Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cranendonck

Privacyprotocol gegevensdeling bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit Cranendonck 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCranendonck
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPrivacyprotocol gegevensdeling bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit Cranendonck 2024
CiteertitelPrivacyprotocol gegevensdeling bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit Cranendonck 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene verordening gegevensbescherming
  2. Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-05-2024nieuwe regeling

16-04-2024

gmb-2024-199685

Tekst van de regeling

Intitulé

Privacyprotocol gegevensdeling bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit Cranendonck 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck en de burgemeester van Cranendonck, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

Gelet op het bepaalde in de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: UAVG);

 

Overwegende dat van gemeenten meer verwacht wordt in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit regionaal, in het kader van de Taskforce-RIEC samenwerking alsook lokaal in het kader van de eigen taakuitvoering (niet-faciliteren van criminaliteit), is dit protocol ondersteunend in de aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Voor een effectieve aanpak van deze ondermijnende activiteiten (en mogelijk georganiseerde criminaliteit) is een geïntegreerde bestuurlijke aanpak binnen de gemeente een noodzakelijk vereiste.

 

BESLUIT:

Vast te stellen:

Artikel 1 Definities

In dit protocol wordt verstaan onder:

AVG

Algemene verordening gegevensverwerking.

Ondermijning

Er is geen exacte definitie van ondermijning te geven. Globaal betekent het de vermenging van de onderwereld met en in de bovenwereld, de sluipende bedreiging van de integriteit van het openbaar bestuur, overheidsambte­naren en bedrijfsleven, bedreigde bestuurders en ambtenaren, afpersings­praktijken, de innesteling van criminele fenomenen in buurten en woonwij­ken of het ontstaan van ‘vrijplaatsen’. Criminelen hebben de ‘bovenwereld’ nodig voor het faciliteren van hun criminele activiteiten. Het is een maatschappelijk probleem waar de gemeente mee te maken heeft. In bijlage 2 is uitgewerkt wat verstaan wordt onder ondermijnende activiteiten.

Signaal

Een signaal is een aanwijzing of meerdere aanwijzingen dat bepaalde gedragingen en/of situaties mogelijk verband zouden kunnen houden met (verschijningsvormen van) georganiseerde criminaliteit. Of dat zich een handhavingsknelpunt voordoet of dat bepaalde gedragingen en of situaties mogelijk relevant zijn voor de toepassing van de Wet Bibob. Bijlage 2 bevat een nadere concretisering van wat een signaal kan inhouden.

Plan van aanpak/ Interventies

Door een gemeentelijk onderdeel of in gezamenlijkheid van gemeentelijke onderdelen schrijven van een plan ten behoeve van uitvoering van de wettelijke instrumenten om ondermijning te stoppen, te verstoren of te verminderen.

Vanaf fase 3 of 4 van het model kan de Taskforce-RIEC hierbij betrokken worden omdat de keuze gemaakt wordt om de casus integraal op te pakken met (ook) externe partners zoals de politie, het OM en de belastingdienst.

Lokaal informatie-overleg

Het lokaal informatieoverleg is het intern gemeentelijk overleg dat op een signaal kan volgen. Hierbij worden vaste contactpersonen van verschillende afdelingen binnen de gemeente betrokken. Een uitkomst kan zijn dat er een vervolgonderzoek komt.

De informatiecoördinator bestuurlijke aanpak ondermijning voert de regie over het dit overleg en stelt vervolgens een plan van aanpak op. Dit is de start van fase 4 van het proces.

Melders

Personen en organisaties die een melding doen/ een signaal afgeven van mogelijke ondermijning. Dit kan zowel een in- als externe melder zijn. Dit heeft ook betrekking op meldingen vanuit of naar de gemeenschappelijke regelingen.

Betrokkene

In dit protocol wordt hieronder verstaan een persoon waarop een signaal betrekking heeft of kan hebben. De identificeerbare natuurlijk persoon op wie de verwerkte en/of de te verwerken persoonsgegevens betrekking hebben.

Signalenregister

Een bestand waarin de signalen en de vervolgbehandeling van signalen worden vastgelegd.

Medewerker openbare orde en veiligheid

Medewerker belast met:

De overall regie op en advisering over veiligheid en ondermijning.

Informatiecoördinator ondermijning

Heeft de regie op en zorg voor gezamenlijke acties/interventies ter voorkoming of beëindiging van ondermijning

Deelt signalen, coördineert de signaalafhandeling, beheert het signalenregister en coördineert de gegevensuitwisseling en samenwerking met de Taskforce-RIEC.

Privacy adviseur

Functionaris belast met de advisering over privacy binnen de A2-samenwerking.

Functionaris gegevensbescherming

Functionaris als genoemd in hoofdstuk IV, afdeling 4 van de AVG. Deze functionaris is belast met het toezicht op de naleving van dit protocol

 

Handhavingsknelpunt zoals:

  • -

    Woonwagencentra: eigenaren woonwagens;

  • -

    Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s): leden van OMG’s;

  • -

    Huurders, bewoners; personen met ongebruikelijk bezit of personen van wie de levensstijl niet past bij het bekende inkomen;

  • -

    Harddrugs of een specifieke branche zoals de autobranche, kappers of wellnessdiensten.

Waar in dit protocol termen worden gebruikt die overeenstemmen met definities uit artikel 4 AVG wordt aan deze termen de betekenis van de definities uit de AVG toegekend.

Artikel 2. Doel bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit: duurzaam terugdringen

Onze taak in de gemeente Cranendonck is om onze inwoners, organisaties en hun integriteit te beschermen tegen ondermijnende invloeden. Op deze manier dringen we ondermijnende criminaliteit duurzaam terug. Door zicht te hebben op ondermijnende invloeden, kunnen we inzetten daar waar de ondermijnende keten het beste verstoord kan worden. Het doel van deze aanpak is om binnen de gemeente Cranendonck door middel van samenwerking:

  • a.

    Ondermijnende criminaliteit te signaleren en te analyseren;

  • b.

    Te voorkomen dat de gemeente ondermijnende activiteiten onbewust faciliteert;

  • c.

    Vroegtijdig te kunnen signaleren en interveniëren door middel van een bestuurlijke aanpak;

  • d.

    Onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen veroorzaakt door criminele activiteiten te voorkomen.

Het gaat bij deze aanpak om personen/netwerken die binnen Cranendonck actief zijn in illegale en/of onrechtmatige activiteiten waarbij het doel is:

  • a.

    Het zo impactrijk mogelijk aanpakken van ondermijnende criminaliteit en ondermijnende invloeden. Deze aanpak draagt bij aan de leefbaarheid en veiligheid en is gericht op het bereiken van een zo groot mogelijk maatschappelijk effect.

  • b.

    Ondermijnende criminaliteit te signaleren en analyseren waardoor een goede gemeentelijke informatiepolitie ontstaat welke bijdraagt aan de voorfase van de Taskforce-RIEC samenwerking en ook bijdraagt aan een weerbare overheid. Hiermee minimaliseren we de kans dat we als gemeente (on)bewust ondermijnende criminaliteit faciliteren.

Artikel 3. Doel van protocol

De bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit dient met inachtneming van wet- en regelgeving op het gebied van privacy- en gegevensbescherming plaats te vinden. Dit protocol heeft als doel de benodigde waarborgen daarvoor te bieden en verantwoording daarover af te leggen (conform het advies van de Raad van State d.d. 20 maart 2019). Daarom is dit protocol in fases ingericht, zodat de gegevensverwerking beperkt wordt tot dat wat noodzakelijk is voor het doel waarvoor de gegevens worden verwerkt. Dit protocol biedt een betrokkene inzicht in de wijze waarop de gemeente Cranendonck bij deze aanpak persoonsgegevens verwerkt en met welk doel dat gebeurt.

Artikel 4. Doel van de gegevensverwerking

Het doel van de verwerking van persoonsgegevens die deel uitmaken van één of meerdere signalen is:

  • 1.

    Te voorkomen dat organisatieonderdelen bij de uitvoering van de taken (ongewild) meewerken aan ondermijning.

  • 2.

    Organisatieonderdelen in staat te stellen bij de uitvoering van hun taken, waar nodig, bestuurs¬rechtelijke instrumenten in te zetten voor het bestrijden van ondermijning binnen hun eigen vakgebied c.q. team.

  • 3.

    Organisatieonderdelen door de informatiecoördinator ondermijning bij te laten staan en te laten adviseren bij het bereiken van de doelen als genoemd in lid 1 en lid 2 van dit artikel.

Artikel 5. Verwerkingsverantwoordelijke

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Cranendonck zijn ieder voor zich verwerkingsverantwoordelijke voor verwerkingen van de persoonsgegevens die plaatsvinden binnen de gemeente en waarvoor zij als verwerkings-verantwoordelijke zijn aange¬merkt in de wet- en regelgeving.

  • 2.

    De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck zijn gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens die plaats¬vindt in het kader van de registratie en afhandeling van signalen.

Artikel 6. De privacy adviseur

  • 1.

    De privacy adviseur adviseert de verwerkingsverantwoordelijke over:

    • a.

      De inhoud van dit privacyprotocol en haar bijlagen;

    • b.

      De uitwisseling van gegevens als bedoeld in artikel 7 van dit protocol, in die gevallen dat niet eenduidig is vast te stellen of de gegevensuitwisseling rechtmatig kan plaatsvinden.

  • 2.

    De informatiecoördinator stemt af met privacy adviseur. De privacy adviseur stemt zo nodig het advies als bedoeld in lid 1 sub b van dit artikel af met de functionaris gege-vensbescherming.

Artikel 7. Grondslag voor de verwerking

De grondslag voor de verwerking van (persoonsgegevens die deel uitmaken van) signalen is dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede uitvoering van de gemeentelijke taken van de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken. Namelijk het voorkomen dat de verwerkingsverantwoor¬delijken ongewild meewerken aan ondermijning of het bestrijden van ondermijning met bestuursrechtelijke instrumenten. In de toelichting is opgenomen welke persoonsgegevens worden verstrekt, voor welk doel, aan wie en welke grondslag er is om deze gegevens te verstrekken.

Artikel 8. Categorieën van betrokkenen en de verwerkte persoonsgegevens

  • 1.

    Van een melder wordt in het signalenregister alleen de voornaam of voorletter en achternaam en de voor communicatie benodigde gegevens geregistreerd, voor zover die in het signaal zijn opgenomen. Deze gegevens worden verwerkt ten behoeve van communicatie tussen teams binnen de gemeente.

  • 2.

    Van de personen over wie wordt gemeld, genoemd in bijlage 2 ‘Categorieën personen als onderdeel van de checklist beoordelen signalen Ondermijning’ worden in verschillende fases de gegevens verwerkt zoals genoemd in de fases bij bijlage 1 ‘categorieën van verwerkte gegevens’ behorend bij dit protocol.

  • 3.

    De in bijlage 1 bedoelde categorieën van persoonsgegevens worden gebruikt voor:

    • a.

      de afhandeling van een signaal;

    • b.

      het (mono- of multidisciplinair) oppakken van een signaal binnen de eigen kaders door de gemeentelijke vak afdelingen of -teams;

    • c.

      de verdere aanpak van ondermijning onder regie van de teammanager omgeving en veiligheid.

    • d.

      Het verstrekken van een signaal binnen het Taskforce-RIEC-samenwerkingsverband.

Artikel 9. Categorieën van ontvangers

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk voor de genoemde doelen, kunnen door de informatiecoördinator gegevens uit het signalenregister worden verstrekt aan:

    • a.

      gemeentelijke organisatieonderdelen ten behoeve van;

      • i.

        signaalverrijking of het opstellen van een plan van aanpak door de informatiecoördinator,

      • ii.

        de voorkoming en bestrijding van ondermijning bij de uitvoering van hun wettelijke taak, of;

    • b.

      aan een of meerdere partners die deelnemen aan de RIEC-samenwerking.

  • 2.

    Voor zover noodzakelijk voor genoemde doelen, kunnen organisatieonderdelen gegevens uit de onder hun verantwoordelijkheid tot stand gekomen gegevensverwerkingen verstrekken aan de informatiecoördinator.

  • 3.

    De informatiecoördinator en de organisatieonderdelen toetsen de noodzaak tot verstrekking als bedoeld in lid 1 respectievelijk lid 2 van dit artikel aan de hand van de criteria als genoemd in bijlage 1. De uitslag van de toets wordt vastgelegd in het signaaldocument.

Artikel 10. Beheer en toegang tot de databestanden

  • 1.

    De Teammanager Omgeving en Veiligheid van de gemeente Cranendonck is verantwoordelijk voor het beheer van het signalenregister. Hij draagt zorg voor het dagelijks beheer van het signalenregister waaronder de beveiliging van de persoonsgegevens, de informatieverstrekking aan betrokkenen en de afhandeling van de door betrok¬kene uitgeoefende rechten, het bewaken van de bewaartermijnen en het vernietigen van de gegevens na het verstrijken van de bewaartermijn.

  • 2.

    Het feitelijk beheer van de verwerking van persoonsgegevens en feitelijke naleving van de informatieplicht is opgedragen aan de informatiecoördinator alsook de afhandeling van de door betrokkene uitgeoefende rechten.

  • 3.

    Uitsluitend de informatiecoördinator, diens plaatsvervanger en de medewerkers openbare orde en veiligheid hebben toegang tot het signalenregister.

Artikel 11. Beveiliging van persoonsgegevens

De beheerder draagt zorg voor en het management is verantwoordelijk voor passende technische en organisatorische maatregelen om persoons¬gegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking, gebaseerd op de Baseline informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Hiertoe behoren in ieder geval:

  • Vastgesteld beveiligingsbeleid dat ook is geïmplementeerd;

  • Fysieke maatregelen voor toegangsbeveiliging inclusief organisatorische controle;

  • Logische toegangscontrole (wachtwoord, 2 FA of pincode).

Artikel 12. Bewaartermijn en verwijdering

  • 1.

    De gegevens in het signalenregister worden bewaard:

    • a.

      Gedurende een jaar in een niet-actieve omgeving indien fase 1 en/of 2 van het protocol niet tot verdere aanpak van het signaal leiden;

    • b.

      Gedurende 2 maanden na de laatste verwerking in een actieve omgeving indien een signaal in een gemeentelijk casusoverleg resulteert;

  • 2.

    Op basis van een nieuw signaal kunnen de bewaarde persoonsgegevens ten behoeve van het nieuwe signaal worden geraadpleegd dan wel verwerkt en is het protocol van toepassing op de nieuwe verwerking.

  • 3.

    De gegevens worden verwijderd binnen één maand na beëindiging van de bewaartermijn. De informatiecoördinator ziet toe op de naleving van de bewaartermijnen.

  • 4.

    De bewaartermijn voor gegevens over ondermijning die organisatieonderdelen verwerken in het kader van de uitvoering van taken is gelijk aan de termijnen die voor die taken gelden volgens de in de archiefwet vastgelegde selectielijsten.

Artikel 13. Informatieplicht

  • 1.

    De informatieverplichting aan betrokkene zoals bedoeld in artikel 14 van de AVG kan worden beperkt. als dit noodzakelijk is ter waarborging van:

    • a.

      de nationale veiligheid;

    • b.

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen met inbegrip van de bescherming regen en voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid;

    • c.

      gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;

    • d.

      het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c;

    • e.

      de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen of;

    • f.

      de openbare veiligheid.

  • 2.

    De informatiecoördinator legt de motivatie voor het niet voldoen aan de informatieplicht op grond van lid 1 van dit artikel schriftelijk vast en legt vast wanneer zij verwacht dat betrokkene wel geïnformeerd kan worden, alsook van welke omstandigheden dit afhankelijk is, hoe periodiek wordt getoetst of deze omstandigheden nog aanwezig zijn en hoe/of wanneer betrokkene geïnformeerd zal worden.

Artikel 14. Rechten van betrokkenen

  • 1.

    Een betrokkene heeft het recht op inzage in zijn gegevens en het gebruik daarvan door de gemeente.

  • 2.

    De betrokkene kan de gemeente verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen te verwij¬deren of af te schermen, indien de gegevens feitelijk onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel van de verwerking.

  • 3.

    Een betrokkene heeft in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden het recht bezwaar te maken tegen de verwerking van zijn persoonsgege¬vens.

  • 4.

    De verzoeken als bedoeld in de leden 1en 2 van dit artikel, alsmede het bezwaar als bedoeld onder 3 kunnen worden ingediend bij de verwerkingsverantwoordelijke. Deze neemt binnen één maand een besluit op de verzoeken of het bezwaar genoemd in dit artikel.

  • 5.

    Op de schriftelijke besluiten die de verantwoordelijke neemt op verzoeken op grond van de leden 2, 3 en 4 van dit artikel kan de betrokkene bezwaar aantekenen.

  • 6.

    De gemeente zal betrokkene op eerste verzoek nadere informatie toesturen over zijn rechten en de mogelijkheden deze uit te oefenen.

  • 7.

    Het bovenvermelde kan buiten toepassing worden gelaten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:

    • a.

      de nationale veiligheid;

    • b.

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • c.

      gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;

    • d.

      het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c,;

    • e.

      de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen of;

    • f.

      de openbare veiligheid.

Artikel 15 Bijlagen

De bij dit protocol gevoegde bijlagen maken deel uit van dit protocol.

Artikel 16. Looptijd en evaluatie

Dit protocol geldt voor 2 jaar, met stilzwijgende verlenging van telkens één jaar.

De verwerking van persoonsgegevens waarop dit protocol van toepassing is, zal jaarlijks worden geëvalueerd. Eventuele wijzigingen zullen door de verwerkingsverantwoordelijken vastgesteld worden.

Artikel 17. Datum inwerkingtreding

Dit protocol treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

Artikel 18. Citeertitel

Dit protocol kan worden aangehaald als: “Privacyprotocol gegevensdeling bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit Cranendonck 2024”

Budel, 8 april 2024

BURGEMEESTER VAN CRANENDONCK

F.A.P. van Kessel

Budel, 16 April 2024

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN CRANENDONCK

De secretaris

E. Jacobs

De burgemeester

F.A.P. van Kessel

BIJLAGE 1: bij artikel 6 privacyprotocol categorieën persoonsgegevens

 

Van de personen over wie wordt gemeld, kunnen onderstaande gegevens, afhankelijk van de inhoud van de melding/signaal in de verschillende fases worden verwerkt en geregistreerd in het bestand.

 

Fase 1 Ontvangst en intake van het signaal

In fase 1 van het privacyprotocol zijn dit de volgende gegevens:

 

  • 1.

    De (anonieme) melding c.q. het ontvangen signaal en de daarin van betrokkene opgenomen persoonsgegevens zoals naam, adres.

  • 2.

    Of er sprake is van ondermijning zoals bedoeld in bijlage 2:

    • a.

      eventuele aanwijzingen voor ondermijning uit de eerste weging van het onderzoek,

    • b.

      het eventuele vervolg dat aan het onderzoek wordt gegeven,

    • c.

      het thema van ondermijning dat van toepassing is op het signaal (bijv. synthetische drugs cocaïne, hennep, mensenhandel, fraude of witwassen),

  • 3.

    Gegevens over mogelijke betrokkenheid van de betrokkene als eigenaar, directeur, bestuurder van een bedrijf of andere rechtspersoon, afkomstig uit het Handelsregister.

  • 4.

    Gegevens over mogelijke eigendomsrechten van de betrokkene uit het de openbare registers van het Kadaster.

  • 5.

    De bestemming van het adres of locatie waarmee betrokkene in relatie wordt gebracht en de gebruiksmogelijkheden van het adres of de locatie, gebaseerd op het voor het gebied geldende bestemmingplan.

  • 6.

    Informatie over betrokkene aangetroffen op het internet, zowel door betrokkene zelf als door derden geplaatst. Dit betreft alleen openbare informatie,.

  • 7.

    Informatie/ bevindingen die voortvloeien uit de vergelijking van de feitelijke afmetingen, van een object op de locatie of het adres waarmee betrokkene in relatie wordt gebracht met dezelfde gegevens op luchtfoto’s van het object.

Fase 2 Zwaarte van het signaal bepalen

In fase 2 van het privacyprotocol kunnen in aanvulling op gegevens uit fase 1 onderstaande gegevens worden verwerkt, afhankelijk van de melding en of relevante casusinformatie:

 

  • 1.

    Basisgegevens over een locatie of adres en een daarop gebouwd object uit de basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG);

  • 2.

    Naam, adres van betrokkene zoals ingeschreven in de Basisregistratie personen (BRP) en gegevens over de aanduiding of een adres waarmee betrokkene in relatie wordt gebracht wel/niet in onderzoek staat en mogelijke andere signalen van de BRP-controleur.

  • 3.

    Informatie over vergunningaanvragen, inhoudelijke behandeling, verleende vergunningen en eventuele intrekkingsbesluiten, waarmee betrokkene in relatie kan worden gebracht.

  • 4.

    Informatie uit systemen van uitkeringen, hulpmiddelen WMO, zorgbudget (PGB) van werk en inkomen (gesloten bron). Bijv. Is er wel/niet een uitkering verstrekt? en of er andere bronnen van inkomsten zijn en zo ja welke soort uitkering? (geen volledige SUWI-net gegevens en niet de hoogte van andere uitkeringen zoals bijv. WAO- of WW-uitkering). Ook kan - zo nodig - andere informatie over een uitkeringsaanvraag relevant zijn, dit bespreken en eventueel in samenwerking met sociale recherche laten verstrekken.

  • 5.

    Informatie uit systemen van toezicht en handhaving over opgelegde dwangsommen, bestuurs¬dwang of andere handhavingsaanschrijvingen.

  • 6.

    Informatie uit systemen van toezicht en handhaving over uitgevoerde controles.

  • 7.

    Informatie uit systemen over andersoortige beschikkingen zoals APV-zaken (bv Alcoholwet) (gesloten bron)

  • 8.

    Informatie uit systemen van veiligheid zoals eerder ontvangen bestuurlijke rapportages van partners of bekende informatie uit het RIECIS-systeem over het pand, adres of de betrokken persoon in het kader van het vaststellen van de classificatie recidive (gesloten bron).

  • 9.

    Informatie (straatinformatie) bekend bij interne functionarissen

  • 10.

    Informatie van de leerplichtambtenaar over het betreffende adres of de persoon/gezin (is wel wel/niet sprake van schoolverzuim?).

Fase 3 hit/no hit en bepalen vervolgaanpak

Als er in een (bron)bestand van een gemeentelijke afdeling gegevens over een persoon of organisatie die in het signaal voorkomen bekend zijn, geeft de afdeling dit aan bij de informatiecoördinator en levert gegevens die de informatiecoördinator nodig heeft om te beoordelen of deze gegevens het signaal bevestigen of versterken. Indien dit het geval blijkt te zijn dan is er een ‘hit’. Dit betreft zogeheten ‘dat’ informatie en geen ‘wat’ informatie. Voor afdelingen die werkzaam zijn in het sociaal domein houdt dit in dat zij slechts de zogenaamde buitenkantinformatie verschaffen, te weten het feit dat een persoon bekend is bijvoorbeeld als cliënt. De inhoud van het dossier (de wat-informatie) blijft echter gesloten voor de informatiecoördinator, omdat de sociaal domeinwetgeving (Participatiewet, WMO, Jeugdwet) geheimhoudingsverplichtingen kent, waardoor verstrekking van persoonsgegevens niet is toegestaan buiten een in de wet genoemde kring van personen en instanties.

 

Fase 4 vervolgaanpak

Als duidelijk is dat er sprake is van een ‘hit’ en er meer informatie moet worden verzameld dan zijn er verschillende acties mogelijk te weten;

  • o

    Lokaal informatie-overleg beleggen door de informatiecoördinator waarin interne informatie met elkaar gedeeld wordt.

  • o

    Een controle laten uitvoeren door een BOA/Toezichthouder of het Dommelstroom Interventie Team.

  • o

    Het delen van informatie met Taskforce-RIEC-partner(s), verrijking door Taskforce- RIEC en bestempelen van casus tot integrale Taskforce-RIEC casus.

BIJLAGE 2 bij artikel 6 Categorieën personen als onderdeel van de checklist beoordelen signalen ondermijning

 

Inhoud checklist

Deze checklist bestaat uit twee onderdelen.

  • 1.

    Een overzicht van criminele (en niet-criminele) activiteiten en de rol van personen die daarin (al dan niet bewust) betrokken kunnen zijn;

  • 2.

    Kenmerken van ondermijnende criminaliteit.

 

Aan de hand van deze checklist beoordeelt de informatiecoördinator of een signaal betrekking kan hebben op ondermijning. De beoordeling bestaat uit twee stappen.

  • 1.

    Welke rol vervult een persoon die in een signaal wordt genoemd en kan die persoon in diens rol in relatie worden gebracht tot de vermeende criminele activiteit;

  • 2.

    Voldoet het signaal ook aan de kenmerken van ondermijnende criminaliteit

De inhoud van de checklist is afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en kan daarom niet als limitatief worden beschouwd.

 

Categorieën van personen:

De informatiecoördinator registreert persoonsgegevens van personen die in hun hoedanigheid als beschreven in de onderstaande lijst, mogelijk betrokken kunnen zijn bij de omschreven criminele activiteit.

 

Omschrijving van de (criminele) activiteiten en rollen van daarbij (al dan niet bewust) betrokken personen.

 

Algemeen ondermijnende activiteiten

En/of personen die een rol spelen bij een regionaal thema of een handhavingsknelpunt zoals:

  • Autobedrijven;

  • Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s): leden van OMG’s;

  • Woonwagencentra: eigenaren woonwagens, huurders, bewoners;

  • Aanpak in het buitengebied;

  • Personen met ongebruikelijk bezit;

  • Harddrugs.

  • Overige faciliteerders die ondermijnende of criminele activiteiten mogelijk maken en/of (on)bewust in stand houden;

Mensenhandel, -smokkel en uitbuiting (o.a. illegale prostitutie)

  • Huis/pandeigenaar

  • Verhuurder

  • Huurder

  • Eigenaar (illegale) seksinrichting

  • Eigenaar (illegale) massagesalon

  • Illegaal werkende prostituee (d.w.z. zonder vergunning)

  • Bewaking

  • Kassier

  • Financier

Georganiseerde hennepteelt/drugs(-handel)

  • Huis/pandeigenaar

  • Verhuurder

  • Huurder

  • Tussenpersoon (verhuurmakelaar, evt. andere vormen)

  • Transporteur

  • Electromonteur

  • Financier

Fraude in de vastgoedsector

  • Huis/pandeigenaar

  • Verhuurder

  • Huurder

  • Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen)

  • Stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)

  • Notaris

  • Financier

Misbruik in de vastgoedsector

  • Huis/pandeigenaar

  • Verhuurder

  • Huurder

  • Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen)

  • Stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)

Fraude en/of witwassen en daaraan gerelateerde vormen of andere vormen van financieel-economische criminaliteit (o.a. ook illegaal gokken/heling/underground banking)

  • Ontvanger/begunstigde uitkering vanuit de gemeente

  • Ontvanger/begunstigde subsidie vanuit de gemeente

  • Andersoortige begunstigende beschikking of vergunningen vanuit de gemeente

  • Een tussenpersoon/gemachtigde met betrekking tot zorg

  • Pandeigenaar

  • Huurder

  • Verhuurder

  • Financier

Openbare inrichtingen

  • Pandeigenaar

  • Verhuurder

  • Huurder/pachter

  • Exploitant

  • Beheerder/leidinggevende

  • Tussenpersoon

  • Geldschieters

Kenmerken van ondermijnende criminaliteit

Voor de bepaling of sprake kan zijn van ondermijnende criminaliteit bekijkt de informatiecoördinator of het signaal een van de onderstaande kenmerken bevat:

  • Aantasting van instituten die zich richten op legale perspectieven en de werking van het samenlevingssysteem borgen en sturen;

  • Aantasting van de gezagspositie van het bestuur, politie of andere overheidsorganen;

  • Aantasting of mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid;

  • Aantasting of mogelijke aantasting c.q. ontwrichting van de maatschappelijke, politieke of economische structuren;

  • Onrechtmatigheden/ overtredingen;

  • Maatschappelijke bedreigingen en/of mogelijke georganiseerde criminaliteit;

  • Vermoeden van strafbare feiten;

  • Vermoeden van boetewaardig gedrag (bestuurlijke boete);

  • Hinder of overlast door overschrijding van de normen, regels of het niet naleven daarvan;

  • Aantasting van de veiligheid en leefbaarheid in de wijk door (vermoedens) van ondermijnende activiteiten;

  • Er is sprake van een van de onderstaande locatie-, persoons- en/of bedrijfsgebonden indicatoren binnen het grondgebied van de gemeente Cranendonck;

  • Gelegenheidsstructuren (of criminaliteit bevorderende condities) in de maatschappelijke omgeving, fysieke omgevingskenmerken, sociale relaties of netwerken of in de zakelijke omgeving;

  • Vermoedens van het bewust of onbewust faciliteren van ondermijnende criminaliteit.