Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Beleidsregels over het toepassen van de uitgebreide procedure bij aanvragen omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteiten gemeente Hoeksche Waard 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels over het toepassen van de uitgebreide procedure bij aanvragen omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteiten gemeente Hoeksche Waard 2024
CiteertitelBeleidsregels over het toepassen van de uitgebreide procedure bij aanvragen omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteiten gemeente Hoeksche Waard 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16.65, vierde lid, van de Omgevingswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-05-2024nieuwe regeling

16-04-2024

gmb-2024-189574

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels over het toepassen van de uitgebreide procedure bij aanvragen omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteiten gemeente Hoeksche Waard 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard,

 

overwegende dat:

 

  • -

    het college op grond van artikel 16.65, vierde lid van de Omgevingswet de bevoegdheid heeft om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV) van toepassing te verklaren op de voorbereiding van de beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsactiviteit (afwijking omgevingsplan, of te wel: BOPA);

  • -

    het daarbij op grond van artikel 16.65, vierde lid van de Omgevingswet moet gaan om:

    • a.

      een activiteit die aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving, én

    • b.

      waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben;

  • -

    de gemeenteraad van de Hoeksche Waard op 11 oktober 2022 het “besluit adviesrecht en verplichte participatie” vaststelde waarin is vastgelegd in welke gevallen er een bindend advies en verplichte participatie vereist is van de gemeenteraad voordat het college een BOPA kan vergunnen, welke gevallen aansluiten bij het bepaalde in artikel 16.65, vierde lid van de Omgevingswet;

gelet op artikel 16.65, lid 4 van de Omgevingswet,

 

Besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels over het toepassen van de uitgebreide procedure bij aanvragen omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteiten gemeente Hoeksche Waard 2024

 

Inhoudende:

Artikel 1  

De activiteiten die de gemeenteraad van de Hoeksche Waard heeft opgenomen in het “besluit adviesrecht en verplichte participatie” van 11 oktober 2022 worden aangewezen als zijnde activiteiten die in ieder geval aanzienlijke gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving en waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben.

Artikel 2  

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de Hoeksche Waard op 16 april 2024.

De secretaris,

D.E. Koops

De burgemeester,

F.D. van Heijningen

Toelichting

In de Omgevingswet zijn er 2 besluitvormingsprocedures die worden toegepast bij een aanvraag om een omgevingsvergunning: de reguliere procedure en de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV).

 

De reguliere procedure betekent dat het college van burgemeester en wethouders binnen 8 weken een besluit neemt op de aanvraag. Deze termijn kan met maximaal 6 wekend worden verdaagd. Tegen een besluit staan vervolgens bezwaar en beroep open.

 

De UOV houdt in dat naar aanleiding van de aanvraag een ontwerpbesluit wordt genomen waartegen iedereen een zienswijze kan indienen. Pas daarna neemt het college een definitief besluit op de aanvraag. Tegen dat besluit staat beroep open bij de rechtbank (dus geen bezwaarmogelijkheid meer).

 

In artikel 16.65 Omgevingswet staat wanneer deze uitgebreide procedure van toepassing is. Dat is in de volgende situaties het geval:

  • 1.

    Als de wet die procedure verplicht stelt (bijv. bij vaststelling omgevingsplan door de gemeenteraad).

  • 2.

    Als de aanvrager erom verzoekt of ermee instemt.

  • 3.

    Als het college daartoe besluit en het gaat om een aanvraag die niet past in het Omgevingsplan (een zogenaamde buitenplanse omgevingsactiviteit, of te wel BOPA)

Deze beleidsregels gaan over punt 3. In artikel 16.65, lid 4 Omgevingswet staat dat het college de UOV van toepassing kan verklaren als het gaat om een aanvraag voor een BOPA:

  • a.

    als het gaat om een activiteit die aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving, én

  • b.

    waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben.

Het college kan niet vooraf beslissen in welke gevallen hij de UOV zal toepassen: dat moet per aanvraag om een BOPA worden beoordeeld. Wel kan het college beleidsregels opstellen over de vraag wat wordt verstaan onder “aanzienlijke gevolgen” in de zin van sub a. In de beleidsregel kan het college activiteiten benoemen die in ieder geval aanzienlijke gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving én waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben. Hiermee geeft het college een gedragslijn, waarmee het college duidelijkheid biedt in welke gevallen de UOV van toepassing is. Deze beleidsregels voorzien hierin. Het vaststellen van de beleidsregels betekent niet dat de UOV automatisch van toepassing is. Het college moet daarover altijd een apart besluit nemen. De aanvrager moet hierover gehoord worden.

 

Raadsbesluit over bindend advies

In het besluit van 11 oktober 2022 gaf de gemeenteraad aan in welke gevallen er een bindend advies van de raad moet worden gevraagd voordat het college een BOPA kan vergunnen. Het gaat hier onder meer om de bouw van minimaal 12 woningen binnen het bestaand stads- en dorpsgebied, de realisatie van een nieuwe weg met een hoofdonstluitende functie en het realiseren van windturbines en zonneparken. Kortom, het gaat om de wat grotere ruimtelijke plannen met relatief “aanzienlijke gevolgen” voor de omgeving.

 

Het ligt voor de hand om voor deze grotere ruimtelijk plannen ook een zwaardere procedure te volgen: dus niet de reguliere procedure, maar de UOV van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Met andere woorden: er wordt een koppeling gelegd tussen de gevallen waarin de raad advies moet uitbrengen en waarvoor participatie verplicht is en de mogelijkheid tot toepassing van de UOV. De door de raad aangewezen situaties worden beschouwd als zijnde “activiteiten die aanzienlijke gevolgen hebben of kunnen hebben” in de zin van artikel 16.65, vierde lid. Deze koppeling heeft als bijkomend voordeel dat het vragen van advies aan de gemeenteraad vaak meer tijd kost dan de 8 weken die beschikbaar zijn binnen de reguliere procedure. Bij het volgen van de UOV heeft de raad meer tijd om te reageren op het (bouw)plan. Dit bijkomende voordeel is echter geen afweging bij het nemen van een besluit tot het wel of niet toepassen van de UOV. Die afweging mag het college alleen maken op de inhoudelijke gronden als bedoeld in artikel 16.65, lid 4 Omgevingswet.

 

Een beleidsregel is niet vrijblijvend: in beginsel moet een bestuursorgaan zich daaraan houden. Het kan voorkomen dat bij een specifieke aanvraag die afgehandeld zou moeten worden via de reguliere procedure, het toch wenselijk en noodzakelijk is om de UOV te volgen. Andersom kan zich ook voordoen: de aangevraagde activiteit staat op de lijst, maar de UOV lijkt in dit geval niet nodig. In die gevallen kan het college met een beroep op artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht afwijken van deze beleidsregel. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als uit de gehouden participatie blijkt dat er geen bedenkingen zullen zijn.