Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alblasserdam

BELEIDSKADER BESCHERMING GROEN EN BOMEN ALBLASSERDAM 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlblasserdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBELEIDSKADER BESCHERMING GROEN EN BOMEN ALBLASSERDAM 2023
CiteertitelBELEIDSKADER BESCHERMING GROEN EN BOMEN ALBLASSERDAM 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2024nieuwe regeling

07-11-2023

gmb-2024-192062

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSKADER BESCHERMING GROEN EN BOMEN ALBLASSERDAM 2023

INLEIDING

 

Gemeente Alblasserdam heeft met circa 20.000 inwoners ongeveer 7.250 bomen in haar bomenbestand (0,37 boom per inwoner). Dit ligt onder het landelijk gemiddelde van 0,5 boom per inwoner. Naast bomen heeft de gemeente 612.000 m2 (61 ha.) aan groenvlakken (30,6 m2 per inwoner, 76,5 m2 per huishouden). Diverse grote particuliere tuinen zijn belangrijk voor het groene aanzicht. Al het groen (openbaar en privaat samen) is van belang voor de groene kwaliteiten van de leefomgeving. Een deel hiervan kan aangemerkt worden als extra waardevol, vanuit ecologisch, landschappelijk, klimatologisch, cultuurhistorisch, recreatief of gezondheids-oogpunt.

In dit beleidskader geeft gemeente Alblasserdam aan wat zij voor en aan haar bomen- en groenbestand belangrijk vindt, hoe wordt bepaald welke boom welke status en daarmee bescherming krijgt, en wat van belang is om het bomen- en groenbestand van gemeente Alblasserdam praktisch en duurzaam in stand te houden. In dit beleidskader wordt voor groen gesproken over beplanting.

VISIE EN DOELSTELLINGEN VOOR GROEN EN BOMEN IN ALBLASSERDAM

 

Als accent voor de op te stellen omgevingsvisie van gemeente Alblasserdam is gekozen voor ‘Fit en groen in de polder’.

De waarden en kwaliteiten van het bomen- en groenbestand kunnen dit accent versterken en bijdragen aan een gezonde, prettige leefomgeving. In dit beleidskader wordt extra aandacht gevraagd voor bomen en groen, door middel van:

  • Bescherming van bomen en beplanting binnen en buiten de groene zones in het dorp.

  • Het behouden en versterken van de groene waarden die bomen en beplanting vertegenwoordigen.

  • Kwaliteitsverbetering van bomen en beplanting bij vervanging, omvorming of compensatie.

  • Streven naar een hoeveelheid gemeentelijke bomen en groen per inwoner of huishouden, die de WHO aanbeveelt ten behoeve van een gezonde leefomgeving. (In de nota Ruimte geeft de Rijksoverheid aan dat 75 m2 groen per woning de minimale ondergrens is, de WHO geeft aan dat er in elke buurt of wijk minimaal een aaneengesloten stuk groen van 1 ha moet zijn. De laatste jaren vind de 3-30-300 regel steeds meer opgang. Vanuit elke woning moeten drie bomen van behoorlijke omvang zichtbaar zijn, 30% van het oppervlak dient bedekt te zijn door de kroonprojectie van bomen en vanaf elke woning moet binnen een afstand van 300 meter een park of plantsoen van enige omvang aanwezig zijn om te kunnen verpozen en recreëren.)

Reikwijdte

De aanwijscriteria en het beschermingsregime zoals opgenomen in dit beleidskader, gelden voor alle bomen (gemeentelijk, particulier en van derden) en daarnaast voor de gemeentelijke beplanting binnen Alblasserdam. De gemeentelijke beschermwaardige bomen en beplanting kunnen op basis van geactualiseerde inspectiegegevens en aan de hand van de vastgelegde aanwijscriteria worden bepaald. De bomen in eigendom van de gemeente Alblasserdam zijn vastgelegd in het gemeentelijke boomgegevensbestand. Bij de reguliere boomveiligheids- en onderhoudsinventarisatie (BVO) van bomen en houtopstanden wordt dit bestand geactualiseerd.

De beleidsstatus van bomen van particulieren en derden (denk aan instellingen, Verenigingen Van Eigenaren, woningcorporaties) wordt bij een vergunningaanvraag voor kappen bepaald. Deze bomen staan niet in de gemeentelijke administratie, maar kunnen wel worden getoetst aan de regels zoals in de geldende verordening beschreven.

Voor de gemeente Alblasserdam is een zogenaamde Groene Kaart (bijlage A) opgesteld. Hierop zijn de gebieden aangegeven met extra groene waarden als groene zones, zoals 'beschermd dorpsgezicht', 'Groene Loper' enz. Bomen binnen de groene zones met een stamdiameter kleiner dan 15 centimeter gemeten op 130 centimeter boven maaiveld, die geen eigendom zijn van de gemeente en in tuinen staan kleiner dan 150 m2 (exclusief bebouwing), vallen buiten de scope van het beleidskader en de bijbehorende verordeningsregels. Bij bomen buiten de groene zones geldt dit voor bomen met een stamdiameter kleiner dan 40 centimeter ongeacht de grootte van de tuin. Voor deze bomen gelden dus geen regels, tenzij deze zijn geplant in het kader van de herplantplicht.

 

INDELING BESCHERMING

Groene waarden

Binnen de gemeente Alblasserdam wordt groen in het algemeen, en bomen in het bijzonder, belangrijk gevonden. De gemeente heeft niet voor niets "Fit en groen in de polder" als toekomstvisie omarmd. Het groen vertegenwoordigt diverse waarden die van belang zijn voor een gezonde, prettige leefomgeving. Met het beschermen van bomen en beplanting worden de volgende groene waarden beschermd:

  • Monumentale leeftijd/grootte

  • Ecologische waarde

  • Cultuurhistorische waarde

  • Landschappelijke en beeldbepalende waarde

  • Recreatieve (belevings)waarde

  • Gezondheidswaarde

  • Regulerende waarde

 

Monumentale leeftijd/ boomgrootte

Een aansprekende omvang of leeftijd vergroot de waarde van een boom. Het plantjaar van de boom of de stamdiameter wordt als criterium hiervoor gebruikt.

Een boom wordt in de gemeente Alblasserdam monumentaal genoemd als het plantjaar meer dan 80 jaar geleden is. Bomen die zijn opgenomen in het landelijk register monumentale bomen van de Bomenstichting vallen hier ook onder.

Bij twijfel over het plantjaar wordt uitgegaan van de stamdiameter (soortafhankelijk). Een vuistregel hiervoor is dat een leeftijd van 80 jaar overeen komt met een stamdiameter van minimaal 80 centimeter gemeten op 130 centimeter boven maaiveld.

 

Ecologische waarde

Bomen en (houtige) beplanting zijn belangrijke dragers van de biodiversiteit en kunnen een belangrijke functie hebben voor het voortbestaan van bepaalde flora en fauna. Het gaat hierbij om een structurele functie voor een bepaalde dier- of plantensoort. Een kolonieboom van blauwe reigers bijvoorbeeld die al jarenlang zo wordt gebruikt. Of een groeiplaats voor een bijzondere korstmossoort, maretak of andere bijzondere plantensoort. Het gaat hier om bomen en planten waarbij na kap een andere plant de functie niet zomaar kan overnemen (en mitigerende maatregelen dus niet voldoende zouden zijn). Een dergelijke structurele functie kan worden aangetoond door ecologisch onderzoek/lijsten zoals de nectarindex/naslagwerk.

Ook gemeentelijke delen van de landelijke/provinciale ecologische verbindingszones zijn belangrijke structuren met ecologische waarden.

Inheemse en Europese boom- en plantensoorten kennen door hun ontwikkelingsgeschiedenis met ons landschap, een verscheidenheid aan relaties met andere soorten zoals vogels en vooral ook insecten. De veelheid van deze relaties kenmerkt een robuust ecosysteem dat weerstand biedt aan ziekten en plagen en een divers voedselweb ondersteunt. Dit terwijl exoten weinig ecologische relaties kennen, daarom kunnen gaan woekeren en bovendien niet bijdragen aan een gezond ecosysteem.

Streekeigen, inheemse soorten kunnen ook van belang zijn vanwege de waarde als autochtoon plantmateriaal door hun genetische oorspronkelijkheid. Genetische diversiteit binnen de soort is van belang voor een weerbaar groenbestand. Daarom kiest de gemeente Alblasserdam waar mogelijk voor inheemse en Europese soorten bij aanplant. Deze soorten zijn aangepast aan de heersende omstandigheden en hebben voldoende capaciteit zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Hierbij kan vaker gedacht worden aan de boomsoorten die in de warmere landen ten zuiden van Nederland worden toegepast.

 

Cultuurhistorische waarde

Specifieke bomen en groenvlakken kunnen onderdeel zijn van de lokale geschiedenis of een bepaalde cultuurhistorische betekenis hebben. Het meest bekend zijn de herdenkingsbomen die ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen zijn geplant.

Ook bomen en andere groenelementen die onderdeel zijn van een beschermd dorpsgezicht of monument hebben vaak grote cultuurhistorische waarde. Dit zijn groenelementen die vaak onderdeel zijn van het ontwerp en het aanzicht van het dorpsgezicht of monument bepalen. Denk bijvoorbeeld aan de oude bomen rond Hof Souburgh, of de linden in de Kerkstraat.

Onder cultuurhistorische eigenschappen vallen onder andere (maar niet uitsluitend):

  • Herdenkingsboom

    • -

      Koningsboom

    • -

      Geboorteboom

    • -

      Verzetsboom

    • -

      Ooggetuigenboom

  • Ensemble met historisch pand

  • Beschermd dorpsgezicht

 

Bepaalde lanen en bosjes (groepen) met oudere bomen en beplanting kunnen verwijzen naar de geschiedenis van Alblasserdam. Zoals rijbeplantingen langs oude invalswegen of laanbeplanting langs de oprijlaan van een (soms al verdwenen) buitenplaats, of een landgoedbos. Ook de (boom)beplanting van het beschermd dorpsgezicht valt hieronder. In dit geval worden niet alleen de beplanting op zich als beschermwaardig aangewezen, maar ook de samenhangende structuur die van oudsher zo gegroeid is en vaak specifiek zo onderhouden is. Een boomstructuur wordt gevormd door meerdere bomen samen. Deze bomen staan in lijn (bomenlaan) of als vlak (bomen of struiken die een bosje vormen) bij elkaar. Of het vellen van één of meerdere bomen of planten de cultuurhistorische structuur aantast, moet per situatie beoordeeld worden.

 

Landschappelijke en beeldbepalende waarde

Een boom, bomengroep of ander groen- en landschapselement is beeldbepalend indien deze voor de beeldkwaliteit van de leefomgeving van grote waarde is of indien de boom een belangrijke positieve bijdrage levert aan het karakter en de herkenbaarheid op straat-, wijk‐ of dorpsniveau.

Een boom of ander groenelement is beeldbepalend als hij zo groot is dat deze reeds vanuit één windrichting beeldbepalend is voor de omgeving, of de boom of groenelement is vanuit alle windrichtingen beeldbepalend, waarbij de omvang geen rol speelt.

Soms is de wijze van aanplant of groeiwijze, bijvoorbeeld ten opzichte van andere groenelementen, van invloed op de manier waarop een boom of groenelement zich manifesteert. Meestal hebben we te maken met solitaire beeldbepalende bomen, maar in specifieke gevallen geldt het ook voor beplanting in groepen, waarbij niet zozeer het individuele element maar de groep als geheel van beeldbepalende waarde is. Zoals bij een groep van 2 of 3 bomen die tezamen één kroon vormen. Het uitvallen van 1 boom kan de uitstraling dan ernstig aantasten.

Bijzondere boom- of plantsoorten of groeivormen kunnen ook landschappelijk gezien waardevol zijn. Denk aan een exotische soort of een bijzondere kweekvorm of variëteit. Of als er sprake is van een weinig voorkomende soort.

Een boom of beplantingstype is waardevol voor het landschap en het beeld, indien deze voor de leefomgeving van grote waarde is en er bij verwijdering niet makkelijk meer door herplant eenzelfde beeld gerealiseerd kan worden.

Bij particuliere terreinen gaat het veelal om bomen in voor‐ en zijtuinen, die in het straatbeeld van Alblasserdam een grote rol spelen doordat de habitus (vorm van de boom) zichtbaar is vanuit openbaar toegankelijk gebied. In sommige gevallen gaat het om bomen in achtertuinen die een beeldbepalende bijdrage leveren aan het groene karakter van de wijk of straat, zoals aan de dijklinten.

 

Recreatieve (belevings)waarde

Groenelementen hebben een recreatieve waarde als het buitenruimte biedt waar uiteenlopende doelgroepen zich kunnen ontspannen en genieten van de groene omgeving. Deze gebieden zijn in het bestemmingsplan aangeduid als recreatie. Het groen dient voor iedereen toegankelijk te zijn en enige voorzieningen te bieden die het verblijf van mensen mogelijk maakt (denk aan voetpaden, routes voor mindervaliden, bankjes, prullenbakken, verlichting, een trapveldje, zonneweide, etc.). Voor recreatieve activiteiten is het zo dat groene delen in de woonomgeving doorgaans aantrekkelijk worden gevonden en, indien goed bereikbaar en veilig geacht, veel gebruikt worden voor recreatiedoeleinden . Zo kunnen grasvelden de mogelijkheid bieden voor inwoners om te picknicken of kinderen te laten spelen en bewegen, wat ten goede komt aan de mentale en fysieke gezondheid. Bosplantsoenen kunnen geschikt zijn voor inrichting als fiets (mountainbike) routes, ruiterroutes, struinroutes enzovoorts.

 

Gezondheidswaarde

Specifieke groenelementen in de diverse wijken en buurten worden van belang geacht voor het behouden en versterken van een prettige groene leefomgeving. Als vuistregel wordt de verdeling 3-30-300 aanbevolen . Dit houdt in dat iedereen vanuit zijn woning tenminste 3 bomen moet kunnen zien, dat 30% van de (totale) oppervlakte in elke wijk voorzien moet zijn van een bladerdak (ongeacht eigenaar van de boom) en dat iedereen binnen 300 meter vanaf zijn woning een openbaar toegankelijk park of groene ruimte moet kunnen bereiken van tenminste 1 ha (dit is gebaseerd op onderzoek en advies van de WHO ). Het verwijderen van bomen of beplanting kan ertoe leiden dat deze verdeling niet meer voldoet aan de aanbevolen inrichting.

Onderzoek bewijst dat groen positieve effecten op gezondheid heeft, zoals minder overgewicht, psychische klachten, diabetes en hartvaatziekten. Een groene leefomgeving zorgt direct en indirect voor gezondere inwoners, we spreken hier dan over zowel fysieke- als mentale gezondheid. Verondersteld wordt dat de aanwezigheid van toegankelijk groen, zoals tuinen en (buurt)parken, een belangrijke sleutel vormt tot een succesvolle stimulering van bewegen (Ministerie van VWS, 2001). Inmiddels is een verband aangetoond tussen de aanwezigheid van groen in de woonomgeving en het voorkomen van overgewicht en obesitas bij kinderen (Vreke et al, 2006). Het is aannemelijk dat dit verband wordt veroorzaakt door het feit dat kinderen in groene wijken meer bewegen.

Groenelementen in wijken en buurten wordt van sociaalmaatschappelijk belang geacht als het onmisbaar is als toegankelijke groene aankleding van die buurt.

 

Regulerende waarde

Groen en bomen kunnen een grote bijdrage leveren aan ons veranderende klimaat, klimaatadaptatie. De natuur (en daarmee groen en bomen) levert een variatie aan diensten aan de mens, deze noemen we ecosysteemdiensten. Door actief gebruik te maken van deze “capaciteiten” die groen en bomen hebben, dragen we bij aan een gezonde en prettige leefomgeving. Met name de regulerende ecosysteemdiensten dragen bij aan een toekomstbestendige leefomgeving. De belangrijkste diensten zijn: waterzuivering, koolstofvastlegging, bestuiving, luchtzuivering, waterberging, windbreking en verkoeling in de stad.

 

DE GROENE ZONES

 

De diverse groene zones binnen gemeente Alblasserdam zijn vastgelegd op de Groene Kaart (bijlage A), zoals beschreven in de verordeningsregels artikel 5: aanwijzing groene zones. Bij nieuw aangelegde groenelementen, zowel bomen als beplantingen (bijvoorbeeld in het kader van herontwikkeling), wordt beoordeeld of onderdelen daarvan (in het kader van de aanwezige groene waarden) toegevoegd moeten worden aan de Groene Kaart.

Als groene zone zijn aangemerkt: de parken en de hoofdstructuren, zoals vastgelegd in het Groenstructuurplan 2017. Daarnaast zijn ook het beschermd dorpsgezicht met centrum en dijklinten, de provinciale ecologische verbindingszones op het gemeentelijke grondgebied, de Groene Long en de Groene Loper onderdeel van de beschermwaardige groene zones. Ook in diverse wijken en buurten kunnen specifieke gemeentelijke groenelementen, die één of meer groene waarden bevatten, zijn aangemerkt als beschermwaardige beplanting en worden vastgelegd op de Groene Kaart. Hieronder vallen alle al dan niet overblijvende gewassen zoals bosplantsoen, heesters, struiken, bloemen, planten en gazon. Te denken valt aan buurtgroen en kleinere wijkparken met grote gezondheidswaarde.

 

Beschermwaardige bomen binnen de groene zones

Groene zones bevatten bomen en andere beplanting. Binnen de groene zones worden alle bomen (zowel gemeentelijk als particulier of van derden, ongeacht de oppervlakte van het perceel) met een stamdiameter vanaf 15 centimeter op 130 centimeter boven maaiveld als beschermwaardig beschouwd.

 

Beschermwaardige bomen na herplantplicht

Bomen geplant in het kader van herplantplicht na het vellen van een beschermwaardige boom, krijgen vanaf het moment van aanplant, ongeacht de stamdiameter, de beleidsstatus beschermwaardige boom.

 

Beschermwaardige beplanting binnen de groene zones

Daarnaast wordt alle gemeentelijke beplanting binnen de groene zone als beschermwaardig beschouwd. Ook particuliere tuinen in de groene zones met een perceelgrootte vanaf 150m2 aaneengesloten onbebouwd terrein, worden als beschermwaardig beschouwd.

 

OVERIG GEBIED

 

Dit is het grondgebied dat niet is aangewezen als groene zone.

 

Beschermwaardige bomen buiten de groene zones

Ook buiten de groene zones is groen van belang. Het gaat daarbij zowel om bomen van particulieren of derden als om gemeentelijke bomen, die vanwege hun hoge leeftijd en/of grote omvang een zodanige toegevoegde waarde hebben voor de omgeving, dat de gemeente Alblasserdam deze wil behouden en beschermen.

Bomen vanaf een stamdiameter van 40 centimeter, gemeten op 130 centimeter boven maaiveld, worden door de gemeente Alblasserdam beschouwd als belangrijk voor de leefomgeving. De gemeente Alblasserdam wil deze bomen als zodanig beschermen en behouden.

 

Beschermwaardige bomen na herplantplicht

Bomen, geplant in het kader van herplantplicht na het vellen van een beschermwaardige boom, krijgen vanaf het moment van aanplant, ongeacht de stamdiameter, de beleidsstatus beschermwaardige boom.

 

Gemeentelijke reguliere straat- en laanbomen en andere beplanting op publiektoegankelijke terreinen

Reguliere straat- en laanbomen buiten de groene zones, die nog geen diameter van 40 centimeter hebben bereikt, op 130 cm boven maaiveld, en niet-beschermwaardige beplanting in eigendom (en beheer) van gemeente zijn de groene aankleding van de openbare ruimte. We vinden ze langs straten, op parkeerterreinen, en andere publiektoegankelijke terreinen (feitelijke openbaarheid conform Wegenverkeerswet). Deze bomen en beplanting dragen bij aan een prettige leefomgeving. De gemeente Alblasserdam wil ook deze groene elementen waar mogelijk behouden. Bij eventuele vervanging is voorwaarde om minimaal eenzelfde of betere kwaliteit groen terug te brengen, om zo de gemeente groen te maken en te houden.

Uitgangspunten:

  • 1.

    Groeiplaats voor 30 tot 60 jaar, afhankelijk van locatie.

  • 2.

    Geplant op een publiekstoegankelijke (openbare) locatie.

     

Groeiplaats voor 30 tot 60 jaar

Beplanting dient in de gemeente Alblasserdam zodanig duurzaam te worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte) dat de bij de locatie passende ambitieleeftijd van 30 tot 60 jaar redelijkerwijs haalbaar is. Bomen in smalle woonstraten zullen naar verwachting minder ruimte toebedeeld kunnen krijgen dan bomen in een redelijk brede berm langs een doorgaande weg, maar in beide gevallen wordt gestreefd naar een voor de boom zo gunstig mogelijke groeiplaats. De normen voor groeiplaatsen van bomen zoals gesteld in de actuele versie van het Handboek Bomen en op www.boommonitor.nl van het Norminstituut Bomen zijn hierbij leidend.

 

Geplant op een publiekstoegankelijke locatie

Reguliere straat- en laanbomen kunnen eigendom zijn van gemeente Alblasserdam. Deze bomen zijn geregistreerd in het gemeentelijke beheersysteem. Daarnaast kent Alblasserdam diverse locaties die weliswaar geen eigendom zijn van de gemeente, maar wel functioneren als een publiektoegankelijke locatie zoals een parkeerterrein of toerit (feitelijke openbaarheid conform Wegenverkeerswet) en bijv. bermen van het Waterschap of RWS. Onder deze beleidsstatus vallen ook bomen die weliswaar nu nog op privaat terrein staan, maar waarvan bekend is dat deze na geplande (her)ontwikkelingen vervallen naar gemeentelijk eigendom en beheer. De bomen op deze locaties vervullen eenzelfde functie voor de openbare ruimte.

 

Overige particuliere bomen

Particuliere bomen en bomen van derden kleiner dan 15 centimeter diameter binnen de groene zone en particuliere bomen kleiner dan 40 centimeter diameter buiten de groene zone worden aangemerkt als overige bomen en vallen buiten de beleidsregels van dit document.

Overigens geldt ook voor deze bomen dat de boomeigenaar wel verantwoordelijk is voor een zodanige aanplant en onderhoud dat de boom geen overlast geeft en geen veiligheidsrisico voor de omgeving vormt.

 

Door natuurlijke groei, of door aanpassen van de structuurlijnen, is het wel mogelijk dat deze bomen na verloop van tijd alsnog gaan voldoen aan de eerdergenoemde criteria. Dit dient in het geval van bomen van derden (particulieren, organisaties, bedrijven etc.) door de boomeigenaar zelf nagegaan te worden. De gemeente kan hier bovendien steekproefsgewijs controle op uitvoeren, bijvoorbeeld door middel van een periodieke schouw of remote sensing waarbij op afstand metingen gedaan worden betreffende de stam- of kroondiameter.

 

Beplanting buiten de groene zones

Buiten de groene zones is geen beschermwaardige beplanting aangewezen. Er geldt echter wel een compensatieplicht voor groen dat wordt omgevormd bij ruimtelijke ontwikkelingen. Zie hoofdstuk ‘Herplant en Compensatie' op pagina 14.

 

Schematische weergave

De kenmerken per beleidsstatus zijn hieronder schematisch weergegeven.

BESCHERMINGSREGIME

Vergunning

Door verlegging van de focus van alle bomen naar enkel de beschermwaardige bomen en andere beplanting en behoud van de structuren, kan met gelijke inspanning een veel grotere mate van bescherming van de belangrijke bomen worden gecombineerd met duurzaam beheer van structuren.

 

Vergunningsplicht

Voor het kappen, verplanten, rigoureus snoeien waardoor de groeivorm verandert (zoals het voor de eerste keer knotten of kandelaberen of het omvormen naar hakhout) of het op een andere manier in gevaar brengen van het voortbestaan van een beschermwaardige boom of aantasten van een waardevolle structuur, dient een vergunning te worden aangevraagd.

Voor het kappen van meer dan 30% van een rij of vlak (cumulatief gerekend) binnen één groeiseizoen, inclusief verplanten/verplaatsen, rigoureus snoeien of het op een andere manier aantasten van de samenhang en/of aanzicht van een als samenhangende eenheid te herkennen groenstructuur dient bij oordelen op een vergunningaanvraag ook het effect van de activiteit op de structuur als geheel te worden overwogen.

Voor beplanting in tuinen in de groene zones, eigendom van derden, met een onbebouwd, aaneengesloten oppervlak groter dan 150m2, geldt dat als van het totale onbebouwde oppervlak meer dan 20% verhard wordt daar een vergunning voor aangevraagd moet worden. Hierbij moet ook aangegeven worden op welke manier het groenoppervlak dat verloren gaat, gecompenseerd zal worden (compensatieplan).

 

Publicatie van velling van gemeentelijke bomen

Voor gemeentelijke bomen zonder beschermde status (dus kleiner dan 15 cm stamdiameter binnen groene zone en kleiner dan 40 cm stamdiameter buiten de groene zone), geldt dat deze alleen geveld en (indien van toepassing) vervangen worden als daar een goede reden voor is (veiligheid, gegronde overlast, ernstig teruglopende conditie). De kap is vergunningsvrij in het geval van reguliere beheeringrepen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij bomen en beplanting in het geding zijn, dient altijd een Quickscan te worden uitgevoerd. Als uit deze Quickscan blijkt dat door de ontwikkeling bomen en beplanting mogelijk negatief beïnvloed kunnen worden en/of daardoor verwijderd moeten worden, dient ter onderbouwing een Bomen Effect Analyse te worden uitgevoerd zoals omschreven in artikel 10 van de Verordeningsregels Bomen en Groen Alblasserdam. De voorgenomen activiteit met onderbouwing wordt altijd ter kennisgeving gepubliceerd, dit gebeurt minimaal enkele weken voor de daadwerkelijke activiteit. Op die manier kunnen inwoners, ook zonder een vergunningsprocedure, wel nagaan of de gemeente haar eigen beleid naleeft (goed bestuur, conform Algemene wet bestuursrecht). Mochten beschermwaardige bomen in het geding zijn, dan zijn deze uiteraard wel vergunning plichtig.

 

Overig (bomen van derden/particulieren)

Bij overige bomen met een stamdiameter van minder dan 15 centimeter gemeten op 130 centimeter hoogte binnen de groene zones en een diameter van minder dan 40 centimeter gemeten op 130 centimeter hoogte buiten de groene zones, is geen vergunning voor velling nodig en hoeft dit ook niet te worden gepubliceerd. In het geval het bomen van derden op publiektoegankelijke locaties betreft, gaat de gemeente wel altijd de dialoog met de eigenaar aan, om de groene leefomgeving zoveel mogelijk in stand te kunnen houden.

 

Dunning

Beplanting in de vorm van bosplantsoen, bestaat uit bomen die niet individueel geregistreerd zijn. Als onderhoudsmaatregel wordt bosplantsoen periodiek gedund ter bevordering van de groei van de overblijvende bomen en beplanting. Onder dunnen wordt verstaan het verwijderen van maximaal 30% van de boomvormers als onderhoudsmaatregel, waarbij geen aaneengesloten oppervlakte van het bosplantsoen verloren gaat. Dunning geldt daarmee als onderhoudsmaatregel, waar geen vergunning voor nodig is. Wel worden voorafgaand aan de uitvoering van deze onderhoudsmaatregel de inwoners actief geïnformeerd. Dit begint met het zichtbaar blessen van de te verwijderen boomvormers, gekoppeld aan het publiceren van de voorgenomen dunning via de daartoe geëigende media.

 

Wet natuurbescherming

Allen die werkzaamheden verrichten in de buitenruimte, moeten zich houden aan de Wet natuurbescherming. Deze wet schrijft voor dat zorgplicht geldt ten aanzien van het in stand houden van beschermde plant- en diersoorten. Voor gemeenten en uitvoerders in opdracht van gemeenten, heeft de Koninklijke Vereniging Stadswerk Nederland de Gedragscode Soortenbescherming ontwikkeld. Indien aantoonbaar conform deze gedragscode wordt gewerkt, is er altijd sprake van zorgvuldig handelen. In het te ontwikkelen gebied wordt een ’Quick Scan Flora en Fauna’ uitgevoerd. Er wordt getoetst of beschermde soorten aanwezig kunnen zijn. Als dat mogelijk is, wordt de locatie geïnspecteerd, bijvoorbeeld op mogelijke nest- en verblijfplaatsen. Wanneer deze aanwezig zijn, wordt aanvullend ecologisch onderzoek uitgevoerd.

 

Schematische weergave

Aan iedere beleidsstatus zoals beschreven, gelden specifieke plichten bij het vellen van bomen of beplanting. In de tabel hieronder zijn deze samengevat. In bijlage B is deze tabel als stroomschema weergegeven zodat op basis van keuzes bepaald wordt of er een verplichting of vrijstelling van toepassing is.

 

TOETSING

Veiligheid

Als bomen uit oogpunt van veiligheid geveld moeten worden, dient het veiligheidsrisico door de aanvrager aangetoond te worden met behulp van recente inspectiegegevens waaruit het risico blijkt. De inspectie dient te zijn uitgevoerd door een European Tree Technician (ETT) of iemand met een gelijkwaardig certificaat.

Ook moet aangetoond worden dat het veiligheidsrisico niet duurzaam weggenomen kan worden met boomsparende maatregelen die in verhouding staan tot de waarde (monumentaal, ecologie, landschappelijk beeld, recreatie, gezondheid, regulerend) die de bomen vertegenwoordigen.

 

Groene waarden

Bij het al dan niet verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit kap, waarbij de veiligheid geen aanleiding vormt, wordt door de boombeheerder een afweging gemaakt tussen de groene waarden en de belangen die meespelen bij de ontwikkeling.

 

BINNEN DE GROENE ZONES

Beschermwaardige bomen binnen de groene zones

Beschermwaardige bomen mogen alleen worden geveld als sprake is van 1) een aantoonbaar veiligheidsrisico (voor omgeving en/of verkeer) wat niet duurzaam met boomsparende maatregelen weggenomen kan worden of 2) bij een groot maatschappelijk belang zoals bijvoorbeeld de bouw van een school of ziekenhuis. Het college moet hierover een afweging maken.

Het verantwoord en veilig verplanten, omvormen naar een ecologisch beheerde (veteranen)boom kan als boomsparende maatregel worden toegepast op daarvoor geschikte locaties. Denk aan plekken waarbij de boom buiten het valbereik van wegen en paden staat, of is omgesloten doormiddel van een hek.

De vergunning kan ook worden aangevraagd voor meerdere bomen in een als samenhangende eenheid te herkennen structuur. Als toetsingscriterium voor het verlenen van de vergunning geldt het behoud of de verbetering van de samenhang van de structuur. Tevens wordt gelet op de weerslag die dit heeft op het geheel aan groen in dat gebied en bijvoorbeeld de ecologische waarde, zoals vleermuisroutes. Uitgangspunt is dat niet binnen korte tijd een kaalslag mag plaatsvinden. Om dat te voorkomen wordt waar nodig het verwijderen en herplanten van bomen, gefaseerd uitgevoerd.

 

Beschermwaardige beplanting binnen de groene zones

In de Groene zones geldt ook het beschermen van groene tuinen. Voor het verharden van meer dan 20% van tuinen (onbebouwd en aaneengesloten oppervlak groter dan 150m2) van derden in de groene zones kan aan de hand van de vergunning worden getoetst of het oppervlak dat verhard wordt, gelijkwaardig wordt gecompenseerd.

De vergunning kan ook worden aangevraagd voor een samenhangende beplanting. Als toetsingscriterium voor het verlenen van de vergunning geldt het behoud of de verbetering van de samenhang van de structuur.

 

OVERIG GEBIED

Beschermwaardige bomen buiten de groene zones

Beschermwaardige bomen mogen alleen worden geveld als sprake is van 1) een aantoonbaar veiligheidsrisico (voor omgeving en/of verkeer) wat niet duurzaam met boomsparende maatregelen weggenomen kan worden of 2) bij een groot maatschappelijk belang zoals bijvoorbeeld de bouw van een school of ziekenhuis. Het college moet hierover een afweging maken.

Het verantwoord en veilig verplanten, omvormen naar een ecologisch beheerde (veteranen)boom kan als boomsparende maatregel worden toegepast op daarvoor geschikte locaties. Denk aan plekken waarbij de boom buiten het valbereik van wegen en paden staat, of is omgesloten doormiddel van een hek.

 

Gemeentelijke reguliere straat- en laanbomen op publiektoegankelijke terreinen

De primaire functie van reguliere laan- en straatbomen is die van passende, groene aankleding. Op het moment dat een boom daar niet meer aan kan voldoen (geeft vooral overlast, is ziek, heeft een slechte conditie die niet op natuurlijke wijze verbeterd kan worden, of staat in de weg voor ontwikkelingen of herinrichting) kan dat een weldoordachte reden zijn om de boom te verwijderen. Compensatie vindt 1-op-1 plaats met van een boom die (beter) past of herplant elders volgens de vervangingsladder, zie ‘Herplant en compensatie’.

Een gemeentelijke, niet-beschermwaardige boom mag dus gekapt worden als er sprake is van:

  • gegronde overlast (getoetst aan overlastnormen van Alblasserdam). Vallende bladeren, vruchten, stuifmeel, vogelpoep, honingdauw vallen hier in ieder geval niet onder. Ook voor het plaatsen van zonnepanelen of schotelantennes worden geen bomen gesnoeid of verwijderd. Voor schaduwoverlast in huis geldt de TNO minimumnorm die stelt dat de daglichttoetreding voldoende is wanneer sprake is van ten minste 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode van 19 februari tot 21 oktober (gedurende 8 maanden) in de woonkamer.

  • redelijk maatschappelijk belang (verbetering van de leefomgeving, bouw van woningen of winkels, minder file, verbetering ecologische en/of regulerende waarden, of een resterende levensduur van minder dan 5 jaar, waardoor kap maatschappelijk te verantwoorden is). Het bepalen van redelijk maatschappelijk belang is een taak voor het college;

  • een veiligheidsrisico voor de omgeving of het verkeer wat niet met in verhouding staande boomsparende maatregelen weggenomen kan worden.

     

Overige particuliere bomen

Hiervoor geldt geen vergunningsplicht, herplantplicht of compensatieplicht.

 

Beplanting buiten de groene zones

De functie van deze beplanting is te zorgen voor een passende, groene aankleding die aansluit bij de inrichtingseisen zoals benoemd in de LIOR. Op het moment dat beplanting daar niet meer aan kan voldoen (loopt sterk terug in beeld, heeft een slechte conditie die niet op natuurlijke wijze verbeterd kan worden, of staat in de weg voor ontwikkelingen of herinrichting) kan dat een weldoordachte reden zijn om de beplanting te verwijderen en (uiteindelijk) te compenseren door beplanting die (beter) past ter plekke of elders te planten.

Gemeentelijke, niet-beschermwaardige beplanting mag dus verwijderd worden als er sprake is van:

  • Slechte conditie of beeldkwaliteit die niet met economisch in verhouding staande maatregelen te verbeteren is;

  • redelijk maatschappelijk belang (verbetering van de leefomgeving, bouw van woningen of winkels, minder file, verbetering ecologische en/of regulerende waarden, waardoor verwijdering maatschappelijk te verantwoorden is)

 

BOMEN EN BEPLANTING IN RUIMTELIJKE (HER)ONTWIKKELINGEN

Anterieure overeenkomst

Voor elk bouwplan, zoals bedoeld in de Grexwet, wordt een anterieure overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst dient te worden opgenomen dat bomen die verloren gaan, moeten worden herplant.

 

QuickScan en Bomen Effect Analyse of Groentoets

 

QuickScan

Als vergunning plichtige ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden (al dan niet met enig maatschappelijk belang) moet er een ‘QuickScan bomen en groen’ worden uitgevoerd. Bij deze scan wordt bepaald of er bomen (ongeacht diameter) en /of beplanting aanwezig zijn en wat de beleidsstatus van de bomen en beplanting is. Onderstaand staan de complete voorwaarden.

Een QuickScan dient uitgevoerd te worden indien:

  • In het te ontwikkelen gebied en/of binnen een straal van 50 meter van de projectgrens bomen en/of beplanting aanwezig zijn die redelijkerwijs negatief beïnvloed kunnen worden door de ontwikkeling;

  • Binnen de kroonprojectie van bomen wordt gegraven;

  • Langs mogelijke aanrijroutes van bouwverkeer bomen en/of beplantingen staan;

  • Er sprake is van bronbemaling binnen een straal van 1 kilometer rond het projectgebied.

     

Bomen Effect Analyse en Groentoets

Als uit de QuickScan blijkt dat de ontwikkeling redelijkerwijs negatieve invloed op de bomen en/of beplanting kan hebben, moet een Bomen Effect Analyse (BEA) worden uitgevoerd voor de beschermwaardige bomen en de reguliere gemeentelijke bomen, en een Groentoets voor de beschermwaardige beplanting en alle gemeentelijke beplanting waaronder bosplantsoen. Niet alleen wordt daarmee de invloed van de ontwikkeling op de beplanting in beeld gebracht, ook kan met de uitkomst berekend worden wat uiteindelijk de financiële consequentie zal zijn.

De systematiek van de BEA is een landelijk gehanteerde richtlijn voor het in beeld brengen van de mogelijke effecten van plannen op bomen, voorziet in advies en geeft ook de mogelijke alternatieven. De Groentoets is gebaseerd op de BEA, en toetst de mogelijke effecten van de activiteiten op de overige beplanting.

In de BEA wordt inzichtelijk gemaakt welke voorwaarden in een bestek moeten worden opgenomen om de aanwezige bomen en andere beplanting tijdens en na afronding van werkzaamheden in gelijke toestand te kunnen handhaven. De BEA voorziet in een plan van aanpak voor mitigerende en compenserende maatregelen die ervoor zorgen dat de kwaliteit van al het groen op en nabij de locatie van de ontwikkeling niet zal afnemen en bij voorkeur nog zal toenemen. In de toetsing worden ook visie en beleid zoals vastgelegd in de omgevingsvisie, groenbeleid, groenstructuurplannen en andere relevante beleidsdocumenten ten aanzien van groen meegewogen.

De inventarisatie van de aanwezige bomen en beplanting dient waar mogelijk in de eerste fase (verkennings- of voorontwerpfase) van een project uitgevoerd te worden. Op dat moment is de planvorming nog niet vastgelegd, maar worden een aantal belangrijke beslissingen genomen waarbij voldoende rekening kan worden gehouden met de aanwezige beplanting. Inventarisatie in de eerste fase van een project kan in een latere fase tijdswinst opleveren.

De volgende fase is de ontwerpfase. Het voorlopig ontwerpplan staat vast maar er is nog geen definitief besluit. De ontwikkelaar maakt keuzes voor de uiteindelijke uitvoering. Aan het einde van deze fase is het definitieve ontwerp klaar en is daarmee concreet wat het werk precies inhoudt. Deze fase is geschikt voor integrale besluitvorming met een BEA. Samen met de bouwaanvraag bekijkt de gemeente of het noodzakelijk is om de bomen en andere beplanting in het te ontwikkelen gebied te verwijderen. Dit heeft ook invloed op de beplanting die aan het plangebied grenst. Voor bouwactiviteiten is daarnaast ruimte nodig die zodanig moet worden ingericht dat bomen en andere beplanting zo min mogelijk worden beïnvloed.

De BEA en Groentoets beoordelen deze punten onafhankelijk, voorafgaand aan de uitvoering van de ontwikkelingsplannen. De toets waarborgt de kwaliteit van de beplanting en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven. De resultaten van de toets worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.

Als onderdeel van dit beleid, wordt deze procedure het uitgangspunt bij ruimtelijke projecten en derhalve meegegeven in anterieure overeenkomsten. In bijlage C is een schematische weergave gegeven van dit proces.

 

Kabels en leidingen

Voor ontgravingen in openbaar terrein is een vergunning noodzakelijk. De gemeente Alblasserdam toetst bij een ontgravingsvergunning de mogelijke negatieve effecten van het uit te voeren graafwerk voor bomen en andere aanwezige beplanting.

Een belangrijke voorwaarde is dat wortels met een diameter van meer dan 3 centimeter bij graafwerkzaamheden niet beschadigd mogen worden. Beschadiging hiervan heeft namelijk direct gevolgen voor de stabiliteit (en dus de veiligheid) en de conditie van bomen.

Als het onvermijdelijk is om in deze zone ontgravingswerkzaamheden uit te voeren, moet dit ofwel handmatig ofwel via de ‘zuigmethode’ (het machinaal wegzuigen van de grond tussen de wortels) ofwel doormiddel van een gestuurde boring worden uitgevoerd. De grootst mogelijke voorzichtigheid moet in acht worden genomen. Wanneer het onvermijdelijk is dient het inkorten van wortels deskundig en onder toezicht van de toezichthouder groen te worden uitgevoerd.

Bedrijven die grondwerkzaamheden verrichten moeten zich houden aan de algemene regelgeving van de gemeente Alblasserdam bij het vellen en/of beschadigen van bomen en andere beplanting.

In voorkomende gevallen wil de gemeente vaker gebruik maken van het recht om de schade aan beplanting door werkzaamheden te verhalen op de veroorzaker.

Toezicht op de uitvoering van werkzaamheden bij bomen en andere beplanting door een (gemeentelijke) toezichthouder is noodzakelijk om te kunnen aantonen wanneer schade is toegebracht. De gemeente zet in op het vooraf schouwen van de staat van bomen en andere beplanting bij werkzaamheden (een ‘nulmeting’) en het bij oplevering nogmaals uitvoeren van een boominspectie en groenschouw. Voorafgaand aan alle werkzaamheden in en om bomen en andere te behouden groenelementen legt de gemeente in het werkbestek concreet vast dat tegenover een schade een boete staat (boeteclausule), conform RAW Standaard paragraaf 01.18. Ontstaat er toch onduidelijkheid en mogelijk discussie over de mate van de schade en de hoogte van de boete, dan wordt een taxateur van de NVTB ingeschakeld, die de schade uitdrukt in een geldelijke waarde.

 

Toezicht en handhaving

Het behouden en vergroten van de groene waarden binnen de gemeente Alblasserdam vraagt extra inzet en capaciteit op gebied van toezicht en handhaving. Toezicht op de uitvoering van werkzaamheden bij bomen en andere beplanting door een (gemeentelijke) toezichthouder is noodzakelijk om schade te voorkomen en te kunnen aantonen wanneer schade is toegebracht.

 

HERPLANT EN COMPENSATIE

Herplant en compensatie na kap

Na het verwijderen van beschermwaardige bomen en reguliere straat- of laanbomen of (deel van) beplanting dient herplant zoveel mogelijk 1-op-1 te gebeuren, met bomen die binnen 30 jaar potentieel dezelfde of een betere groene kwaliteit (ecologische waarde, kroonvolume) hebben als de te verwijderen bomen. Ook dient aandacht te zijn voor de samenhang van bomen en beplanting als lijn, vlak of groep. Uitgangspunt is dat de nieuwe aanplant kwalitatief hoogwaardig is, en wat betreft soort en aanzicht, maar vooral ook wat betreft boven- en ondergrondse groeiruimte past op de beoogde plantplaats. Bij bomen moet de aanplant passen conform de richtlijnen in de actuele versie van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.

Hiermee wordt de terugloop van de hoeveelheid en kwaliteit van groen binnen gemeente Alblasserdam voorkomen, en wordt gestreefd naar toename. Bij de boomsoortkeuze en groeiplaatsinrichting wordt rekening gehouden met het eindbeeld bij het bereiken van de ambitieleeftijd.

Vervanging:

  • Vervangen van het kroonvolume binnen 30 jaar op basis van groeiplaats, soortkeuze en aantal

    bomen.

Herinrichting/ontwikkeling:

  • Binnen 30 jaar 30% kroonbedekking openbare ruimte realiseren.

  • Bij aanleg 75m2 groen per huishouden ontwikkelen.

In plaats van 1 op 1 vervanging, kan ook het equivalent daarvan aan bomen of beplanting herplant worden. Met een hogere categorie wordt meerwaarde gecreëerd terwijl vervanging door hetzelfde element, stilstand in kwaliteit betekent. Bomen kunnen niet door groenelementen vervangen worden en deze compensatietabel is niet toepasbaar voor monumentale bomen, aangezien de waarde van deze bomen per geval getaxeerd zal worden.

 

Compensatieplan

In alle gevallen, dus zowel bij een (particuliere) vergunningsaanvraag voor bomen als bij ruimtelijke (her)ontwikkeling is een compensatieplan verplicht. Hierin is in ieder geval opgenomen:

  • waar wordt herplant, (onderbouwd, met verwijzing naar de vervangingsladder),

  • met hoeveel en welke bomen van welke plantmaat en hoeveelheid groeiruimte,

  • met hoeveel en welk type en soort beplanting van welke plantmaat en hoeveelheid groeiruimte;

  • op welke wijze worden daarmee de te vellen bomen en andere beplanting worden gecompenseerd wat betreft ecologische waarde, gezondheidswaarde, beeldbepalende waarde en regulerende waarde voor de directe leefomgeving,

  • Een nazorgplan voor de eerste 3 jaren, gerekend vanaf de aanplant, waaruit blijkt dat alles gedaan wordt om de beplanting te laten aanslaan;

  • Indien sprake is van kap van 30% of meer van een samenhangende eenheid bomen of beplanting, in een lijn, vlak of groep, de wijze waarop fasering van de kap en herplant over meerdere groeiseizoenen zal worden toegepast. Dit om kaalslag en achteruitgang in leefgebied te voorkomen.

In het geval een particuliere beschermwaardige boom weg moet vanwege een onomkeerbare aantasting of een veiligheidsrisico, hoeft de eigenaar bij de herplant niet het verloren gegane volume te compenseren. Een 1-op-1 herplant is dan voldoende, mits er voldoende groeiruimte is om uit te kunnen groeien tot een volwassen beschermwaardige boom. Dit geldt alleen in die gevallen waarbij de betreffende boom zodanig door ziekte of plaag aangetast is dat de levensverwachting minder dan 5 jaar is, of omdat sprake is van een (acuut) veiligheidsrisico wat niet meer weggenomen kan worden met boomsparende ingrepen (die qua kosten en inspanning één op één in verhouding staan tot de te beschermen waarde van de boom).

 

Herplanttermijn

Voor bomen die vallen onder de regelgeving van de Wet natuurbescherming geldt dat na kap binnen 3 jaar herplant plaats moet vinden. Bomen die vallen binnen de gemeentelijke verordening van Alblasserdam worden herplant binnen 1 jaar.

 

Toezicht

Gemeente Alblasserdam zet (steekproefsgewijs) toezicht in om na te gaan of bij herplant wordt voldaan aan de opgelegde vergunningsvoorschriften.

 

Molenbiotoop

Te vellen bomen binnen een molenbiotoop worden buiten de binnenste 100 meter van de molenbiotoop gecompenseerd. Bij herplant binnen de rest van de molenbiotoop (100 tot 400 meter vanaf de molen) dient rekening gehouden te worden met de beoogde eindhoogte van de te planten boom.

 

Nazorg

Voor alle herplant geldt dat fysiek of financieel wordt voorzien in ten minste 3 jaar nazorg. Indien tussentijds inboet nodig is, gaat opnieuw een periode van 3 jaar nazorg in. Na afloop van de nazorgperiode krijgt de nieuw aangeplante boom automatisch dezelfde status als de boom die vervangen is.

 

 

Financiële compensatie

Als het aantoonbaar niet mogelijk is te herplanten volgens de vervangingsladder, dan kan bij de aanvraag voor een kapvergunning een onderbouwde aanvraag voor financiële compensatie ingediend worden. Voor financiële compensatie gelden aanvullende bepalingen. Voor de hoogte van de financiële compensatie van bomen en groen, worden standaard prijzen opgenomen op basis van beleidsstatus. De te compenseren waarde wordt voor bomen bepaald volgens de Boomwaarde-indextabel uit de meest recente versie van het Handboek Bomen 2022 (bijlage D).

De waarde van een monumentale boom wordt bepaald door een taxateur van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen volgens de geldende NVTB-methode .

Voor beplanting worden de regels zoals gehanteerd voor beschadiging gevolgd. De vergoeding voor heesters, hagen, vaste planten of grassen en kruiden bedraagt: € 50,- per heester of vaste plant, € 100,- per m1 haag, € 20,- per m2 gras of kruidenvegetatie.

 

Bosplantsoen

Bij verwijderen van bomen uit een bosplantsoenvak (dunning) in het kader van duurzaam beheer van dat vak is geen sprake van kap maar van een onderhoudsmaatregel, en daarom geldt ook geen vergunningsplicht of meldplicht, en hoeft ook niet herplant te worden. Wel worden voorafgaand aan de uitvoering van deze onderhoudsmaatregel de inwoners actief geïnformeerd. (Zie onderdeel Beschermingsregime). Het dunnen betreft geen aaneengesloten gebied en in aantal niet meer dan 30% van de houtvormers van het totale bosplantsoenvak.

Indien een aaneengesloten deel van een bosplantsoenvak verwijderd wordt, geldt dit niet als dunning maar als kappen, en is een vergunning nodig, omdat een herkenbare, samenhangende eenheid van bomen en andere beplanting wordt aangetast. Het verwijderde bosplantsoen dient dan vervangen te worden (herplant). Op basis van het aantal verwijderde vierkante meters dient eenzelfde oppervlakte herplant te worden. Daarbij wordt niet gekeken naar het aantal te verwijderen bomen of boomvormers.

 

Groenfonds

Bomen en andere beplantingen die met een vergunning voor vellen worden verwijderd, maar niet op of bij dezelfde locatie kunnen worden herplant, worden financieel gecompenseerd in het Groenfonds. Ook bomen en andere beplantingen die zonder vergunning zijn geveld worden door de overtreder of rechthebbende op deze wijze gecompenseerd.

De gelden in het Groenfonds worden gebruikt voor aanplant van nieuwe bomen of beplanting of het verbeteren van bestaande bomen of beplanting. Elke storting die conform de voorschriften in een vergunning wordt gedaan wordt specifiek geoormerkt voor een aangewezen aanplantproject, wat ook in die vergunning wordt vastgelegd.

De reserve van het Groenfonds (gelden die na de financiering van nieuwe aanplant over zijn) kan ook worden ingezet om groeiplaatsen van specifiek aangewezen bomen te verbeteren, of voor investering in bestaand of nieuw beschermwaardig groen.

 

Aanplant

De gemeente Alblasserdam kiest bij nieuwe aanplant of herplant voor soorten die passen op de beoogde plantlocatie, lettend op het eindbeeld (kroonbreedte, hoogte, wortelpakket) ten opzichte van de beschikbare boven- en ondergrondse groeiruimte. Daarnaast is het van belang om voor soorten te kiezen die de biodiversiteit (voeder- en/of verblijfplaats van diverse soorten fauna) en regulerende diensten ondersteunen (waterzuivering, koolstofvastlegging, bestuiving, luchtzuivering, waterberging, windbreking en verkoeling in de stad).

Tot slot wordt gekeken naar de toegevoegde beeldwaarde van het aan te planten groenelement voor de directe leefomgeving, waarbij gedacht kan worden aan specifieke bladvormen en -kleuren, en bloeiwijzen.

De minimale aanplantmaat voor bomen is 16-18 (centimeter omtrek gemeten op 100 centimeter boven maaiveld). Daar waar ruimte is voor grotere bomen, wordt liever niet groter aangeplant, maar geïnvesteerd in voldoende ondergrondse groeiruimte zodat de boom goed kan aanslaan en ook de gewenste eindmaat kan bereiken.

De precieze richtlijnen voor aanplant zijn opgenomen in de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte.

 

Schematische weergave

In de tabel op de volgende pagina zijn alle afspraken omtrent kap en compensatieplicht van bomen en beplanting weergegeven. In bijlage 2 is een stroomschema opgenomen waaruit per situatie blijkt of er een verplichting of vrijstelling geldt.

 

COMMUNICATIE

 

Gemeente Alblasserdam wil inzetten op een transparante, tijdige en accurate informatievoorziening over (werkzaamheden rond) groenelementen richting haar bewoners.

Vergunningaanvragen worden standaard gepubliceerd, evenals de besluiten daarop. Eenzelfde werkwijze zal ook gehanteerd worden bij vergunningsvrije kap door de gemeente zelf, om zo bewoners inzicht te geven in de voorgenomen kapactiviteiten. Hoewel geen direct bezwaar gemaakt kan worden zoals bij vergunningaanvragen, kan het bestuur wel aangesproken worden op het niet juist uitvoeren van haar beleid omtrent kappen en de voorschriften die daar bij horen (conform Algemene wet bestuursrecht).

Ook bij de uitvoering van beheermaatregelen (snoei, knotten, dunnen) conform regulier beheer en onderhoud wil de gemeente haar inwoners actief informeren, zodat zij weten wat er speelt in de wijk en dorp. Dit kan door per activiteit een bericht te publiceren, en daarnaast vastgelegde planningen digitaal toegankelijk te maken.

Bij het afwegen of er sprake is van gegronde overlast (welke leidt tot een kapvergunning), worden in de onderzoeksfase direct aanwonenden geïnformeerd door de gemeente.

 

 

 

BIJLAGEN

 

 

BIJLAGE A

Link naar Groene Kaart met groene zones gemeente Alblasserdam en overige gebieden.

https://arcg.is/GmfDa

Toelichting op het gebruik van Groene Kaart:

Links bovenaan staat de legenda met daarnaast de tekst "Groene Kaart (view)"

Daarvoor staan twee symbolen een pijltje en een oogje

Door op het pijltje te klikken openen zich de groene zones op de Groene Kaart.

Door het oogje voor de gekozen groene zone te klikken verschijnt of verdwijnt die groene zone

Alle groene zones bij elkaar maken deel uit van de beschermde (groene) zone op de Groene Kaart.

Let op: groene zones kunnen elkaar overlappen. De Groene Long is bijv. tevens een deel van het beschermd dorpsgezicht, de Groene Loper is ook een hoofdweg.

Het laatste oogje betreft de grens van de bebouwde kom volgens de Wet Natuurbescherming

 

BIJLAGE B

Stroomschema vergunnings- en compensatieplicht bij het verwijderen van bomen en/of beplanting.

 

BIJLAGE C

Processchema Bomen en Beplanting in Ruimtelijke (her)ontwikkelingen

 

 

BIJLAGE D

Boomwaarde-indextabel