Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weert

Besluit algemeen mandaat, volmacht en machtiging gemeente Weert 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit algemeen mandaat, volmacht en machtiging gemeente Weert 2024
CiteertitelAlgemeen mandaatbesluit gemeente Weert 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Deze regeling vervangt de Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent mandaat.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 59a, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 171 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-05-2024nieuwe regeling

23-04-2024

gmb-2024-195855

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit algemeen mandaat, volmacht en machtiging gemeente Weert 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

en de

burgemeester van de gemeente Weert;

 

ieder voor zover het de eigen bevoegdheid betreft;

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikelen 59a lid 2, 160 lid 1 sub a en d en 171 Gemeentewet;

gelet op titel 3 van boek 3 Burgerlijk Wetboek;

 

Overwegende dat:

  • het wenselijk is om zoveel als mogelijk te komen tot één integraal algemeen besluit betreffende mandaat, volmacht en machtiging verleend door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester;

  • een mandatenregeling in de praktijk door alle betrokkenen goed toepasbaar en – indien mogelijk – onderhoudsvriendelijk moet zijn en dat is gebleken dat een omgekeerde mandatenregeling aan deze voorwaarden voldoet;

  • het uitgangspunt van dit algemene besluit is dat alle bevoegdheden in mandaat, volmacht of machtiging zijn overgedragen aan de laagste organisatielaag, tenzij de bevoegdheid in één van de bijlagen is voorbehouden aan een ander;

  • in specifieke gevallen een afstemmingsplicht richting de portefeuillehouder en een informatieplicht richting het betrokken bestuursorgaan geldt ter waarborging van het kunnen verantwoorden van met toepassing van mandaat, volmacht en of machtiging genomen besluiten en uitgevoerde (rechts)handelingen;

  • voor mandaat, volmacht en machtiging algemene voorschriften en afspraken gelden, onder andere betreffende integrale advisering voortvloeiende uit de gemeentelijke aansprakelijkheidsverzekering;

  • dit besluit periodiek wordt onderhouden, waarbij wenselijk geachte wijzigingen worden verwerkt en vastgesteld.

BESLUITEN:

 

Vast te stellen het “Besluit algemeen mandaat, volmacht en machtiging gemeente Weert 2024

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      afdelingshoofd: leidinggevende die belast is met de leiding, aansturing en de bedrijfsvoering van een afdeling. Deze functionaris ressorteert onder een (concern)directeur.

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht.

    • c.

      (sub)budgethouder: een medewerker aan wie middelen zijn toegekend in de vorm van budgetten of investeringskredieten en aan wie de bevoegdheid is toegekend bestedingen te verrichten ten laste van de aan hem toegekende budgetten en investeringskredieten.

    • d.

      burgemeester: de burgemeester van de gemeente Weert als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte.

    • e.

      CMT (Centraal Management Team): team bestaande uit de directie en de afdelingshoofden.

    • f.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert.

    • g.

      (concern)directeur: lid van de directie en medeverantwoordelijk voor de algemene leiding van de ambtelijke organisatie. Eindverantwoordelijke is de gemeentesecretaris / algemeen directeur die zorgdraagt voor samenhang en eenheid in de taakuitoefening. Een concerndirecteur heeft een deeltaak.

    • h.

      directie: team bestaande uit de gemeentesecretaris / algemeen directeur, de concerndirecteuren en de directiesecretaris.

    • i.

      gemeente: de gemeente Weert als publiekrechtelijk lichaam, alsmede de gemeente als publiekrechtelijke rechtspersoon.

    • j.

      gemeentesecretaris: de gemeentesecretaris als genoemd in artikel 100 Gemeentewet, tevens algemeen directeur van de ambtelijke organisatie, secretaris van het college, bestuurder ingevolge de Wet op de ondernemingsraden en leidinggevende van de directieleden.

    • k.

      griffier: de griffier van de gemeenteraad van de gemeente Weert.

    • l.

      machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

    • m.

      mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen in de zin van Awb.

    • n.

      medewerker: een persoon die op basis van een dienstverband, dan wel ten gevolge van een verleende opdracht werkzaamheden verricht voor de gemeente. Een medewerker ressorteert onder een afdelingshoofd, dan wel onder een teamleider of de directie.

    • o.

      raad: de gemeenteraad van de gemeente Weert.

    • p.

      team: een organisatorische eenheid binnen het verband van een afdeling die rechtstreeks ressorteert onder de teamleider.

    • q.

      teamleider: is als leidinggevende belast met de aansturing en de bedrijfsvoering van een team. De functionaris ressorteert onder een afdelingshoofd.

    • r.

      volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

  • 2.

    De definities van ambtelijke functies of rollen volgen uit het actuele Organisatiebesluit van de gemeente Weert. De aldaar gegeven definitie prevaleert in voorkomend geval boven de in dit besluit gegeven definitie.

  • 3.

    In dit besluit en de daaraan verbonden bijlagen wordt met de volgende afkortingen gerefereerd aan de volgende afdelingen:

    • CS: Concernstaf

    • R&E: Ruimte & Economie

    • VTH: Vergunningen, Toezicht en Handhaving

    • OG: Openbaar Gebied

    • DIV: Dienstverlening

    • INF: Informatie

    • WIZ: Werk, Inkomen en Zorg

    • OCSW: Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn

    • F&C: Financiën & Control

  • 4.

    Overal waar mandaat staat, kan ook volmacht of machtiging worden gelezen al naar gelang het soort handeling dat wordt verricht en de grondslag daarvan in de desbetreffende wet- of regelgeving. In relatie tot het vorenstaande kan overal waar besluit staat ook worden gelezen privaatrechtelijke rechtshandeling en handeling die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling is.

Artikel 2 Mandaat gemeentesecretaris

  • 1.

    Het college verleent mandaat aan de gemeentesecretaris ten aanzien van de tot zijn bevoegdheid behorende aangelegenheden met uitzondering van de aangelegenheden als vermeld in Bijlage I.

  • 2.

    De burgemeester verleent mandaat aan de gemeentesecretaris ten aanzien van de tot zijn bevoegdheid behorende aangelegenheden met uitzondering van de aangelegenheden als vermeld in Bijlage I.

  • 3.

    Aan het college en de burgemeester blijft uitdrukkelijk voorbehouden de bevoegdheid tot het handelen en beslissen in relatie tot documenten die zijn gericht tot:

    • a.

      de raad;

    • b.

      de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

    • c.

      de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • d.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

    • e.

      de president van de Raad van State;

    • f.

      de president van de Algemene Rekenkamer;

    • g.

      enig bestuursorgaan van een provincie, voor zover geen sprake is van een aanvraag voor een subsidie, vergunning, ontheffingen of vrijstelling ten behoeve van de gemeente;

    • h.

      enig bestuursorgaan van een waterschap of een hoogheemraadschap.

  • 4.

    Onverminderd het gestelde in het eerste, tweede en derde lid is het mandaat niet van toepassing indien:

    • a.

      de verantwoordelijke portefeuillehouder bepaalt dat de aangelegenheid door het college moet worden afgedaan, voor zover het een bevoegdheid van het college betreft; of

    • b.

      de burgemeester beslist dat de aangelegenheid door hem moet worden afgedaan, voor zover het een bevoegdheid van de burgemeester betreft.

  • 5.

    De gemeentesecretaris is bevoegd mandaten die bij dit besluit aan onder hem ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan het college gezonden, tenzij het om een concrete, individuele aangelegenheid gaat.

Artikel 3 Mandaat concerndirecteuren en afdelingshoofden

  • 1.

    De aan de gemeentesecretaris gemandateerde bevoegdheden worden tevens gemandateerd aan concerndirecteuren en afdelingshoofden met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in Bijlage II.

  • 2.

    Concerndirecteuren en afdelingshoofden zijn bevoegd mandaten die bij dit besluit aan onder hen ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan de gemeentesecretaris gezonden, tenzij het om een concrete, individuele aangelegenheid gaat.

Artikel 4 Mandaat teamleiders

  • 1.

    De aan de concerndirecteuren en afdelingshoofden gemandateerde bevoegdheden worden tevens gemandateerd aan teamleiders met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in Bijlage III.

  • 2.

    Teamleiders zijn bevoegd mandaten die bij dit besluit aan onder hen ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan het afdelingshoofd waaronder de teamleider ressorteert gezonden, tenzij het om een concrete, individuele aangelegenheid gaat.

Artikel 5 Mandaat medewerkers

  • 1.

    De aan de teamleiders gemandateerde bevoegdheden worden tevens gemandateerd aan medewerkers, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in Bijlage IV.

  • 2.

    Met betrekking tot de navolgende aan medewerkers gemandateerde bevoegdheden geldt dat voorafgaande afstemming met de portefeuillehouder moet hebben plaatsgevonden:

    • a.

      Het beslissen op aanvragen tot vergunning voor bedrijfsuitoefening, mede in relatie tot het tegengaan van ondermijning (VTH)

    • b.

      Het nemen van beslissingen inzake het verlenen, weigeren of intrekken van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Omgevingswet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (VTH) indien:

      • I.

        door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of een externe instantie (bijvoorbeeld een molenstichting, Rijkswaterstaat etc.) een negatief advies is uitgebracht;

      • II.

        het aantal woningen zoals aanwezig wordt vermeerderd en het omgevingsplan deze toename niet toelaat, tenzij al een principetoestemming is gegeven door het college;

      • III.

        een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd;

      • IV.

        een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken, tenzij het een milieuactiviteit betreft (bijvoorbeeld een intrekking in verband met verkoop van ammoniakrechten).

    • c.

      Het beslissen op aanvragen tot verlening en vaststelling van een subsidie ter uitvoering van het geldende Aanvalsplan Armoede (OCSW)

    • d.

      Het maken en uitvoeren van uitvoeringsafspraken met subsidiepartners, binnen de kaders van de afgegeven subsidiebeschikking.

Artikel 6 Mandaat (sub)budgethouders

  • 1.

    Budgethouders maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik binnen de kaders van de geldende Budgethoudersregeling en het geldende inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente en binnen het aan hen toegekende budget.

  • 2.

    Subbudgethouders maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik voor het doel waarvoor het budget is toegekend en binnen de financiële grenzen van het toegekende budget.

  • 3.

    Budgethouders zijn bevoegd mandaten die aan subbudgethouders zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken.

Artikel 7 Mandaat specifieke functionarissen

  • 1.

    Het college verleent mandaat ten aanzien van de tot zijn bevoegdheid behorende aangelegenheden voor de specifieke bevoegdheden zoals genoemd in Bijlage V aan de aldaar genoemde functionarissen.

  • 2.

    De burgemeester verleent mandaat van de tot zijn bevoegdheid behorende aangelegenheden voor de specifieke bevoegdheden zoals genoemd in Bijlage V aan de aldaar genoemde functionarissen.

Artikel 8 Mandaat griffier

  • 1.

    Het college verleent mandaat van de tot zijn bevoegdheid behorende aangelegenheden aan de griffier – in het kader van de uitoefening van de opgedragen taak – tot:

    • a.

      het nemen van besluiten in het kader van aanbestedingen van diensten en leveringen;

    • b.

      het aangaan van overeenkomsten met financiële gevolgen ten behoeve van raadswerkzaamheden en de griffie, met uitzondering van convenanten, bestuursovereenkomsten, intentieverklaringen en soortgelijke overeenkomsten.

  • 2.

    De burgemeester verleent mandaat van de tot zijn bevoegdheid behorende aangelegenheden aan de griffier – in het kader van de uitoefening van de opgedragen taak – tot het ondertekenen van overeenkomsten met financiële gevolgen ten behoeve van raadswerkzaamheden en de griffie, met uitzondering van convenanten, bestuursovereenkomsten, intentieverklaringen en soortgelijke overeenkomsten.

Artikel 9 Algemene instructies uitoefening mandaat

  • 1.

    Van het aan hem op grond van dit besluit verleende mandaat maakt een functionaris slechts gebruik ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van zijn afdeling, zijn team of zijn eigen werkterrein.

  • 2.

    Bij het gebruik van een op grond dit besluit verleende mandaat gelden de hiërarchische lijnen onverkort.

  • 3.

    De uitoefening van gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, de geldende voorschriften en binnen de gemeente gemaakte afspraken en in ieder geval met inachtneming van artikel 10:3 Awb.

  • 4.

    De mandaatgever kan instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.

  • 5.

    De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden de aan hem door de mandaatgever gegeven instructies in acht.

  • 6.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit, indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4 lid 2 Awb. Deze bepaling geldt tevens indien de schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan waardoor de integriteit van de bestuurlijk verantwoordelijke en of van de gemandateerde in het gedrang kan komen.

  • 7.

    Voorafgaand aan de uitoefening van bevoegdheden gerelateerd aan personele aangelegenheden gaat de functionaris na of afstemming – in de ruimste zin van het woord – moet worden gezocht met de ondernemingsraad of het Lokaal Overleg van de gemeente Weert.

  • 8.

    Een in dit besluit aan een functionaris toegekende bevoegdheid komt tevens toe aan zijn plaatsvervanger en zijn leidinggevende, met uitzondering van de bevoegdheden die bij of krachtens de wet en of dit besluit aan de specifieke functionaris zijn toegekend.

  • 9.

    De gemandateerde is bevoegd tot het ondertekenen van alle stukken en het verrichten van feitelijke en rechtshandelingen bij de toepassing van het krachtens in dit besluit verleende mandaat. Ondertekening vindt plaats namens burgemeester en wethouders, dan wel namens de burgemeester.

Artikel 10 Verplichte instemming portefeuillehouder

  • 1.

    De portefeuillehouder wordt tijdig, doch in ieder geval voorafgaand aan besluitvorming geïnformeerd over specifieke kwesties waarin gebruik kan worden gemaakt van een op grond van dit besluit verleende mandaat, zodat de mandaatverlener desgewenst gebruik kan maken van zijn bevoegdheid zoals bedoeld in artikel 2 lid 4 van dit besluit.

  • 2.

    Onder ‘specifieke kwesties’ zoals in lid 1 bedoeld, worden in ieder geval verstaan aangelegenheden:

    • a.

      waarin de portefeuillehouder om afstemming heeft gevraagd;

    • b.

      waarvan het aannemelijk is dat de gemeenteraad wensen en of bedenkingen ter kennis wil brengen van het bevoegd orgaan;

    • c.

      die resulteren in een besluit waaruit niet geraamde financiële consequenties voortvloeien;

    • d.

      waarin een beslissing wordt genomen op een aanvraag in de zin van artikel 1:3 Awb die is ingediend door een bestuurder of een raadslid van de gemeente;

    • e.

      die tot negatieve berichtgeving in de media hebben geleid, dan wel aangelegenheden waarvan in verband met de aard daarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat negatieve berichtgeving zal volgen;

    • f.

      die ingrijpende consequenties kunnen hebben voor de gemeente, een groot aantal burgers, bedrijven, verenigingen en of belangengroepen;

    • g.

      waarin sprake is van een politieke of bestuurlijke gevoeligheid;

    • h.

      waarin sprake is van een negatieve uitkomst in een onderzoek in gevolg van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • i.

      aangaande administratieve en civiele procedures waarvan in verband met de aard daarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de portefeuillehouder hiervan op de hoogte moet, dan wel wil zijn;

    • j.

      aangaande verzoeken op grond van de Wet open overheid.

  • 3.

    Onder ‘specifieke kwesties’ zoals in lid 1 bedoeld, worden tevens verstaan aangelegenheden waarvoor voorafgaande instemming van de portefeuillehouder moet worden verkregen zoals bedoeld in:

    • Bijlage IV, onderdeel A – IV, nummer 2

    • Bijlage IV, onderdeel A – IV, nummer 3

    • Bijlage IV, onderdeel A – IV, nummer 4

    • Bijlage IV, onderdeel A – IV, nummer 5

    • Bijlage IV, onderdeel A – IV, nummer 6

    • Bijlage IV, onderdeel A – IV, nummer 7

    • Bijlage IV, onderdeel A – IV, nummer 8

    • Bijlage V, onderdeel A – I, nummer 2

    • Bijlage V, onderdeel A – I, nummer 3

  • 4.

    Onder ‘specifieke kwesties’ zoals in lid 1 bedoeld, worden tevens verstaan aangelegenheden waarover voorafgaande afstemming met de portefeuillehouder moet hebben plaatsgevonden zoals bedoeld in:

    • Bijlage II, onderdeel B – II, nummer 1

    • Bijlage II, onderdeel C, nummer 10

    • Bijlage III, onderdeel A – I, nummer 15

    • Bijlage III, onderdeel A – II, nummer 1

    • Bijlage III, onderdeel B – II, nummer 1

    • Bijlage IV, onderdeel A -I, nummer 2

    • Bijlage IV, onderdeel A -II

Artikel 11 Afstemming gemeentesecretaris

  • 1.

    Met de gemeentesecretaris wordt tijdig, doch in ieder geval voorafgaand aan besluitvorming afstemming gezocht over specifieke kwesties waarin gebruik kan worden gemaakt van een op grond van dit besluit verleende mandaat en waarvan moet worden vermoed dat.

  • 2.

    Onder ‘specifieke kwesties’ zoals in lid 1 bedoeld, worden in ieder geval verstaan aangelegenheden:

    • a.

      waarin de gemeentesecretaris om afstemming heeft gevraagd;

    • b.

      die de ambtelijke organisatie aangaan, dan wel die ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor één of meerdere medewerkers;

    • c.

      omtrent integriteitsvraagstukken;

    • d.

      aangaande administratieve en civiele procedures waarvan in verband met de aard daarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de portefeuillehouder hiervan op de hoogte moet, dan wel wil zijn;

    • e.

      aangaande verzoeken op grond van de Wet open overheid;

    • f.

      betreffende het taakveld van de gemeentesecretaris in de zin van artikel 103 Gemeentewet.

  • 3.

    Onder ‘specifieke kwesties’ zoals in lid 1 bedoeld, worden tevens verstaan aangelegenheden zoals bedoeld in:

    • Bijlage V, onderdeel A – II

    • Bijlage V, onderdeel A – III, nummer 2

    • Bijlage V, onderdeel B – II.

Artikel 12 Nadere regels

  • 1.

    De mandaatgever kan nadere regels stellen aan de uitoefening van het mandaat, onder meer maar niet uitsluitend omtrent het opmaken en het ondertekenen van een document, waarin van het verleende mandaat gebruik wordt gemaakt.

  • 2.

    Het college respectievelijk de burgemeester voorziet de gemandateerde tijdig van alle benodigde informatie ten behoeve van het gebruik van het mandaat.

Artikel 13 Informatieplicht

  • 1.

    De gemandateerde stelt het college respectievelijk de burgemeester tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door het college of de burgemeester gewenst is.

  • 2.

    Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid vindt in ieder geval plaats indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, politiek-bestuurlijke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

    • b.

      het besluit ertoe kan leiden dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld.

  • 3.

    Het college respectievelijk de burgemeester kan op grond van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van een voorgenomen besluit bepalen dat van het bij of krachtens dit besluit verleende mandaat geen gebruik mag worden gemaakt.

  • 4.

    Aan het college wordt één maal per zes weken een overzicht verstrekt van de subsidies die in mandaat zijn verleend of vastgesteld. Het overzicht wordt aan het college toegezonden ter kennisneming bij de rondvraag.

Artikel 14 Verantwoording

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in dit besluit verschaft de gemandateerde desgevraagd alle informatie aan het college respectievelijk de burgemeester ter zake de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden.

  • 2.

    De gemandateerde legt in algemene zin verantwoording af via de reguliere planning- en controlcyclus en desgewenst specifiek in een (nadere) rapportage, over het gebruik van de aan hem verleende bevoegdheden.

Artikel 15 Ondertekening

Een besluit dat op grond van een mandaat zoals bedoeld in dit besluit is genomen, wordt als volgt ondertekend door de gemandateerde:

 

“namens burgemeester en wethouders van de gemeente Weert,

op grond van het Algemeen mandaatbesluit gemeente Weert 2024,

 

<handtekening>

 

<naam gemandateerde>

<functie gemandateerde>”

Artikel 16 Intrekking vorige besluiten

Dit besluit treedt in plaats van het “Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent mandaat” van 13 april 2021. De genoemde regeling wordt met ingang van het moment van inwerkingtreding van dit besluit ingetrokken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als "Algemeen mandaatbesluit gemeente Weert 2024".

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert van 23 april 2024,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Weert,

secretaris,

A.M.A. Vrijenhoek

mr. R.J.H. Vlecken

de burgemeester,

De burgemeester van de gemeente Weert,

mr. R.J.H. Vlecken

BIJLAGE I  

 

Aangelegenheden die volgens artikel 2, leden 1 en 2 Algemeen mandaatbesluit gemeente Weert 2024 blijven voorbehouden aan het college / de burgemeester

 

Behorend bij collegebesluit van 23 april 2024

 

A. Publiekrecht

I. Algemeen

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van regels omtrent de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de organisatie van de griffie.

  • 3.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van kaders, algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, met uitzondering van verkeersbesluiten.

  • 4.

    Het nemen van besluiten tot toepassing van hardheidsclausules.

  • 5.

    Het vernietigen van of besluiten tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

  • 6.

    Het vaststellen van een andere inspraakprocedure ten behoeve van een beleidsvoornemen dan die is beschreven in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht of een wettelijk voorgeschreven inspraakprocedure.

  • 7.

    Het vaststellen van het eindverslag als bedoeld in de geldende participatieverordening van de gemeente Weert.

  • 8.

    Het verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen ten behoeve van de gemeente zelf.

  • 9.

    Het nemen van besluiten op verzoeken op grond van de Wet open overheid voor zover deze betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio's.

  • 10.

    Het vaststellen van een subsidieplafond en de wijze van verdeling daarvan.

  • 11.

    Het weigeren van een verzoek dat de ambtenaar van de burgerlijke stand of de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand elders binnen de gemeente ambtsbezigheden verricht.

  • 12.

    Het aanwijzen van een dienst als een Dienst van Algemeen Economisch Belang.

  • 13.

    Het nemen van besluiten met toepassing van het Delegatiebesluit Omgevingswet gemeente Weert 2024.

  • 14.

    Het aanvaarden van schenkingen en legaten met voorwaarden aan het museum.

  • 15.

    Het nemen van besluiten en het verrichten van rechts- en feitelijke handelingen ter uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 6 en 13 lid 1 en lid 3 tot en met 6 van de Subsidieregeling IPS-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep.

  • 16.

    Het nemen van besluiten ten aanzien waarvan is bepaald dat deze met versterkte meerderheid moeten worden genomen.

  • 17.

    Het nemen van besluiten met betrekking tot de openbare orde, waaronder mede begrepen besluiten op grond van de Zondagswet en de Wet openbare manifestaties, voor zover daarbij sprake is van een inperking van grondrechten.

  • 18.

    Het nemen van besluiten tot inbewaringstelling op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten of het nemen van een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

  • 19.

    Het besluiten tot (het voordragen ter) benoeming van bestuurders in functies of commissies.

  • 20.

    Het benoemen van personen in bestuurscommissies.

  • 21.

    Het benoemen van personen in andere commissies.

  • 22.

    Het aanwijzen van een inspecteur of een ontvanger als bedoeld in artikel 231 lid 2 sub b en c Gemeentewet.

  • 23.

    Het aanwijzen of benoemen van opsporings- en toezichthoudende personen.

II. Procedures

  • 1.

    Het instellen van administratieve procedures in cassatie.

  • 2.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet inhoudende arbitrage indien voorafgaand een arbitrageovereenkomst is gesloten.

III. Klachten

  • 1.

    Het behandelen en afhandelen van klachten over een gedraging van de gemeentesecretaris.

  • 2.

    Het behandelen en afhandelen van klachten over een gedraging van een bestuursorgaan of een lid daarvan.

  • 3.

    Het behandelen en afhandelen van klachten over een gedraging van een directeur van een openbare school voor zover de school geen klachtenregeling heeft.

IV. Bestuursdwang / dwangsom / boete

Niet van toepassing.

 

V. Aanbestedingen

Het nemen van besluiten over of in het kader van aanbestedingen boven de geldende Europese aanbestedingsdrempel.

 

B. Privaatrecht

I. Overeenkomsten

  • 1.

    Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan waarbij de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder.

  • 2.

    Het aankopen van onroerende zaken indien:

    • a.

      het betreffende goed niet is gelegen binnen een geprioriteerd project; en

    • b.

      het betreffende goed niet is gelegen binnen een in exploitatie genomen gebied; en

    • c.

      het aankoopbedrag meer dan 5% afwijkt ten opzichte van de taxatiewaarde; en

    • d.

      het aankoopbedrag meer dan € 300.000,- bedraagt.

  • 3.

    Het aan- en verkopen van onroerende zaken boven een grondwaarde van € 100.000,- die vallen buiten het grondprijzenbeleid, dan wel omdat met meer dan 5% wordt afgeweken van de taxatiewaarde. Bij ruilingen geldt de grondwaarde van € 100.000,- per over te dragen perceel.

  • 4.

    Het aangaan van convenanten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten.

  • 5.

    Het aangaan van overeenkomsten indien:

    • a.

      op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

    • b.

      op grond van de Gemeentewet en of de geldende regelgeving omtrent raadsconsultaties de raad vooraf in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen.

    • c.

      de raad ter zake om informatie heeft gevraagd.

II. Procedures

  • 1.

    Het instellen van civiele procedures in cassatie.

  • 2.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet inhoudende arbitrage indien voorafgaand een arbitrageovereenkomst is gesloten.

III. Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte voor zover hiervan in het Algemeen mandaatbesluit en de bijbehorende bijlagen niet is afgeweken.

  • 2.

    Het besluit tot oprichting van of deelneming in rechtspersonen.

  • 3.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang groter dan € 10.000,-, niet zijnde vorderingen in het kader van belastingheffing.

  • 4.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen en legaten indien de waarde daarvan hoger is dan € 100.000.

  • 5.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van schenkingen bij leven.

  • 6.

    Het besluit tot het doen van een schenking.

  • 7.

    Het aanvragen van uitstel van betaling, surseance van betaling of faillissement.

  • 8.

    Het afgeven van borgstellingen, met inachtneming van de kaders die door de raad zijn vastgesteld in de geldende Nota garantstellingen en leningen.

  • 9.

    Het nemen van besluiten over het opnemen van geldleningen op de kapitaalmarkt met een looptijd van een jaar of langer.

  • 10.

    Het nemen van besluiten over het verstrekken van geldleningen via de kapitaalmarkt.

  • 11.

    Het nemen van besluiten over het doen van beleggingen op de kapitaalmarkt.

  • 12.

    Het uitzetten van gelden bij de schatkist voor langer dan één jaar.

C. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het nemen van beslissingen over de formele arbeidsduur, de totale organisatie betreffende.

  • 2.

    Het jaarlijks aanwijzen van verplichte brugdagen.

  • 3.

    Het opzeggen van een arbeidsovereenkomst wegens reorganisatie.

  • 4.

    Het overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst, waarbij een ontslagvergoeding wordt toegekend, die hoger is dan € 25.000,-.

  • 5.

    Het aanwijzen van de gemeentesecretaris en het aangaan, schorsen of beëindigen van de arbeidsovereenkomst met deze functionaris.

  • 6.

    Het nemen van besluiten aangaande de rechtspositie van de gemeentesecretaris.

D. Overige (rechts)handelingen

  • 1.

    Het voordragen en of benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Weert in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 2.

    Het voorgedragen en benoemen van personen in adviesorganen van het college.

BIJLAGE II  

 

Aangelegenheden die volgens artikel 3, lid 1 Algemeen mandaatbesluit gemeente Weert 2024 blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris

 

Behorend bij collegebesluit van 23 april 2024

 

A. Publiekrecht

I. Algemeen

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid indien het verzoek geheel wordt geweigerd, met uitzondering van verzoeken voor zover deze betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio's.

  • 2.

    Het aanwijzen van een functionaris die reclamanten hoort in het kader van de afhandeling van aanvragen en bezwaarschriften.

  • 3.

    Het aansturen van de organisatie voor wat betreft rampenbestrijding en crisisbeheersing zoals bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s.

  • 4.

    Het aanwijzen van een functionaris ten behoeve van de uitvoering van de gemeentelijke taken opgenomen in de Wet veiligheidsregio’s.

  • 5.

    Het nemen van formaliseringsbesluiten in het kader van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen.

  • 6.

    Het nemen van besluiten en het verrichten van (rechts)handelingen in relatie tot informatieveiligheid.

  • 7.

    Het wijzigen van de vergoeding aan stembureauleden, voorzitters van stembureaus en tellers.

II. Procedures

Het aanwijzen van een gemachtigde die de gemeente in een administratieve procedure in cassatie vertegenwoordigd, waaronder mede kan zijn begrepen het treffen van een schikking, voor zover hiervoor financiële middelen op de geldende begroting beschikbaar zijn, dan wel tot een specifiek bedrag binnen die financiële ruimte.

 

III. Klachten

  • 1.

    Het behandelen en afhandelen van klachten over een gedraging van een afdelingshoofd.

  • 2.

    Het behandelen en afhandelen van klachten over een gedraging van een concerndirecteur.

  • 3.

    Het behandelen en afhandelen van klachten over een gedraging van een teamleider.

IV. Bestuursdwang / dwangsom / boete

Niet van toepassing.

 

V. Aanbestedingen

Het nemen van een besluit tot het uitsluiten van een inschrijver in het kader van een aanbestedingsprocedure.

 

B. Privaatrecht

I. Overeenkomsten

Niet van toepassing.

 

II. Procedures

  • 1.

    Het instellen van civiele procedures in hoger beroep, nadat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met de portefeuillehouder.

  • 2.

    Het aanwijzen van een gemachtigde die de gemeente in een civiele procedure in cassatie vertegenwoordigd, waaronder mede kan zijn begrepen het treffen van een schikking, voor zover hiervoor financiële middelen op de geldende begroting beschikbaar zijn, dan wel tot een specifiek bedrag binnen die financiële ruimte.

III. Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

Het innemen van een achtervangpositie van de gemeente bij borgstelling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw voor een te verstrekken geldlening aan een woningcorporatie, meer specifiek het sluiten en ondertekenen van achtervangovereenkomsten voor geldleningen aan woningcorporaties.

 

C. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het vaststellen, wijzigen en intrekken van personele regelingen uit het personeelshandboek, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 2.

    Het deelnemen aan het Lokaal Overleg met de vakorganisaties zoals bedoeld in de cao gemeenten, nadat advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 3.

    Het ondertekenen van een Sociaal Plan, nadat advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 4.

    Het afnemen van de ambtseed of –belofte in de zin van de geldende Ambtenarenwet.

  • 5.

    Het schorsen van een werknemer.

  • 6.

    Het uit de functie ontheffen van een werknemer.

  • 7.

    Het besluiten tot toewijzing van een functieprofiel volgens de HR21-systematiek, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control en het voornemen tot besluitvorming is besproken in het CMT.

  • 8.

    Het vaststellen van voorlopige en definitieve waarderingen conform de HR21-systematiek, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 9.

    Het toevoegen van een nieuwe (norm)functie aan de functiematrix van de gemeente, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 10.

    Het wijzigen van formatie tussen afdelingen of waarvoor geen loonsom beschikbaar is, dan wel wanneer het een reorganisatie betreft, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 11.

    Het wijzigen van formatie tussen afdelingen of waarvoor geen personele budgetten beschikbaar zijn, dan wel in het kader van een reorganisatie.

  • 12.

    Het aangaan, schorsen of beëindigen van de arbeidsovereenkomst met een lid van de directie, nadat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met het college.

D. Overige (rechts)handelingen

Het verlagen van concerngaranties.

BIJLAGE III  

 

Aangelegenheden die volgens artikel 4, lid 1 Algemeen mandaatbesluit gemeente Weert 2024 blijven voorbehouden aan de concerndirecteuren en afdelingshoofden

 

Behorend bij collegebesluit van 23 april 2024

 

A. Publiekrecht

I. Algemeen

  • 1.

    Het aanwijzen van onbezoldigde toezichthoudende ambtenaren.

  • 2.

    Het namens de gemeente indienen van een aanvraag tot verlening, wijziging en of vaststelling van een subsidie.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid, met uitzondering van verzoeken die geheel worden geweigerd, alsmede met uitzondering van verzoeken voor zover deze betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio's.

  • 4.

    Het nemen van besluiten over vergunningen op basis van de Leegstandswet voor het tijdelijk verhuren van woningen (R&E).

  • 5.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om verstrekking van een starterslening en het instemmen met de indiening van een aanvraag daartoe (R&E).

  • 6.

    Het nemen van besluiten op verzoeken tot ontheffing van de verplichting tot zelfbewoning (R&E).

  • 7.

    Het nemen van uitvoeringsbesluiten inclusief het beslissen op verzoeken om inzamelvergunningen als bedoeld in de Afvalstoffenverordening (VTH).

  • 8.

    Het instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen (VTH).

  • 9.

    Het inrichten van de markt (VTH).

  • 10.

    Het instellen van het gemeentelijk stembureau, het benoemen van leden en een voldoende aantal plaatsvervangende leden van het gemeentelijk stembureau, en het aanwijzen, dan wel benoemen van ondersteuners van het gemeentelijk stembureau (DIV).

  • 11.

    Het benoemen of aanwijzen van de bezetting van (brief)stembureaus, waaronder (plaatsvervangende) voorzitters, (plaatsvervangende) leden en ondersteuners (DIV).

  • 12.

    Het nemen van het besluit dat de vaststelling van het aantal stemmen dat op een iedere kandidaat van een lijst is uitgebracht, geschiedt door het gemeentelijk stembureau, middels een Centrale Stemopneming (DIV).

  • 13.

    Het wijzigen van de vergoeding aan de locatie-eigenaren voor het gebruik van de stembureaus (DIV).

  • 14.

    Het aanwijzen van ambtenaren die besluiten nemen en taken en (rechts)handelingen uitvoeren die zijn opgedragen of verleend bij of krachtens de Paspoortwet en de regeling Rijbewijzen (DIV).

  • 15.

    Het nemen van besluiten op verzoeken tot verlening of vaststelling van een subsidie indien de aanvraag pas binnen het door het college of de raad vastgestelde subsidiebeleid en –budget, nadat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met de portefeuillehouder, met uitzondering van subsidies waarbij meerdere portefeuillehouders betrokken zijn.

  • 16.

    Het nemen van besluiten tot wijziging of intrekking van een subsidie.

  • 17.

    Het nemen van besluiten tot het vragen van advies aan / bij het Landelijk Bureau Bibob (OCSW).

  • 18.

    Het nemen van besluiten in het kader van en het uitvoeren van taken genoemd in de (uitvoeringswet) Algemene wet gegevensbescherming, waaronder het nemen van besluiten en het verrichten van (rechts)handelingen in het kader van datalekken (INF).

  • 19.

    Het nemen van besluiten op grond van en het verrichten van rechts- en feitelijke handelingen ten behoeve van de uitvoering van de Wet basisregistratie ondergrond (INF).

II. Procedures

  • 1.

    Het instellen van administratieve procedures in hoger beroep, nadat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met de portefeuillehouder.

  • 2.

    Het procederen in administratieve procedures en het vertegenwoordigen van de gemeente daarin, waaronder mede begrepen het treffen van een schikking, voor zover hiervoor financiële middelen op de geldende begroting beschikbaar zijn.

  • 3.

    Het aanwijzen van een gemachtigde die de gemeente in administratieve procedures in beroep en hoger beroep vertegenwoordigt, waaronder mede kan zijn begrepen het treffen van een schikking, voor zover hiervoor financiële middelen op de geldende begroting beschikbaar zijn, dan wel tot een specifiek bedrag binnen die financiële ruimte.

III. Klachten

Niet van toepassing.

 

IV. Bestuursdwang / dwangsom / boete

Niet van toepassing.

 

V. Aanbestedingen

Het nemen van een besluit tot het uitsluiten van een inschrijver in het kader van een aanbestedingsprocedure.

 

B. Privaatrecht

I. Overeenkomsten

  • 1.

    Het sluiten en ondertekenen van voorlopige overeenkomsten onder uitdrukkelijk voorbehoud van goedkeuring, dan wel bekrachtiging van het bevoegd orgaan.

  • 2.

    Het sluiten en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten in het kader van een bemiddelings- of mediationtraject, nadat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met de portefeuillehouder.

  • 3.

    Het sluiten en ondertekenen van planschadeovereenkomsten in verband met de vaststelling, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan (R&E).

  • 4.

    Het sluiten en ondertekenen van nadeelcompensatieovereenkomsten in verband met een besluit als bedoeld in artikel 15.1 Omgevingswet (R&E).

  • 5.

    Het sluiten en ondertekenen van anterieure en posterieure overeenkomsten (R&E).

  • 6.

    Het besluiten tot aankoop van een onroerende zaak (R&E), mits:

    • a.

      de onroerende zaak is gelegen binnen geprioriteerde projecten; en

    • b.

      de onroerende zaak is gelegen binnen een in exploitatie genomen gebied; en

    • c.

      het aankoopbedrag minder dan 5% afwijkt van de taxatiewaarde; en

    • d.

      het aankoopbedrag de som van EUR 300.000,- niet te boven gaat.

  • 7.

    Het besluiten tot verkoop van een onroerende zaak, mits conform het geldende grondprijzenbeleid of een recent taxatierapport en passend in het geldende bestemmingsplan en nadat door het college het verkavelingsplan is vastgesteld en het college tot uitgifte heeft besloten (R&E).

  • 8.

    Het weigeren van de onder II.3 genoemde verkopen (R&E), indien:

    • a.

      geen kavels beschikbaar zijn;

    • b.

      niet is voldaan aan de bepalingen van het geldende bestemmingsplan en geen vrijstelling is verleend.

  • 9.

    Het besluiten tot een andere dan hiervoor de ad II.2 en II.3 genoemde aan- of verkoop van een onroerende zaak tot een grondwaarde van maximaal EUR 100.000,- per perceel, mits conform het geldende grondprijzenbeleid of een recent taxatierapport, waarbij de verkoopprijs ten hoogste 5% afwijkt van de taxatiewaarde (R&E).

  • 10.

    Het aangaan van overeenkomsten strekkende tot vestiging, wijziging of beëindiging van een recht van opstal (R&E).

  • 11.

    Het verlengen en wijzigen van verzekeringspolissen (F&C).

II. Procedures

  • 1.

    Het instellen van civiele procedures in eerste aanleg, nadat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met de portefeuillehouder.

  • 2.

    Het procederen in civiele procedures in eerste aanleg, hoger beroep en cassatie en het vertegenwoordigen van de gemeente daarin, waaronder mede begrepen het treffen van een schikking, voor zover hiervoor financiële middelen op de geldende begroting beschikbaar zijn.

  • 3.

    Het aanwijzen van een gemachtigde die de gemeente in civiele procedures in eerste aanleg en hoger beroep vertegenwoordigd, waaronder mede kan zijn begrepen het treffen van een schikking, voor zover hiervoor financiële middelen op de geldende begroting beschikbaar zijn, dan wel tot een specifiek bedrag binnen die financiële ruimte.

III. Overige privaatrechtelijke (rechts)handelingen

  • 1.

    Namens de gemeente Weert aangifte doen van (het vermoeden van) een gepleegd strafbaar feit.

  • 2.

    Het besluiten tot het inschakelen van de schadebeoordelingscommissie in het kader van een verzoek om tegemoetkomen in planschade of nadeelcompensatie (R&E).

  • 3.

    Het besluiten op een verzoek om tegemoetkoming in planschade of nadeelcompensatie (R&E).

  • 4.

    Het verlenen van toestemming tot gehele of gedeeltelijke doorhaling van een hypothecaire inschrijving in de openbare registers (R&E).

  • 5.

    Het wijzigen van de tenaamstelling in het kader van de levering van een onroerende zaak, mits het doel van de levering niet wordt aangetast (R&E).

  • 6.

    Het sluiten van de wachtlijsten bij de verkoop van bouwkavels (R&E).

  • 7.

    De benoeming, de schorsing en het ontslag van buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand (DIV).

  • 8.

    Het aanvaarden van schenkingen en legaten zonder voorwaarden, voor zover passend binnen het dagelijks bestuur en tot een waarde van ten hoogste EUR 10.000,- (OCSW).

  • 9.

    Het aangaan van schenkings- en of bruikleenovereenkomsten inzake archieven en collecties (OCSW).

  • 10.

    Het vernietigen van archiefbescheiden die ten onrechte bij de gemeente berusten en in de archiefbewaarplaats zijn opgenomen (OCSW).

  • 11.

    Het uitzetten van middelen volgens de geldende richtlijnen voor schatkistbankieren (F&C).

  • 12.

    Het aantrekken van geld via callgeld of kasgeld (F&C).

  • 13.

    Het openen, wijzigen en of sluiten van bankrekeningen (F&C).

  • 14.

    Het afspreken van tarieven en voorwaarden in relatie tot banken / bankieren (F&C).

  • 15.

    Het aantrekken van gelden via onderhandse leningen voor langer dan één jaar (F&C).

C. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het besluiten tot het aangaan, wijzigen, beëindigen van arbeidsovereenkomsten en het nemen van beslissingen ter uitvoering van de arbeidsovereenkomst met werknemers die hiërarchisch vallen onder de gevolmachtigde leidinggevende, inclusief het afsluiten van een vaststellingsovereenkomst tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst tot een bedrag van € 25.000,-.

  • 2.

    Het besluiten tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met, het benoemen van en het nemen van beslissingen ter uitvoering van de arbeidsovereenkomst met ambtenaren en buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand (DIV).

  • 3.

    Het besluiten tot het afzien van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • 4.

    Het wijzigen van de formatie binnen de financiële ruimte van de toegestane formatie, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 5.

    Wijziging in de omvang van het dienstverband binnen de financiële ruimte van de toegestane formatie, nadat hierover advies is ingewonnen bij het de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 6.

    Het wijzigen van de inrichting van afdelingen en / of teams dan wel in het kader van de herstructurering van taken binnen afdelingen en / of teams, mits binnen bestaande personele budgetten – het inhuurbudget daaronder mede begrepen – nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control.

  • 5.

    Het opdragen van het langdurig waarnemen van een functie, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 6.

    Het opdragen van andere werkzaamheden (“met andere werkzaamheden belasten”), nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur.

  • 7.

    Het verlenen van ontheffing van de verplichting tot terugbetaling van studiefaciliteiten, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur.

  • 8.

    Het geven van uitvoering aan de verplichting tot terugbetaling van studiefaciliteiten.

  • 9.

    Het korten van het salaris en de salaristoelage wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, nadat hierover orde bij het eerste moment van korting advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur.

  • 10.

    Het toekennen van een aanvullende uitkering aan een gewezen ambtenaar wegens arbeidsongeschiktheid in en door de dienst.

  • 11.

    Het vergoeden van kosten voor geneeskundige verzorging bij arbeidsongeschiktheid in en door de dienst.

D. Overige (rechts)handelingen

Niet van toepassing.

BIJLAGE IV  

 

Aangelegenheden die volgens artikel 5 Algemeen mandaatbesluit gemeente Weert 2024 blijven voorbehouden aan de teamleiders

 

Behorend bij collegebesluit van 23 april 2024

 

A. Publiekrecht

I. Algemeen

  • 1.

    Het nemen van besluiten ter uitvoering van een door het college vastgestelde regeling, voor zover in de regeling niet anders is bepaald.

  • 2.

    Het nemen van beslissingen op bezwaar betreffende het taakveld van de afdeling, waarbij geldt dat de beslissing op bezwaar altijd hiërarchisch minimaal één stap hoger moet worden genomen dan het bestreden besluit en dat voorafgaande afstemming met de portefeuillehouder is vereist.

  • 3.

    Het besluiten een aanvraag niet in behandeling te nemen, dan wel buiten behandeling te stellen.

  • 4.

    Het aanvragen van vergunningen voor vergunningplichtige activiteiten in het kader van de normale taakuitoefening van de gemeente.

  • 5.

    Het in gebreke stellen van een partij, inclusief voorbereidingshandelingen om de wederpartij tot nakoming te dwingen.

  • 6.

    Het nemen van een beslissing op een ingebrekestelling.

  • 7.

    Het geven van zienswijzen in het kader van verzoeken op grond van de Wet open overheid.

  • 8.

    Het beoordelen en doorzenden van subsidieaanvragen voor rijksmonumenten (R&E).

  • 9.

    Het nemen en uitvoeren van besluiten betreffende een re-integratievoorziening (WIZ).

  • 10.

    Het nemen van afwijzende besluiten op grond van de geldende Verordening leerlingenvervoer, waaronder aangepast vervoer of bekostiging van vervoerskosten voor fiets, openbaar vervoer of eigen vervoer (WIZ).

  • 11.

    Het nemen en uitvoeren van besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en aanverwante regelgeving, waaronder het toekennen, afwijzen, beëindigen, intrekken, herzien en of terugvorderen van een in de wet- en regelgeving genoemde voorziening (WIZ).

  • 12.

    Het aanvaarden van schenkingen en legaten zonder voorwaarden aan het museum, voor zover passend binnen het dagelijks bestuur van het museum (OCSW).

  • 13.

    Het aanvragen van een vergunning, ontheffing en vrijstelling en het doen van meldingen ten behoeve van het eigen kernteam, waaronder het doen van meldingen aan de Autoriteit Persoonsgegevens in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming (INF).

II. Procedures

Het instellen van administratieve procedures ter zake bezwaar en beroep, nadat hierover afstemming heeft plaatsgevonden met de portefeuillehouder.

 

III. Klachten

Het behandelen en afhandelen van klachten over een gedraging van een ambtenaar.

 

IV. Bestuursdwang / dwangsom / boete

  • 1.

    Het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom of het voornemen tot het toepassen van bestuursdwang, nadat hiervoor vooraf instemming is verkregen van de portefeuillehouder (VTH).

  • 2.

    Het besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, nadat hiervoor vooraf instemming is verkregen van de portefeuillehouder (VTH).

  • 3.

    Het besluiten tot kostenverhaal bij het toepassen van bestuursdwang, nadat hiervoor vooraf instemming is verkregen van de portefeuillehouder (VTH).

  • 4.

    Het voornemen tot het nemen van een invorderingsbeschikking tot het innen van dwangsommen, nadat hiervoor vooraf instemming is verkregen van de portefeuillehouder (VTH).

  • 5.

    Het besluiten tot het nemen van een invorderingsbeschikking tot het innen van dwangsommen, nadat hiervoor vooraf instemming is verkregen van de portefeuillehouder (VTH).

  • 6.

    Het verlengen of opschorten van de begunstigingstermijn van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, nadat hiervoor vooraf instemming is verkregen van de portefeuillehouder (VTH).

  • 7.

    Het nemen van een beslissing op een handhavingsverzoek, nadat hiervoor vooraf instemming is verkregen van de portefeuillehouder (VTH).

V. Aanbestedingen

Het nemen van besluiten over of in het kader van aanbestedingen van werken en leveringen en diensten tot aan de geldende drempelbedragen volgens het inkoop- en aanbestedingsbeleid voor enkelvoudige aanbestedingen.

 

B. Privaatrecht

I. Overeenkomsten

  • 1.

    Het verlenen van een recht van voorkeur, dan wel een optierecht tot koop, mits conform het geldende grondprijzenbeleid en passend in het geldende bestemmingsplan en nadat door het college het verkavelingsplan is vastgesteld en het college tot uitgifte heeft besloten (R&E).

  • 2.

    Het besluiten op een verzoek tot ontheffing van de verplichting tot zelfbewoning en het verbod op doorverkoop van een starterswoning (R&E).

  • 3.

    Het aangaan van een erfpachtovereenkomst met betrekking tot onroerende zaken gelegen binnen geprioriteerde projecten en gelegen binnen in exploitatie genomen gebieden, indien het erfpachtbedrag minder dan 5% afwijkt van de recente taxatiewaarde en het erfpachtbedrag het bedrag van EUR 300.000,- niet te boven gaat (R&E).

  • 4.

    Het aangaan van een pachtovereenkomst ten aanzien van jacht- en / of visrechten (R&E).

  • 5.

    Het aangaan van een pachtovereenkomst ten aanzien van gemeentegrond op grond van de Pachtwet (R&E).

II. Procedures

Het vragen van extern advies over juridische aangelegenheden.

 

III. Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het namens de gemeente uitbrengen van een offerte voor een door de gemeente te verrichten levering of dienst.

  • 2.

    Het in ontvangst nemen van deurwaardersexploten voor de gemeente.

C. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het besluiten tot het aangaan, wijzigen, beëindigen van inleen- en detacheringsovereenkomsten, stage- en werkervaringsovereenkomsten alsmede vrijwilligersovereenkomsten en het nemen van beslissingen ter uitvoering van deze overeenkomsten die hiërarchisch vallen onder de gevolmachtigde leidinggevende.

  • 2.

    Het ondertekenen van arbeidsovereenkomsten en daarmee verband houdende documenten.

  • 3.

    Het besluiten tot toepassing van beloningsdifferentiatie of het geven van ‘schouderklopjes’ conform de uitvoeringsregeling bewust belonen, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control en met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 4.

    Het toekennen van vergoedingen in de zin van de geldende cao, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control en met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 5.

    Het toekennen van een toelage in de zin van de geldende cao, inclusief het toekennen van een overgangstoelage bij het wegvallen / verminderen van de onregelmatigheidstoeslag, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control en met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 6.

    Het toekennen van studiefaciliteiten conform de regeling ‘opleiding en ontwikkeling’, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en de afdeling Financiën en Control en met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 7.

    Het opdragen van het verrichten van overwerk, voor zover het geen grote groepen medewerkers betreft en / of het overwerk geen structureel karakter heeft, met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 8.

    Het vaststellen van een werk- en / of dienstrooster, met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 9.

    Het wijzigen van de formele arbeidsduur ontwikkeling’, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur.

  • 10.

    Het toekennen van betaald ouderschapsverlof, met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 11.

    Het verlenen van (kortdurend) zorgverlof, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 12.

    Het verlenen van calamiteitenverlof, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur en met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 13.

    Het nemen van besluiten in het kader van de verkoop van bovenwettelijk verlof, met gelijktijdige registratie bij de personeelsadministratie.

  • 14.

    Het verlenen van andere vormen van verlof c.q. buitengewoon verlof.

  • 15.

    Het toekennen van buitengewoon verlof, al dan niet met behoud van salaris, nadat hierover advies is ingewonnen bij de betrokken HRM-adviseur.

  • 16.

    Het verlenen van toestemming voor het gebruik van de eigen auto voor de werkzaamheden of dienst.

  • 17.

    Het verlenen en toekennen van studiefaciliteiten (tot 100%) voor een bezoek aan 1-daagse seminars of congressen binnen het beschikbaar gestelde budget.

D. Overige (rechts)handelingen

Niet van toepassing.

BIJLAGE V  

 

Aangelegenheden die volgens artikel 7 Algemeen mandaatbesluit gemeente Weert 2024 zijn gemandateerd aan specifieke functionarissen / rollen die zijn gelieerd aan de gemeente Weert

 

Behorend bij collegebesluit van 23 april 2024

 

A. Publiekrecht

I. Algemeen

  • 1.

    Het afdelingshoofd Concernstaf is bevoegd tot het uitoefenen van taken en bevoegdheden die bij of krachtens de Bekendmakingswet zijn opgedragen.

  • 2.

    Buitengewone opsporingsambtenaren zijn na vaststelling volgens de geldende uitvoeringsregeling bevoegd tot uitvoering van de geldende wegsleepregeling als vorm van bestuursdwang, nadat schriftelijke instemming is verkregen van een politieambtenaar van de Politieregio Limburg Noord.

  • 3.

    De heffingsambtenaar is bevoegd tot het opleggen van naheffingsaanslagen inzake parkeerbelastingen.

  • 4.

    De ambtenaar van de burgerlijke stand is bevoegd tot het nemen van navolgende besluiten en het uitvoeren van de navolgende taken en (rechts)handelingen opgedragen of verleend bij of krachtens de Wet op de lijkbezorging en de vigerende gemeentelijke verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en de daarbij behorende nader vastgestelde regels (DIV):

    • a.

      Het besluiten tot afgifte van verlof tot ontleden;

    • b.

      Het verlenen van vergunning tot opgraving van een lijk, het geven van voorschriften betreffende geneeskundig toezicht alsmede vervoer en bestemming van het lijk

    • c.

      Het afgeven laisser-passer voor lijken.

II. Procedures

De concernjurist is bevoegd tot het procederen in administratieve procedures en het vertegenwoordigen van de gemeente daarin, waaronder niet begrepen het treffen van een schikking.

 

III. Klachten

  • 1.

    De raad is bevoegd tot behandeling en afhandeling van klachten over een gedraging van de burgemeester. De raad laat zich hierin ten minste adviseren door een interne of externe vertrouwenspersoon van de gemeente Weert.

  • 2.

    De klachtencoördinator is bevoegd tot het vertegenwoordigen van de gemeente in contacten en afstemming met de Nationale Ombudsman.

IV. Bestuursdwang / dwangsom / boete

Niet van toepassing.

 

V. Aanbestedingen

Niet van toepassing.

 

B. Privaatrecht

I. Overeenkomsten

De (sub)budgethouder is bevoegd tot het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten tot levering van goederen, aanneming van werk en / of verlening van diensten conform de Budgethoudersregeling en het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid.

 

II. Procedures

De concernjurist is bevoegd tot het procederen in civiele procedures en het vertegenwoordigen van de gemeente daarin, waaronder niet begrepen het treffen van een schikking.

 

III. Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    De (sub)budgethouder is bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente buiten rechte ter zake van overeenkomsten tot levering van goederen, aanneming van werk en / of verlening van diensten conform de Budgethoudersregeling en het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid.

  • 2.

    De werfbeheerder is bevoegd te besluiten over het in gebruik geven van roerende zaken die in eigendom aan de gemeente toebehoren, dan wel aan de gemeente (afdeling Openbaar Gebied) in beheer zijn gegeven, alsmede te besluiten over de beëindiging van dat gebruik. De werfbeheerder is tevens bevoegd tot ondertekening van de onderliggende documenten.

  • 3.

    De concernjurist is bevoegd tot het in ontvangst nemen van deurwaardersexploten voor de gemeente.

  • 4.

    De kwaliteitsmedewerker Wmo is bevoegd tot het nemen en uitvoeren van besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning en aanverwante regelgeving, waaronder het toekennen, afwijzen, beëindigen, intrekken, herzien en of terugvorderen van een in de wet- en regelgeving genoemde voorziening:

    • a.

      tot een bedrag van € 20.000,- voor zover het woonvoorzieningen, rolstoelen & hulpmiddelen, HBH en vervoersvoorzieningen betreft

    • b.

      tot een bedrag van € 20.000,- voor zover het pgb-indicaties betreft.

  • 5.

    De gemeentearchivaris is bevoegd tot het aanvaarden van schenkingen en legaten zonder voorwaarden, voor zover passend binnen het dagelijks bestuur en tot een waarde van ten hoogste EUR 10.000,-.

  • 6.

    De gemeentearchivaris en de conservator zijn bevoegd tot het aangaan van schenkings- en of bruikleenovereenkomsten inzake archieven en collecties.

  • 7.

    De gemeentearchivaris is bevoegd tot het vernietigen van archiefbescheiden die ten onrechte bij de gemeente berusten en in de archiefbewaarplaats zijn opgenomen.

  • 8.

    De gemeentearchivaris is bevoegd tot het beperken van de openbaarheid van archiefbescheiden die in de archiefbewaarplaats berusten, maar uitsluitend met het oog op:

    • a.

      de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

    • b.

      het belang van de staat of zijn bondgenoten

    • c.

      het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke of rechtspersonen, dan wel derden

  • 9.

    De gemeentearchivaris is bevoegd tot het opheffen van bij overbrenging aan de openbaarheid gestelde beperkingen, dan wel tot het ten aanzien van een verzoeker buiten toepassing laten daarvan, indien het belang van de gestelde beperking niet opweegt tegen diens belang van raadpleging van de archiefbescheiden.

  • 10.

    De gemeentearchivaris is bevoegd tot het vervangen van archiefbescheiden door reproducties, teneinde – na verkregen machtiging van Gedeputeerde Staten – de te vervangen bescheiden te vernietigen.

C. Personeelsaangelegenheden

Niet van toepassing.

 

D. Overige (rechts)handelingen

Niet van toepassing.