Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling melding vermoeden misstand Gouda |
Citeertitel | Regeling melding vermoeden misstand Gouda |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling melding vermoeden misstand Gouda 2020, vastgesteld op 17 december 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2024 | nieuwe regeling | 09-04-2024 |
Burgemeester en wethouders van Gouda
gelezen het voorstel van 9 april 2024 met voorstelnummer 8149;
gelet op de Wet bescherming klokkenluiders;
gelet op de Ambtenarenwet 2017, artikel 5, lid 1, onder e;
de ondernemingsraad heeft op 12 maart 2024 ingestemd met deze regeling;
besluiten vast te stellen de volgende regeling
Regeling melding vermoeden misstand Gouda
Deze regeling legt uit wat u kunt doen als u denkt dat er sprake is van een misstand. In deze regeling wordt beschreven hoe de procedure werkt, en ook welke rechten en plichten u heeft.
Twijfelt u of er wel sprake is van een misstand? Of weet u niet zeker of u iets wilt melden of waar u dat moet doen. Dan kunt u informatie en advies inwinnen bij onze vertrouwenspersoon [naam en contactgegevens]. U kunt voor informatie en advies ook anoniem terecht bij het Huis voor Klokkenluiders: www.huisvoorklokkenluiders.nl.
Nota bene: als de afdeling Advies van het Huis voor Klokkenluiders tot de conclusie komt dat er juridische ondersteuning nodig is, omdat mogelijk sprake is van benadeling of strafbaarstelling als gevolg van een melding van een vermoeden van een misstand, geeft de afdeling een verwijzingsbrief af aan de klokkenluider voor rechtsbijstand en/of mediation. Met deze verwijzingsbrief kan de klokkenluider zich bij de Raad voor Rechtsbijstand melden voor gesubsidieerde rechtsbijstand door een advocaat en/of een mediator. Er geldt geen inkomens- en vermogenstoets bij de toekenning van de rechtsbijstand en er wordt ook geen eigen bijdrage gevraagd.
De begrippen in deze regeling betekenen:
2e een gevaar voor de volksgezondheid, voor de veiligheid van personen, voor de aantasting van het milieu, of voor het goed functioneren van de openbare dienst of een onderneming als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten. Het maatschappelijk belang is in ieder geval in het geding indien de handeling of nalatigheid niet enkel persoonlijke belangen raakt en er sprake is van oftewel een patroon of structureel karakter dan wel de handeling of nalatigheid ernstig of omvangrijk is;
schending van het Unierecht: een handeling of nalatigheid die (a) onrechtmatig is en betrekking heeft op Uniehandelingen en beleidsterreinen die binnen het in artikel 2 van de Richtlijn bedoelde materiële toepassingsgebied vallen, of (b) het doel of de toepassing ondermijnt van de regels in de Uniehandelingen en beleidsterreinen die binnen artikel 2 van het in de Richtlijn bedoelde materiële toepassingsgebied vallen;
vermoeden van een misstand: het vermoeden van een melder, dat binnen de organisatie waarin hij werkt of gewerkt heeft, of bij een andere organisatie als hij door zijn werkzaamheden met die organisatie in aanraking is gekomen, sprake is van een misstand voor zover het vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de melder bij zijn (voormalige) werkgever heeft opgedaan of voortvloeien uit de kennis die de melder heeft gekregen door zijn werkzaamheden bij een ander bedrijf of een andere organisatie
werkgerelateerde context: toekomstige, huidige of vroegere werkgerelateerde activiteiten in de publieke of private sector waardoor, ongeacht de aard van die werkzaamheden, personen informatie kunnen verkrijgen over misstanden en waarbij die personen te maken kunnen krijgen met benadeling als bedoeld in artikel 17da, indien zij dergelijke informatie zouden melden;
Een interne melding kan gedaan worden door een persoon die bij de organisatie in dienst is of was. Een interne melding kan ook gedaan worden door een sollicitant en een persoon die niet bij de organisatie in dienst is of was, maar die door zijn werkzaamheden wel met de organisatie in aanraking is gekomen.
Een mondelinge melding wordt geregistreerd door (a) het maken van een gespreksopname in een duurzame en opvraagbare vorm. Hiervoor is voorafgaande toestemming van de melder vereist, of (b) een volledige en nauwkeurige schriftelijke weergave van het gesprek, waarbij de melder de gelegenheid krijgt om deze weergave te controleren, te corrigeren en voor akkoord te ondertekenen.
Artikel 4 Behandeling van de interne melding door de werkgever
De gegevens van de melding in het register worden vernietigd als zij niet langer noodzakelijk zijn. Zolang een onderzoek naar een melding loopt of nadien een melding bij een bevoegde autoriteit is gedaan of een klacht- of gerechtelijke procedure loopt, blijven de gegevens van een melding in een registratie in ieder geval behouden.
De werkgever beoordeelt of een externe instantie van de interne melding van een vermoeden van een misstand op de hoogte moet worden gebracht. Als de werkgever een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kunnen worden geschaad.
De werkgever beoordeelt of de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders of een bevoegde autoriteit van de melding van een vermoeden van een misstand op de hoogte moet worden gebracht. Als de werkgever de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders of een bevoegde autoriteit op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift, tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor wordt geschaad.
Artikel 6 Standpunt van de werkgever
Na afronding van het onderzoek beoordeelt de werkgever of een bevoegde autoriteit van de interne melding, van het onderzoeksrapport en/of van het standpunt van de werkgever op de hoogte moet worden gebracht. Als de werkgever een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift.
Artikel 7 Hoor en wederhoor ten aanzien van onderzoeksrapport en standpunt werkgever
Als de melder in reactie op het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever onderbouwd aangeeft dat het vermoeden van een misstand niet daadwerkelijk of niet deugdelijk is onderzocht of dat in het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever sprake is van wezenlijke onjuistheden, reageert de werkgever hier op en stelt hij zo nodig een nieuw of aanvullend onderzoek in. Op dit nieuwe of aanvullende onderzoek gelden dezelfde regels als voor het eerste onderzoek.
Als de werkgever de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders of een bevoegde autoriteit op de hoogte brengt of heeft gebracht over het onderzoeksrapport en/of zijn standpunt ten aanzien van de melding, stuurt hij ook de hiervoor bedoelde reactie van de melder op het onderzoeksrapport en het standpunt van de werkgever aan die externe instantie toe. De melder krijgt hiervan een kopie.
Externe meldingen kunnen gedaan worden bij een bevoegde autoriteit. Bevoegde autoriteiten zijn in elk geval:
Het Huis voor Klokkenluiders (www.huisvoorklokkenluiders.nl)
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) (www.acm.nl)
De autoriteit Financiële Markten (AFM) (www.afm.nl)
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP (www.autoriteitpersoonsgegevens.nl)
De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) (www.dnb.nl)
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) (www.igj.nl)
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) (www.nza.nl)
De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) (www.autoriteitnvs.nl)
Een mondelinge melding wordt geregistreerd door (a) het maken van een gespreksopname in een duurzame en opvraagbare vorm. Hiervoor is voorafgaand instemming van de melder vereist, of (b) een volledige en nauwkeurige schriftelijke weergave van het gesprek, waarbij de melder de gelegenheid krijgt om deze weergave te controleren, te corrigeren en voor akkoord te ondertekenen.
Voor iedereen die betrokken is bij de melding van of het onderzoek naar een vermoeden van een misstand geldt een geheimhoudingsplicht. Die geheimhoudingsplicht geldt voor gegevens waarvan de betrokkenen weten dat het vertrouwelijke gegevens zijn of waarvan zij redelijkerwijs moeten vermoeden dat die gegevens vertrouwelijk zijn. De geheimhoudingsplicht geldt niet als mededeling verplicht is op grond van een wettelijk voorschrift. Vertrouwelijk zijn in ieder geval:
Als de melder geen toestemming heeft gegeven zijn identiteit bekend te maken, wordt alle correspondentie over de melding verstuurd aan de functionaris bij wie de melder zijn melding heeft gedaan of aan degene die de melder bijstaat. Deze persoon stuurt deze correspondentie direct door aan de melder.
Als bekendmaking van de identiteit van de melder verplicht is op grond van enig wettelijk voorschrift in het kader van onderzoek door een bevoegde autoriteit of een gerechtelijke procedure, dan wordt de melder daarvan vooraf in kennis gesteld met schriftelijke opgaaf van redenen. Behalve als dit het onderzoek of de gerechtelijke procedure in gevaar zou kunnen brengen.
Artikel 10 Bescherming van de melder, degene die de melder bijstaat en betrokken derden tegen benadeling
De melder mag tijdens en na openbaarmaking van een vermoeden van een misstand niet worden benadeeld, onder de voorwaarde dat:
hij voorafgaand aan de openbaarmaking een interne en externe melding heeft gedaan of direct een externe melding heeft gedaan als bedoeld in deze regeling, en hij op basis van de informatie die hij heeft gekregen over de beoordeling en/of opvolging van de melding redelijke gronden heeft om aan te nemen dat het onderzoek onvoldoende voortgang heeft; of
hij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat (I) de misstand een dreigend of reëel gevaar kan zijn voor het algemeen belang, of (II) een risico bestaat op benadeling bij melding aan een bevoegde autoriteit of een ander bevoegde instantie, of (III) het niet waarschijnlijk is dat de misstand doeltreffend wordt verholpen.
Onder benadeling wordt in ieder geval verstaan het nemen van een voor de melder nadelige maatregel, zoals: (a) ontslag of schorsing, (b) een boete als bedoeld in artikel 7:650 BW, (c) demotie, (d) het onthouden van bevordering, (e) een negatieve beoordeling, (f) een schriftelijke berisping, (g) overplaatsing naar een andere vestiging, (h) discriminatie, (i) intimidatie, pesterijen of uitsluiting, (j) smaad of laster, (k) voortijdige beëindiging van een overeenkomst voor het leveren van goederen of diensten, en (l) intrekking van een vergunning.
Artikel 11 Het tegengaan van benadeling van de melder en onderzoek naar benadeling
Als de melder vindt dat er daadwerkelijk sprake is van benadeling, kan hij dat bespreken met de functionaris bij wie hij zijn melding gedaan heeft. Deze functionaris en de melder bespreken welke maatregelen genomen kunnen worden om benadeling tegen te gaan en deze functionaris maakt een verslag van deze bespreking en stuurt dit na goedkeuring door de melder naar de werkgever, en/of de melder kan de werkgever verzoeken om onderzoek te doen naar de wijze waarop er met hem wordt omgegaan, en/of de melder kan hierover advies inwinnen bij de afdeling advies van het Huis voor Klokkenluiders, en/of de melder kan een bejegeningsonderzoek aanvragen bij de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders.
De melder, degene die hem bijstaat of een betrokken derde heeft recht op juridische bijstand wanneer hij als gevolg van de melding benadeeld wordt en aan de voorwaarden hiervoor voldoet. Dit geldt zowel tijdens als na de behandeling van de melding bij de werkgever of een bevoegde autoriteit. De kosten van juridische bijstand zijn voor rekening van de rechtszoekende.