Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorne aan Zee

Restverordening Monumentenverordening Voorne aan Zee 2007 (grondgebied voormalige gemeente Hellevoetsluis)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorne aan Zee
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRestverordening Monumentenverordening Voorne aan Zee 2007 (grondgebied voormalige gemeente Hellevoetsluis)
CiteertitelMonumentenverordening Hellevoetsluis 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Omgevingswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-05-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2024-201817

Tekst van de regeling

Intitulé

Restverordening Monumentenverordening Voorne aan Zee 2007 (grondgebied voormalige gemeente Hellevoetsluis)

De raad der gemeente Hellevoetsluis;

 

gehoord de commissie algemene zaken en middelen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2007, nummer 18-10-07/8;

 

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet ;

 

gelet op de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende: ‘Monumentenverordening Hellevoetsluis 2007’

Artikel 1  

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    monument:

    • 1.

      zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

    • 2.

      terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak als bedoeld onder 1;

  • b.

    gemeentelijk archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel a, onder 2;

  • c.

    gemeentelijk monument:onroerend monument, dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;

  • d.

    gemeentelijke monumentenlijst:de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken;

  • e.

    beschermd rijksmonument: onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

  • f.

    kerkelijk monument: onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en dat uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst; onder kerkelijk wordt ook verstaan levensbeschouwelijk in ruime betekenis van het woord;

  • g.

    gemeentelijk stads- of dorpsgezicht:groep van onroerende zaken die van algemeen belang is vanwege zijn schoonheid, zijn onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel zijn wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groep zich één of meer monumenten bevinden;

  • h.

    beschermd stads- of dorpsgezicht: stads- of dorpsgezicht dat het College als zodanig ingevolge artikel 17 van deze verordening heeft aangewezen, met ingang van de datum van publicatie van die aanwijzing in de media;

  • i.

    gemeentelijke lijst van stads- en dorpsgezichten: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als beschermd stads- of dorpsgezicht aangewezen groepen van onroerende zaken;

  • j.

    Commissie Ruimtelijke Kwaliteit: de commissie als bedoeld in de Verordening op de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit;

  • k.

    Commissie Ruimtelijke Kwaliteit:de door het College ingestelde commissie met als taak het College op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, deze verordening en het monumentenbeleid, met uitzondering van aanvragen om vergunning als bedoeld in art. 11 en 37 van de Monumentenwet 1988 en als bedoeld in art. 10 en 22 van deze verordening;

  • l.

    bouwhistorisch onderzoek: in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument (maakt veelal deel uit van de redengevende omschrijving).

  • m.

    redengevende omschrijving : in schriftelijke rapportage vastgelegde motivatie voor de noodzaak een pand op te voeren als een monument.

Artikel 4  

  • 1.

    De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit adviseert schriftelijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek van het College.

  • 2.

    Het College beslist binnen twaalf weken na ontvangst van het advies, maar in ieder geval binnen vijfentwintig weken na de adviesaanvraag.

Artikel 10  

  • 1.

    Het College beslist binnen vier weken na de ontvangst van de aanvraag of de aanvraag in behandeling wordt genomen.

  • 2.

    Als het College beslist de aanvraag niet in behandeling te nemen omdat het over onvoldoende gegevens beschikt, geeft het College de aanvrager de gelegenheid binnen vier weken de aanvraag aan te vullen met de door het College aan te geven ontbrekende gegevens.

Artikel 11  

  • 1.

    Het College vraagt advies aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit voordat zij beslist op de aanvraag op grond van artikel 10.

  • 2.

    Binnen acht weken na de adviesaanvraag brengt de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit schriftelijk advies uit aan het College.

  • 3.

    Het College beslist binnen eenentwintig weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 4.

    Het College kan de in het derde lid genoemde termijn van eenentwintig weken met ten hoogste negen weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennis geeft binnen de in het derde lid genoemde termijn.

  • 5.

    Indien het College niet voldoet aan het derde of vierde lid, wordt de vergunning geacht te zijn verleend.

Artikel 13  

  • 1.

    De vergunning kan door het College worden ingetrokken indien:

    • a.

      blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    • b.

      blijkt dat de vergunninghouder de voorschriften als bedoeld in artikel 10 niet naleeft;

    • c.

      de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen;

    • d.

      niet binnen zesentwintig weken van de vergunning gebruik wordt gemaakt.

  • 2.

    Het besluit tot intrekking wordt in afschrift gezonden aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Artikel 14  

  • 1.

    Het College zendt onmiddellijk een afschrift van de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de naar voren gebrachte zienswijzen Commissie Ruimtelijke Kwaliteit na afloop van de termijn van veertien dagen, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Monumentenwet 1988.

  • 2.

    De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift.

  • 3.

    Bij overschrijding van de in het tweede lid genoemde termijn wordt Commissie Ruimtelijke Kwaliteit geacht geadviseerd te hebben.

Artikel 15  

  • 1.

    Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:

    • a.

      de weigering van het College een vergunning als bedoeld in artikel 10 te verlenen;

    • b.

      voorschriften door het College verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 10; schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het College hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.

Artikel 16  

Hij, die handelt in strijd met de artikelen 9 en 10 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Artikel 21  

De Gemeenteraad stelt ter bescherming van een beschermd stads- of dorpsgezicht een bestemmingsplan vast als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Staatsblad 1985,626). Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd stads- of dorpsgezicht kan hiertoe een termijn worden gesteld. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt bepaald of en in hoeverre geldende bestemmingsplannen als beschermend plan in de zin van het vorige lid kunnen worden aangemerkt.

Artikel 24  

  • 1.

    Voor zover deze verordening betrekking heeft op beschermde gemeentelijke monumenten treedt zij in werking op de dag van haar vaststelling.

  • 2.

    De monumentenverordening 1991, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 20 juni 1991, voor zover het betreft bepalingen over gemeentelijke monumenten, vervalt op de dag van vaststelling van deze verordening.

  • 3.

    Voor zover deze verordening betrekking heeft op beschermde rijksmonumenten, treedt zij in werking in overeenstemming met het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Monumentenwet 1988.

  • 4.

    De monumentenverordening 1991, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 20 juni 1991, voor zover het betreft bepalingen over beschermde rijksmonumenten, vervalt op de datum waarop het derde lid toepassing vindt.

  • 5.

    De op grond van de ingevolge het tweede lid vervallen verordening geregistreerde beschermde gemeentelijke monumenten en beschermde gemeentelijke archeologische monumenten worden geacht aangewezen te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 6.

    De beschermde gemeentelijke monumenten en beschermde gemeentelijke archeologische monumenten, geregistreerd op de monumentenlijst van de ingevolge het tweede lid genoemde vervallen verordening, worden geacht geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 7.

    Aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 5 van de in het tweede lid genoemde vervallen verordening die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van artikel 5 van de in het tweede lid genoemde verordening.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Monumentenverordening Hellevoetsluis 2007.