Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Beuningen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Beuningen 2024
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 98 van de Gemeentewet
  4. artikel 99 van de Gemeentewet
  5. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-03-202401-01-2024Verordening

05-03-2024

gmb-2024-192009

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Beuningen 2024

De raad van de gemeente Beuningen;

Gelet op het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Beuningen 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van de commissie is benoemd.

b. Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

c. Raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiekgeoriënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe met goedkeuring van de fractievoorzitter, vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3. Voor scholing is per raadsfractie een budget beschikbaar van € 150,- per jaar vermenigvuldigd met het aantal raadszetels.

4. De griffier beslist op de aanvraag op basis van:

a. de bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid;

b. het beschikbare scholingsbudget per raadsfractie per raadsperiode. Een overschrijding van het jaarbudget is geen grond voor afwijzing van de aanvraag indien de kosten passen binnen het voor de gehele zittingsperiode beschikbare scholingsbedrag van de fractie.

5. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 3 Verhoging vergoeding commissieleden (niet raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

Een commissielid ontvangt een vergoeding die ten hoogste 400% bedraagt van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak op maakt als:

a. het commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken en/of

b. het commissielid een vergoeding ontvangt die niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en/of omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 4 Betaling en declaratie van onkosten

In ‘De procedureregeling uitgaven politieke ambtsdragers’ zijn nadere regels opgesteld voor de betaalstelling en de declaratie van onkosten.

Artikel 5 Intrekking oude verordening

De ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017 vastgesteld op 21 februari 2017 wordt ingetrokken.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Beuningen 2024

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Beuningen van 5 maart 2024

De griffier, de voorzitter,

E. Jonkman, D.A. Bergman

Artikelsgewijze Toelichting

 

Artikel 2. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

Het artikel bevat een uitwerking van de financiële aspecten van een scholingsaanvraag en de besluitvorming daarover. Omdat sprake is van een beperkt budget per raadszetel is als uitgangspunt gekozen voor de toekenning van een budget per raadsfractie. Ook mag bij de beslissing op de scholingsaanvraag rekening worden gehouden met het budget per raadsfractie voor de gehele zittingsperiode of het restant daarvan. Dit betekent dat een raadsfractie van bijvoorbeeld 3 zetels, voor een scholingsaanvraag de beschikking heeft over € 1.800,-- (3 leden x € 150,-- x 4 jaar), uiteraard onder aftrek van reeds verleende vergoedingen tijdens de zittingsperiode.

De scholing moet gericht zijn op het persoonlijk functioneren als raadslid of op de (verdere) loopbaan. Aan deze omschrijving moet niet een te beperkte inhoud worden gegeven. Ook het bezoeken van (VNG)congressen, seminars, enz. kan met het functioneren als raadslid te maken hebben en dus voor vergoeding in aanmerking komen. Verder wordt ook aan het begrip niet-partijpolitiek georiënteerde scholing􀇳 een niet te beperkte inhoud gegeven. Een algemene cursus debatteren via de politieke partij kan zo voor vergoeding in aanmerking komen. Een cursus kernwaarden van de politieke partij voldoet niet aan criterium niet-partijpolitiek georiënteerde scholing. Bij twijfel legt de griffier een scholingsverzoek voor aan

de fractievoorzitters. De griffier beslist op de scholingsaanvraag en toetst daarbij aan de hand van de bijgesloten bewijsstukken of:

– de aanvraag betrekking heeft op niet-partijpolitiek georiënteerde scholing;

– gericht is op het persoonlijk functioneren als raadslid;

– gericht is op de (verdere) loopbaan van het raadslid;

– de kosten het totaal van het voor de betreffende raadsfractie over de gehele zittingsperiode beschikbare (restant)budget niet overtreffen.

In het geval dat de griffier twijfel heeft bij de toetsing aan criteria, legt hij de beslissing op de aanvraag ter besluitvorming voor aan de fractievoorzitters. Zij besluiten op basis van meerderheid van stemmen waarbij elk fractievoorzitter één stem heeft. Alhoewel elk individueel raadslid een scholingsaanvraag kan doen, leidt de keuze voor een collectief budget ertoe dat de aanvraag de instemming moet hebben van de gehele raadsfractie. Voor de griffier moet dit duidelijk zijn. Scholingsaanvragen door raadsleden die niet voorzien zijn van een akkoord van de fractievoorzitter worden daarom niet in behandeling genomen.

 

 

Artikel 3. Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

De hoogte van de vergoeding voor leden van gemeentelijke commissies, die zijn ingesteld op basis van artikel 82, 83 en 84 van de Gemeentewet zijn dwingend bepaald op een vast bedrag per inwonersklasse voor elke bijgewoonde vergadering van de commissie.

In bepaalde gevallen, zoals bij bijzondere deskundigheid en/of zwaarte van de taak in de commissie, is het mogelijk om een hoger bedrag aan vergoeding per vergadering toe te kennen dan bepaald in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het kan bijvoorbeeld gaan om een commissie met een bijzondere opdracht die een hogere belasting kent voor één of meerdere commissieleden.