Subsidieregeling alternatieve vrijwilligersactiviteiten

Artikel 1. Algemene bepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente De Wolden (ASV);

• b.

  coördinatie: alle inspanningen die nodig zijn om in overleg met alle participerende vrijwilligersorganisaties als woonkern een jaarplan op te stellen, de uitvoering hiervan door de vrijwilligersorganisaties te organiseren en jaarlijks met de burgemeester en gebiedswethouder te evalueren;

• c.

  gebiedswethouder: wethouder met speciale aandacht voor het gebied waarbinnen de woonkern zich bevindt;

• d.

  jaarplan: een beschrijving op hoofdlijnen van de uit te voeren activiteiten per jaar onderverdeeld in de bij artikel 4 genoemde categorieën;

• e.

  leefbaarheid: de mate waarin een buurt, wijk, dorp, woonkern of ander gebied aantrekkelijk en/of geschikt is om te wonen, werken of op andere manier te verblijven.

• f.

  subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie ten behoeve van bepaalde activiteiten;

• g.

  vrijwilligersorganisaties: maatschappelijke organisaties die voor de uitvoering van (extra) activiteiten afhankelijk zijn van de werkzaamheden van onbetaalde medewerkers.

Artikel 2. Doelstelling subsidieregeling

De leefbaarheid vergroten in de gemeente door het financieel ondersteunen van activiteiten die worden uitgevoerd door plaatselijk samenwerkende vrijwilligersorganisaties.

Artikel 3. Doelgroep

• 1.

  De subsidie wordt verstrekt aan samenwerkende vrijwilligersorganisaties in de woonkernen:

  • a.

    Zuidwolde

  • b.

    Alteveer/Kerkenveld

  • c.

    Drogteropslagen

  • d.

    Linde

  • e.

    Fort

  • f.

    Veeningen

  • g.

    Echten

  • h.

    Ruinen

  • i.

    Ansen

  • j.

    Ruinerwold

  • k.

    Koekange

  • l.

    De Wijk

  • m.

    Koekangerveld

  • n.

    Oosteinde

•  

• 2.

  Per woonkern wordt het subsidiebedrag verstrekt aan de coördineerde Vereniging Dorpsbelangen die zorgdraagt voor de verdeling over de activiteiten en tussen participerende vrijwilligersorganisaties conform het ingediende en goedgekeurde jaarplan.

•  

• 3.

  In het geval dat de plaatselijke Vereniging Dorpsbelangen geen coördineerde rol voor zichzelf ziet weggelegd kan in overleg tussen de samenwerkende vrijwilligersorganisaties één of meer andere organisatie(s) uit hun midden worden aangewezen als coördinerende vrijwilligersorganisatie(s).

•  

• 4.

  Per woonkern kunnen vrijwilligersorganisaties die nog niet participeren maar hier wel belangstellend tegenover staan zich bij de coördinerende vrijwilligersorganisatie(s) melden zodat zij met ingang van het daaropvolgende jaar kunnen deelnemen aan deze regeling.

Artikel 4 Activiteiten

De onder deze regeling vallende activiteiten zijn onder te brengen in de volgende categorieën:

• a.

  (klein) onderhoud groen;

• b.

  schoonmaak (inventaris) openbare gebouwen;

• c.

  sociaal/cultureel;

• d.

  circulariteit/duurzaamheid;

• e.

  diversen.

Artikel 5 Subsidieaanvraag

• 1.

  In afwijking van artikel 7 van de ASV dient de jaarlijkse subsidie, door middel van het indienen van een jaarplan welke als bijlage bij het aanvraagformulier alternatieve vrijwilligersactiviteiten, per woonkern aangevraagd te worden uiterlijk 31 december voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

•  

• 2.

  De coördineerde vrijwilligersorganisatie(s) besluit(en) in overleg met de participerende vrijwilligersorganisaties binnen de vastgestelde categorieën welke activiteiten in het jaarplan worden opgenomen;

•  

• 3.

  Voor het jaar 2024 wordt in afwijking van lid 1 in dit artikel de aanvraagtermijn voor het indienen van het aanvraagformulier met het jaarplan verlengd naar 30 april 2024.

•  

• 4.

  In afwijking van artikel 8 van de ASV beslist het college op een aanvraag uiterlijk 31 maart van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

•  

• 5.

  De termijn genoemd onder lid 2 kan eenmalig met één (1) termijn van vier (4) weken worden verlengd. Dit wordt schriftelijk kenbaar gemaakt aan de aanvrager.

Artikel 6 Subsidieverplichtingen

Ten aanzien van de activiteiten genoemd in artikel 4, gelden de volgende uitgangspunten:

• 1.

  de activiteiten die opgenomen worden in het jaarplan vinden plaats in gemeente De Wolden;

• 2.

  de activiteiten die opgenomen worden in het jaarplan worden uitgevoerd in het jaar waarop het jaarplan betrekking heeft;

• 3.

  het maximale jaarlijkse subsidiebedrag dient in verhouding te staan tot het totaal van de inspanningen van de in het jaarplan vermelde activiteiten, zonder het subsidiebedrag enerzijds en de inspanningen anderzijds te specificeren per activiteit en/of categorie, hetgeen tijdens het jaarlijkse verantwoordingsgesprek met een afvaardiging van het college zal wordt beoordeeld;

• 4.

  iedere woonkern neemt in haar jaarplan minimaal vijf (5) activiteiten op, bij voorkeur verdeeld over de verschillende categorieën welke in artikel 4 zijn opgenomen;

• 5.

  in iedere woonkern dient overeenstemming te zijn tussen de samenwerkende vrijwilligersorganisaties inclusief de coördineerde vrijwilligersorganisatie(s) over de in het jaarplan genoemde activiteiten en de onderlinge verdeling van het in artikel 8 genoemde subsidiebedrag.

• 6.

  in afwijking van artikel 14 en 15 van de ASV vindt de eindverantwoording van verstrekte subsidies minimaal éénmaal per jaar plaats tijdens het periodieke bezoek van de burgmeester en de gebiedswethouder aan de betreffende woonkern;

• 7.

  in afwijking van artikel 15 lid 4 en 5 van de ASV bestaat de in artikel 6 onder e genoemde eindverantwoording uit een presentatie van de uitgevoerde activiteiten en een toelichting op de verdeling van het subsidiebedrag onder de deelnemende vrijwilligersorganisaties;

• 8.

  eventueel kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld aan (de inhoud van) het jaarplan voor het jaar volgend op het (verantwoordings)gesprek met de burgemeester en de gebiedswethouder. Deze zullen, wanneer van toepassing, kenbaar worden gemaakt tijdens het jaarlijks terugkerende (verantwoordings)gesprek met de burgemeester en de gebiedswethouder.

Artikel 7 Weigerings- en intrekkingsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 lid 2 en 4:35 van de Awb en de bepalingen van de ASV kan het college de subsidie weigeren indien:

• a.

  Niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals beschreven in deze regeling;

• b.

  Er reeds een subsidie is verstrekt aan een aanvrager voor dezelfde activiteit.

Artikel 8 Hoogte subsidie

• 1.

  Het subsidieplafond voor alle vrijwilligersactiviteiten per woonkern gezamenlijk bedraagt:

• 2.

  De maximale subsidie per woonkern, per jaar zoals deze is weergegeven in artikel 8.1 is inclusief een bedrag van € 1.500, - per woonkern voor coördinatie en registratie.

Artikel 9 Subsidie-uitbetaling

• 1.

  De subsidie aan het begin van ieder kwartaal uit te keren middels vier (4) gelijke bedragen gezamenlijk ter hoogte van maximaal het jaarbudget per woonkern.

•  

• 2.

  In 2024 af te wijken van hetgeen geformuleerd onder lid 3 en de subsidie voor het jaar 2024 uit te keren middels drie (3) gelijke bedragen gezamenlijk ter hoogte van maximaal het jaarbudget per woonkern. Deze drie (3) gelijke bedragen zullen worden uitgekeerd in de maanden april, juli en oktober 2024.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Deze subsidieregeling treedt in werking een dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2024