemd. Bij zwaarwegende redenen kunnen Gedeputeerde Staten ertoe besluiten om een lid voor een derde periode te herbenoemen.
Artikel 15. Budget/financiële bepalingen
De voorzitter en de secretaris van de commissie kunnen financiële verplichtingen aangaan voorzover passend binnen de opdracht en binnen het beschikbare budget. Gedeputeerde Staten verlenen daartoe aan de secretaris mandaat en volmacht tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten tot een bedrag van € 50.000, alsmede aan de voorzitter en secretaris gezamenlijk een mandaat en volmacht tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten tot een bedrag van meer dan € 50.000, mits passend binnen het toegekende budget.
De commissie brengt per trimester en op jaarbasis verslag uit aan Gedeputeerde Staten over de verrichte werkzaamheden en de besluiten die zij heeft genomen in het kader van de gedelegeerde bevoegdheden volgens het daartoe beschikbare format. De financiële verantwoording maakt deel uit van dit verslag.
Dit reglement is slechts van toepassing op de uitvoeringscommissies van de landinrichtingsprojecten van Staphorst en Blokzijl-Vollenhove voor zover deze commissies op basis van het overgangsrecht van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet gebruik maken van bevoegdheden uit de Wet Inrichting Landelijk Gebied.
Gedeputeerde Staten bepalen voor welk deelgebied de uitvoeringscommissie actief zal zijn. De uitvoeringscommissie heeft tot taak het door Gedeputeerde Staten vastgestelde inrichtingsplan uit te voeren. Daartoe worden de in artikel 3 lid 2 genoemde bevoegdheden gedelegeerd aan de commissie. Daar waar bevoegdheden niet gemandateerd of gedelegeerd zijn, blijven zij bij Gedeputeerde Staten.
Op de gedelegeerde bevoegdheden is afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Indien een besluit wordt genomen op grond van een in dit reglement genoemde, gedelegeerde bevoegdheid, dan wordt bij dit besluit het delegatiebesluit en de vindplaats daarvan genoemd.
Naast delegatie van wettelijke taken, heeft de commissie ook een adviestaak met betrekking tot de in artikel 3, lid 3, genoemde punten.
In lid 4 wordt aan de commissie de bevoegdheid gegeven om subcommissies in het leven te roepen. De subcommissies hebben een ondersteunende taak en geen besluitvormende bevoegdheden. Het is aan de commissie om inhoud te geven aan de samenstelling en de inhoud van de taak van de subcommissie. De taak van de commissie moet in overeenstemming blijven met de taakstelling van de commissie zelf.
Gedeputeerde Staten beslissen over de omvang van de commissie en ook welke samenstelling deze commissie zal hebben. Hierbij zullen naast de betrokken bestuursorganen ook belangenorganisaties benaderd en betrokken worden. De in lid 3 genoemde adviserende leden worden op grond van hun deskundigheid benoemd.
De voorzitter speelt een belangrijke rol in de commissie. Gedeputeerde Staten kiest er dan ook voor de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter te benoemen na overleg met de in artikel 5 genoemde organisaties. Gedeputeerde Staten zullen de overige leden uit eigen beweging benoemen.
Artikel 7. Ontbinding commissie
De commissie wordt door Gedeputeerde Staten ontbonden nadat de commissie heeft aangegeven en aangetoond dat de taakstelling is volbracht en alle werken zijn uitgevoerd.
Artikel 8. Schorsing en beëindiging lidmaatschap
Voor het beëindigen van het lidmaatschap van de commissie is een besluit van Gedeputeerde Staten vereist, waarbij tegelijkertijd getracht zal worden - indien nodig - een nieuw lid aan de commissie toe te voegen.
Artikel 9. Totstandkoming besluitvorming
Jaarlijks bericht de commissie Gedeputeerde Staten over de stand van zaken (planning, financiën en eventuele afwijkingen) rondom het uitvoeren van het inrichtingsplan. Eenmaal per jaar vindt de formele terugkoppeling aan Gedeputeerde Staten plaats via een overleg tussen de voorzitter en de portefeuillehouder namens GS.
Artikel 10. Vergaderingen en uitnodigingen
Lid 4 bepaalt dat de secretaris zorg draagt voor openbare kennisgeving.
De beslissing tot het houden van een vergadering achter gesloten deuren staat los van de beslissing tot het opleggen van geheimhouding. Geheimhouding heeft betrekking op het ter vergadering behandelde en de inhoud van de stukken. Als tot geheimhouding is besloten, heeft dit dus ook betrekking op het verslag van de vergadering. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. De bepalingen van hoofdstuk V van de Provinciewet en artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur zijn van toepassing.
Het is de secretaris toegestaan brieven en documenten te ondertekenen namens de commissie, voor zover dit past binnen de taakstelling van de commissie en zolang het gaat om feitelijke afhandeling van de taken van de commissie. Het is de secretaris niet toegestaan zelfstandig besluiten te nemen.
Van de toekenning van vacatiegelden zijn uitgesloten:
vertegenwoordigers van organisaties, als hun benoeming haar oorzaak vindt in de functie die zij vervullen. Als leden, deskundigen, secretarissen en adjunct-secretarissen op andere wijze voor hun aandeel in de werkzaamheden van de commissie worden beloond, wordt aan hen geen vacatiegeld toegekend. Dit is conform het bepaalde in de Verordening Rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2007, vastgesteld door Provinciale Staten van Overijssel en geldig vanaf 15 maart 2007.
In plaats van vacatiegelden kunnen Gedeputeerde Staten besluiten een vaste beloning aan een commissielid toe te kennen. Voor deze vaste beloning komen in eerste instantie de voorzitter en secretaris in aanmerking, mits niet uitgesloten van vacatiegelden. Ook een vicevoorzitter kan in aanmerking komen, indien deze een aanmerkelijk deel van de voorzitterstaak vervuld.
Bij de bepaling van de vergoeding wordt rekening gehouden met:
Artikel 15. Budget/financiële bepalingen
De commissie is budgethouder van de middelen die Gedeputeerde Staten ter beschikking stellen voor de uitvoering van het inrichtingsplan. Aan de voorzitter en secretaris van de uitvoeringscommissie wordt mandaat/volmacht verleend ten behoeve van het sluiten van privaatrechtelijke overeenkomsten (al dan niet in het kader van een aanbesteding) ter uitvoering van besluiten van de uitvoeringscommissie.
De commissie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en financiële verantwoording van de uitvoering van het inrichtingsplan. De verantwoording vindt plaats per trimester waarbij het derde trimesterverslag fungeert als jaarverslag.
Ter ondersteuning van de uitvoering wordt door Gedeputeerde Staten aan de commissie capaciteit en uren ter beschikking gesteld. Andere partners zullen worden gevraagd ook (ambtelijke) input te leveren. Een projectgroep is geen subcommissie.
De uitvoeringscommissies handelen in opdracht van Gedeputeerde Staten en vallen onder de aansprakelijkheid van de provincie. De provincie sluit ten behoeve van de commissieleden de noodzakelijke (functionele) verzekeringen af. Hiermee wordt aangesloten bij de Verordening rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2015 waarin een soortgelijke bepaling is opgenomen ten behoeve van de Statenleden en gedeputeerden. Het gaat hierbij om een collectieve ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering.