Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie |
Citeertitel | Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige en WOZ-belanghebbende |
Vastgesteld door | geattribueerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Eigendom, openbare werken, producten, diensten, verrichtingen, belastingen |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2024 | Nieuwe regeling | 16-04-2024 |
De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde bedoelde gemeenteambtenaar van de gemeente Putten;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 253 van de Gemeentewet en het bepaalde over de belastingplicht in
vast te stellen de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie gemeente Putten 2024.
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject. In de gevallen waarin dat voorkomt, mag de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen worden gesteld. In deze gevallen hanteert de gemeente Putten een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Voor de belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
De onderdelen 1 tot en met 6 vinden geen toepassing indien:
bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar van de gemeente Putten bekend is dat één van de belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben en dit er niet toe leidt dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.
Hoofdstuk 2 Wet waardering onroerende zaken
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor één eigendom meer personen als (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen mag de gemeente Putten op grond van artikel 24 van de WOZ-beschikking aan één van de belanghebbenden bekendmaken. De gemeente Putten hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen, overeenkomstige toepassing.
Op de WOZ-beschikkingen ten aanzien van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht zijn de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, zoals die gelden voor de belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige in keuzesituatie" van 17 maart 1998 en de "Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie van 17 maart 1998 worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum, men dien verstande dat zij van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben toegedaan.