Ontwikkeling/activiteit/toepassing (indien van toepassing: artikel uit bestemmingsplan na ‘Partiële Herziening Buitengebied’) - •
Indien meerdere ontwikkelingen/activiteiten aan de orde zijn, dan kunnen meerdere verplichtingen aan de orde zijn. Tevens kan de regeling kwaliteitsverbetering landschap aan de orde zijn. - •
Deze beleidsregels zijn ook bij andere, vergelijkbare planologische procedures /besluiten als onder de voormalige wetgeving (Wet ruimtelijke ordening) en nu intussen Omgevingswet, het uitgangspunt. Het gaat dan immers om eenzelfde ontwikkeling of activiteit, alleen de procedure/het type besluit is dan anders. - •
Hardheidsclausule: het college van burgemeester en wethouders kan één of meer bepalingen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing -gelet op het belang waarvoor deze beleidsregels tot stand zijn gebracht- leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
| Wanneer landschappelijke inpassing en/of kwaliteitsverbetering landschap op grond van het bestemmingsplan? Daar waar landschappelijke inpassing essentieel is, is dat expliciet geregeld in het bestemmingsplan. Indien van toepassing is in het bestemmingsplan ook een regeling/bepaling opgenomen mbt kwaliteitsverbetering landschap en is hieronder ook de categorie uit het regionale afsprakenkader kwaliteitsverbetering landschap vermeld. | Wijze van landschappelijke inpassing/ uitgangspunten - •
Alleen gebiedseigen beplanting toegestaan (bijvoorbeeld geen conifeer en laurier). - •
Beplanting aan voorzijde huiskavel kan mede afhankelijk zijn van de gebiedseigen beplanting die al in het straatbeeld aanwezig is en daar passend is. - •
Maatwerk = een voldoende landschappelijke inpassing van een object/voorziening, die is afgestemd op de situatie ter plaatse. De bedoeling is om in geval van maatwerk niet meer te verlangen dan voor een goede landschappelijke inpassing redelijkerwijs nodig is. Maatwerk is alleen van toepassing waar ‘maatwerk’ expliciet wordt genoemd in deze beleidsregels. - •
Passende oplossing = maatwerk waarbij minimaal een concrete inspanning is vereist. Passende oplossing is alleen van toepassing waar ‘passende oplossing’ expliciet wordt genoemd in deze beleidsregels. - •
In verband met regelgeving bacterievuur geen meidoorn toegestaan in Etten-Leur. - •
Bestaand bestemd groen ter plaatse van het bedrijf (met bestemming Groen-Houtsingel) wordt meegenomen in de beoordeling van de landschappelijke inpassing (dit geldt niet voor de regeling Kwaliteitsverbetering van het landschap). De oppervlakte van het betreffende bestaande groen hoeft niet elders gecompenseerd te worden. - •
Als de bestaande situatie landschappelijke inpassing rondom het bedrijf of van het object/voorziening feitelijk onmogelijk maakt dan wel onvoldoende ruimte biedt (hierbij wordt geen rekening gehouden met niet vergunde objecten/voorzieningen), dan wel indien de situatie met de direct aangrenzende buren daartoe aanleiding geeft, dan passende oplossing en het tekort aan m² moet elders op de locatie (voorkeur) dan wel op afstand worden gecompenseerd. Voorwaarde is dat de vereiste oppervlakte aan m² wordt gehaald. - •
Indien de vereiste oppervlakte aan m² landschappelijke inpassing niet kan worden gerealiseerd (op de locatie dan wel op afstand), dan dient voor het tekort aan m² landschappelijke inpassing een storting van € 10,-/m² in het gemeentelijk landschapsfonds (‘Reserve Kwaliteitsverbetering Landschap’) te worden gedaan. - •
In dit overzicht Beleidsregels landschappelijke inpassing is geen rekening gehouden met de bij groenelementen wettelijk in acht te nemen afstanden, bijvoorbeeld tot perceelsgrenzen (Burgerlijk Wetboek) en/of waterlopen (Keur van het waterschap). - •
Bij een onderhoudsstrook van een houtsingel wordt uitgegaan van een onderhoudsstrook aan de binnenzijde van de landschappelijke inpassing (= aan de zijde van het in te passen object/voorziening) en bij een heg of haag van een onderhoudsstrook aan zowel de binnen- als de buitenzijde van de landschappelijke inpassing. Dit is het uitgangspunt, afwijking is mogelijk indien de binnen- en/of buitenzijde van de heg of haag op andere wijze goed bereikbaar is/zijn. - •
Passende hoogte bij kassen: minimaal de goothoogte van de in te passen kassen. - •
Passende hoogte bij andere bouwwerken en voorzieningen: beoordeling van geval tot geval. - •
Ook rekening houden met ventilatie van stalgebouwen.
|
AFWIJKINGSBEVOEGDHEDEN | | |
Vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen en overkappingen, niet zijnde kassen > 5000 m² (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.2, 3.3.3, 3.3.4, 4.3.2, 4.3.3, 4.3.4) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.3.2 sub b, 3.3.3 sub f, 3.3.4 sub g, 4.3.2 sub b, 4.3.3 sub f, 4.3.4 sub g;Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld (in andere gemeenten vaak cat. 1 vanwege rechtstreekse bouwmogelijkheden binnen het gehele bouwvlak). | Uitgangspunt bij bedrijfsgebouwen > 5000 m²: het volledige bedrijf rondom landschappelijk inpassen, met uit-zondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toe-stemming opgenomen en bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan op de planverbeelding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Vervangende nieuwbouw bedrijfswoning (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.7, 4.3.7) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. | De te maken afweging of vervangende nieuwbouw steden-bouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object (bedrijfswoning) verlangd wordt. In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk.De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Bouwwerken voor mestbewerking (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.11, 4.3.11) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. | De te maken afweging of bouwwerken tbv mestbewerking en/of mestverwerking stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar zijn, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object verlangd wordt. In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk. Denk bij hoge objecten bijvoorbeeld aan zichtlijnen.De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Kleinere afstand dan 30 meter voor vervangen-de kassen tot woningen/bedrijfswoningen van derden, maar niet minder dan bestaande afstand (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.6, 4.3.6) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. | De te maken afweging of een kleinere afstand stedenbouw-kundig en landschappelijk aanvaardbaar is, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object (kas) verlangd wordt (met name relevant in geval van een vervangen-de kas die hoger is). In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk, doch maximaal een struweelhaag van 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m. De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Hogere dan rechtstreeks toegestane goot- en bouwhoogte bedrijfsgebouwen en overkappingen, niet zijnde kassen (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.5, 4.3.5) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. | De te maken afweging of een hogere goot- en bouwhoogte stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object verlangd wordt. In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk.De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Hogere dan rechtstreeks toegestane hoogte voor mestsilo’s, torensilo’s, energievoorzieningen, niet zijnde windturbines, tbv agrarische bedrijven, windturbines tbv agrarische bedrijven en overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.12, 4.3.12) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. | De te maken afweging of een hogere hoogte stedenbouw-kundig en landschappelijk aanvaardbaar is, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object verlangd wordt. In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk. Denk bij hoge objecten bijvoorbeeld aan zichtlijnen.De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen (bouwwerken zijnde) buiten bouwvlak Het bouwen van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen voor zover deze bouwwerken zijn (buiten bouwvlak) (via afwijking: art. 4.3.13) Het gaat hier om teeltondersteunende voor-zieningen voor teelt in de grond (zie begrips-omschrijvingen bestemmingsplan), maar ge-meente vindt ook teelt in potten die op de koude grond staan aanvaardbaar. Behalve ondersteunende palen per plant of boom, in ieder geval niet meer omvattend dan 1 rij, worden hieronder ook begrepen ondersteun-ende palen die maximaal 2 rijen omvatten waarbij de (tijdelijke) overkapping bestaat uit plastic folie en niet meer dan 1 rij omvat. | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (binnen rechtstreekse mogelijkheden geldend bestemmingsplan): cat. 1; Overige teeltondersteunende voorzieningen: niets geregeld. | De beoordeling of de in het gebied aanwezige waarden onevenredig worden aangetast, kan er toe leiden dat land-schappelijke inpassing verlangd wordt (betreft bestemming “Agrarisch met waarden”, binnen de bestemming “Agrarisch” nooit landschappelijke inpassing vereist van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen). In geval van landschappelijke inpassing van hoge voorzieningen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeel-ding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vast-gelegd; lage voorzieningen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeel-ding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vast-gelegd. Voetnoten: - 1.
als de bestaande situatie landschappelijke inpassing met een struweelhaag in bovenstaande zin feitelijk onmogelijk maakt dan wel onvoldoende ruimte biedt, dan kan een knip- en scheerheg met een minimale breedte van 1 m en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m overwogen worden; - 2.
indien nodig voor de beluchting van het gewas (denk aan zacht fruit) zal overwogen worden om daarmee in het beplantingsplan rekening te houden.
|
Tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen (geen bouwwerken zijnde) buiten bouwvlak Gebruik van gronden voor tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen, voor zover deze geen bouwwerken zijn (buiten bouwvlak) (via afwijking: art. 4.5.10) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (binnen rechtstreekse mogelijkheden geldend bestemmingsplan): cat. 1; Overige teeltondersteunende voorzieningen: niets geregeld. | De beoordeling of de in het gebied aanwezige waarden onevenredig worden aangetast, kan er toe leiden dat land-schappelijke inpassing verlangd wordt (betreft bestemming “Agrarisch met waarden”, binnen de bestemming “Agrarisch” nooit landschappelijke inpassing vereist van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen). In geval van landschappelijke inpassing van hoge voorzieningen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeel-ding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vast-gelegd; lage voorzieningen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeel-ding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. Voetnoten: - 1.
als de bestaande situatie landschappelijke inpassing met een struweelhaag in bovenstaande zin feitelijk onmogelijk maakt dan wel onvoldoende ruimte biedt, dan kan een knip- en scheerheg met een minimale breedte van 1 m en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m overwogen worden; - 2.
indien nodig voor de beluchting van het gewas (denk aan zacht fruit) zal overwogen worden om daarmee in het beplantingsplan rekening te houden.
De verplichting tot landschappelijke inpassing geldt niet voorzeer tijdelijke voorzieningen/bedekkingen ter bescherming van het gewas (tegen vorst en hagel). Voor zover het geen bouw-werken zijn, kunnen deze voorzieningen/bedekkingen zonder voorafgaande toestemming aangebracht worden. |
Tijdelijke huisvesting seizoenarbeiders in woonunits of stacaravans (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.10, 4.3.10) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.3.10 sub j, 4.3.10 sub j indien het woonunits en/of stacaravans betreft;Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader indien het caravans en/of woonunits betreft: cat. 2. | De woonunits en stacaravans dienen in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Struweelhaag (2-5 m breed en passende hoogte + onderhouds-stroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeelding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Kleinschalig kamperen bij agrarisch bedrijf (buiten bouwvlak) (via afwijking: art. 3.5.4, 4.5.4) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.5.4 sub c, 4.5.4 sub c;Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader minicampings, direct aansluitend aan bestemmingsvlak: cat. 2. | Het kampeerterrein dient in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Uitgangspunt is struweelhaag (2-5 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). Maar maatwerk is mogelijk in verband met bijvoorbeeld zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Paardenbakken (buiten bouwvlak of bestemmingsvlak; direct grenzend aan agrarisch bouwvlak of bestemmingsvlak van de bestem-ming ‘Bedrijf’, ‘Wonen’ en/of ‘Tuin’. Niet ter plaatse van aanduiding ‘leefgebied kwetsbare soorten’). (via afwijking: art. 37.6) Paardenbakken binnen agrarisch bouwvlak of bestemmingsvlak van de bestemming ‘Bedrijf’, ‘Wonen’ en/of ‘Tuin’ hoeven niet landschappelijk te worden ingepast. | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 37.6 sub i;Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader paardenbakken (zonder gebouwen) direct aansluitend bij het bouwvlak, voor zover het geldende bestemmingsplan dit toestaat: cat. 2. | De paardenbak dient in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Knip- en scheerheg met minimale breedte van 1 m en minimale hoogte van 1,5 m + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m. De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
WIJZIGINGSBEVOEGDHEDEN | | |
Vormverandering bouwvlak (indien vorm-verandering leidt tot verslechtering van de kwaliteit van het landschap) (via wijziging: art. 3.6.1, 3.6.6, 4.6.1, 4.6.6, 5.6.1, 11.6.1, 15.6.1) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.1 sub g, 3.6.6 sub o, 4.6.1 sub h, 4.6.6 sub p, 5.6.1 sub d, 11.6.1 sub d, 15.6.1 sub d; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.1 sub h, 3.6.6 sub p, 4.6.1 sub i, 4.6.6 sub q, 5.6.1 sub e, 11.6.1 sub e, 15.6.1 sub e. Regionaal afsprakenkader indien de vormverandering leidt tot verslechtering van de kwaliteit van het landschap: cat. 2. | Landschappelijke inpassing analoog aan de gebruikelijke eisen zoals opgenomen bij de diverse ontwikkelingen/activiteiten (omschreven in eerste kolom).De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Vergroten bouwvlak agrarisch bedrijf (voor zover hierna niet genoemd)(aansluitend aan bestaand bouwvlak) (via wijziging: art. 3.6.2, 3.6.3, 3.6.6, 4.6.2, 4.6.3, 4.6.6) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.2 sub g, 3.6.3 sub i, 3.6.6 sub o, 4.6.2 sub i, 4.6.3 sub j, 4.6.6 sub p; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.2 sub h, 3.6.3 sub j, 3.6.6 sub p, 4.6.2 sub j, 4.6.3 sub k, 4.6.6 sub q. Regionaal afsprakenkader in agrarisch gebied en/of groenblauwe mantel: - bij vergroting bouwvlak tot max 1,5 ha: cat. 2; - bij vergroting bouwvlak > 1,5 ha: cat. 3 (voor zover bestemmingsplan dit toestaat). | Landschappelijke inpassing analoog aan de gebruikelijke eisen zoals opgenomen bij de diverse ontwikkelingen/activiteiten (omschreven in eerste kolom).De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Vergroting bouwvlak intensieve veehouderij tot max 1,5 ha(via wijziging: art. 3.6.4, 4.6.4) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.4 sub j, 4.6.4 sub k;Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.4 sub k, 4.6.4 sub l. Regionaal afsprakenkader 10% van bouwblok wordt aangewend voor landschappelijke inpassing: cat. 2. | In alle gevallen:De landschappelijke inpassing omvat tenminste 10% van de omvang van het bouwvlak na vergroting (landschappelijke inpassing mag ook aansluitend aan bouwvlak): passende oplossing. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien combinatie met vergroten oppervlakte bedrijfsge-bouwen en overkappingen, niet zijnde kassen > 5000 m² aan de orde is, dan dient ook aan de daarvoor geldende eisen te worden voldaan. De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan of bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voor andere voorzieningen dan bedrijfsgebouwen en overkappingen, niet zijnde kassen: de voorzieningen waarvoor het bouwvlak vergroot wordt, dienen in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Deze landschappelijke inpassing telt mee bij de vereiste landschappelijke inpassing van ten minste 10% van de omvang van het bouwvlak na vergroting: passende oplossing. Denk bij hoge voorzieningen, zoals torensilo’s, bijvoorbeeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Vergroting bouwvlak glastuinbouwbedrijf buiten ‘zoekgebied glastuinbouw doorgroei-gebied’, ‘zoekgebied glastuinbouw vestigings-gebied 1’ en ‘zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 2’ (via wijziging: art. 3.6.5 sub b, 4.6.5 sub b, zie ook art. 38.7) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.5 sub h, 4.6.5 sub h; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.5 sub i, 4.6.5 sub i. Regionaal afsprakenkader cat. 3. | Hangt af van doel waarvoor het bouwvlak vergroot wordt: indien vergroting bouwvlak ten behoeve van a) uitbreiding glasopstand (t/m 3 ha glasopstand) en/of b) andere gebouwen: alleen de uitbreiding van de glasopstand en/of het gebouw (nieuwbouw of uitbreiding) inpassen met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd; indien vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere voorzieningen dan kassen en gebouwen (bassin, warmtebuffer-tank): de voorzieningen waarvoor het bouwvlak vergroot wordt, dienen (ook) landschappelijk te worden ingepast: maatwerk. Denk bij hoge voorzieningen, zoals warmtebuffertanks, bij-voorbeeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Vergroting bouwvlak glastuinbouwbedrijf binnen ‘zoekgebied glastuinbouw doorgroei-gebied’, ‘zoekgebied glastuinbouw vestigings-gebied 1’ en ‘zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 2’ (via wijziging: art. 3.6.5 sub c, zie ook art. 38.9) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.5 sub h; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.5 sub i; Regionaal afsprakenkader alle glastuinbouwontwikkelingen in vestigingsgebieden en doorgroei-gebieden voor glastuinbouw voor zover het geen rechtstreekse bouwmogelijkheid betreft: cat. 2. Boven per gemeente bepaalde maatvoering kan gemeente aanvullende verplichting opleggen: cat. 3. | Hangt af van doel waarvoor het bouwvlak vergroot wordt: indien vergroting bouwvlak ten behoeve van uitbreiding glasopstand: t/m 3 ha glasopstand alleen de uitbreiding van de glasopstand inpassen met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m; > 3 ha glasopstand het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m;> 5 ha glasopstand het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m + robuust groen uit Gebiedsvisie Herstructurering Glastuinbouw Etten-Leur of storting in het gemeentelijk landschapsfonds (20% van de bestemmingswinst (cat. 3); bestemmingswinst wordt berekend over de oppervlakte bouwvlak boven de 5 ha, tenzij het bestaande bouwvlak al groter is dan 5 ha, dan wordt de bestemmingswinst berekend over het meerdere). De landschappelijke inpassing wordt in alle bovenstaande gevallen op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd; indien vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere gebouwen dan kassen: (ook) het gebouw (nieuwbouw of uitbreiding) inpassen met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd; indien vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere voorzieningen dan kassen en gebouwen (bassin, warmtebuffer-tank): de voorzieningen waarvoor het bouwvlak vergroot wordt, dienen (ook) landschappelijk te worden ingepast: maatwerk. Denk bij hoge voorzieningen, zoals warmtebuffertanks, bij-voorbeeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk op basis van nadere afspraken op clusterniveau. Idem bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Afwijking van het bovenstaande geldt niet voor de verplichting van kwaliteitsverbetering landschap. Landschappelijke inpassing op clusterniveau (of vergelijkbaar) wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Omschakeling naar of nieuwvestiging van glas-tuinbouwbedrijf in ‘zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 1’ (via wijziging: art. 3.6.7, zie ook art. 38.9). Komt niet voor binnen bestemming ‘Agrarisch met waarden’. | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.7 sub g; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.7 sub h. Regionaal afsprakenkader alle glastuinbouwontwikkelingen in vestigingsgebieden en doorgroei-gebieden voor glastuinbouw voor zover het geen rechtstreekse bouwmogelijkheid betreft: cat. 2. Boven per gemeente bepaalde maatvoering kan gemeente aanvullende verplichting opleggen: cat. 3. | Omschakeling: t/m 5 ha glasopstand het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m; > 5 ha glasopstand het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m + robuust groen uit Gebiedsvisie Herstructurering Glastuinbouw Etten-Leur of storting in het gemeentelijk landschapsfonds (20% van de bestemmingswinst (cat. 3); bestemmingswinst wordt berekend over de oppervlakte bouwvlak boven de 5 ha). De landschappelijke inpassing wordt in alle bovenstaande gevallen op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien omschakeling met tevens vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere gebouwen dan kassen, dan dienen (ook) die gebouwen (nieuwbouw of uitbreiding) landschappelijk te worden ingepast met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien omschakeling met tevens vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere voorzieningen dan kassen en gebouwen (bassin, warmtebuffertank), dan dienen (ook) de voorzieningen waarvoor het bouwvlak vergroot wordt, landschappelijk te worden ingepast: maatwerk. Denk bij hoge voorzieningen, zoals warmtebuffertanks, bijvoor-beeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk op basis van nadere afspraken op clusterniveau. Idem bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Afwijking van het bovenstaande geldt niet voor de verplichting van kwaliteitsverbetering landschap. Landschappelijke inpassing op clusterniveau (of vergelijkbaar) wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Nieuwvestiging: t/m 5 ha glasopstand: het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de voorzijde van de te bouwen woning. Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m;> 5 ha glasopstand: het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de voorzijde van de te bouwen woning. Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m + robuust groen uit Gebiedsvisie Herstructurering Glastuinbouw Etten-Leur of storting in het gemeentelijk landschapsfonds (20% van de bestemmingswinst (cat. 3); bestemmingswinst wordt berekend over de oppervlakte bouwvlak boven de 5 ha). De landschappelijke inpassing wordt in alle bovenstaande gevallen op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien bij nieuwvestiging (ook) andere gebouwen dan kassen worden gerealiseerd, dan dienen (ook) die gebouwen (nieuw-bouw) landschappelijk te worden ingepast met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien bij nieuwvestiging (ook) andere voorzieningen dan kassen en gebouwen (bassin, warmtebuffertank) worden gerealiseerd, dan dienen (ook) die voorzieningen landschappelijk te worden ingepast: maatwerk. Denk bij hoge voorzieningen, zoals warmtebuffertanks, bij-voorbeeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk op basis van nadere afspraken op clusterniveau. Idem bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Afwijking van het bovenstaande geldt niet voor de verplichting van kwaliteitsverbetering landschap. Landschappelijke inpassing op clusterniveau (of vergelijkbaar) wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Omschakeling naar niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij of glastuinbouwbedrijf (via wijziging: art. 3.6.8, 4.6.7) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.8 sub d, 4.6.7 sub f; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.8 sub e, 4.6.7 sub g. Regionaal afsprakenkader omschakeling van de ene naar de andere agrarische bedrijfsvoering welke het geldende bestemmings-plan niet rechtstreeks toestaat (omvang bouwvlak onveranderd): cat. 2; bij vergroting bouwvlak: cat. 3. | Landschappelijke inpassing analoog aan de gebruikelijke eisen zoals opgenomen bij de diverse ontwikkelingen/activiteiten (omschreven in eerste kolom).De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Omschakeling naar paardenhouderij (via wijziging: art. 3.6.9, 4.6.8) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.9 sub g, 4.6.8 sub g;Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.9 sub h, 4.6.8 sub h. Regionaal afsprakenkader omschakeling van de ene naar de andere agrarische bedrijfsvoering welke het geldende bestemmings-plan niet rechtstreeks toestaat (omvang bouwvlak onveranderd): cat. 2;bij vergroting bouwvlak: cat. 3.Voetnoot: indien de paardenhouderij niet aangemerkt kan worden als een agrarische bedrijfsvoering, kan cat. 3 aan de orde zijn. | Landschappelijke inpassing analoog aan de gebruikelijke eisen zoals opgenomen bij de diverse ontwikkelingen/activiteiten.De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Permanente teeltondersteunende voorzieningen Toevoegen of wijzigen aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – permanente teeltonder-steunende voorzieningen’ bij bestemming ‘Agrarisch’ (aansluitend aan bouwvlak en/of aanduiding) (via wijziging: art. 3.6.10) Permanente teeltondersteunende voorzieningen Toevoegen of wijzigen aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden –permanente teeltondersteunende voorzieningen’ bij bestemming ‘Agrarisch met waarden’ (aansluitend aan bouwvlak en/of aanduiding) (via wijziging: art. 4.6.9) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.10 sub f;Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.10 sub g. Regionaal afsprakenkader cat. 3. Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 4.6.9 sub g;Kwaliteitsverbetering: art. 4.6.9 sub h. Regionaal afsprakenkader cat. 3. | Hoge voorzieningen, bijvoorbeeld stellingen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Lage voorzieningen, bijvoorbeeld containerveld: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhouds-stroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Bassin voor telen op water: Knip- en scheerheg met minimale breedte van 1 m en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voetnoten: - 1.
afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- of watervoorzieningen. - 2.
als de bestaande situatie landschappelijke inpassing met een struweelhaag in bovenstaande zin feitelijk onmogelijk maakt dan wel onvoldoende ruimte biedt, dan kan een knip- en scheer-heg met een minimale breedte van 1 m en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m overwogen worden; - 3.
indien nodig voor de beluchting van het gewas (denk aan zacht fruit) zal overwogen worden om daarmee in het beplantingsplan rekening te houden.
|
Wijzigen ten behoeve van voeder- en water-voorzieningen binnen bestemming ‘Agrarisch’ (aansluitend aan bouwvlak en/of aanduiding) (via wijziging: art. 3.6.11) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.11 sub g;Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.11 sub h. Regionaal afsprakenkader cat. 3. | Waterbassins, watersilo’s en voedervoorzieningen dienen in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Struweelhaag (2-5 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Wijzigen ten behoeve van voeder- en water-voorzieningen binnen bestemming ‘Agrarisch met waarden’ (aansluitend aan bouwvlak en/of aanduiding) (via wijziging: art. 4.6.10) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 4.6.10 sub h;Kwaliteitsverbetering: art. 4.6.10 sub i. Regionaal afsprakenkader cat. 3. | Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Waterbassins, watersilo’s en voedervoorzieningen dienen in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Struweelhaag (2-5 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Wijzigen naar ‘Wonen’ en ‘Tuin’ (via wijziging: art. 3.6.12, 4.6.11, 5.6.2, 11.6.2) | Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: (indien bestemmingsvlak ‘Wonen’ groter is dan 1500 m² en/of meer dan 200 m² aan bijgebouwen en overkappingen wordt toegestaan): art. 3.6.12 sub e onder 1, 3.6.12 sub g, 4.6.11 sub e onder 1, 4.6.11 sub g, 5.6.2 sub e onder 1, 5.6.2 sub g, 11.6.2 sub d onder 1, 11.6.2 sub f;Kwaliteitsverbetering: (indien bestemmingsvlak ‘Wonen’ groter is dan 5000 m² en/of meer dan 400 m² aan bijgebouwen en overkappingen wordt toegestaan): art. 3.6.12 sub e onder 2, 3.6.12 sub h, 4.6.11 sub e onder 2, 4.6.11 sub h, 5.6.2 sub e onder 2, 5.6.2 sub h, 11.6.2 sub d onder 2, 11.6.2 sub g. Regionaal afsprakenkader - -
indien te verwijderen bouwvlak/ bestemmingsvlak > 1 ha: cat. 1; - -
indien te verwijderen bouwvlak/ bestemmingsvlak < 1 ha: cat. 2 of 3.
| Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Landschappelijke inpassing: passende oplossing (maatwerk waarbij minimaal een concrete inspanning is vereist). De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Wijzigen begrenzing van bestemmingen ‘Wonen’ en ‘Tuin’ (via wijziging: art. 38.3) | Bestemmingsplan (indien bestemmingsvlak ‘Wonen’ na vergroting groter is dan 1.500 m):Landschappelijke inpassing: art. 38.3 sub b onder 1; Kwaliteitsverbetering: art. 38.3 sub b onder 2. Regionaal afsprakenkader Cat. 3 (omdat het niet bij cat. 1 en 2 staat). | Landschappelijke inpassing: passende oplossing (maatwerk waarbij minimaal een concrete inspanning is vereist). De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |