Organisatie | Peel en Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Peel en Maas |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Peel en Maas |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Peel en Maas 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-05-2024 | 01-04-2024 | nieuwe regeling | 23-04-2024 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS
Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders nr. 11-27.
Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet.
Gelet op het bepaalde in artikelen 2.1.3, 2.1.4 eerste tot en met vierde lid, en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 vierde lid en 2.6.6 eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
Gelet op artikel 3.8, tweede lid, en 5.4, eerste en derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Peel en Maas
In deze verordening wordt verstaan onder:
HOOFDSTUK 2: MELDING, ONDERZOEK EN AANVRAAG
Artikel 5 Vooronderzoek: verzamelen gegevens en indienen persoonlijk plan
Voor het gesprek verschaft de burger het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Daarbij geeft de burger in ieder geval aan of hij ingezetene is van de gemeente Peel en Maas, of op korte termijn ingezetene wordt.
De onderzoeksfase bestaat uit zoveel als nodig persoonlijke gesprekken om de situatie van de burger helder te krijgen. Het gesprek of de gesprekken worden gevoerd met de burger, dan wel zijn vertegenwoordiger, voor zover mogelijk zijn mantelzorger en voor zover nodig zijn familie en/of cliëntondersteuner. Indien nodig is ook een professional die bij de burger is betrokken aanwezig bij het gesprek. Indien nodig vindt afstemming plaats met professionals in het netwerk.
Na het onderzoek verstrekt het college dan wel zijn vertegenwoordiger een schriftelijk weergave van de uitkomsten van het onderzoek via een leefzorgplan. Opmerkingen of latere aanvullingen van de burger worden aan het leefzorgplan toegevoegd.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
Het een melding of aanvraag betreft van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 5 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
HOOFDSTUK 3: MAATWERKVOORZIENING
Artikel 10 Criteria voor maatwerkvoorziening
Een burger komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de burger ondervindt, voor zover de burger deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere burgers uit zijn sociaal netwerk dan wel gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 4 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de burger in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Een burger met psychische of psychosociale problemen en een burger die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huislijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, voor zover de burger deze problemen naar het oordeel van het college zich niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere burgers uit zijn sociale netwerk dan wel gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 genoemde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de burger aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de burger in staat wordt gesteld om zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Als het college van oordeel is dat een burger zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning redelijkerwijs van tevoren had kunnen voorzien en zijn beslissing had kunnen voorkomen, kan het college besluiten dat de burger niet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid of participatie.
Artikel 14 Hoogte en voorwaarden persoonsgebonden budget (pgb) algemeen
wordt berekend op basis van een prijs of tarief:
waarbij, voor zover van toepassing, rekening is gehouden met de in lid 1 onder b gestelde voorwaarden betreffende het tarief onder welke de burger de mogelijkheid heeft om de betreffende diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, en
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en;
Artikel 15 Eigen verantwoordelijkheden van de budgethouder
De budgethouder is zelf verantwoordelijk voor:
Artikel 16 Hoogte pgb bij diensten in de vorm van hulp bij het huishouden, de trajecten zoals genoemd onder artikel 2, lid 2, sub c, d, e en f en logeren
Bij de hoogte van het tarief voor het pgb gelden drie tarieven:
voor beroepsmatige ondersteuning wordt, na bepaling van het traject/ segment waaronder de gevraagde hulp valt, uitgegaan van tarieven die bepaald zijn binnen de regionale afgesloten raamcontracten voor beroepsmatige ondersteuning. Deze tarieven staan vermeld op de site van de modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord (MGR).
Artikel 17 Hoogte pgb bij vervoer naar dagbesteding
Voor de hoogte van het pgb wordt uitgegaan van tarieven voor vervoer naar dagbesteding die bepaald zijn binnen de regionale afgesloten raamcontracten voor beroepsmatige ondersteuning. Deze tarieven staan vermeld op de site van de MGR www.sociaaldomein-limburgnoord.nl.
Artikel 19 Hoogte pgb bij woonvoorzieningen en hulpmiddelen
De afschrijvingstermijn van woonvoorzieningen en hulpmiddelen bedraagt 7 jaar. Bij woonvoorzieningen en hulpmiddelen voor kinderen geldt 5 jaar. Een uitzondering hierop is de traplift: hiervoor geldt een afschrijvingstermijn van 10 jaar. Binnen deze termijnen wordt in de regel geen nieuw pgb verstrekt, tenzij hiervoor bijzondere gronden zijn.
Artikel 20 Hoogte pgb bij sportvoorzieningen
Een persoonsgebonden budget voor een sportvoorziening bedraagt een vastgesteld bedrag van € 4.000,00 voor aanschaf en eventueel onderhoud van sportvoorzieningen en -hulpmiddelen gedurende een periode van 3 jaar.
Artikel 21 Hoogte en voorwaarden pgb bij beschermd wonen
De hoogte van het pgb bij beschermd wonen bedraagt bij:
niet-beroepsmatige ondersteuning, wordt deze gebaseerd op het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij de Functie Waardering Gezondheidszorg 30 (FWG 30) van de CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen, Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg (VVT) voor de betreffende periode inclusief vakantietoeslag en tegenwaarde van de verlofuren.
Artikel 22 Pgb voor inzetten sociaal netwerk (niet-beroepsmatige ondersteuning)
Het verstrekken van een pgb, zoals bedoeld in artikel 16 lid 2 van deze verordening, als een financiële compensatie voor ondersteuning door mensen in de sociale omgeving van de burger is mogelijk onder de volgende voorwaarden:
Artikel 23 Besteding en verantwoording kosten pgb
De schriftelijke (zorg)overeenkomst die de budgethouder sluit met iedere persoon of instantie bij wie hij een maatwerkvoorziening inkoopt, moet in overeenstemming zijn met de door het college afgegeven beschikking (inclusief leefzorgplan). Indien het college van mening is dat de zorgovereenkomst hier niet aan voldoet, wordt de budgethouder in de gelegenheid gesteld om de overeenkomst in de gewenste zin aan te passen.
De goedkeuring door het college is een voorwaarde voor de Sociale Verzekeringsbank om tot uitbetaling aan de zorgverlener over te kunnen gaan. Zonder een goedgekeurde zorgovereenkomst vindt namelijk geen uitbetaling plaats. Indien het college wel akkoord is met de zorgovereenkomst dan wordt dit doorgegeven aan de Sociale Verzekeringsbank en tevens wordt dan aangegeven wat het maximumtarief is per zorgovereenkomst.
Er is een vrij besteedbaar bedrag van € 250 per kalenderjaar per budgethouder toegestaan bij de besteding van het persoonsgebonden budget. Dit moet de budgethouder wel zelf vrij spelen in het toegekende budget, door bijvoorbeeld goedkoper in te kopen of niet alle uren te besteden. Indien de indicatie gedurende het kalenderjaar start of korter dan 1 jaar duurt, dan geldt het bedrag naar rato.
Via periodiek overleg over het leefzorgplan vindt controle van het gebruik en de besteding van de maatwerkvoorzieningen en het persoonsgebonden budget plaats. Dit kan leiden tot bijstelling van de omvang van de maatwerkvoorzieningen en/of het persoonsgebonden budget.
Artikel 25 Controle op het gebruik of de besteding van verstrekte voorzieningen
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de controle op het gebruik of de besteding van de verstrekte voorziening.
Artikel 26 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een burger aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de burger opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de burger en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
HOOFDSTUK 4: BIJDRAGE IN DE KOSTEN
Artikel 27 Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen en bij verordening aangewezen algemene voorzieningen
Artikel 28 Bijdrage voor algemene voorzieningen, met uitzondering van de bij verordening aangewezen algemene voorzieningen
Kwijtschelding van de eigen bijdrage voor de dorpsontmoeting is mogelijk voor burgers:
Indien sub a. tot en met d. van dit artikel niet van toepassing zijn, kan op basis van de draagkrachtberekening, zoals bedoeld in artikel 475d van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, worden bepaald of in bepaalde situaties een lagere inkomensafhankelijke bijdrage of kwijtschelding mogelijk is.
Artikel 29 Bijdrage voor maatschappelijke opvang
De hoogte van de eigen bijdrage voor winteropvang en acute opvang:
Vanwege de complexiteit van de zorgvraag van sommige burgers kan het college besluiten tot verlengd en verdiepend onderzoek naar de zorgvraag en het organiseren van een passende oplossing, zoals bedoeld in de beleidsregel landelijke toegankelijkheid maatschappelijke opvang. Het gaat hierbij om burgers (met of zonder kinderen) uit de regio Noord- en Midden Limburg die verblijven in de acute opvang. Indien de termijn van 2 weken verlengd wordt, kan het college besluiten dat de burger ook voor deze periode geen eigen bijdrage verschuldigd is.
Het is de opvanginstelling toegestaan burgers (met of zonder kinderen) die verblijven in de acute opvang een vergoeding te vragen voor verstrekte maaltijden.
De hoogte van deze vergoeding is gelijk aan die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) berekent als gemiddelde voedingskosten.
HOOFDSTUK 5: KWALITEIT EN VEILIGHEID
Artikel 30 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op het voldoen aan het gestelde in lid 1, 2, en 3 door periodieke overleggen met de aanbieders, periodiek ervaringsonderzoek onder deelnemers en gebruikers en het zo nodig in overleg met de burger ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.
Artikel 31 Verhouding prijs en kwaliteit levering diensten door derden
HOOFDSTUK 6: WAARDERING MANTELZORGERS
Artikel 33 Waardering mantelzorgers
Het college geeft in samenspraak met het Steunpunt Mantelzorg Peel en Maas invulling aan de waardering van mantelzorgers die zorg verlenen aan burgers van de gemeente Peel en Maas. Dit gebeurt jaarlijks rondom de Dag van de Mantelzorg met o.a. het mantelzorgcompliment en met diverse speciale activiteiten voor mantelzorgers gedurende het jaar.
HOOFDSTUK 8: OVERGANGSRECHT EN SLOTBEPALINGEN
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt ten minste eenmaal per jaar geëvalueerd. Het college zendt een rapportage over het gevoerde beleid en de effecten daarvan aan de gemeenteraad.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de burger afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 39 Overgangsbepalingen
Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Peel en Maas, zoals vastgesteld op 23 april 2024, wordt beslist met inachtneming van de verordening waarop het besluit is gebaseerd, tenzij de toepassing van deze verordening gunstiger is voor de bezwaarmaker.
Een burger houdt het recht op een lopende voorziening in de vorm van zorg in natura verstrekt voor 1 april 2024, tot de datum waarop de verstrekte voorziening eindigt, of totdat het college een ander besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze lopende voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.