Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Flevoland

Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFlevoland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit Algemeen ondermandaat secretaris 2024
CiteertitelBesluit Algemeen ondermandaat secretaris 2024
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2017

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2024nieuwe regeling

26-04-2024

prb-2024-6427

3260118

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2024

Overwegende dat in verband met de organisatieontwikkeling het ondermandaat in veel gevallen lager wordt belegd, het gewenst is dat er een nieuw ondermandaat secretaris wordt vastgesteld.

 

Gelet op artikel 2, tweede lid van het door gedeputeerde staten op 14 maart 2017, nummer 2018030, vastgestelde Algemeen Mandaatbesluit Flevoland 2017, waarin algemeen mandaat wordt verleend aan de secretaris, met recht tot ondermandaat;

 

Besluit:

 

  • I.

    In te trekken het Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2023

  • II.

    Vast te stellen het navolgende Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2024

Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2024

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a)

    Aangewezen medewerker: de functionaris die door de secretaris is aangewezen als uitvoerder van een specifieke taak.

  • b)

    Ambtelijk opdrachtgever: de functionaris die door de secretaris is aangewezen als verantwoordelijke voor de uitvoering van het PMIRT- en/of het MBVI.

  • c)

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

  • d)

    Budgethouder: de door de secretaris op grond van artikel 2, vijfde lid van de Budgethoudersregeling Flevoland 2015 aangewezen functionaris. Een overzicht van de budgethouders is te vinden op het overzicht budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirectie. Dit overzicht is op te vragen bij de provincie.

  • e)

    Concerndirecteur: de functionaris die leiding geeft aan een of meer managers van een expertiseteam, een Programma, of een Opgave, zoals opgenomen is in het overzicht van budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirectie.

  • f)

    Manager: de functionaris die leiding geeft aan een of meerdere expertiseteams, een Programma of Opgave, zoals opgenomen is in het overzicht van budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirectie.

  • g)

    MBVI: Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud en Vervangingsinvesteringen Infrastructuur.

  • h)

    MER: het milieueffectrapport, het product dat aan het eind van het proces wordt opgeleverd.

  • i)

    m.e.r.: de milieueffectrapportage, het proces dat doorlopen wordt om een besluit te kunnen nemen en waarin het milieubelang goed kan worden afgewogen.

  • j)

    Opzichter van dienst: de functionaris die door de secretaris is aangewezen als verantwoordelijke voor het treffen van (beheers)maatregelen bij calamiteiten/ incidenten, gladheidsbestrijding en storingen.

  • k)

    Opgave: de maatschappelijke opgave, neergelegd in een door de Directie vastgestelde directieopdracht.

  • l)

    PMIRT: Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

  • m)

    Programmamaker: de functionaris die door gedeputeerde staten is ingehuurd om uitvoering te geven aan het programmadeel Flevolands Fonds voor culturele ontwikkeling.

  • n)

    Programma: een concern-breed programma neergelegd in een door Gedeputeerde Staten vastgestelde bestuursopdracht.

Artikel 2. Ondermandaat

  • 1.

    De secretaris wijst, op grond van artikel 2 tweede lid van het Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2017 de functionarissen, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage I, aan als degenen die in het kader van de aan hen opgedragen werkzaamheden, het in deze bijlage genoemde ondermandaat kunnen uitoefenen.

  • 2.

    Onder het in het eerste lid genoemde ondermandaat, wordt eveneens machtiging bij feitelijke handelingen verstaan.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde functionarissen oefenen het ondermandaat uit met in achtneming van artikel 1a van het Algemeen Mandaatbesluit Flevoland 2017 en met inachtneming van het bepaalde in de Budgethoudersregeling Flevoland 2015.

  • 4.

    De in het eerste lid bedoelde functionarissen oefenen het ondermandaat uit op hun aandachtsgebied zoals deze door de secretaris is vastgesteld in het overzicht budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirecteuren.

  • 5.

    Bij afwezigheid van de functionaris als bedoeld in het eerste lid, wordt het mandaat uitgeoefend door diens plaatsvervanger, die als zodanig is vermeld in het door de secretaris vastgestelde overzicht budgethouders en aandachtgebieden managers en concerndirecteuren.

  • 6.

    De uitoefening van het ondermandaat, als bedoeld in het eerste lid, geschiedt binnen de grenzen van de vastgestelde taken en budgetten en met inachtneming van het ter zake geldende recht alsmede het vastgestelde provinciale beleid.

  • 7.

    Degene aan wie ondermandaat is verleend ziet er op toe dat de te nemen besluiten of handelingen integraal worden voorbereid.

  • 8.

    Degene aan wie ondermandaat is verleend doet periodiek, zo nodig volgens Gedeputeerde Staten nader vast te stellen regels, verslag van de in mandaat genomen besluiten.

  • 9.

    Degene aan wie ondermandaat is verleend stelt, zo nodig via de secretaris, Gedeputeerde Staten in kennis van die besluiten en handelingen waarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat deze informatie bevatten waarvan de kennisneming door gedeputeerde staten van belang is.

Artikel 3. Schakelbepaling

Voor zover niet anders bepaald zijn de bepalingen van het Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2017 van overeenkomstige toepassing.

Aldus besloten op 26 april 2024

Gedeputeerde Staten van Flevoland

Namens deze

de secretaris

D.J. Tijl

Bijlage 1. behorend bij Besluit Algemeen ondermandaat secretaris 2024

 

Schema mandaat

 

De hieronder vermelde bevoegdheid:

wordt namens de secretaris in ondermandaat uitgeoefend en ondertekend door:

onder de volgende voorwaarden:

A. ALGEMEEN

  • 1.

    Algemeen informatieverkeer:

    • a.

      toezenden zonder commentaar van gevraagde feitelijke openbare informatie;

    • b.

      beantwoorden van vragen;

    • c.

      doorzenden van stukken bestemd voor een ander bestuursorgaan of doorverwijzing naar een andere instantie;

    • d.

      terugzenden naar de afzender van stukken die niet bestemd zijn voor ons bestuursorgaan;

    • e.

      ontvangst bevestigen van correspondentie waarbij om feitelijke informatie wordt gevraagd;

    • f.

      opvragen van informatie in het algemeen.

    • g.

      tussen projectleider en aannemer, voor zover passend binnen de scope van het betreffende PMIRT of MBVI-project;

    • h.

      tussen directie UAV/contractmanager en aannemer, voor zover passend binnen de scope van het betreffende PMIRT of MBVI-project.

Behandelend medewerker

Ten aanzien van g en h wordt correspondentie inhoudende financiële afspraken in ieder geval uitgesloten van deze bevoegdheid.

  • 2.

    Verzenden van uitnodigingen en agenda’s voor en verslagen van externe ambtelijke overleggen.

Behandelend medewerker

  • 3.

    Verzenden van uitnodigingen, agenda’s voor en verslagen van externe bestuurlijke overleggen.

Manager

Na afstemming Portefeuillehouder.

  • 4.

    Digitaal aanleveren aan het Kadaster van besluiten waaruit publiekrechtelijke beperkingen in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen voortvloeien.

Aangewezen medewerker

  • 5.

    Elektronisch ondertekenen manifest/ geleide formulier in het kader van Wet ruimtelijke ordening.

Aangewezen medewerker

  • 6.

    Vaststellen van een verweerschrift in het kader van een bezwaarprocedure tegen een besluit van Gedeputeerde Staten, Provinciale Staten of de commissaris van de Koning.

Manager

  • 7.

    Aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheidsorganen.

Manager

  • 8.

    Procedurele correspondentie in het kader van de terinzagelegging van ontwerpbesluiten.

Manager

  • 9.

     

    • a.

      Besluiten op grond van de Wet open overheid en de Wet hergebruik overheidsinformatie,

    • b.

      de betreffende procedurele correspondentie.

  • a.

    Manager expertise team Juridische zaken en Inkoop.

  • b.

    Behandelend medewerker

Met instemming vakinhoudelijk portefeuillehouder.

  • 10.

    Doen van aanpassing in het register op grond van artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen.

Manager expertiseteam Juridische zaken en Inkoop.

  • 11.

     

    • a.

      Besluiten op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg),

    • b.

      alsmede de procedurele correspondentie.

  • c.

    Manager expertiseteam Juridische zaken en Inkoop

  • d.

    Behandelend medewerker

  • 12.

    Aangaan van een verwerkersovereenkomst als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming

Manager

  • 13.

     

    • a.

      Het ontwerpen van selectielijsten van archiefbescheiden die voor vernietiging in aanmerking komen (artikel 5 van de Archiefwet 1995).

    • b.

      Het overbrengen van archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats en het opmaken van een verklaring van overbrenging (artikel 12 en 9 Archiefbesluit 1995).

    • c.

      Het stellen van beperkingen aan de openbaarheid (artikel 15 Archiefwet 1995).

    • d.

      Het nemen van een besluit tot vervangen van archiefbescheiden voor reproducties (artikel 6 Archiefbesluit 1995).

    • e.

      Het nemen van een besluit tot vervreemden van archiefbescheiden (artikel 7 Archiefbesluit 1995).

    • f.

      Het opmaken van een verklaring van vernietiging, vervanging of vervreemding (artikel 8 Archiefbesluit 1995).

Manager 

Inclusief de uitvoering van taken/handelingen die betrekking hebben op het beheer van archiefbescheiden die verband houden met de uitvoering van de ambtsinstructie door de commissaris van de Koning zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 Archiefwet 1995 jo artikel 182, lid 1 en lid 2 Provinciewet.

  • 14.

     

    • a.

      Het verdagen/opschorten van de beslissing op een bezwaarschrift.

    • b.

      procedurele correspondentie.

    • c.

      besluit last onder dwangsom niet tijdig beslissen

  • a.b.

    Secretaris bezwarencommissie

  • c.

    Manager

  • 15.

    Het afgeven of wijzigen van een toegankelijkheidsverklaring in het kader van Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid

Manager

  • 16.

    Werkzaamheden in het kader van de Wet basisregistratie:

    • a.

      ondergrond

    • b.

      grootschalige topografie.

Behandelend medewerker

  • 17.

    Vaststellen van onderzoek als bedoeld in:

    • a.

      artikel 30 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie en

    • b.

      artikel 9a van de Wet basisregistratie ondergrond

Manager

  • 18.

    Aanvragen van e-herkenning

Medewerker die belast is met machtigingenbeheer

In overeenstemming met een door de concerndirecteur van het betrokken expertiseteam vastgesteld overzicht van medewerkers die in het kader van de uitoefening van hun functie e-herkenning nodig hebben

  • 19.

    Aanvragen bij derden van aanvullende financiering voor de uitvoering van het programmadeel Flevolands Fonds voor culturele ontwikkeling

Programmamaker

  • 20.

    Tekenen van een gemeenschappelijke leveringsovereenkomst (GLO) van gegevens

Manager

Met inachtneming van de Avg

B. SUBSIDIEBESLUITEN

  • 1.

    Procedurele correspondentie in het kader van de Awb en relevante wet- en regelgeving op het terrein van subsidiering, waaronder het niet in behandeling nemen van een aanvraag

Manager

  • 2.

    Nemen van een besluit om gelabelde subsidie toe te kennen, alsmede het aangaan van een uitvoeringsovereenkomst behorende bij het in mandaat genomen besluit tot toekenning subsidie.

Manager

De overeenkomst wordt getekend namens de commissaris van de Koning

  • 3.

    Nemen van een besluit om voorschotten te verstrekken.

Manager

  • 4.

    Definitief vaststellen subsidie (moet passen binnen besluit om subsidie toe te kennen).

Manager

  • 5.

    Het ondertekenen van een uitvoeringsovereenkomst die in mandaat door portefeuillehouder is aangegaan bij het verlenen van een subsidie.

Manager

De overeenkomst wordt getekend namens de commissaris van de Koning

  • 6.

    Nemen van een besluit tot weigering subsidie vanwege overschrijding subsidieplafond.

Manager

  • 7.

    Op verzoek van ontvanger nemen van een besluit tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van de subsidie, dan wel wijzigen subsidieverlening of –vaststelling, dan wel terugvorderen voorschot.

Manager

  • 8.

    Het nemen van besluiten in het kader van subsidiering wanneer sprake is van de situatie dat:

  • I.

    Het de subsidieaanvrager c.q. -ontvanger niet verweten kan worden dat hij:

    • a.

      zich bij indienen van zijn subsidieaanvraag/doen van een melding niet heeft gehouden aan de datum die de algemene subsidieverordening Flevoland (ASF) hiervoor voorschrijft onder de randvoorwaarde dat de termijnoverschrijding niet meer dan 10 werkdagen mag zijn;

    • b.

      de aan de subsidieverstrekking verbonden verplichtingen en prestaties niet (geheel) is nagekomen en hij heeft nagelaten dit tijdig te melden, onder de randvoorwaarde dat hiervoor wel een goede reden is.

  • II.

    Er afwijkingen zijn ten opzichte van een goedkeurende controleverklaring door een onafhankelijke accountant, waarbij het voor de provincie wel aannemelijk is dat de door de accountant geconstateerde tekortkoming geen invloed heeft op de verwachte prestaties uit de beschikking tot subsidieverlening.

Manager

C. BESLUITEN, VERGUNNING, ONTHEFFING ETC

  • 1.

    Procedurele correspondentie in het kader van de Awb en andere relevante wet- en regelgeving, waaronder het niet in behandeling nemen van een aanvraag.

Manager

  • 2.

    Het in het kader van vooroverleg of Omgevingstafel uitbrengen van het voorlopige integrale provinciale advies over een initiatief, conceptaanvraag of (partiële herziening van een) (concept-)omgevingsplan op basis van de Omgevingswet.

Behandelend ambtenaar 

In overeenstemming met het provinciale beleid, de lijst van provinciaal belang en de opgehaalde ambtelijke sectorale adviezen van de betrokken expertiseteams (voor vervolg zie voor vergunningen nrs. 6 en 7 en voor omgevingsplan nr. 3).

  • 3.

    Het uitbrengen van het integrale provinciale advies over een (partiële herziening van een) (ontwerp-)omgevingsplan op basis van de Omgevingswet.

  • a.

    Manager 

  • b.

    Behandelend ambtenaar

  • a.

    Tenzij sprake is van kleine ondergeschikte wijzigingen.

  • b.

    Als er sprake is van kleine ondergeschikte wijzigingen.

  • a en b.

    In overeenstemming met het provinciale beleid, de lijst van provinciaal belang en de opgehaalde ambtelijke sectorale adviezen van de betrokken expertiseteams (vervolg op nr. 2).

  • 4.

    Besluit tot het verlenen van ontheffing:

    • a.

      voor het schutten van schepen met extra lengte;

    • b.

      in het kader van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Voertuigreglement;

    • c.

      voor wedstrijden conform artikel 10 Wegenverkeerswet 1994.

Manager

  • 5.

    Besluit tot het verlenen van omgevingsvergunningvoor activiteiten op grond van de hoofdstukken wegen en vaarwegen van de Omgevingsverordening provincie Flevoland voor:

    • kabels en leidingen werkzaamheden;

    • werkzaamheden door derden op of aan onze wegen en vaarwegen;

    • een ligplaats en/of afmeervoorziening;

    • het uitvoeren van vaarwegactiviteiten;

    • het plaatsen van objecten;

    • het plaatsen van borden;

    • het aanleggen van uitwegen;

    • het innemen van standplaatsen.

Manager

  • 6.

    Verlenen van omgevingsvergunning voor een:

    • a.

      omgevingsplanactiviteit;

    • b.

      flora- en fauna-activiteit;

    • c.

      natura 2000-activiteit.

Manager

Indien in het kader van vooroverleg of omgevingstafel een positief advies is gegeven (zie nr. 2).

  • 7.

    Geven van advies over de aanvraag om omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag op grond van artikel 16.15 en 16.15a Omgevingswet.

Manager

Indien in het kader van vooroverleg of omgevingstafel een positief advies is gegeven (zie nr. 2).

  • 8.

    Besluiten tot instemmen met een door het bevoegd gezag voorgelegd conceptbesluit over een aangevraagde omgevingsvergunning op grond van artikel 16.16 Omgevingswet.

Manager

Indien het conceptbesluit overeenkomt met het gegeven advies over de aanvraag (zie nr. 7).

  • 9.

    Intrekking ontheffing/vergunning op verzoek houder ontheffing/vergunning.

Manager

  • 10.

    Nemen van uitvoerende besluiten die op grond van aan een vergunning verbonden voorschriften moeten worden genomen.

Manager

  • 11.

    Uitbrengen van advies in het kader van milieueffectrapportages aan de initiatiefnemer.

Manager

  • 12.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 16.43 Omgevingswet inzake m.e.r.-beoordelingsbesluit.

  • 1.

     

  • 13.

    Het adviseren aan andere overheden over milieueffectrapportage in het kader van project- en planmer.

  • 1.

     

  • 14.

    Intrekken of wijzigen van ontheffing voor het leggen van kabels en leidingen.

Manager

  • 15.

    Verkeersbesluiten op grond van:

    • a.

      de Wegenverkeerswet juncto het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

    • b.

      de Scheepvaartverkeerswet juncto het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer.

Manager

  • 16.

    Vaststellen grenzen bebouwde kom

Concerndirecteur

  • 17.

    Aanwijzen van toezichthouder en bijzonder opsporingsambtenaar

Concerndirecteur

 

  • 18.

    Het in het kader van de uitvoering van de beleidsregel toezicht en handhaving provinciale infrastructuur opleggen, dan wel beëindigen van een:

    • a.

      last onder bestuursdwang (artikel 5:21 Awb)

    • b.

      last onder dwangsom (artikel 5:32 Awb)

Concerndirecteur

  • 19.

    Het in het kader van de uitvoering van de beleidsregel toezicht en handhaving provinciale infrastructuur invorderen van de verschuldigde kosten bij toepassing van de last onder dwangsom (artikel 5:37 Awb)

Manager

  • 20.

    Het in het kader van de uitvoering van de beleidsregel toezicht en handhaving provinciale infrastructuur opleggen van de verschuldigde kosten bij toepassing van bestuursdwang (artikel 5:25 Awb).

Manager

D. INKOOP/AANBESTEDING

  • 1.

    Besluiten tot het door middel van opdrachtbon, opdrachtbrief, overeenkomst of anderszins aangaan van verplichtingen met betrekking tot

    • het leveren van zaken,

    • het verrichten van diensten, en

    • het uitvoeren van werken, met uitzondering van besluiten tot (voortijdige) beëindiging van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken, verrichten van diensten en het uitvoeren van werken.

  • a.

    Manager, Programmamaker, Opzichter van Dienst

  • b.

    Concerndirecteur

  • a.

    tot € 200.000 totale opdrachtsom (initiële opdracht inclusief opties en verlengingen) )

    • Opzichter van Dienst maakt uitsluitend gebruik van deze bevoegdheid onder de volgende voorwaarden: er is sprake van spoedeisendheid; en

    • er wordt ten spoedigste verantwoording afgelegd aan de Manager expertiseteam Beheer en onderhoud Infra.

    • Vanwege spoedeisendheid mag afgeweken worden van inkoop en aanbestedingsbeleid.

  • b.

    tot € 400.000 totale opdrachtsom (initiële opdracht inclusief opties en verlengingen)

  • 2.

    betaalbaar stellen van facturen behorende bij, door of namens Gedeputeerde Staten genomen besluiten tot het aangaan van verplichtingen voor

    • het leveren van zaken,

    • het verrichten van diensten, en het uitvoeren van werken.

Manager, Ambtelijk Opdrachtgever, Concerndirecteur, Programmamaker

Voor zover passend binnen de verleende opdracht

  • 3.

    Afwijken van de Algemene inkoopvoorwaarden provincie Flevoland.

Concerndirecteur, Programmamaker

Na consultatie aanbestedingsjurist

  • 4.

    Besluiten inzake PMIRT- of MBVI-projecten, waaronder (maar niet uitsluitend) besluiten over

    • inkoop- en aanbesteding van

    • leveringen, diensten en werken;

    • voortijdige beëindiging van verplichtingen betreffende leveringen, diensten en werken;

    • de aan- en verkoop van gronden;

    • het vestigen van zakelijke rechten;

    • het aangaan van pacht-, huur- en

    • gebruiksovereenkomsten met betrekking tot gronden;

    • het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten met andere overheden;

    • het aangaan van planschadeverhaalsovereenkomsten;

    • het afhandelen van nadeelcompensatieclaims,

    • alle bovenstaande besluiten voor zover passend binnen het door het college van gedeputeerde staten vastgestelde PMIRT en MBVI.

  • a.

    Ambtelijk Opdrachtgever

  • b.

    Concerndirecteur

  • a.

    Voor zover passend in het aan het betreffende project of de maatregel toegekende budget.

  • b.

    Ongelimiteerd

  • 5.

    Verstrekken opdrachten in het kader van gladheidsbestrijding

Ambtelijk opdrachtgever

Voorzover passend binnen het toegekende budget

  • 6.

    Besluiten tot het door middel van opdrachtbon, opdrachtbrief of overeenkomst aangaan van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken en het verrichten van diensten, betreffende zaken die verband houden met de ondernemingsraad.

    (omvat tevens paraferen facturen voor levering akkoord).

Voorzitter

ondernemingsraad

  • 7.

    Aangaan van huurovereenkomsten voor verhuur van provinciaal eigendom

Manager

Voor bedragen tot maximaal

€100.000 en voor contracten met een looptijd tot 1 jaar.

E. PERSONELE AANGELEGENHEDEN

1. Functiegebouw/wijzigen functie

  • a.

    Wijzigen functie-inhoud individuele medewerker

Manager

Passend binnen de geldende wetgeving (Boek 7 titel 10 Burgerlijk wetboek)

  • b.

    Externe detachering individuele medewerker

Concerndirecteur HR

2. Indiensttreding ontslag en beloning

  • a.

    Aangaan van een arbeidsovereenkomst

Manager

Passend binnen de beschikbare formatieruimte en voor ten hoogste de voor de functie vastgestelde salarisschaal.

  • b.

    regulier ontslag (opzegging door medewerker, pensioen of beëindiging tijdelijke arbeidsovereenkomst: geen vaststellingsovereenkomst)

Manager

  • c.

    Toekennen en intrekken van functie gerelateerde toelagen zoals bedoeld in de CAO en de daarop gebaseerde regelingen

Manager

  • d.

    Toekennen en intrekken arbeidsmarkttoelage en bindingspremie

Manager expertiseteam HR

  • e.

    Toekennen van vergoedingen zoals overname studieschuld, leaseauto

Manager expertiseteam HR

3. Reorganisatie

  • a.

    Beslissen omtrent plaatsing

Concerndirecteur

Wanneer door de medewerker geen wensen of bedenkingen tegen het plaatsingsvoorstel zijn ingediend

  • b.

    Toepassen van flankerende maatregelen;

  • c.

    het overeenkomen van specifieke arrangementen met individuele medewerker (zoals afspraken over volgen opleiding).

Concerndirecteur

Het besluit dient in overeenstemming te zijn met een eventueel sociaal plan en/of afspraken met de vakbonden

4. Disciplinaire maatregelen

  • a.

    Opleggen van disciplinaire maatregelen, niet zijnde schorsen of ontslag op basis van een dringende reden

Concerndirecteur

5. Overige zaken

  • a.

    Individuele besluiten over opleidingen niet zijnde persoonlijk budget duurzame inzetbaarheid (PBDI)

Manager

Na afstemming manager expertiseteam HR

  • b.

    Individuele besluiten zoals bedoeld in het personeelshandboek .

Manager

  • c.

    Individuele besluiten op grond van de hardheidsclausule in het personeelshandboek

Manager HR

  • d.

    Toekennen vergoeding wegens schade aan kleding of uitrusting;

Manager expertiseteam facilitair en evenementen

F. BUDGETBEHEER

  • 1.

    Overhevelen van budgetten binnen een product in de productenraming.

Budgethouder

Mutaties tot en met € 100.000

  • 2.

    het besluiten over een begrotingswijziging, voor het doorgeven van bijdragen van derden met een specifiek doel, binnen het programmaonderdeel bedrijfsvoering.

Concerndirecteur

Betreft budget van de budgethouder. Ophogen is toegestaan voor zover wijziging in de begroting budgetneutraal is binnen het programmaonderdeel “bedrijfsvoering”.

  • 3.

    Het overhevelen van bedragen tussen uitvoeringskredieten wegen/vaarwegen:

    • a.

      en kredieten ontwikkelingsinvesteringen voor zover het binnen het raamkrediet Ontwikkelingsinvesteringen valt;

    • b.

      en kredieten vervangings-investeringen voor zover het binnen het raamkrediet Vervangings-investeringen valt;

    • c.

      en budgetten Niet-Jaarlijks Onderhoud (NJO) voor zover het binnen het vastgestelde begrotingsbedrag voor Niet-Jaarlijks Onderhoud valt.

Concerndirecteur

G. AANSPRAKELIJKSTELLINGEN

  • 1.

    Het aansprakelijk stellen van derden voor de door hun toedoen door de provincie geleden schade, alsmede het indienen van een schadeclaim naar aanleiding hiervan, voor zover de externe partij aan wie de provincie mandaat heeft verleend het relevante dossier heeft (terug)gegeven aan de provincie.

Manager

  • 2.

    Afhandelen van door derden ingediende aansprakelijkstelling van de provincie voor geleden schade, voor zover het schadebedrag het eigen risico van € 2.500 niet te boven gaat bij inwilliging verzoek schadevergoeding, voor zover de externe partij aan wie de provincie mandaat heeft verleend het relevante dossier heeft (terug)gegeven aan de provincie.

Manager

Boven € 2.500 vindt afhandeling plaats door de verzekeraar van de provincie

  • 3.

    Het als oninbaar aanmerken van (een gedeelte van) een vordering wegens aansprakelijkheid bij schades en het afboeken van het opgenomen recht in de financiële administratie met een maximum van € 2.500

Manager

  • 4.

    Betaalbaar stellen van facturen aan derden behorende bij aansprakelijkstellingen wegens schades met een maximum van € 2.500

Manager

H. BATEN

  • 1.

    Het sturen van facturen aan samenwerkingspartners waarmee gezamenlijke activiteiten worden gerealiseerd

Manager, Ambtelijk Opdrachtgever

 

Toelichting

Het college van Gedeputeerde Staten heeft aan de Secretaris de bevoegdheid toegekend om besluiten te nemen waarvoor zij bevoegd is en waarvoor zij niet aan de portefeuillehouder mandaat heeft verleend (bestuurlijk mandaat), behoudens enkele uitzonderingen (randvoorwaarden). Besluiten mogen alleen in mandaat worden genomen als voldaan is aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in artikel 1a Algemeen mandaatbesluit Flevoland 2017.

 

Voor wat betreft de bevoegdheden die het college van Gedeputeerde Staten heeft gegeven aan de secretaris, heeft de secretaris een deel van deze bevoegdheden weer ondergemandateerd in dit ondermandaat. Wanneer een bevoegdheid niet is vastgelegd in het ondermandaat dan is de secretaris bevoegd. Als een bevoegdheid wordt (onder)gemandateerd dan blijft degene die heeft (onder)gemandateerd ook bevoegd.

 

Wanneer er in de bijlage manager staat dan wordt hiermee bedoeld de manager expertiseteam, programmamanager of opgavemanager die beschikt over het budget. In het overzicht budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirectie zijn de aandachtsgebieden opgenomen en wie het budget heeft.

 

Artikelsgewijze toelichting bij Bijlage 1, behorende bij Algemeen ondermandaat secretaris 2024

 

A.Algemeen

  • 1.

    Moet passen binnen de normale uitoefening van de functie. De behandelend medewerker stuurt op diens verzoek een afschrift aan de manager.

  • 1a, 1c.

    De behandelend medewerker gaat na of het verstrekken van de feitelijke informatie op grond van de Wet open overheid wel mogelijk is. Wanneer hij daarover twijfelt pleegt hij overleg met de Woo-jurist.

  • 2.

    Moet passen binnen de normale uitoefening van de functie. De behandelend medewerker stuurt op diens verzoek een afschrift aan de manager.

15. Conform de algemene maatregel van bestuur ‘Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid’ dienen er toegankelijkheidsverklaringen te staan op websites waar de provincie eigenaar van is. Omdat het hier een actieve rechtshandeling betreft (verklaren dat we aan de wetgeving voldoen) kan de behandelend medewerker dit niet verklaren.

 

16a. Toelichting basisregistratie ondergrond (BRO)

Voor de werkzaamheden ten behoeve van de BRO wordt belegd wie de naleving borgt van de volgende wetsartikelen in de Wet basisregistratie ondergrond:

  • artikel 9, betreffende de leverplicht

  • artikel 12, lid 2 betreffende de verplichting tot correctie en herlevering als de initiële aanlevering is geweigerd

  • artikel 27, betreffende de gebruiksplicht

  • artikel 30, lid 1 en 2, betreffende de terugmeldplicht voor gegevens en modellen

  • artikel 33, lid 3, betreffende de onderzoeksplicht

  • artikel 40, lid 1, betreffende de regeling voor aanleveren waar dat niet wettelijk verplicht is.

16b. Toelichting basisregistratie grootschalige topografie (BGT)

Voor de werkzaamheden ten behoeve van de BGT wordt belegd wie de naleving borgt van de volgende wetsartikelen in de Wet basisregistratie grootschalige topografie:

  • artikel 6, betreffende verzamelen en vastleggen

  • artikel 11, betreffende de leverplicht

  • artikel 12, betreffende de afstemming met andere bronhouders

  • artikel 23, betreffende de gebruiksplicht

  • artikel 25, lid 1, betreffende de terugmeldplicht

  • artikel 27, betreffende de onderzoeksplicht.

B.Subsidie

Onder het begrip subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen door het college van Gedeputeerde Staten verstrekt, met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager.

  • 1.

    Procedurele correspondentie in het kader van de Awb en relevante wet- en regelgeving (hieronder valt ook provinciale regelgeving), op het terrein van subsidiering. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het sturen van een ontvangstbevestiging van een aanvraag om subsidie, besluit om aanvraag niet in behandeling te nemen omdat aanvraag onvolledig is, verzoek om aanvulling van de aanvraag, opschorten/verlengen van de beslistermijn op de aanvraag, inwinnen van advies over de aanvraag, vaststellen ontwerpbesluit en inwinnen van zienswijzen n.a.v. ontwerpbesluit)

  • 2.

    Toekenning mag slechts plaatsvinden voor het jaar waarvoor de productenraming is vastgesteld. Meerjarige toezeggingen alleen wanneer dat past binnen het vastgestelde beleid en onder het voorbehoud dat door Provinciale Staten voor komende jaren voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld. Als er aan het besluit financiële consequenties zijn verbonden, is de medeparaaf van de financieel medewerker van het expertiseteam nodig.

  • 3.

    Het besluit om een voorschot te verstrekken moet passen binnen het besluit om subsidie toe te kennen. Ingeval er aan dat besluit financiële consequenties zijn verbonden, is de medeparaaf van de financieel medewerker van het betreffende expertiseteam nodig voordat ondertekening mag plaatsvinden.

    Het besluit geldt alleen voor het jaar waarvoor de productenraming is vastgesteld. Bij meerjarige toezeggingen alleen wanneer dat past binnen het vastgestelde beleid en onder het voorbehoud dat Provinciale Staten voor deze periode voldoende middelen beschikbaar hebben gesteld.

  • 4.

    Ingeval er bij besluit vaststellen subsidie financiële consequenties zijn verbonden, is de medeparaaf van de financieel medewerker van het betreffende expertiseteam nodig voordat ondertekening mag plaatsvinden.

C. Vergunningen, ontheffingen etc.

  • 1.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het sturen van een ontvangstbevestiging van een aanvraag, besluit om aanvraag niet in behandeling te nemen omdat aanvraag onvolledig is, verzoek om aanvulling van de aanvraag, opschorten/verlengen van de beslistermijn op de aanvraag, inwinnen van advies over de aanvraag, vaststellen ontwerpbesluit en inwinnen van zienswijzen n.a.v. ontwerpbesluit

D. Inkoop/aanbesteding

De genoemde bedragen zijn exclusief btw.

Afwijken van het inkoop- en aanbestedingsbeleid is en blijft de bevoegdheid van de secretaris. Dit dient plaats te vinden op basis van een goed gemotiveerd voorstel en na aantoonbare consultatie van een aanbestedingsjurist dat is opgenomen in de nota.

 

  • 1.

    Wanneer er sprake is van meerwerk dan moet in beginsel een aparte opdracht worden verstrekt. Onder meerwerk wordt verstaan: alle verlengingen, aanvullende opdrachten en contractwijzigingen.

E. Personele aangelegenheden

Dit mandaatbesluit gaat voor op datgene wat is omschreven in het personeelshandboek.

 

Wanneer het besluit ziet op de manager, en in de tweede kolom is opgenomen dat de manager bevoegd is, dan is in die situatie de concerndirecteur bevoegd. Wanneer het besluit ziet op de concerndirecteur dan is in die situatie de provinciesecretaris bevoegd.

 

F. Budgetbeheer

Conform de Financiële verordening provincie Flevoland stelt het college van Gedeputeerde Staten regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt. Het college moet zorgen dat de lasten van de programmaonderdelen zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden en dat de baten worden gerealiseerd. In dit mandaatbesluit is vastgelegd welk mandaat budgethouders hebben voor inkoop/aanbesteding en budgetbeheer. In de budgethoudersregeling Flevoland 2015, die onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van het mandaatbesluit, stelt het college nadere regels aangaande de rechten en plichten van budgethouders. In het overzicht van budgethouders en aandachtsgebieden managers en concerndirectie worden de budgethouders genoemd.