Organisatie | Oegstgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024 |
Citeertitel | Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-05-2024 | nieuwe regeling | 16-04-2024 |
Op 6 februari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest de Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027 vastgesteld. In de Uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn de algemene kaders geschetst waarbinnen uitvoering moet worden gegeven aan de taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna: VTH-taken) onder het regime van de Omgevingswet. Hierin wordt ook uiteengezet wat de strategieën, prioriteiten en beleidsdoelen zijn voor de komende meerjarige beleidsperiode.
In dit Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024 (hierna: uitvoeringsprogramma 2024) wordt specifiek uiteengezet hoe uitvoering wordt gegeven aan de uitvoerings- en handhavingsstrategie in het jaar 2024 en wat de daarvoor benodigde en beschikbare financiële en personele middelen zijn.
Zowel dit uitvoeringsprogramma als de uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn geschreven ten behoeve van de VTH-taken die vallen onder het regime van de Omgevingswet. Uitgevoerde werkzaamheden die buiten het regime van de Omgevingswet vallen (bijvoorbeeld APV en bijzondere wetten), zijn geen onderdeel van dit uitvoeringsprogramma.
1.2 Doel van het uitvoeringsprogramma
Het vaststellen van een jaarlijks uitvoeringsprogramma is een wettelijke verplichting op basis van de Omgevingswet. De verplichting volgt uit afdeling 13.2 van het Omgevingsbesluit (artikelen 13.5 en verder).
Met het opstellen van uitvoeringsprogramma’s streeft de gemeente na de beleidsdoelen, die in de uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn gesteld, te operationaliseren. Dit vergroot de kans dat de beleidsdoelen daadwerkelijk worden gerealiseerd. Daarnaast wordt in dit uitvoeringsprogramma bekeken of de benodigde en beschikbare financiële en personele middelen afdoende zijn om de beleidsdoelen te behalen.
In hoofdstuk 2 wordt kort inzicht gegeven in de ontwikkelingen die zich recent hebben afgespeeld of zich in het aankomende jaar afspelen op het gebied van VTH. In hoofdstuk 3 wordt beschreven welke activiteiten worden uitgevoerd ten behoeve van het behalen van de beleidsdoelen uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie. In hoofdstuk 4 wordt inzicht gegeven in de uitvoering van de VTH taken en zal inzicht worden gegeven in de benodigde capaciteit. In hoofdstuk 5 wordt ten slotte uiteengezet hoe de uitvoering van dit uitvoeringsprogramma geborgd is in de organisatie.
Op 1 januari 2024 zijn zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking getreden. De inwerkingtreding van deze wetten heeft grote gevolgen voor de werkzaamheden binnen het VTH-gebied. Naast de ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving, zijn ook andere (maatschappelijke) ontwikkelingen van invloed op VTH. Hieronder wordt op de ontwikkelingen ingegaan.
De Omgevingswet zorgt voor een grootschalige transitie van het omgevingsrecht. Met de Omgevingswet heeft de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkelingen vereenvoudigd en samengevoegd. Dit heeft tot doel dat meer samenhang in het beleid ontstaat. De wijzigingen in wet- en regelgeving vereisen een hele nieuwe manier van werken van overheden en dus ook van de gemeente Oegstgeest. Zo dient de overheid integraal, participatief en meer digitaal te werken.
De gemeente heeft de afgelopen jaren flink ingezet op het implementeren van de Omgevingswet in de organisatie. Mede dankzij deze voorbereiding was de gemeente zo goed als mogelijk klaar voor de inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2024. Dit betekent echter niet dat na 1 januari 2024 geen werkzaamheden meer verricht hoeven worden voor de (verdere) uitwerking van de Omgevingswet. De invoering van de Omgevingswet brengt namelijk ook langjarig extra werk met zich mee. Deze werkzaamheden zullen ook voor de VTH-organisatie nog de nodige inzet vereisen.
2.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen strekt tot verbetering van de bouwkwaliteit door de introductie van een (private) kwaliteitsborger die toeziet op naleving van de bouwregelgeving. Binnen het nieuwe stelsel is de aanvrager van de omgevingsvergunning primair verantwoordelijk om aan te tonen dat het bouwwerk voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit. Om dit doel te kunnen behalen, zal voor sommige vergunningplichtige bouwwerk een onafhankelijke kwaliteitsborger ingeschakeld moeten worden, die zal moeten verklaren dat het bouwwerk daadwerkelijk voldoet aan de bouwregels van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Het bevoegd gezag heeft bij de toetsing van de aanvraag geen inhoudelijke rol meer met betrekking tot de bouwtechnische voorschriften en houdt hier ook geen toezicht meer op. Dit nieuwe stelsel vraagt om een nieuwe werkwijze van de gemeenten.
De gemeente heeft de afgelopen jaren flink ingezet op het implementeren van de Wkb in de organisatie. Mede dankzij deze voorbereiding was de gemeente zo goed als mogelijk klaar voor de inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2024. Dit betekent echter niet dat na 1 januari 2024 geen werkzaamheden meer verricht hoeven worden voor de (verdere) uitwerking van de Wkb. Deze werkzaamheden zullen voor de VTH-organisatie nog de nodige inzet vereisen.
2.3 Maatschappelijke ontwikkelingen
Wij krijgen als gemeente te maken met een reeks ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen. Dat zijn bijvoorbeeld: de individualisering en de mondigheid van burgers, klimaatverandering en klimaatadaptatie, de stikstofproblematiek en de woningbouwopgave. Hierdoor worden de VTH-werkzaamheden complexer en daarmee wellicht ook belangrijker. Door deze ontwikkelingen staat de gemeente voor allerlei organisatorische en financiële vraagstukken. Dit heeft invloed op de manier van (samen)werken op het gebied van VTH. Wij zijn ons hiervan bewust en proberen hier in dit uitvoeringsprogramma op in te spelen.
3. Beleidsdoelen en activiteiten
Onderstaand wordt inzicht gegeven in de beleidsdoelen en bijbehorende activiteiten (uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie) waar de gemeente Oegstgeest in 2024 op zal inzetten.
4.2 Verwachte werkvoorraad primaire taken
In de uitvoerings- en handhavingsstrategie is een opsplitsing gemaakt in verschillende categorieën activiteiten die worden uitgevoerd door VTH. Om de verwachte werkvoorraad vast te stellen voor 2024 is allereerst per categorie een inschatting gemaakt hoeveel vergunningaanvragen of vooroverleggen worden ingediend en hoeveel overtredingen/handhavingszaken verwacht worden. Deze schatting wordt in onderstaande tabel weergegeven. In deze tabel staan ook de prioriteiten per categorie weergegeven, zoals vastgesteld in de uitvoerings- en handhavingsstrategie.
Aantal verwachte overtredingen 20241 | |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
| |||
* Taken door ODWH uitgevoerd (zijn opgenomen in hun eigen uitvoeringsprogramma)
4.3 Benodigde uren primaire taken
Om te kunnen beoordelen wat het totaal aantal benodigde uren is voor alle omgevingsvergunning in 2024, is voor de VTH-taken ten eerste gekeken hoeveel uren benodigd zijn voor volledige (100%) toetsing en afhandeling van één dossier. Het gaat hierbij om alle werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd met betrekking tot omgevingsvergunningaanvragen. Bij deze taken horen administratieve, inhoudelijke en juridische taken ten behoeve van kwaliteitszorg.
Vervolgens is de prioritering uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027 gebruikt om te bepalen hoeveel diepgang wordt gegeven aan de VTH-taken. Hierbij geldt dat hoe hoger de prioriteit, hoe hoger het toetsniveau. Het vaststellen van de diepgang van toetsing is noodzakelijk omdat immers nooit voldoende capaciteit zal zijn om alle taken uitputtend en volledig uit te voeren. Er dienen kort gezegd keuzes gemaakt te worden. Het gevolg van de vastgestelde prioritering voor het toetsniveau worden in onderstaand schema weergeven.
Als het toetsniveau gecombineerd wordt met de te verwachte werkvoorraad leidt dit tot de urenbesteding voor de primaire taken zoals deze in onderstaand schema wordt weergegeven. Voor toezicht en handhaving geldt nog dat onder de primaire taken, naast de taken die voortvloeien uit verleende omgevingsvergunningen, ook taken vallen die voortkomen uit meldingen en handhavingsverzoeken.
Benodigde FTE2 |
4.4 Verwachte werkvoorraad voor overige werkzaamheden
Naast de primaire taken, voeren de afdelingen vergunningen, toezicht en handhaving ook overige werkzaamheden uit. In bijlage 1 wordt uiteengezet wat deze werkzaamheden zijn en hoeveel uren hier per onderdeel aan besteed worden. Hierbij is wederom onderscheid gemaakt tussen administratieve, inhoudelijk en juridische uren.
In het vorige hoofdstuk is de benodigde personeelsformatie weergegeven. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de beschikbare personeelsformatie.
Op basis van beschikbare personeelsformatie kan worden gesteld dat bij vergunningverlening en handhaving afdoende capaciteit beschikbaar is om de primaire en overige werkzaamheden afdoende uit te voeren. Voor toezicht is de beschikbare personeelsformatie (net) niet afdoende. Gelet op het feit dat de personeelsformatie bij toezicht op korte termijn wordt uitgebreid, wordt dit opgelost.
Om de kwaliteit en uniformiteit van de VTH-taken te borgen en te garanderen dat de vastgestelde prioritering (en daarmee samenhangende diepgang van toetsing) worden opgevolgd zijn voor de afdelingen vergunningverlening, toezicht en handhaving verschillende werkwijzen vastgelegd. De werkwijze is voor vergunningverlening vastgelegd in het ‘Handboek vergunningverlening’ en voor toezicht en handhaving in de ‘Werkinstructie toezicht’. Bij aanvang van het dienstverband van nieuwe medewerkers van VTH, worden deze documenten verstrekt.
De volgende werkwijzen zijn voor vergunningverlening vastgelegd:
De volgende werkwijzen zijn voor toezicht en handhaving vastgelegd:
Periodiek wordt met steekproeven gecontroleerd of conform procesbeschrijvingen gewerkt wordt middels een dossieranalyse.
Het uitvoeringsprogramma is geldig voor de periode van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025. Vóór het einde van de looptijd wordt dit uitvoeringsprogramma geëvalueerd. Er wordt dan minimaal beoordeeld of:
Dit besluit treedt in werking de dag na de dag van bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad.
Aldus besloten in de vergadering van 16 april 2024.
Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest,
De secretaris, J. Versluis
De burgemeester, E. Jaensch
Voor de berekening van één fte is uitgegaan van een gemiddeld aantal uren per volledige fte van 1720 uur. Normstelling volledige FTE Ministerie SZW.