Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorne aan Zee

Restverordening Erfgoedverordening Voorne aan Zee 2008 (grondgebied voormalige gemeente Westvoorne)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorne aan Zee
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRestverordening Erfgoedverordening Voorne aan Zee 2008 (grondgebied voormalige gemeente Westvoorne)
CiteertitelErfgoedverordening gemeente Westvoorne 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-05-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2024-201826

Tekst van de regeling

Intitulé

Restverordening Erfgoedverordening Voorne aan Zee 2008 (grondgebied voormalige gemeente Westvoorne)

De raad van de gemeente Westvoorne; gezien het voorstel van het college van ………..; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende Erfgoedverordening gemeente Westvoorne 2008;

Artikel 1.  

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:

    • 1.

      zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

    • 2.

      terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld onder 1;

  • b.

    gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a;

  • c.

    beschermd rijksmonument: onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

  • d.

    monumentencommissie: de op basis van art.15, lid 1 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de verordening en het monumentenbeleid;

De begripsbepalingen onder e tot en met n worden van toepassing na vaststelling van de bepalingen over instandhouding van archeologische terreinen.

  • e.

    beschermd gemeentelijk dorpsgezicht: een groep van onroerende zaken die van algemeen belang is wegens haar schoonheid, de onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel haarwetenschappelijke of cultuurhistorische waarde;

  • f.

    beschermd gemeentelijk dorpsgezicht: dorpsgezicht dat door het college van burgemeester en wethouders als zodanig ingevolge artikel 13 van deze verordening is aangewezen;

  • g.

    lijst van beschermde gemeentelijke dorpsgezichten:

    de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk dorpsgezicht aangewezen gebieden;

Artikel 5.  

  • 1.

    De monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek van het college.

  • 2.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van het advies van de monumentencommissie, maar in ieder geval binnen 16 weken na de adviesaanvraag.

Artikel 6.  

De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.

Artikel 11.  

Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in drievoud ingediend.

Artikel 12.  

  • 1.

    Het bevoegd gezag zendt onmiddelijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een gemeentelijk monument aan de monumentencommissie voor advies.

  • 2.

    Binnen vier weken na de datum van verzending van het afschrift brengt de monumentencommissie schriftelijk advies uit aan het college.

Artikel 14.  

De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien:

  • a.

    blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    de omstandigheden aan de kant van de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen.

Artikel 16.  

  • 1.

    De gemeenteraad stelt, ter bescherming van een beschermd gemeentelijk dorpsgezicht, een bestemmingsplan vast als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

  • 2.

    Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd gemeentelijk dorpsgezicht wordt door burgemeester en wethouders bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen als beschermend plan in de zin van het eerste lid kunnen worden aangemerkt.

  • 3.

    Alvorens burgemeester en wethouders de gemeenteraad ter zake een voorstel doen, wordt de Monumentencommissie gehoord.

  • 4.

    De Monumentencommissie adviseert binnen acht weken na de datum van ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders.

Artikel 18.  

  • 1.

    Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument aan de monumentencommissie.

  • 2.

    De monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift.

Artikel 19.  

Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het college hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe, indien de schade in relatie staat tot:

  • a.

    de weigering van het college een vergunning als bedoeld in artikel 10 te verlenen;

  • b.

    de voorschriften door het college verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 10;

  • c.

    de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 10, derde lid;

Artikel 20.  

Degene, die handelt in strijd met de artikel 10 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Artikel 21.  

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het bevoegd gezag dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 22.  

De Monumentenverordening gemeente Westvoorne 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 23.  

  • 1.

    De op grond van de onder artikel 22 ingetrokken verordening aangewezen en geregistreerde gemeentelijke monumenten, worden geacht aangewezen en geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Aanvragen om vergunning die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 22 ingetrokken verordening.

Artikel 24.  

Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.