Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Nadere regel tweejarige subsidie 2025-2026 in het kader van de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regel tweejarige subsidie 2025-2026 in het kader van de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen
CiteertitelNadere regel tweejarige subsidie 2025-2026 in het kader van de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 156, derde lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-2024Nieuwe Nadere regel tweejarige subsidie in het kader van de Cultuurnota 2025-2028

23-04-2024

gmb-2024-183460

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regel tweejarige subsidie 2025-2026 in het kader van de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

- gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;

- gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht;

Gezien de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen en Cultuurvisie 2030;

Overwegende dat met de tweejarige subsidie makers en kleinere organisaties op een laagdrempelige manier de gelegenheid wordt geboden subsidie aan te vragen voor een langere periode;

Besluiten vast te stellen de Nadere regel tweejarige subsidie 2025-2026 in het kader van de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen.

Artikel 1 Definities

Deze nadere regel verstaat onder:

  • a.

    Adviescommissie: de door burgemeester en wethouders ingestelde onafhankelijke commissie van externe deskundigen. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen in samenhang, zowel op inhoud als financieel en adviseert burgemeester en wethouders over het verlenen van een subsidieaanvraag en over de subsidiehoogte.

  • b.

    Asv: de Algemene subsidieverordening Utrecht.

  • c.

    Code Diversiteit & Inclusie: een gedragscode van, voor en door de Nederlandse culturele en creatieve sector over diversiteit en inclusie. De code is een instrument van zelfregulering.

  • d.

    Cofinanciering: aanvullende financiering in de vorm van een andere subsidie, sponsoring, entreegeld, investering of bijdrage, naast de gevraagde subsidie van Gemeente Utrecht.

  • e.

    Cultuurnota 2025-2028: de beleidsnota met visie en uitgangspunten met betrekking tot cultuursubsidies voor de periode 2025-2028, zoals door de gemeenteraad vastgesteld d.d. 21 september 2023.

  • f.

    Culturele activiteit: een activiteit op het vlak van beeldende kunst, ontwerp, fotografie, muziek, theater, mode, letteren (inclusief spoken word), film, dans, design, architectuur & stedenbouw, digitale cultuur (waaronder games en internetkunst), strip, urban culture, of een mix hiervan.

  • g.

    Culturele organisatie: een organisatie met een culturele ambitie en doelstelling.

  • h.

    Doelgroepen: het type bezoekers dat op het programma afkomst, gecategoriseerd in groepen zoals herkomst, leeftijd, belangstelling, lifestyle en culturele achtergrond.

  • i.

    Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en de creatieve industrie.

  • j.

    Governance Code Cultuur: een normatief kader van goed bestuur en toezicht in culturele organisaties.

  • k.

    Sluitende begroting: een begroting waarbij de totale kosten volledig gedekt worden door inkomsten (inclusief het bedrag waarvoor subsidie is aangevraagd bij de gemeente Utrecht).

  • l.

    Subsidieplafond: het bedrag dat ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies vanuit deze regeling.

  • m.

    Toelichting op de begroting: een toelichting met specifieke informatie over de begroting en het dekkingsplan.

  • n.

    Tweejarige subsidieaanvraag: een aanvraag voor subsidie in het kader van de Cultuurnota voor een periode van twee jaar, te weten 2025 & 2026.

  • o.

    Utrechtse culturele infrastructuur: het geheel van organisaties en voorzieningen dat een bijdrage levert aan het culturele aanbod in Utrecht.

Artikel 2 Doel

Deze nadere regel draagt bij aan het doel om talentvolle makers en culturele initiatieven te ondersteunen die een aanvulling vormen op het bestaande culturele aanbod. Met de regeling beogen we overeenkomstig de uitgangspunten van de Cultuurnota 2025-2028 bestaande kwaliteit te koesteren en nieuwe kunstvormen en initiatieven de ruimte te geven.

De bijdrage van een aanvrager aan de stad als geheel is uiteindelijk doorslaggevend. Op deze manier maken ook minder ervaren aanvragers kans om meerjarig ondersteund te worden.

De gemeente stelt in de periode 2025-2028 meerjarige subsidies (vierjarig en tweejarig) beschikbaar in het kader van de Cultuurnota om voort te bouwen op de vier pijlers van ‘Kunst kleurt de stad, cultuurvisie 2030’:

  • Een pluriform aanbod,

  • Een inclusieve cultuursector,

  • Stimuleren van creatief vermogen,

  • Ontwikkelruimte.

In de Cultuurnota 2025-2028 staat beschreven welke uitgangspunten, ambities en doelen de gemeenteraad hierbij hanteert.

Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager

De subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die voor kalenderjaar 2025 en kalenderjaar 2026 werken met een maximale begroting (totale kosten/totale baten) van €500.000,- per jaar.

Artikel 4 Vaststellen subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      activiteiten die voldoen aan de criteria en die bijdragen aan de uitgangspunten zoals beschreven in de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen;

    • b.

      activiteiten die plaatsvinden in 2025 & 2026.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie voor de volgende kosten:

    • a.

      kosten van activiteiten die gestart zijn voordat burgemeester en wethouders een besluit hebben genomen op de subsidieaanvraag;

    • b.

      kosten van activiteiten waarvoor al subsidie is verleend door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

    • c.

      kosten van programma’s met activiteiten in het kader van of als onderdeel van een (kunstvak)opleiding;

    • d.

      kosten van commerciële activiteiten of producten, zijnde goederen of diensten die worden aangebonden op een markt tegen betaling van een bepaalde prijs/vergoeding;

    • e.

      kosten van programma’s met activiteiten hoofdzakelijk gericht op de amateurkunst of amateurkunsteducatie en/of waarvoor reeds subsidie is verleend op grond van de regeling amateurkunsteducatie en/of die betrekking hebben op het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’;

    • f.

      kosten van programma’s waarbij één of meer dieren worden gebruikt bij de uitvoering van één of meer activiteiten, met name bij een voorstelling of project;

    • g.

      Kosten van activiteiten van organisaties die reeds subsidie ontvangen vanuit de 4-jarige regeling van de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen.

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag moet voldoen aan de eisen van de Algemene Subsidieverordening.

  • 2.

    De aanvraag van de subsidie wordt door de rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid ingediend met e-Herkenning via www.utrecht.nl/subsidiecultuurnota2025-2026

  • 3.

    Bij de aanvraag worden de volgende documenten aangeleverd:

    • a.

      een beleidsplan voor de jaren 2025 & 2026 inclusief data en namen van bij de activiteiten betrokken makers/instellingen voor het jaar 2025. In het beleidsplan wordt aandacht geschonken aan de meerjarenvisie van de organisatie en de visie op de specifieke rol van de organisatie in het Utrechtse cultuurlandschap. Voorts wordt aangegeven hoe de instelling zich op dit moment verhoudt tot de in de Cultuurnota 2025-2028 geformuleerde criteria en uitgangspunten en geeft aanvrager aan waar de organisatie momenteel staat op het vlak van de Cultural Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie en wat in dit opzicht de ambities zijn voor de komende twee jaren. Tenslotte wordt aangegeven wat de visie van de organisatie op duurzaamheid is, en wordt door de organisatie informatie verstrekt over het publieksbereik, over de doelen die met die activiteiten worden beoogd en de ontwikkelambities voor de komende twee jaar;

    • b.

      een sluitende meerjarenbegroting en – dekkingsplan voor de periode 2025-2026. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het invuldocument voor de begroting;

    • c.

      een toelichting op de begroting;

    • d.

      het jaarverslag en de jaarrekening 2023 (als bijlagen toegevoegd);

    • e.

      een videopitch van maximaal 5 minuten; de maximale bestandsgrootte van de video is 250 mb;

    • f.

      als de subsidie door een penvoerder wordt aangevraagd namens een samenwerkingsverband: een machtiging aan de penvoerder door alle aanvragers.

  • 4.

    Als een aanvrager in de voorgaande drie jaar geen subsidie bij burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht heeft aangevraagd of indien de onderstaande gegevens zijn gewijzigd, levert de aanvrager bij de aanvraag ook de volgende gegevens aan:

    • a.

      Kopie bankafschrift waarop in ieder geval het rekeningnummer en de naam van aanvrager duidelijk zichtbaar zijn;

    • b.

      Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      De statuten.

  • 5.

    Indien de aanvrager een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, voegt hij een afschrift van de oprichtingsakte, dan wel de laatst gewijzigde statuten, het jaarverslag, de jaarrekening dan wel de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan de aanvraag.

  • 6.

    De maximale lengte van het beleidsplan 2025-2026 inclusief uitgewerkt activiteitenplan voor het jaar 2025 is tezamen 20 pagina’s (inclusief eventueel voorblad, inhoudsopgave, achterblad) op A4-formaat en bestaat uit genummerde pagina’s. De maximale lengte van de toelichting op de begroting bedraagt 5 pagina’s op A4-formaat (genummerde pagina's). De minimale regelafstand voor alle documenten is 1,5. De minimale lettergrootte is 10 in een leesbaar lettertype.

Artikel 7 Indieningstermijn aanvraag

De subsidieaanvraag moet uiterlijk woensdag 10 juli 2024 om 17:00 uur zijn ingediend. Aanvragen die na sluitingsdatum, of niet via het digitale loket met e-herkenning worden ingediend, nemen wij niet in behandeling en worden geweigerd.

Artikel 8 Maximale subsidie

Per aanvraag wordt maximaal €62.500,- subsidie per kalenderjaar verleend.

Artikel 9 Verdeling subsidie

  • 1.

    In afwijking van artikel 4, eerste lid, tweede volzin, van de Asv verdelen burgemeester en wethouders het budget over de aanvragen die voldoen aan de formele vereisten zoals opgenomen in de Algemene Subsidieverordening en die volledig en tijdig zijn ontvangen op volgorde van het hoogste aantal punten.

  • 2.

    Aanvragen die voldoen aan de formele vereisten en volledig en tijdig zijn ontvangen, leggen wij vervolgens ter beoordeling voor aan de Adviescommissie tweejarige subsidie 2025-2026.

  • 3.

    De aanvragen zullen door de adviescommissie individueel getoetst worden aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      Artistiek-inhoudelijke kwaliteit (maximaal 30 punten);

    • b.

      Betekenis voor de stad (maximaal 30 punten);

    • c.

      Uitvoerbaarheid (maximaal 30 punten).

  • 4.

    De adviescommissie kijkt binnen de criteria genoemd in de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen en zoals genoemd in lid 3 van dit artikel naar de volgende zaken:

    • a.

      Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

  • De visie en missie van de organisatie en de concrete vertaling hiervan in het activiteitenplan staan centraal bij de beoordeling van de artistiek-inhoudelijke kwaliteit. De artistieke kwaliteit van de activiteiten wordt beoordeeld aan de hand van de kernbegrippen; vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid.

  • De adviescommissie kijkt daarnaast ook naar de artistieke betekenis in een bredere context zoals; welke betekenis heeft het initiatief voor de ontwikkeling van het genre, de discipline, het publiek en voor een inclusieve cultuursector in Utrecht?

  • Bij de beoordeling van de tweejarige subsidie wordt tevens gelet op de ontwikkelpotentie van de aanvrager. Aspecten die de adviescommissie daarbij kan betrekken zijn; de mate waarin de aanvrager bezig is met de ontwikkeling van het eigen profiel, de mate waarin de aanvrager reflecteert op actuele kansen en uitdagingen en de mate van nieuwsgierigheid, wendbaarheid en experiment die de aanvrager in het plan laat zien.

    • b.

      Betekenis voor de stad

  • Voor alle organisaties en makers die deel uitmaken van de meerjarenregelingen van de Cultuurnota 2025-2028 geldt als voorwaarde dat ze van betekenis zijn voor onze stad. De betekenis kan verschillende vormen aannemen, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen betekenis voor bewoners en bezoekers van Utrecht en betekenis voor het culturele (maak)klimaat. Organisaties kunnen op allerlei verschillende manieren van betekenis zijn voor de Utrechtse bevolking. Bijvoorbeeld door toonaangevend internationaal programma te presenteren, de leefbaarheid van de stad ter discussie te stellen, jongeren in contact te brengen met kunst en cultuur, of via kunst en cultuur een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie in de wijk. Van aanvragers wordt verwacht dat ze rekening houden met de demografische kenmerken van Utrecht en stilstaan bij verschillen in leeftijd, woonwijk, gender, opleidingsniveau, culturele herkomst, samenstelling huishouden, inkomen en beroep. Daarbij is het belangrijk dat aanvragers bijdragen aan het makersklimaat in Utrecht.

    • c.

      Uitvoerbaarheid

  • Binnen dit criterium wordt gekeken naar de mate van haalbaarheid van het plan, de kwaliteit van de organisatie en de financiële onderbouwing. In hoeverre is de organisatie in staat de toekomstplannen op een professionele en gezonde manier ten uitvoer te brengen?

  • De adviescommissie kijkt of er sprake is van een transparante bedrijfsvoering en een evenwichtige financieringsmix en of de organisatiestructuur helder is en taken en verantwoordelijkheden van bestuur, directie en medewerkers goed zijn vastgelegd.

  • 5.

    De adviescommissie hanteert bij elk individueel criterium de volgende puntensystematiek:

  • 0 = voldoet niet aan het criterium

  • 10 = voldoet in beperkte mate aan het criterium

  • 20 = voldoet aan het criterium

  • 30 = voldoet in grote mate aan het criterium

  • 6.

    Op elk van de drie criteria moet in ieder geval tien punten worden gescoord. Als een aanvrager 0 punten scoort op één van de drie criteria, wordt de aanvraag niet subsidiabel bevonden en gaat deze niet mee naar de integrale afweging.

  • 7.

    Alle aanvragen die voldoende punten scoren, worden in samenhang met elkaar beoordeeld. Daarbij wordt een integrale afweging gemaakt waarbij de door de commissie subsidiabel bevonden aanvragen in samenhang worden bekeken. De commissie kijkt hierbij naar de bijdrage die de organisatie levert aan het culturele ecosysteem. De vier pijlers uit de Cultuurvisie 2023 vormen – zoals nader beschreven in de Cultuurnota 2025-2028 – de leidraad voor de afweging:

    • i.

      Een pluriform aanbod,

    • ii.

      Een inclusieve cultuursector,

    • iii.

      Het stimuleren van creatief vermogen,

    • iv.

      Ontwikkelruimte.

  • 8.

    Voor deze bijdrage krijgt een aanvrager minimaal 0 punten en maximaal 60 punten. De punten worden in stappen van 10 toegekend.

  • 9.

    Het totaal van de op grond van artikel 9 lid 4 en 9 lid 7 toegekende punten geeft de eindscore per aanvraag. Op basis van de eindscores wordt door de adviescommissie een rangschikking opgesteld. Uit deze rangschikking blijkt welke aanvragen er binnen het budgettair kader gesubsidieerd kunnen worden.

  • 10.

    Indien een aanvraag subsidiabel is, adviseert de commissie ook over de hoogte van het subsidiebedrag.

Artikel 10 Beslistermijn

Burgemeester en wethouders besluiten uiterlijk 31 december 2024 of het advies van de adviescommissie wordt overgenomen, en besluiten over de subsidieverdeling onder voorwaarde dat de begroting door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

Artikel 11 Evaluatie

Een tussentijdse verkenning zal onderdeel uitmaken van de Cultuurnota 2025-2028. Over de precieze procedure hiervoor zal in de loop van 2025 besluitvorming plaatsvinden.

Artikel 12 Overgangsbepalingen

  • 1.

    De Nadere regel tweejarige subsidie 2023-2024 in het kader van de Cultuurnota Kunst kleurt de stad van de gemeente Utrecht, zoals vastgesteld op 14-06-2022 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De Nadere regel tweejarige subsidie 2023-2024 in het kader van de Cultuurnota Kunst kleurt de stad van de gemeente Utrecht, zoals vastgesteld op 14-06-2022 blijft van toepassing op aanvragen die onder de werking van die nadere regel zijn ingediend en op subsidiebesluiten die onder de werking van die nadere regel zijn genomen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze nadere regel treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als Nadere regel tweejarige subsidie 2025-2026 in het kader van de Cultuurnota 2025-2028, Kleur Bekennen.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 23 april 2024.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel J. Ruis