Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Spoedzoekersverordening Hollands Kroon 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSpoedzoekersverordening Hollands Kroon 2024
CiteertitelSpoedzoekersverordening Hollands Kroon 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 4 van de Huisvestingswet 2014
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-05-202402-05-2028nieuwe regeling

18-04-2024

gmb-2024-191034

Tekst van de regeling

Intitulé

Spoedzoekersverordening Hollands Kroon 2024

De raad van de gemeente Hollands Kroon,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 maart 2024;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4 eerste lid van de Huisvestingswet 2014;

 

Besluit:

vast te stellen de Spoedzoekersverordening Hollands Kroon 2024:

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon;

    • b.

      duurzame gemeenschappelijke huishouding: een huishouden van twee partners die minimaal twee jaar lang samenwonen en de kosten van de gezamenlijke huishouding delen;

    • c.

      gemeente: gemeente Hollands Kroon;

    • d.

      huishouden: een huishouden is zowel een economische eenheid (zoals een gezin of woongemeenschap) als de organisatie van de bijbehorende werkzaamheden om in de voeding, kleding en het onderdak van dat huishouden te voorzien. De leden van een huishouden wonen in één woning;

    • e.

      inwoner: een Nederlander of een rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling als bedoeld in artikel 10 Huisvestingswet 2014, die in de basisregistratie personen van de gemeente is ingeschreven met een woonadres en feitelijk in de gemeente verblijft;

    • f.

      levensontwrichtende situatie: een woonsituatie waarbij de kans reëel is dat woningzoekende of zijn inwonende kind(eren) bedreigd, beschadigd of dakloos worden;

    • g.

      sociaal netwerk: een verzamelnaam voor de groep mensen met wie de woningzoekende een sociale relatie onderhoudt. Zoals het huishouden waar woningzoekende inwoont;

    • h.

      spoedzoekerswoning: woning bestemd voor het huisvesten van spoedzoekers;

    • i.

      relatiebreuk: de beëindiging van een relatie tussen twee samenlevende partners. Die relatie kan een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenwonen zijn;

    • j.

      verplichte hulpverlening: hulpverlening die wordt opgelegd door de rechtbank;

    • k.

      vrijwillige hulpverlening: hulpverlening die voor inwoners rechtstreeks toegankelijk is;

    • l.

      wet: Huisvestingswet 2014;

    • m.

      woningcorporatie: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet die feitelijk werkzaam is in de gemeente.

  • 2.

    Begrippen die in deze verordening voorkomen en niet nader worden toegelicht, hebben dezelfde betekenis als in de Huisvestingswet 2014, Algemene wet bestuursrecht en Gemeentewet.

Artikel 2. Indeling in een spoedzoekerscategorie

  • 1.

    Woningzoekenden die door uitzonderlijke omstandigheden met spoed op zoek zijn naar andere woonruimte, kunnen bij burgemeester en wethouders een verzoek indienen om indeling in een spoedzoekerscategorie.

  • 2.

    Als woningzoekende wordt aangemerkt een natuurlijk persoon die:

    • a.

      meerderjarig is, en

    • b.

      minimaal drie jaar ingeschreven staat als inwoner van de gemeente waar de voorrang wordt aangevraagd, en

    • c.

      minimaal zes maanden ingeschreven staat als woningzoekende in het woonruimte verdeelsysteem in de gemeente waar de voorrang wordt aangevraagd, en

    • d.

      een huishoudinkomen heeft lager dan de in artikel 16 lid 1 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 bepaalde inkomensgrens.

  • 3.

    Voor indeling in een spoedzoekerscategorie komen slechts in aanmerking:

    • a.

      ouders met inwonende kinderen tot 23 jaar waarbij als gevolg van een relatiebreuk, sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie doordat zij nog samenwonen met hun ex-partner in dezelfde woning of doordat zij inwonen bij een ander huishouden door de relatiebreuk;

    • b.

      ouders met inwonende kinderen tot 23 jaar waarbij als gevolg van een relatiebreuk, sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie;

    • c.

      inwoners waarbij er sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen over de beoordeling van een aanvraag.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders laten zich bij de beoordeling van het verzoek om indeling in een spoedzoekerscategorie laten adviseren door een woningcorporatie en door een door hen aan te wijzen instantie.

  • 6.

    Het verzoek om indeling in een spoedzoekerscategorie wordt gedaan aan burgemeester en wethouders onder verstrekking van de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, woonplaats, geboortedatum, nationaliteit en, indien van toepassing, de verblijfstitel van de verzoeker; en

    • b.

      aantal personen waaruit het huishouden van de verzoeker bestaat, en

    • c.

      aanduiding van de spoedzoekerscategorie die wordt aangevraagd, en

    • d.

      een omschrijving van woningzoekende waarom er sprake is van een levensontwrichtende situatie en uitleg waarom dit opgelost wordt met een spoedzoekerswoning, en

    • e.

      als er vrijwillige of verplichte hulpverlening betrokken is een bewijs hiervan. Dit bewijs bevat minimaal de contactgegevens van de hulpverleners, een omschrijving waarom er sprake is van een levensontwrichtende situatie en uitleg waarom dit opgelost wordt met een spoedzoekerswoning.

    • f.

      als er geen hulpverlening betrokken is, een omschrijving van iemand uit het sociale netwerk van woningzoekende die getuigt van de levensontwrichtende situatie en waarom dit opgelost wordt met een spoedzoekerswoning.

  • 7.

    De beschikking tot indeling in een spoedzoekerscategorie vermeldt in ieder geval:

    • a.

      naam, adres en woonplaats van de woningzoekende, en

    • b.

      datum waarop het verzoek om indeling in een spoedzoekerscategorie door burgemeester en wethouders is ontvangen, en

    • c.

      de spoedzoekerscategorie waarin de woningzoekende is ingedeeld, en

    • d.

      het woningtype waarvoor de woningzoekende in aanmerking komt, en

    • e.

      de duur van de spoedzoekerscategorie. Deze is 12 maanden.

  • 8.

    Bij de toewijzing van woonruimte wordt, rekening houdend met de leefbaarheid, gestreefd naar een optimaal gebruik van de beschikbare ruimte in de woning. Hierdoor kan het voorkomen dat meerdere gezinsleden een slaapkamer moeten delen.

Artikel 3. Intrekken, vervallen of wijzigen spoedzoekerscategorie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de beschikking tot indeling in een spoedzoekerscategorie intrekken indien de woningzoekende:

    • a.

      niet langer als woningzoekende als bedoeld in artikel 2 is aan te merken, of

    • b.

      bij zijn aanvraag gegevens heeft verstrekt, waarvan hij wist of kon vermoeden dat deze onjuist of onvolledig waren, of

    • c.

      een aanbod voor een passende woning heeft geweigerd.

  • 2.

    Na het verlopen van de duur van de spoedzoekerscategorie vervalt deze, tenzij woningzoekende verlenging aanvraagt.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve dan wel op verzoek een woningzoekende in een andere spoedzoekerscategorie indelen als gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven. De woningzoekende ontvangt dan een nieuwe beschikking, onder intrekking van de oude beschikking.

Artikel 4. Verlenging spoedzoekersbesluit

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen het besluit tot indeling in een spoedzoekerscategorie verlengen op verzoek van woningzoekende, telkens voor de duur van maximaal 12 maanden.

  • 2.

    Het in lid 1 genoemde verzoek om verlenging dient minimaal 2 weken voor het verstrijken van de looptijd ingediend te worden.

  • 3.

    De verlenging van het spoedzoekersbesluit vermeldt in ieder geval:

    • a.

      naam, adres en woonplaats van de woningzoekende, en

    • b.

      de spoedzoekerscategorie waarin de woningzoekende is ingedeeld, en

    • c.

      het woningtype waarvoor de woningzoekende in aanmerking komt, en

    • d.

      aantal personen dat de woonruimte in gebruik neemt, en

    • e.

      duur , maximaal 12 maanden.

Artikel 5. Aanwijzing woonruimte voor spoedzoekers

  • 1.

    Burgmeester en wethouders merken in samenspraak met de woningcorporaties woningen aan als spoedzoekerswoningen.

  • 2.

    Spoedzoekerswoningen worden toegewezen aan woningzoekenden die zijn ingedeeld in een spoedzoekerscategorie.

  • 3.

    Spoedzoekerswoningen worden toegewezen via directe bemiddeling door de betreffende woningcorporatie.

Artikel 6. Rangorde woningzoekenden

  • 1.

    Als op grond van deze verordening meerdere woningzoekenden in aanmerking komen voor indeling in een spoedzoekerscategorie, wordt de rangorde als volgt bepaald:

    • a.

      als eerste komen in aanmerking ouders met inwonende kinderen tot 23 jaar waarbij als gevolg van een relatiebreuk, sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie doordat zij nog samenwonen met hun ex-partner in dezelfde woning of doordat zij inwonen bij een ander huishouden door de relatiebreuk, waarbij sprake is van verplichte hulpverlening;

    • b.

      als tweede komen in aanmerking ouders met inwonende kinderen tot 23 jaar waarbij als gevolg van een relatiebreuk, sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie doordat zij nog samenwonen met hun ex-partner in dezelfde woning of doordat zij inwonen bij een ander huishouden door de relatiebreuk, waarbij sprake is van vrijwillige hulpverlening;

    • c.

      als derde komen in aanmerking ouders met inwonende kinderen tot 23 jaar waarbij als gevolg van een relatiebreuk, sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie, waarbij sprake is van verplichte hulpverlening;

    • d.

      als vierde komen in aanmerking ouders met inwonende kinderen tot 23 jaar waarbij als gevolg van een relatiebreuk, sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie, waarbij sprake is van vrijwillige hulpverlening;

    • e.

      als vijfde komen in aanmerking woningzoekendenwaarbij er sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie, waarbij sprake is van verplichte hulpverlening;

    • f.

      als zesde komen in aanmerking woningzoekenden waarbij er sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie, waarbij sprake is van vrijwillige hulpverlening;

    • g.

      als zevende komen in aanmerking ouders met inwonende kinderen tot 23 jaar waarbij als gevolg van een relatiebreuk, sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie doordat zij nog samenwonen met hun ex-partner in dezelfde woning of doordat zij inwonen bij een ander huishouden door de relatiebreuk, waarbij geen hulpverlening betrokken is;

    • h.

      als achtste komen in aanmerking ouders met inwonende kinderen tot 23 jaar waarbij als gevolg van een relatiebreuk, sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie, waarbij geen hulpverlening betrokken is;

    • i.

      als negende komen in aanmerking woningzoekendenwaarbij er sprake is van een levensontwrichtende woonsituatie, waarbij geen hulpverlening betrokken is;

  • 2.

    Als meerdere woningzoekenden met dezelfde rangorde in aanmerking komen, dan gaan woningzoekenden met een eerder afgegeven beschikking tot indeling in een spoedzoekerscategorie voor op woningzoekenden met een later afgegeven beschikking. Daarna komen de andere woningzoekenden in aanmerking, in volgorde van de datum van afgifte van de beschikking tot indeling in een spoedzoekerscategorie.

  • 3.

    Als meerdere woningzoekenden met dezelfde rangorde in aanmerking komen en de beschikkingsdatum is gelijk, dan hebben woningzoekenden die in het dorp wonen waar de spoedzoekerswoningen zich bevinden voorrang op woningzoekenden die elders in de gemeente wonen als ze minimaal de afgelopen 3 jaar voorafgaand aan de aanvraag hun woonadres hebben in het betreffende dorp.

  • 4.

    Als op grond van het tweede en derde lid meerdere woningzoekenden met dezelfde rangorde in aanmerking komen, dan wordt de woning door loting toegewezen aan één van deze woningzoekenden.

  • 5.

    Als voor een bepaalde woonruimte geen woningzoekende met voorrang in aanmerking komt, dan wordt de woning volgens het reguliere woonruimteverdelingsbeleid toegewezen.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders..

Artikel 8. Naam en inwerkingtreding verordening

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Spoedzoekersverordening Hollands Kroon 2024.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking 1 dag na publicatie en vervalt van rechtswege na het verstrijken van een periode van vier jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 april 2024.

De griffier,

J.M.M. Vriend

De voorzitter

A. van Dam

Algemeen

Uitgangspunten Huisvestingswet 2014

De Huisvestingswet 2014 (hierna: wet) biedt gemeenten het instrumentarium in te grijpen in de verdeling van goedkope woonruimte. Het uitgangspunt van de wet is de vrijheid van vestiging. Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft, heeft het recht om zich vrijelijk te verplaatsen en te vestigen. Dit grondrecht kan alleen worden beperkt indien noodzakelijk voor het algemeen belang in een democratische samenleving. Dat belang kan volgens de wet gelegen zijn in het tegengaan van de onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte.

 

Met de urgentieverordening wordt voorrang gegeven aan woningzoekenden die met spoed (andere) woonruimte nodig hebben. Er zijn regels opgesteld om te bepalen in welke gevallen de behoefte aan woonruimte zo dringend noodzakelijk is, dat het voorrang op de andere woningzoekenden rechtvaardigt.

 

Door stijgende druk op de woningmarkt is er een groep inwoners die niet in aanmerking komt voor urgentie en waarbij wel een dringende vraag naar een woning is. De komende jaren worden er in Hollands Kroon verschillende nieuwbouwprojecten gestart en uitgevoerd, maar er is juist nu behoefte aan tijdelijke woningen. Daarom wil de gemeente een aanvulling bieden op de bestaande woningvoorraad door tijdelijke huisvestingslocaties te bieden. Deze locaties kunnen worden bewoond door spoedzoekers.

 

Spoedzoekersverordening

Door middel van deze spoedzoekersverordening is vastgesteld hoe de toewijzing van de spoedzoekerswoningen plaatsvindt.

De spoedzoekersverordening bestaat uit drieonderdelen: criteria/categorieën (artikel 2, tweede en derde lid), aanwijzing vergunning plichtige woonruimte (artikel 5) en procedurevoorschriften (artikelen 2, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en negende lid, 3 en 5) .

 

Spoedzoekerscategorieën

In de spoedzoekersverordening dient te worden vastgelegd in welke gevallen sprake is van een dringend noodzakelijke behoefte aan woonruimte waardoor een woningzoekende in aanmerking komt voor het bewonen van een spoedzoekerswoning: de zogenaamde spoedzoekerscategorieën. De gemeenteraad is vrij in het benoemen van spoedzoekerscategorieën.

 

Categorieën woonruimte

Naast het benoemen van spoedzoekerscategorieën dienen ook categorieën woonruimte te worden aangewezen waarbij voorrang kan worden gegeven aan woningzoekenden uit één van de spoedzoekerscategorieën. Voor het aanwijzen van categorieën woonruimte is aangesloten bij de huurtoeslaggrens.

 

Procedure

In de verordening is vastgelegd wat de procedure is voor woningzoekenden om voor indeling in een spoedzoekerscategorie in aanmerking te komen en op welke wijze zij vervolgens een spoedzoekerswoning kunnen krijgen. Ter uitvoering van deze verordening hebben burgemeester en wethouders nadere regels opgesteld.

 

Artikelsgewijs

In deze artikelsgewijze toelichting worden enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven behandeld.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Het aantal definities in artikel 1 is beperkt aangezien de wet (in artikel 1) al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze verordening.

 

Artikel 2. Indeling in een spoedzoekerscategorie

In de Huisvestingswet is ruimte geboden aan de gemeenteraad om in een verordening regels te stellen aan het toewijzen van spoedzoekerswoningen.

 

In het tweede lid wordt artikel 10, tweede lid, van de wet als vereiste gesteld voor de indeling in een spoedzoekerscategorie. In artikel 10, tweede lid, van de wet is bepaald dat voor een spoedzoekersbesluit slechts in aanmerking komen woningzoekenden die de Nederlandse nationaliteit bezitten of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander worden behandeld, of vreemdeling zijn en rechtmatig verblijf in Nederland hebben.

 

Woningzoekenden kunnen een verzoek indienen voor één spoedzoekerscategorie. Indien uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager alleen voor een andere categorie in aanmerking komt neemt het college de aanvraag voor de categorie in behandeling waarvoor de aanvrager in aanmerking komt.

 

Juridisch ouderschap betekent dat de ouder volgens de wet familie van het kind is. Meestal zijn dit biologische moeder en vader, maar dat hoeft echter niet. Volgens de moeder is de moeder uit wie het kind geboren wordt, van rechtswege juridisch ouder. Bij een geboorte binnen het huwelijk of een geregistreerd partnerschap is de echtgenoot of geregistreerd partner ook automatisch juridisch ouder. In andere gevallen moet de partner van de moeder het kind eerst erkennen.

Juridisch ouderschap heeft tot gevolg dat de ouder het kind moet onderhouden tot het 21 jaar wordt. Als de ouders uit elkaar gaan, hebben zij recht op omgang, informatie en consultatie. Tot slot wordt het kind wettelijk erfgenaam van de juridisch ouder.

Een persoon kan ook juridisch ouder worden door adoptie. In dat geval houden de juridische banden met de oorspronkelijke ouders op te bestaan. Bij een stiefouderadoptie blijft de juridische band met één van de ouders intact. Dit is meestal de moeder.

Een juridisch ouder heeft niet altijd automatisch het ouderlijk gezag. Als er geen sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, moet die ouder dit eerst aanvragen.

 

Voor een advies als bedoeld in het vijfde lid, kunnen burgemeester en wethouders bijvoorbeeld bij een verzoek om een medische indicatie een medisch adviseur aanwijzen of een andere onafhankelijke deskundige.

 

Voor het indienen van een aanvraag wordt, naast het gestelde in deze verordening, verwezen naar de bijbehorende nadere regels (Nadere regels spoedzoekersverordening Hollands Kroon 2024). Hierin zijn algemene uitsluitingsgronden en toelichtingen/uitsluitingen per spoedzoekerscategorie te vinden.

 

Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht wordt de indeling in een spoedzoekerscategorie bij beschikking vastgelegd (zie het zevende lid). Tegen een beschikking staat bezwaar en beroep open.

 

De beperkt beschikbare woonruimte voor spoedzoekers willen we zo goed mogelijk benutten. In het achtste lid wordt beschreven dat het daardoor voor kan komen dat niet ieder gezinslid over een eigen slaapkamer beschikt en slaapkamers gedeeld moeten worden door meerdere gezinsleden. Het liefst willen we iedereen zo ruim mogelijk huisvesten waarbij ieder gezinslid beschikt over een eigen slaapkamer. Dit is in de praktijk helaas niet altijd mogelijk.

 

Artikel 3. Intrekken, vervallen of wijzigen spoedzoekerscategorie

 

Artikel 4. Verlenging spoedzoekersbesluit

 

Artikel 5. Aanwijzing woonruimte voor spoedzoekers

 

Artikel 6. Rangorde woningzoekenden

In deze bepaling staan voorrangsregels voor toewijzing van woonruimte in de gevallen waarin er meer dan één gegadigde is voor een bepaalde woonruimte.

 

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan burgemeester en wethouders om in bijzondere en/of onvoorziene omstandigheden, gemotiveerd, af te wijken van de regels zoals genoemd in deze verordening. Bij de toepassing van de hardheidsclausule dient een afweging te worden gemaakt tussen de verordening en de gevolgen van het handhaven van de regels voor een individueel geval. Indien het toepassen van de verordening in een individueel geval leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, kan bij wijze van uitzondering worden afgeweken van de verordening.