Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Land van Cuijk

Beleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Land van Cuijk 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLand van Cuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Land van Cuijk 2024
CiteertitelBeleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Land van Cuijk 2024
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Land van Cuijk 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 13b van de Opiumwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-2024nieuwe regeling

22-04-2024

gmb-2024-182656

1898613

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Land van Cuijk 2024

De burgemeester van de gemeente Land van Cuijk;

 

Gelet op artikel 13b Opiumwet;

 

Gelet op artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT

 

vast te stellen: Beleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Land van Cuijk 2024

 

1. Inleiding

Artikel 13b Opiumwet biedt de mogelijkheid om een woning of lokaal te sluiten, als hier een middel dat voorkomt op lijst I of lijst II uit de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

 

Met het opstellen van beleidsregels op grond van artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) wordt vorm gegeven aan de mogelijkheid op te treden tegen teelt en productie van drugs en de handel in drugs vanuit koopwoningen, huurwoningen en lokalen. Bij de totstandkoming van dit nieuwe beleid is uitvoerig samengewerkt met de andere gemeenten binnen het basisteam Maas en Leijgraaf (de gemeente Boekel en de gemeente Maashorst).

 

Deze nieuwe beleidsregels zijn het gevolg van harmonisatie en actualisatie door veranderde regelgeving in de Opiumwet en wijzigingen in de jurisprudentie. De voorbereidingshandelingen zijn onder de werking van artikel 13b Opiumwet gebracht. Ook is lachgas aan lijst II van de Opiumwet toegevoegd. In dit beleid zijn ook de recente ontwikkelingen in de rechtspraak verwerkt, waaronder in het bijzonder op het gebied van de evenredigheidstoets. In de uitvoeringspraktijk van artikel 13b Opiumwet werd met deze rechtspraak al rekening gehouden, maar dit is nu ook in het beleid opgenomen. Daarnaast is de last onder dwangsom als maatregel opgenomen in de handhavingsmatrixen.

 

Het doel van dit beleid is onder meer preventie en beheersing van de uit drugsgebruik voortvloeiende risico's voor de volksgezondheid. Een tweede doel is het tegengaan van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden, onder meer bezien vanuit het perspectief van de openbare orde. Het doel is ook dat een locatie wordt weggenomen waar criminele activiteiten plaatsvinden en om zo een barrière op te werpen en het criminele ondernemingsproces te verstoren. Als laatste is het ook een doel om een sterk signaal af te geven om herhaling van drugshandel en voorbereidingshandelingen te voorkomen en de aantrekkingskracht op andere criminele activiteiten tegen te gaan.

 

De toepassing van de bevoegdheid op grond van artikel 13b van de Opiumwet betreft een herstelsanctie. Deze strekt er concreet toe om de verkoop, de aflevering of de verstrekking dan wel het daartoe aanwezig zijn van drugs in of vanuit een woning of lokaal of een daarbij behorend erf (definitief) te beëindigen en beëindigd te houden, herhaling daarvan te voorkomen en de gevolgen weg te nemen. Wat betreft voorbereidingshandelingen strekt de herstelsanctie ertoe om de aanvang van drugshandel- en/of productie te beletten.

2. Nul optiebeleid coffeeshops

In de gemeente Land van Cuijk worden geen coffeeshops toegestaan.

3. Uitgangspunten handhaving artikel 13b van de Opiumwet

3.1 Algemeen

Keuze uit verschillende bestuursrechtelijke maatregelen

De burgemeester heeft voor de handhaving van Opiumwet de mogelijkheid bestuursdwang toe te passen. De last onder bestuursdwang houdt in dat geval in dat het pand ontoegankelijk is en blijft gedurende de termijn van de sluiting. In beginsel wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld een zienswijze kenbaar te maken. In de last onder bestuursdwang wordt een begunstigingstermijn (artikel 5:24, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht) opgenomen. Aan de betrokkene(n) wordt een termijn gegeven voordat het pand gesloten wordt, waarbinnen zelf het lokaal dan wel de woning ‘sluit klaar’ gemaakt kan worden. Al naar gelang de omstandigheden van het geval kan ook gekozen worden voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang. Bij herhaling van overtreding van de Opiumwet is in beginsel een langere sluitingstijd nodig om de openbare orde te herstellen. Uitgangspunt van dit beleid is dat de burgemeester in beginsel overgaat tot sluiting als hij dit noodzakelijk en evenredig acht, daarbij rekening houdend met de recente rechtspraak.

 

Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan op grond van artikel 5:32, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht ook gekozen worden om gebruik te maken van een andere, lichtere bestuurlijke maatregel zoals een last onder dwangsom. Ook het geven van een waarschuwing behoort tot de mogelijkheden. In het kader van de evenredigheidstoets zal dit per situatie beoordeeld worden. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de bevoegdheid, geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van de toe te passen maatregel. Het beleid biedt ruimte om maatwerk te leveren en de bevoegdheidstoepassing af te stemmen op de specifieke omstandigheden van het geval.

 

Onderscheid woning en lokaal

Doordat de sluiting van woningen zwaarder ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene(n) dan de sluiting van lokalen wordt onderscheid gemaakt tussen herstelsanctieregimes van lokalen en woningen. De essentie ligt daarin dat bij bewoonde woningen het recht op ongestoord woongenot en de daaraan sterk gerelateerde persoonlijke levenssfeer in het geding is. De burgemeester verstaat in het kader van de bestuurlijke handhaving van de Opiumwet onder een ‘woning’: een pand dat (of ruimte die) in de aangetroffen staat voor bewoning wordt gebruikt (woongenot). Of een woning in de aangetroffen staat wordt gebruikt als woonruimte en er dan ook sprake is van het hebben van woongenot, blijkt uit de feitelijke constatering ter plaatse, zoals dat veelal wordt verwoord in het rapport van bevindingen dan wel bestuurlijke rapportage van de politie. Indien er geen sprake is van een ‘woning’, wordt het pand/de ruimte beschouwd als ‘lokaal’ in de zin van dit beleid. Ook vallen de voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals winkels en horecabedrijven) en de niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals loodsen, magazijnen en andere bedrijfsruimten) in de categorie lokalen.

 

Onderscheid handelshoeveelheid en voorbereidingshandelingen

In geval er sprake is van voorbereidingshandelingen hanteert de burgemeester in beginsel een kortere sluitingstermijn. Dit heeft te maken met het feit dat er op dat moment (nog) geen verdovende middelen aanwezig zijn in het pand. Ook vindt er op dat moment nog geen drugshandel plaats. Het risico op openbare ordeverstoringen is daarmee kleiner. De betrokken personen (en de daarmee samenhangende risico’s) en attributen zijn echter al wel aanwezig. Daarnaast brengt het aansluiten en opzetten van bijvoorbeeld een drugslab dan wel een hennepkwekerij/drogerij risico’s met zich mee. Vandaar dat wel gekozen kan worden voor het opleggen van een maatregel. De openbare orde moet immers gehandhaafd blijven.

 

Onderscheid hard- en softdrugs

De sluitingsduur is in het geval van harddrugs in beginsel langer dan de sluitingsduur in het geval van softdrugs. Dit onderscheid tussen soft- en harddrugs sluit ook aan bij de Opiumwet. De Opiumwet stelt op overtredingen met harddrugs zowel strafrechtelijk als ook bestuursrechtelijk zwaardere sancties dan op overtredingen met softdrugs. Ook zijn harddrugs in het algemeen gevaarlijker voor de gezondheid en het milieu dan softdrugs. Het onderscheid tussen harddrugs en softdrugs is tevens van belang, omdat bij de handel- en productie van harddrugs eerder dan bij softdrugs sprake is van ernstige criminaliteit, niet zelden met een grensoverschrijdende component. In nabijgelegen gemeentes wordt dit onderscheid in sluitingsduur bij soft- en harddrugs ook gemaakt.

 

Herhaalde overtreding

De sluitingsduur is in beginsel langer indien al eerder een maatregel is opgelegd op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De termijn waarbinnen er sprake is van een herhaalde overtreding is in beginsel vijf jaar. Dus als een overtreding heeft plaatsgevonden en is geconstateerd, wordt in beginsel van een volgende overtreding uitgegaan als de geconstateerde overtreding heeft plaatsgevonden binnen vijf jaar na de vorige geconstateerde overtreding. Is de termijn langer dan vijf jaar, dan wordt de nieuwe overtreding die is geconstateerd, in beginsel weer beschouwd als eerste geconstateerde overtreding.

 

3.2 Handhavingsmatrixen lokalen (en daarbij bijbehorende erven):

Softdrugs

Indien in lokalen en/of daarbij behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een handelshoeveelheid van > 5 gram 1 of > 5 hennepplanten dan wel indien in lokalen en/of bij lokalen behorende erven voorbereidingshandelingen plaatsvinden ten aanzien van (een) voorwerp(en) en/of (een) stof(fen) als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet, kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:

 

1e overtreding

Handelshoeveelheid

Waarschuwing of last onder dwangsom of maximaal 6 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Waarschuwing of last onder dwangsom of maximaal 4 maanden sluiting

2e overtreding

Handelshoeveelheid

Last onder dwangsom of maximaal 12 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Last onder dwangsom of maximaal 9 maanden sluiting

3e overtreding

Handelshoeveelheid

Last onder dwangsom of maximaal 24 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Last onder dwangsom of maximaal 16 maanden sluiting

 

Harddrugs

Indien in lokalen en/of daarbij behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs) met een handelshoeveelheid van > 0,5 gram2 dan wel indien in lokalen en/of daarbij behorende erven (een) voorwerp(en) en/of stof(fen) als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, van de Opiumwet voorhanden is/zijn, kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:

 

1e overtreding

Handelshoeveelheid

Waarschuwing of last onder dwangsom of maximaal 12 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Waarschuwing of last onder dwangsom of maximaal 9 maanden sluiting

2e overtreding

Handelshoeveelheid

Last onder dwangsom of maximaal 24 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Last onder dwangsom of maximaal 16 maanden sluiting

3e overtreding

Handelshoeveelheid

Last onder dwangsom of maximaal 48 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Last onder dwangsom of maximaal 32 maanden sluiting

 

3.3 Handhavingsmatrixen woningen (en daarbij behorende erven):

Softdrugs

Indien in woningen en/of daarbij behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een handelshoeveelheid van > 5 gram3 of > 5 hennepplanten dan wel indien in woningen en/of bij woningen behorende erven voorbereidingshandelingen plaatsvinden ten aanzien van (een) voorwerp(en) en/of (een) stof(fen) als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet, kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:

 

1e overtreding

Handelshoeveelheid

Waarschuwing of last onder dwangsom of maximaal 3 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Waarschuwing of last onder dwangsom of maximaal 2 maanden sluiting

2e overtreding

Handelshoeveelheid

Last onder dwangsom of maximaal 6 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Last onder dwangsom of maximaal 4 maanden sluiting

3e overtreding

Handelshoeveelheid

Last onder dwangsom of maximaal 12 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Last onder dwangsom of maximaal 9 maanden sluiting

 

Harddrugs

Indien in woningen en/of daarbij behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs) met een handelshoeveelheid van > 0,5 gram4 dan wel indien in woningen en/of bij woningen behorende erven (een) voorwerp(en) en/of stof(fen) als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, van de Opiumwet voorhanden is/zijn, kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:

 

1e overtreding

Handelshoeveelheid

Waarschuwing of last onder dwangsom of maximaal 6 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Waarschuwing of last onder dwangsom of maximaal 4 maanden sluiting

2e overtreding

Handelshoeveelheid

Last onder dwangsom of maximaal 12 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Last onder dwangsom of maximaal 9 maanden sluiting

3e overtreding

Handelshoeveelheid

Last onder dwangsom of maximaal 24 maanden sluiting

Voorbereidingshandelingen

Last onder dwangsom of maximaal 16 maanden sluiting

4. Cumulatie

Bij cumulatie van overtredingen en op te leggen maatregelen is op grond van dit beleid bij wijze van uitgangspunt de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (zie hieronder).

5. Afwijkingsbevoegdheid

In beginsel wordt er overeenkomstig dit beleid besloten. Er kunnen zich echter feiten en omstandigheden voordoen die dermate ernstig of verzachtend zijn dat van dit beleid afgeweken kan worden. Bij verzwarende omstandigheden kan bijvoorbeeld een stap in de handhavingsmatrix worden overgeslagen of voor een ingrijpender middel – daaronder begrepen een langere sluitingsperiode – worden gekozen. Er kunnen echter ook omstandigheden zijn die juist nopen tot een minder strenge toepassing van het beleid. Bij de keuze voor een bepaalde maatregel wordt onder andere afgewogen wat de noodzaak van de gekozen maatregel met het oog op de daarmee beoogde doelen/het daarmee beoogde doel, afgezet tegen de aan de zijde van de betrokkene spelende mate van verwijtbaarheid, de gevolgen van de maatregel en de aanwezigheid van (andere) bijzondere omstandigheden, zoals minderjarige kinderen, de medische en/of financiële situatie.

6. Intrekking en inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt direct in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking. Met het vaststellen van deze beleidsregel wordt de ‘Beleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Land van Cuijk 2022’ ingetrokken.

Cuijk, 22 april 2024

De burgemeester van de gemeente Land van Cuijk,

drs. M.A.H. Moorman


1

Sinds 1 januari 2023 is lachgas toegevoegd aan lijst II van de Opiumwet. In beginsel wordt vooralsnog aansluiting gezocht bij de Richtlijn voor strafvordering Opiumwet. Dat houdt in dat voor wat betreft de handelshoeveelheid lachgas meer dan één ampul, ballon, gasfles, cilinder, tank of daarop gelijkende verpakkingen wordt aangehouden. Wanneer de Aanwijzing Opiumwet is gewijzigd en lachgas hierin is opgenomen, wordt voor de handelshoeveelheid lachgas aansluiting gezocht bij de Aanwijzing Opiumwet.

2

Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt: 0,5 gram harddrugs (bijv. cocaïne/amfetamine), 1 pil/tablet (bijv. XTC), 1 bolletje, 1 wikkel en 5 ml (bijv. 1 ampul/buisje/consumptie-eenheid GHB). Dit op basis van de Aanwijzing Opiumwet.

3

Sinds 1 januari 2023 is lachgas toegevoegd aan lijst II van de Opiumwet. In beginsel wordt vooralsnog aansluiting gezocht bij de Richtlijn voor strafvordering Opiumwet. Dat houdt in dat voor wat betreft de handelshoeveelheid lachgas meer dan één ampul, ballon, gasfles, cilinder, tank of daarop gelijkende verpakkingen wordt aangehouden. Wanneer de Aanwijzing Opiumwet is gewijzigd en lachgas hierin is opgenomen, wordt voor de handelshoeveelheid lachgas aansluiting gezocht bij de Aanwijzing Opiumwet.

4

Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt: 0,5 gram harddrugs (bijv. cocaïne/amfetamine), 1 pil/tablet (bijv. XTC), 1 bolletje, 1 wikkel en 5 ml (bijv. 1 ampul/buisje/consumptie-eenheid GHB). Dit op basis van de Aanwijzing Opiumwet.