Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalsmeer

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Beleidsregels Wet inburgering 2021 Aalsmeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalsmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Beleidsregels Wet inburgering 2021 Aalsmeer
CiteertitelBeleidsregels Wet inburgering 2021 Aalsmeer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4.3 van de Wijzigingswet Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten (nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-2024Nieuwe regeling

26-03-2024

gmb-2024-188057

Z24-022453

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Beleidsregels Wet inburgering 2021 Aalsmeer

Zaaknummer: Z24-022453

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer;

gelezen het advies van afdeling W&I van 23 april 2024;

gelet op artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het college het nodig vindt kaders te stellen voor de inburgering;

besluiten vast te stellen de:

Beleidsregels Wet inburgering 2021 Aalsmeer

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      AZC: Asielzoekerscentrum

    • b.

      COA: Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

    • c.

      DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs

  • 2.

    Overige begripsbepalingen zijn overeenkomstig met de begrippen in de Wet inburgering 2021.

Artikel 2 Vroege start inburgering

  • 1.

    Het college neemt de brede intake af nadat de asielstatushouder zich heeft ingeschreven in de gemeente, tenzij het mogelijk is om de brede intake al eerder, vanuit het AZC, en met toestemming van de asielstatushouder af te nemen. Tenzij het college oordeelt dat deelname aan de brede intake op grond van de persoonlijke omstandigheden van de asielstatushouder niet mogelijk of niet wenselijk is. Hierbij spreken we van een vroege start. Bij gezinsmigranten en overige migranten neemt het college de brede intake af na bekendmaking door DUO.

  • 2.

    Het college beslist op welke locatie de asielstatushouder deelneemt aan de brede intake aan de hand van de persoonlijke omstandigheden en welke verwachte leerroute.

Artikel 3 Vergoeding reiskosten en overige onkosten tijdens de vroege start inburgering en tijdens de inburgering

  • 1.

    Het college kan een vergoeding voor reiskosten en overige onkosten aanbieden aan inburgeraars die aan een inburgeringstraject deelnemen en die een bijstandsuitkering ontvangen of die gekoppeld zijn aan de gemeente Aalsmeer maar nog verblijven in het AZC.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor reiskosten of overige onkosten moet de inburgeraar een overeenkomst te overleggen waaruit de duur en omvang in uren van het inburgeringstraject blijkt.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor reiskosten moet de uitkeringsgerechtigde minimaal drie kilometer te moeten reizen naar de in het tweede lid genoemde activiteiten.

  • 4.

    De hoogte van de onkostenvergoeding op grond van het eerste lid bedraagt:

    • a.

      Bij 1 dagdeel per week ( 4 uur) € 40,00 per maand.

    • b.

      Bij 2 dagdelen per week ( 8 uur) € 80,00 per maand.

    • c.

      Bij 3 dagdelen per week (12 uur) € 120,00 per maand.

    • d.

      Bij 4 dagdelen per week (16 uur) of meer € 160,00 per maand.

  • 5.

    De vergoeding wordt verminderd met de eventuele vergoeding van de onkosten die het bedrijf of instelling zelf verstrekt.

  • 6.

    De onkostenvergoeding wordt ambtshalve verstrekt.

  • 7.

    De bevoegdheid tot (periodieke) aanpassing van de in dit artikel bedoelde bedragen voor een vergoeding berust bij het hoofd van de afdeling Werk & Inkomen.

  • 8.

    De vergoeding voor de activiteit in het kader van het traject inburgering kan worden geweigerd, als de inburgeraar geen mededeling heeft gedaan van al hetgeen dat van belang is voor de verlening daarvan, of als hij de aan het traject inburgering verbonden verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt.

Artikel 4 Tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om op grond van artikel 1.13 van de Wet kinderopvang een tegemoetkoming te verstrekken als aanvulling op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.

Artikel 5 Doelgroep tegemoetkoming kinderopvang

In aanmerking voor een vergoeding voor de eigen bijdrage kosten kinderopvang komt:

De ouder die op grond van de Wet Inburgering 2021 een inburgeringstraject volgt bij een gecertificeerde instelling en die algemene bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet.

Artikel 6 Te verstrekken gegevens tegemoetkoming kinderopvang

  • 1.

    Een offerte, contract of factuur van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

  • 2.

    De beschikking van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.

Artikel 7 Voorwaarden verstrekking tegemoetkoming kinderopvang

  • 1.

    Een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang wordt verstrekt indien:

  • 2.

    de kinderopvang naar het oordeel van het college noodzakelijk is voor de inburgering van de in artikel 5 genoemde doelgroep;

  • 3.

    de kinderopvang voldoet aan de bepalingen genoemd in de Wet kinderopvang (Wko);

  • 4.

    de kinderopvang betrekking heeft op een ten laste van de ouder komend kind.

Artikel 8 Hoogte en duur van de tegemoetkoming kinderopvang

  • 1.

    Het college verleent de tegemoetkoming zolang voldaan wordt aan de voorwaarden voor ontvangen van een vergoeding.

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de kosten van de kinderopvang per kind die worden bepaald door:

    • a.

      Het aantal uren kinderopvang per kind dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

    • b.

      Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt gerekend met het maximale uurtarief voor kinderopvang dat jaarlijks door de belastingdienst wordt vastgesteld.

    • c.

      In afwijking van het gestelde in onderdeel b, wordt bij de vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming uitgegaan van de werkelijke kosten als er naar het oordeel van het college geen adequate kinderopvang beschikbaar is tegen een uurtarief zoals bedoeld in onderdeel b.

    • d.

      De kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst wordt in mindering gebracht op de berekende kosten van kinderopvang.

Artikel 9 Ingangsdatum tegemoetkoming kinderopvang

Het college stelt de ingangsdatum van de tegemoetkoming vast op de dag waarop de scholing of het traject gericht op arbeidsinschakeling begint, of zoveel later als de kinderopvang daadwerkelijk begint.

Artikel 10 Overige voorzieningen

  • 1.

    Het college kan aan een belanghebbende in het kader van een inburgeringstraject een bijdrage verstrekken in de directe kosten.

  • 2.

    Onder directe kosten wordt ook verstaan de voor eigen rekening blijvende kosten voor kinderopvang die verschuldigd zijn bij het volgen van een inburgeringstraject.

Artikel 11 Ondersteuning van inburgeraars bij einde lening en inburgeringsplicht(ELIP)

Het college kan extra begeleiding en advies bieden aan inburgeraars die vallen onder de Wet inburgering 2013 die een groot gedeelte van hun leenruimte hebben benut, maar nog niet hebben voldaan aan de inburgeringsplicht (ELIP).

Artikel 12 Doelgroep ELIP

Een inburgeraar kan een aanvraag doen voor extra ondersteuning als:

  • a.

    Zijn inburgeringsplicht is aangevangen voor 1 januari 2022 en;

  • b.

    hij in het laatste jaar van zijn inburgeringstermijn zit en;

  • c.

    hij tenminste 75% van zijn maximale lening heeft gebruikt.

  • Daarnaast kan een inburgeraar een aanvraag doen voor extra ondersteuning als:

  • d.

    Zijn inburgeringsplicht is aangevangen voor 1 januari 2022 en;

  • e.

    hij ten minste 95% van zijn maximale lening heeft verbruikt (ongeacht zijn inburgeringstermijn).

Artikel 13 Aanvragen ELIP ondersteuning

Het college neemt alleen aanvragen in behandeling wanneer deze zijn ingediend door middel van een door het college beschikbaar gestelde (digitale) aanvraagformulier.

Artikel 14 Toetsing toekenning extra ondersteuning ELIP

Het verzoek om in aanmerking te komen voor de extra ondersteuning wordt getoetst aan de hand van een toetsingskader. Hierbij wordt onder meer gelet op:

  • a.

    De noodzaak: er moet voldoende inzichtelijk te zijn dat de inburgeraar zonder extra ondersteuning niet aan zijn inburgeringsplicht kan voldoen;

  • b.

    de verwijtbaarheid: er moet voldoende inzichtelijk zijn dat de inburgeraar niet kan worden verweten dat er onvoldoende vordering is gemaakt;

  • c.

    de financiële draagkracht: als de inburgeraar over voldoende financiële draagkracht beschikt om zelf in de kosten te voorzien, dan komt de inburgeraar niet in aanmerking voor extra ondersteuning. Als de inburgeraar een inkomen boven 130% van de op datum geldende bijstandsnorm heeft, moet hij zijn inkomen en vermogen inzichtelijk te maken.

Artikel 15 Toekenning ondersteuning ELIP

  • 1.

    In een besluit wordt aan de inburgeraar kenbaar gemaakt of en onder welke voorwaarden de extra ondersteuning wordt toegekend.

  • 2.

    De voorwaarden zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel hebben onder meer betrekking op:

    • a.

      De duur van de extra ondersteuning;

    • b.

      wanneer de extra ondersteuning wordt verstrekt of wordt ingetrokken.

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze beleidsregels afwijken, als strikte toepassing van de bepalingen in deze regeling onevenredig nadeel voor de belanghebbende tot gevolg zou hebben.

Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking en worden aangehaald als ‘Beleidsregels Wet inburgering 2021 Aalsmeer’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 maart 2024.

De secretaris,

drs. Sj. Vellenga

De voorzitter,

mr. G.E. Oude Kotte