Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening, houdende regels omtrent de wijziging van de samenstelling van de woonruimtevoorraad (Huisvestingsverordening) |
Citeertitel | Huisvestingsverordening 2005 van de gemeente Heerenveen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2016 | uitwerking ogv art 28 wet arhi | 16-12-2004 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 22-12-2004 | Onbekend. |
In de galerieën op het tabblad Invoegen bevinden zich items die zodanig zijn ontworpen dat deze bij het algemene uiterlijk van uw document passen.
De raad der gemeente Heerenveen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 26 oktober 2004;
gelet op artikel 2 van de Huisvestingswet en artikel 149 en 154 Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu d.d. 29 november 2004;
vast te stellen de volgende verordening, houdende regels omtrent de wijziging van de samenstelling
Het bepaalde in deze verordening is van toepassing op alle woonruimten gelegen in de gemeente Heerenveen.
Het is verboden om zonder onttrekkingsvergunning een woonruimte, aangewezen in artikel 2 geheel of gedeeltelijk aan de bestemming tot bewoning te onttrekken. Onder het onttrekken aan de bestemming tot bewoning wordt in deze verordening verstaan het gebruiken van een woning voor een ander doel dan permanente bewoning door een huishouden.
Artikel 5 Criteria voor vergunningverlening
Het college verleent de onttrekkingsvergunning, indien naar het oordeel van het college het met de onttrekking gediende belang groter is dan het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad.
Indien sprake is van het gebruik van woonruimte zonder onttrekkingsvergunming anders dan voor permanente bewoning, kan het college de woonruimte verzegelen. Deze verzegeling wordt opgeheven op het moment dat de woonruimte in gebruik genomen wordt voor bewoning, of dat de woonruimte door verhuur of verkoop opnieuw voor bewoning wordt bestemd, of indien alsnog een onttrekkingsvergunning wordt verleend.
Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Hij die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 3 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of geldboete van de derde categorie. De genoemde strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
Met de opsporing van de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de wet aangewezen ambtenaren, belast de in het eerste lid genoemde ambtenaren, voor zover zij door de minister van justitie daartoe zijn aangewezen.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college, waarbij het college zich uitsluitend zal laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op de evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.