Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oegstgeest

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOegstgeest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024
CiteertitelUitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 13.5 van het Omgevingsbesluit
  2. artikel 13.6 van het Omgevingsbesluit
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-05-2024nieuwe regeling

16-04-2024

gmb-2024-198867

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest;

 

gelet op de artikelen 13.5 en 13.6 van het Omgevingsbesluit;

 

besluit:

 

Het uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024 vast te stellen.

 

1. Algemeen

1.1 Inleiding

Op 6 februari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest de Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027 vastgesteld. In de Uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn de algemene kaders geschetst waarbinnen uitvoering moet worden gegeven aan de taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna: VTH-taken) onder het regime van de Omgevingswet. Hierin wordt ook uiteengezet wat de strategieën, prioriteiten en beleidsdoelen zijn voor de komende meerjarige beleidsperiode.

 

In dit Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2024 (hierna: uitvoeringsprogramma 2024) wordt specifiek uiteengezet hoe uitvoering wordt gegeven aan de uitvoerings- en handhavingsstrategie in het jaar 2024 en wat de daarvoor benodigde en beschikbare financiële en personele middelen zijn.

 

Zowel dit uitvoeringsprogramma als de uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn geschreven ten behoeve van de VTH-taken die vallen onder het regime van de Omgevingswet. Uitgevoerde werkzaamheden die buiten het regime van de Omgevingswet vallen (bijvoorbeeld APV en bijzondere wetten), zijn geen onderdeel van dit uitvoeringsprogramma.

 

1.2 Doel van het uitvoeringsprogramma

Het vaststellen van een jaarlijks uitvoeringsprogramma is een wettelijke verplichting op basis van de Omgevingswet. De verplichting volgt uit afdeling 13.2 van het Omgevingsbesluit (artikelen 13.5 en verder).

 

Met het opstellen van uitvoeringsprogramma’s streeft de gemeente na de beleidsdoelen, die in de uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn gesteld, te operationaliseren. Dit vergroot de kans dat de beleidsdoelen daadwerkelijk worden gerealiseerd. Daarnaast wordt in dit uitvoeringsprogramma bekeken of de benodigde en beschikbare financiële en personele middelen afdoende zijn om de beleidsdoelen te behalen.

 

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt kort inzicht gegeven in de ontwikkelingen die zich recent hebben afgespeeld of zich in het aankomende jaar afspelen op het gebied van VTH. In hoofdstuk 3 wordt beschreven welke activiteiten worden uitgevoerd ten behoeve van het behalen van de beleidsdoelen uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie. In hoofdstuk 4 wordt inzicht gegeven in de uitvoering van de VTH taken en zal inzicht worden gegeven in de benodigde capaciteit. In hoofdstuk 5 wordt ten slotte uiteengezet hoe de uitvoering van dit uitvoeringsprogramma geborgd is in de organisatie.

2. Ontwikkelingen

Op 1 januari 2024 zijn zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking getreden. De inwerkingtreding van deze wetten heeft grote gevolgen voor de werkzaamheden binnen het VTH-gebied. Naast de ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving, zijn ook andere (maatschappelijke) ontwikkelingen van invloed op VTH. Hieronder wordt op de ontwikkelingen ingegaan.

 

2.1 Omgevingswet

De Omgevingswet zorgt voor een grootschalige transitie van het omgevingsrecht. Met de Omgevingswet heeft de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkelingen vereenvoudigd en samengevoegd. Dit heeft tot doel dat meer samenhang in het beleid ontstaat. De wijzigingen in wet- en regelgeving vereisen een hele nieuwe manier van werken van overheden en dus ook van de gemeente Oegstgeest. Zo dient de overheid integraal, participatief en meer digitaal te werken.

 

De gemeente heeft de afgelopen jaren flink ingezet op het implementeren van de Omgevingswet in de organisatie. Mede dankzij deze voorbereiding was de gemeente zo goed als mogelijk klaar voor de inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2024. Dit betekent echter niet dat na 1 januari 2024 geen werkzaamheden meer verricht hoeven worden voor de (verdere) uitwerking van de Omgevingswet. De invoering van de Omgevingswet brengt namelijk ook langjarig extra werk met zich mee. Deze werkzaamheden zullen ook voor de VTH-organisatie nog de nodige inzet vereisen.

 

2.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen strekt tot verbetering van de bouwkwaliteit door de introductie van een (private) kwaliteitsborger die toeziet op naleving van de bouwregelgeving. Binnen het nieuwe stelsel is de aanvrager van de omgevingsvergunning primair verantwoordelijk om aan te tonen dat het bouwwerk voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit. Om dit doel te kunnen behalen, zal voor sommige vergunningplichtige bouwwerk een onafhankelijke kwaliteitsborger ingeschakeld moeten worden, die zal moeten verklaren dat het bouwwerk daadwerkelijk voldoet aan de bouwregels van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

 

Het bevoegd gezag heeft bij de toetsing van de aanvraag geen inhoudelijke rol meer met betrekking tot de bouwtechnische voorschriften en houdt hier ook geen toezicht meer op. Dit nieuwe stelsel vraagt om een nieuwe werkwijze van de gemeenten.

 

De gemeente heeft de afgelopen jaren flink ingezet op het implementeren van de Wkb in de organisatie. Mede dankzij deze voorbereiding was de gemeente zo goed als mogelijk klaar voor de inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2024. Dit betekent echter niet dat na 1 januari 2024 geen werkzaamheden meer verricht hoeven worden voor de (verdere) uitwerking van de Wkb. Deze werkzaamheden zullen voor de VTH-organisatie nog de nodige inzet vereisen.

 

2.3 Maatschappelijke ontwikkelingen

Wij krijgen als gemeente te maken met een reeks ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen. Dat zijn bijvoorbeeld: de individualisering en de mondigheid van burgers, klimaatverandering en klimaatadaptatie, de stikstofproblematiek en de woningbouwopgave. Hierdoor worden de VTH-werkzaamheden complexer en daarmee wellicht ook belangrijker. Door deze ontwikkelingen staat de gemeente voor allerlei organisatorische en financiële vraagstukken. Dit heeft invloed op de manier van (samen)werken op het gebied van VTH. Wij zijn ons hiervan bewust en proberen hier in dit uitvoeringsprogramma op in te spelen.

3. Beleidsdoelen en activiteiten

Onderstaand wordt inzicht gegeven in de beleidsdoelen en bijbehorende activiteiten (uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie) waar de gemeente Oegstgeest in 2024 op zal inzetten.

 

#

Geplande uit te voeren activiteit

Draagt bij aan beleidsdoelstelling uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie

Omschrijving uit te voeren activiteit

1.

De vergunningen, toezichts- en handhavingstaken uitvoeren conform de prioriteitstelling.

De VTH-taken worden uitgevoerd conform de prioriteitstelling.

De prioriteitstelling is na vaststelling van de uitvoerings- en handhavingsstrategie gedeeld met de medewerkers van VTH. Zodra een vergunning of melding in behandeling wordt genomen wordt gekeken naar de prioriteitstelling om zo de diepgang van de toetsing vast te stellen. Voor toezicht en handhaving geldt dat per overtreding wordt gekeken welke prioriteit is gesteld om zo het vervolg van de procedure te bepalen.

2.

Uitvoeren projectmatige handhaving tegen overtredingen met een lage prioriteit.

De VTH-taken worden uitgevoerd conform de prioriteitstelling.

In de evaluatie van het VTH-beleidsplan 2019-2023 is geconcludeerd dat een gevolg van de vastgestelde prioritering is geweest dat overtredingen met een lage prioriteit weinig tot geen aandacht kregen. Omdat dit risico voor de komende beleidsperiode ook bestaat, wordt in deze beleidsperiode ook ingezet op overtredingen met een lage prioriteit. Om deze overtredingen adequaat op te pakken wordt projectmatig gehandhaafd. Dit betekent dat overtredingen per soort (erfafscheiding, bouwwerken voorerf etc.) of wijk worden opgepakt.

 

In Q3 van 2024 wordt een projectplan voor het oppakken van deze overtredingen ter vaststelling aan het college voorgelegd. Op basis van dit projectplan krijgt de projectmatige handhaving de komende jaren handen en voeten.

3.

Brieven leesbaar maken en houden voor de doorsnee aanvrager.

De kwaliteit van de interactie en communicatie met de inwoners wordt verder verbeterd.

Ter voorbereiding op de komst van de Omgevingswet zijn alle brieven inhoudelijk aangepast. Gelijktijdig met de inhoudelijke aanpassing is gekeken naar de leesbaarheid van de brieven. Deze zijn aangepast en zo veel mogelijk B1 opgesteld. Deze beleidsperiode zal worden gekeken of de brieven ook als leesbaar worden beschouwd door inwoners. Mocht dit niet het geval zijn dan wordt nogmaals gekeken naar de leesbaarheid.

4.

De gemeente Oegstgeest leert werken binnen het nieuwe stelsel van de Omgevingswet.

Werken volgens de beschreven processen en indien nodig verder uitwerken en/of aanpassen.

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Ter voorbereiding op de inwerkingtreding heeft de ‘Implementatiegroep Omgevingswet’ voor VTH alle processen beschreven. Deze processen verschillen aanzienlijk met de processen die golden onder het regime van de (oude) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Gelet op voorgaande is de kans aanwezig dat het (leren) werken met deze nieuwe processen enige tijd zal kosten. Naar aanleiding van het werken met de nieuwe processen wordt ook gekeken of een wens of noodzaak bestaan om de processen aan te passen.

5.

Het bevorderen van (vroegtijdige) participatie.

Participatie krijgt een plek binnen het initiatievenproces.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is participatie een belangrijk onderdeel geworden bij initiatieven. Het college heeft hier ook beleid voor vastgesteld. Om initiatiefnemers hiervan op de hoogte te stellen is een communicatiecampagne opgestart. Daarnaast wordt de initiatiefnemer in een vroeg stadium geïnformeerd over participatie. In het vergunningenproces krijgt participatie extra aandacht door bij elke vergunningaanvraag actief na te gaan bij een initiatiefnemer of en zo ja, op welke wijze aan participatie is gedaan.

Daarnaast geldt dat de gemeente zelf ook verantwoordelijk is voor veel initiatieven in de fysieke leefomgeving. Het is belangrijk dat de gemeente hier zelf het goede voorbeeld geeft. Bij gemeentelijke initiatieven dient dus ook het vastgestelde participatiebeleid te worden gevolgd.

6.

De gemeente Oegstgeest leert werken binnen het nieuwe stelsel van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

Werken volgens de beschreven processen en indien nodig verder uitwerken en/of aanpassen.

Op 1 januari 2024 is de Wkb in werking getreden. Met de komst van de Wkb verschuift een gedeelte van de verantwoordelijkheden ten aanzien van toetsing aan en controle op bouwtechnische voorschriften van bouwwerken naar private partijen. Dit vereist een andere manier van werken van de VTH-organisatie met andere processen. Gelet op voorgaande is de kans aanwezig dat het (leren) werken met deze nieuwe processen enige tijd zal kosten. Naar aanleiding van het werken met de nieuwe processen wordt ook gekeken of een wens of noodzaak bestaan om de processen aan te passen.

7.

Voortzetten van periodieke overleggen en afstemming.

De goede samenwerking met de ketenpartners wordt voortgezet.

In de vorige beleidsperiode is de samenwerking met ketenpartners (VRHM & ODWH) geïntensiveerd door middel van invoeren structurele overleggen, het evalueren van de gemaakte afspraken en uitvoeren van integrale controles. Dit heeft tot gevolg gehad dat de afstemming en hierdoor de besluitvorming is verbeterd. Om deze progressie te blijven vasthouden moet in deze beleidsperiode ingezet worden op behouden van de structurele overleggen en evaluatie van de samenwerkingsafspraken. Dit is tijdrovend, maar alleen door deze activiteiten uit te voeren, blijft de goede samenwerking gewaarborgd.

8.

Regelmatig voeren van overleg /afstemming.

De samenwerking met de Leidse regio en interne collega’s wordt geïntensiveerd.

In de evaluatie van het VTH-beleidsplan 2019-2023 is geconcludeerd dat de samenwerking met de Leidse regio verbeterd kan worden. Op dit moment vindt deze samenwerking slechts beperkt en (voornamelijk) ad hoc plaats. In deze beleidsperiode zal gewerkt worden aan verbetering van deze samenwerking door invoering van periodieke overleggen (interne vakberaden).

4. Uitvoering

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt eerst in kaart gebracht wat de verwachte werkvoorraad (voor primaire en overige taken) in 2024 is. Vervolgens wordt beoordeeld hoeveel uren moeten worden ingezet om deze taken in 2024 uit te voeren.

 

4.2 Verwachte werkvoorraad primaire taken

In de uitvoerings- en handhavingsstrategie is een opsplitsing gemaakt in verschillende categorieën activiteiten die worden uitgevoerd door VTH. Om de verwachte werkvoorraad vast te stellen voor 2024 is allereerst per categorie een inschatting gemaakt hoeveel vergunningaanvragen of vooroverleggen worden ingediend en hoeveel overtredingen/handhavingszaken verwacht worden. Deze schatting wordt in onderstaande tabel weergegeven. In deze tabel staan ook de prioriteiten per categorie weergegeven, zoals vastgesteld in de uitvoerings- en handhavingsstrategie.

 

Categorie

Prioriteit

Verwachte vergunning-aanvragen en vooroverleggen 2024

Aantal verwachte overtredingen 20241

Technische bouwactiviteit

  • Gevolgklasse 1 (nieuwbouw woning, aanbouw, dakopbouw, dakterras etc.)

Laag

5

0

  • Gevolgklasse 2 (bibliotheek, gemeentehuis, onderwijs en woongebouw < 70 meter)

Hoog

3

0

  • Gevolgklasse 3 (station, voetbalstadion, ziekenhuis en gebouw 70 meter)

Hoog

0

0

Ruimtelijke bouwactiviteit (Opa en Bopa)

  • Bouwkosten onder € 25.000 (erfafscheiding, dakkapel, berging etc.)

Laag

170

20

  • Bouwkosten €25.000 tot € 50.000 (kleine aanbouw, erker etc.)

Laag

15

5

  • Bouwkosten €50.000 tot € 100.000 (dakopbouw, grote aanbouw etc.)

Middel

15

2

  • Bouwkosten €100,000 tot € 500.000 (woning, uitbreiding hoofdgebouw etc.)

Middel

15

1

  • Bouwkosten €500.000 tot € 1.000.000 (bedrijfspand, vrijstaande woning etc.)

Middel

2

1

  • Bouwkosten hoger dan € 1.000.000 (woongebouwen & industriegebouwen)

Hoog

3

1

Monumentenactiviteit

Middel

15

2

Archeologieactiviteit

Laag

10

1

Grondactiviteit

Laag

1

0

Veranderen van een weg

Laag

1

0

Aanleggen van een in- of uitrit

Laag

10

1

Houtkapactiviteit

Middel

20

2

Groenactiviteit (handelingen in NNN-gebied)

Middel

2

1

Standplaatsactiviteit

Laag

24

2

Terrasactiviteit

Laag

2

1

Ligplaatsactiviteit

Laag

7

1

Slopen in beschermd dorpsgezicht

Middel

3

1

Sloopmelding*

Laag

/

/

Slopen met asbest*

Middel

/

/

Melding brandveilig gebruik

Hoog

5

1

* Taken door ODWH uitgevoerd (zijn opgenomen in hun eigen uitvoeringsprogramma)

 

4.3 Benodigde uren primaire taken

Om te kunnen beoordelen wat het totaal aantal benodigde uren is voor alle omgevingsvergunning in 2024, is voor de VTH-taken ten eerste gekeken hoeveel uren benodigd zijn voor volledige (100%) toetsing en afhandeling van één dossier. Het gaat hierbij om alle werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd met betrekking tot omgevingsvergunningaanvragen. Bij deze taken horen administratieve, inhoudelijke en juridische taken ten behoeve van kwaliteitszorg.

 

Vervolgens is de prioritering uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027 gebruikt om te bepalen hoeveel diepgang wordt gegeven aan de VTH-taken. Hierbij geldt dat hoe hoger de prioriteit, hoe hoger het toetsniveau. Het vaststellen van de diepgang van toetsing is noodzakelijk omdat immers nooit voldoende capaciteit zal zijn om alle taken uitputtend en volledig uit te voeren. Er dienen kort gezegd keuzes gemaakt te worden. Het gevolg van de vastgestelde prioritering voor het toetsniveau worden in onderstaand schema weergeven.

 

Prioriteit

Toetsniveau vergunningverlening

Toetsniveau Toezicht

Toetsniveau Handhaving

Laag

60%

40%

30%

Gemiddeld

70%

60%

50%

Hoog

100%

90%

90%

 

Als het toetsniveau gecombineerd wordt met de te verwachte werkvoorraad leidt dit tot de urenbesteding voor de primaire taken zoals deze in onderstaand schema wordt weergegeven. Voor toezicht en handhaving geldt nog dat onder de primaire taken, naast de taken die voortvloeien uit verleende omgevingsvergunningen, ook taken vallen die voortkomen uit meldingen en handhavingsverzoeken.

 

Benodigde uren op basis van risico-inschatting

Vergunningverlening

Toezicht

Handhaving

Administratief

326

512

22

Inhoudelijk

2821

950

387

Juridisch

1128

230

279

Totaal uren-inschatting

4275

1692

688

Benodigde FTE2

2,5

1,0

0,4

 

4.4 Verwachte werkvoorraad voor overige werkzaamheden

Naast de primaire taken, voeren de afdelingen vergunningen, toezicht en handhaving ook overige werkzaamheden uit. In bijlage 1 wordt uiteengezet wat deze werkzaamheden zijn en hoeveel uren hier per onderdeel aan besteed worden. Hierbij is wederom onderscheid gemaakt tussen administratieve, inhoudelijk en juridische uren.

 

4.5 Totaal aantal benodigde uren

Onderstaand schema geeft een samenvattend overzicht van het totaal aan uren benodigd voor de primaire en overige taken (uit bijlage 1) met een vertaling naar de benodigde FTE.

 

Benodigde uren totaal

Vergunningverlening

Toezicht

Handhaving

Primaire taken

4275

1692

688

Overige werkzaamheden

4100

910

1035

 

Totaal uren-inschatting

8615

2398

1723

Benodigde FTE

4,8

1,5

1,0

5. Borging

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de uitvoering, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven, gerealiseerd kan worden en gebord is.

 

5.2 Personeelsformatie

In het vorige hoofdstuk is de benodigde personeelsformatie weergegeven. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de beschikbare personeelsformatie.

 

Beschikbare FTE

Vergunningverlening

Toezicht

Handhaving

Administratief

1

0,15

0

Inhoudelijk

3

1

1

Juridisch

1

0,25

0

Totaal FTE

5,0

1,4

1,0

 

Op basis van beschikbare personeelsformatie kan worden gesteld dat bij vergunningverlening en handhaving afdoende capaciteit beschikbaar is om de primaire en overige werkzaamheden afdoende uit te voeren. Voor toezicht is de beschikbare personeelsformatie (net) niet afdoende. Gelet op het feit dat de personeelsformatie bij toezicht op korte termijn wordt uitgebreid, wordt dit opgelost.

 

5.3 Vastgelegde werkwijzen

Om de kwaliteit en uniformiteit van de VTH-taken te borgen en te garanderen dat de vastgestelde prioritering (en daarmee samenhangende diepgang van toetsing) worden opgevolgd zijn voor de afdelingen vergunningverlening, toezicht en handhaving verschillende werkwijzen vastgelegd. De werkwijze is voor vergunningverlening vastgelegd in het ‘Handboek vergunningverlening’ en voor toezicht en handhaving in de ‘Werkinstructie toezicht’. Bij aanvang van het dienstverband van nieuwe medewerkers van VTH, worden deze documenten verstrekt.

 

De volgende werkwijzen zijn voor vergunningverlening vastgelegd:

  • Houden van vooroverleg;

  • Inwinnen (interne en externe) adviezen;

  • Doorlopen reguliere procedure;

  • Doorlopen uitgebreide procedure;

  • Controleren bouwsom en generen leges;

  • Afhandelen van meldingen.

De volgende werkwijzen zijn voor toezicht en handhaving vastgelegd:

  • Werkinstructie buitentoezicht;

  • Toezicht op verleende omgevingsvergunningen;

  • Invullen toezichtsprotocol;

  • Opstellen constateringsrapport.

  • Start- en gereedmelding afhandelen;

  • Werkwijze handhaving.

Periodiek wordt met steekproeven gecontroleerd of conform procesbeschrijvingen gewerkt wordt middels een dossieranalyse.

 

5.4 Evaluatie

Het uitvoeringsprogramma is geldig voor de periode van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025. Vóór het einde van de looptijd wordt dit uitvoeringsprogramma geëvalueerd. Er wordt dan minimaal beoordeeld of:

  • de activiteiten uit hoofdstuk 3 van dit uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd;

  • afdoende rekening is gehouden met de prioriteitstelling uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027;

  • de verwachte werkvoorraad overeen komt met de uiteindelijk ingediende aanvragen en opgestarte handhavingsprocedures;

  • de vastgelegde werkwijzen nog werkbaar en actueel zijn.

Dit besluit treedt in werking de dag na de dag van bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad.

Aldus besloten in de vergadering van 16 april 2024.

Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest,

De secretaris, J. Versluis

De burgemeester, E. Jaensch

Bijlage 1: Overzicht urenbesteding aan overige werkzaamheden

 

Vergunningverlening

Toezicht

Handhaving

Categorie

Administratief

Inhoudelijk

Juridisch

Administratief

Inhoudelijk

Juridisch

Inhoudelijk

Juridisch

Raadsvragen

90

100

90

10

10

25

PowerBrowser

100

200

Welstandscommissie

200

100

Bezwaarschriften

200

300

620

50

30

300

Monumentencommissie

100

100

Overleg ketenpartners

100

100

50

10

150

VTH-beleid

180

100

100

10

200

Begeleiding stagiairs/trainees

150

150

100

100

Facturatie

400

Informatieverzoeken (Join, mails en terugbelverzoeken)

220

700

100

300

100

100

Totaal uren

1410

1030

1660

300

610

260

775

Totaal uren per onderdeel

4100 uren

910

1035

Totaal FTE

2,3 FTE

0,5 FTE

0,6 FTE

 


1

Aantal verwachte overtredingen is gebaseerd op cijfers en ervaringen van de afgelopen jaren waarbij na afloop van de verleende omgevingsvergunning nog een handhavingsprocedure is opgestart.

2

Voor de berekening van één fte is uitgegaan van een gemiddeld aantal uren per volledige fte van 1720 uur. Normstelling volledige FTE Ministerie SZW.