Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Helmond

Verordening op de raadscommissies Helmond 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHelmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies Helmond 2024
CiteertitelVerordening op de raadscommissies Helmond 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de raadscommissies Helmond 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-04-2024nieuwe regeling

12-03-2024

gmb-2024-171001

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies Helmond 2024

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raadscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: de voorzitter van een raadscommissie;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • f.

    commissielid: een raadslid of een door de raad benoemd burgercommissielid;

  • g.

    agendacommissie: de commissie als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Helmond;

  • h.

    fractie: de fractie als bedoeld in artikel 8 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Helmond;

  • i.

    deskundigen: ambtenaren van de gemeente Helmond of derden die beschikken over specialistische kennis over een bepaald onderwerp;

  • j.

    raad: de gemeenteraad van Helmond;

  • k.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

  • l.

    raadsinformatiesysteem: de digitale vergaderapplicatie waarmee informatie voor de raad toegankelijk wordt gemaakt;

  • m.

    podiumbijeenkomst: bijeenkomst georganiseerd door de raad bedoeld om informatie op te halen bij o.a. professionals, bedrijven, instellingen, gemeenten, bewoners of met hen ervaringen uit te wisselen, waardoor de raad in een vroeg stadium van het beleidsproces een beeld kan vormen en beleid kan (laten) ontwikkelen dat op enig moment kan leiden tot een kaderstellend raadsbesluit. In deze bijeenkomst wordt niet met elkaar een (politiek) debat gevoerd, maar enkel informatie uitgewisseld;

  • n.

    hoorzitting: bijeenkomst op initiatief van de raadscommissie over onderwerpen behorende tot het takenpakket van de commissie om informatie te verzamelen of meningen te peilen, zodat de raad daarover een uitspraak kan doen of een besluit kan nemen.

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      adviescommissie Inwoners;

    • b.

      adviescommissie Omgeving;

    • c.

      opiniecommissie Inwoners;

    • d.

      opiniecommissie Omgeving.

  • 2.

    De adviescommissie Inwoners adviseert aan de raad en de opiniecommissie Inwoners overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      openbare orde en veiligheid;

    • b.

      het sociale domein;

    • c.

      bestuur en ondersteuning;

    • d.

      financiën;

    • e.

      sport, kunst en cultuur.

  • 3.

    De adviescommissie Omgeving adviseert aan de raad en de opiniecommissie Omgeving overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      milieu;

    • b.

      ruimtelijke ordening en bouwen;

    • c.

      economische zaken, toerisme en recreatie;

    • d.

      verkeer en vervoer.

  • 4.

    Agendapunten kunnen worden overgedragen van de ene naar de andere commissie. De agendacommissie besluit hierover.

  • 5.

    Naast de commissies op grond van het eerste lid, kent de raad ook commissies in de vorm van podiumbijeenkomsten en klankbordgroepen. Deze staan onder het voorzitterschap van één van de commissievoorzitters of een ander aangewezen raadslid. Deze commissies worden beschouwd als raadscommissie op grond van artikel 82 van de Gemeentewet.

Artikel 3 Taken

  • 1.

    Een adviescommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over een geagendeerd raadsvoorstel dat of een kwestie die betrekking heeft op de in artikel 2, genoemde onderwerpen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of de burgemeester over door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2 genoemde onderwerpen.

  • 2.

    Een opiniecommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitwisselen van argumenten en doorvragen over een geagendeerd onderwerp met als doel om de raad in de gelegenheid te stellen tot een goede weging te komen van voor- en nadelen;

    • b.

      het geven van opinie over het onderwerp dat is geagendeerd;

    • c.

      het kennisnemen van informatie over onderwerpen gepresenteerd door het college.

Artikel 4 Samenstelling, benoeming en vervanging

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uit raadsleden en/of burgercommissieleden.

  • 2.

    Elke fractie heeft recht op 3 burgercommissieleden.

  • 3.

    De burgercommissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 4.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 5.

    Alle commissieleden zijn per commissie, per vergadering en per agendapunt flexibel inzetbaar. Per geagendeerd onderwerp kan door een fractie met maximaal twee personen aan de bespreking van dat onderwerp worden deelgenomen.

  • 6.

    Burgercommissieleden leggen voorafgaand aan het uitoefenen van hun functie de eed of belofte af ten overstaan van de voorzitter van de raadscommissie dan wel de voorzitter of waarnemend voorzitter van de gemeenteraad. Artikel 14 van de Gemeentewet is hier van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor “raad” wordt gelezen “raadscommissie”.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter neemt niet deel aan de inhoudelijke beraadslaging in de raadscommissie.

  • 3.

    Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter fungeert een door de raadscommissie uit zijn midden aangewezen raadslid als tijdelijk voorzitter.

  • 4.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het voorbereiden en leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      hetgeen deze verordening of de wet hem/haar verder opdraagt.

  • 5.

    De voorzitter is lid van de agendacommissie.

Artikel 6 Zittingsduur, vacatures en opvolging

  • 1.

    De zittingsperiode van een commissielid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger, eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een commissielid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    Een raadslid houdt op commissielid te zijn indien hij het lidmaatschap van de raad verliest.

  • 4.

    Op verzoek van de betreffende fractie wordt een burgercommissielid ontheven uit zijn functie.

  • 5.

    De raad kan de voorzitter en zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 6.

    Een burgercommissielid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger, kunnen te allen tijde op eigen initiatief ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat bij een burgercommissielid direct in en bij een voorzitter of plaatsvervangend voorzitter een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 7.

    Indien niet langer wordt voldaan aan het gestelde in artikel 10 of 13 van de Gemeentewet, of door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van de artikelen 4 en 5.

  • 8.

    Een burgercommissielid wordt door de raad ontslagen wanneer deze in strijd handelt met het bepaalde in artikel 15 van de Gemeentewet.

Artikel 7 Commissiegriffier en griffier

Ter ondersteuning van iedere raadscommissie is een commissiegriffier of de griffer aanwezig..

HOOFDSTUK 2 REGULIERE VERGADERINGEN

Artikel 8 Tijdstip en vergaderfrequentie

  • 1.

    De agendacommissie bepaalt dag en plaats van de vergadering en het aanvangstijdstip. De agendacommissie houdt hierbij rekening met het door het fractievoorzittersoverleg vastgestelde vergaderschema.

  • 2.

    Reguliere vergaderingen vangen aan om 19.30 uur of zoveel eerder als de agendacommissie nodig acht.

  • 3.

    Reguliere vergaderingen eindigen in beginsel om 22.30 uur. De voorzitter kan, gehoord het standpunt van de raadscommissie, hiervan afwijken.

Artikel 9 Voorlopige agenda, oproep voor vergadering en initiatiefvoorstellen

  • 1.

    De commissiegriffier stelt een voorlopige agenda op en zendt deze uiterlijk donderdag voorafgaand aan de vergadering aan de agendacommissie.

  • 2.

    Op de voorlopige agenda kunnen raadsvoorstellen als hamerstuk worden geplaatst. De commissievoorzitter vraagt tijdens de commissievergadering of ingestemd kan worden met de conceptagenda met inbegrip van de raadsvoorstellen die als hamerstuk zijn opgenomen.

    Indien een fractie een raadsvoorstel wel in de commissie wil bespreken, wordt dit 48 uur voor de vergadering via de griffie aangegeven bij de commissievoorzitter.

    Een hamerstuk wordt niet besproken en wordt als hamerstuk op de concept raadsagenda geplaatst, tenzij een fractie aangeeft dit alsnog te willen bespreken. De conceptagenda is vastgesteld als minimaal de helft van de in de vergadering aanwezige commissieleden daarmee instemt.

  • 3.

    De agendacommissie stelt de conceptagenda vast.

  • 4.

    De voorzitter doet ten minste 10 dagen voor een vergadering aan de leden een schriftelijke oproep toekomen. De oproep gaat vergezeld van de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in hoofdstuk Va van de Gemeentewet bedoelde stukken waarop geheimhouding berust.

  • 5.

    Zowel de commissieleden, als het college, kunnen op eigen initiatief de agendacommissie verzoeken een of meerdere onderwerpen op de agenda van een raadscommissie te plaatsen. Een onderbouwd verzoek wordt schriftelijk bij de agendacommissie ingediend waarin in ieder geval wordt aangegeven de probleemstelling, de aanleiding en het gevraagde. Het verzoek wordt na toetsing of het voldoet aan de gevraagde onderbouwing, door de agendacommissie doorgeleid naar het college. Agendering volgt in de eerstvolgende vergadering dan wel in de cyclus erna.

  • 6.

    Indien een aanvullende agenda wordt opgesteld, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vóór vrijdag 16.00 uur voorafgaand aan de vergadering, aan de leden toegezonden.

Artikel 10 Openbare kennisgeving via raadsinformatiesysteem

  • 1.

    De vergadering wordt op de in de gemeente Helmond gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar eenieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het inspreekrecht als bedoeld in artikel 16.

Artikel 11 (Digitale) inzage stukken

  • 1.

    De voorstellen en de stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda staan, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor de leden van de commissie in het raadsinformatiesysteem gezet. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en wordt dit in het raadsinformatiesysteem vermeld.

  • 2.

    Indien voor stukken op grond van hoofdstuk Va van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent deze inzage.

Artikel 12 Aanwezigheid wethouders, burgemeester en deskundigen

  • 1.

    De burgemeester en de wethouders kunnen in de vergadering aan de beraadslagingen deel nemen. De voorzitter verleent hen het woord.

  • 2.

    Het collegelid als bedoeld in het eerste lid kan, te zijner beoordeling, zich tijdens de vergadering laten bijstaan door één of meerdere deskundigen en zorgt ervoor dat deze uitgenodigd wordt/worden.

  • 3.

    De deskundige als bedoeld in het tweede lid is verplicht tijdens de vergadering aan de commissie alle gevraagde inlichtingen te verstrekken die gerelateerd zijn aan het onderwerp waarvoor hij is uitgenodigd.

Artikel 13 Presentielijst

  • 1.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder commissielid onmiddellijk de presentielijst.

  • 2.

    In geval van een digitale vergadering maakt de commissiegriffier de presentielijst op.

Artikel 14 Opening vergadering, vaststelling agenda, technische vragenronde en presentaties

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal fracties aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter alleen beraadslagen over onderwerpen die zijn geagendeerd op de oorspronkelijke agenda.

  • 4.

    Aan het begin van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Ieder agendapunt wordt voorzien van een tijdsindicatie.

  • 5.

    Technische vragen dienen tenminste 48 uur voorafgaand aan de vergadering door de fractie bij de griffie te worden aangemeld. Dit dient schriftelijk te gebeuren.

  • 6.

    De griffie ziet erop toe dat de verantwoordelijk portefeuillehouder (burgemeester of wethouder) tijdig op de hoogte wordt gebracht van de technische vragen.

  • 7.

    Uitgangspunt is dat technische vragen zoveel mogelijk voorafgaand aan de vergadering ambtelijk worden voorgelegd en beantwoord. Technische vragen gesteld tijdens de behandeling, worden nadien binnen 5 werkdagen schriftelijk beantwoord.

  • 8.

    Ter ondersteuning van een stuk dat in een Opiniecommissie wordt besproken kan door het college een presentatie worden gegeven. Een presentatie duurt maximaal 10 minuten. In overleg met de voorzitter kan hiervan gemotiveerd afgeweken worden. Commissieleden nemen hun vragen mee naar de 1e termijn van de behandeling.

Artikel 15 Inspreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die zijn geagendeerd.

  • 2.

    Een burger die gebruik wenst te maken van het inspreekrecht, dient dit uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 14.00 uur te melden bij de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, telefoonnummer en e-mailadres. Voorts vermeldt hij het onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren, het belang bij het onderwerp en voor zover van toepassing namens welke personen, groepering, instelling of organisatie het spreekrecht wordt verlangd

  • 3.

    De voorzitter beslist over de verlening van het inspreekrecht met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid.

  • 4.

    Voor onderwerpen die verband houden met een agendapunt geeft de voorzitter het woord aan de burger voor aanvang van behandeling van het agendapunt.

  • 5.

    De voorzitter kan de commissieleden toestaan aan de insprekende burgers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en een commissielid.

  • 6.

    De maximum totale tijd voor insprekers bedraagt per vergadering een half uur. De voorzitter bepaalt of aan het begin van de vergadering of aan het begin van de bespreking van een bepaald agendapunt van de inspreektijd gebruik gemaakt kan worden. De inspreektijd per inspreker bedraagt ten hoogste vijf minuten. De voorzitter verdeelt zo nodig de inspreektijd over de insprekers en bepaalt de volgorde. De voorzitter kan in uitzonderlijke gevallen flexibel om gaan met de maximum totale inspreektijd.

  • 7.

    Per groepering, instelling of organisatie mag slechts één persoon het woord voeren. Inspreker geeft tevoren aan namens welke groepering, instelling of organisatie hij spreekt.

  • 8.

    Burgers die gebruik maken van het inspreekrecht kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de vergadering bijwonen.

Artikel 16 Verslaglegging voorgaande vergadering

  • 1.

    De griffie draagt zorg voor verslaglegging en een besluitenlijst van de voorgaande vergadering en de verzending daarvan.

  • 2.

    De commissieleden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht om bij de vaststelling van de besluitenlijst in de eerstvolgende vergadering een voorstel tot wijziging in te dienen bij de commissiegriffier.

  • 3.

    Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld. De besluitenlijst is vastgesteld als minimaal de helft van de in de vergadering aanwezige commissieleden daarmee instemt. De vastgestelde besluitenlijst wordt in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 4.

    De besluitenlijst omvat tenminste:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier; de leden en alle overige aanwezigen;

    • b.

      een samenvatting van het advies aan de raad;

    • c.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 21 van deze verordening door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

Artikel 17 Spreektermijnen en woordvoerderschap

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in een adviescommissie in 2 termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist, maar nooit minder dan 2. De beraadslaging over een onderwerp in een opiniecommissie geschiedt in 1 termijn.

  • 2.

    Voor de eerste termijn heeft iedere fractie maximaal 3 minuten spreektijd. De agendacommissie kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken, door meer spreektijd te bepalen. Tijdens de bijdrage van een commissielid wordt niet geïnterrumpeerd.

  • 3.

    Een commissielid mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 5.

    Namens de fractie wordt bij de behandeling van een onderwerp of voorstel door één lid het woord gevoerd. Het andere commissielid mag wel interrumperen.

  • 6.

    Een interruptie op een interruptie wordt niet toegestaan.

Artikel 18 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en de commissieleden kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. Een voorstel wordt kort toegelicht.

  • 2.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond. Een ordevoorstel is aangenomen als minimaal de helft van de in de vergadering aanwezige commissieleden daarmee instemt.

Artikel 19 Handhaving orde en schorsing

  • 1.

    De voorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2.

    Een spreker mag in zijn betoog in de eerste termijn niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan de regels van deze verordening te herinneren;

  • 3.

    De voorzitter roept een spreker tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke zin uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumpeert of anderszins de orde verstoort. Een spreker die hieraan geen gevolg geeft, kan het woord worden ontnomen.

  • 4.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 5.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid voor ten hoogste 3 maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 20 Beraadslaging en deelname door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een commissielid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van de voorzitter of een commissielid kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 3.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 4.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een commissielid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

  • 5.

    Artikel 28 Gemeentewet is van overeenkomstig toepassing op de vergadering van een commissie.

  • 6.

    Een voorstel ingevolge dit artikel is aangenomen als minimaal de helft van de in de vergadering aanwezige commissieleden daarmee instemt.

Artikel 21 Advies commissie

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt na controle bij de commissie, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders oordeelt.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, geeft de raadscommissie aan of het onderwerp als hamerstuk of als bespreekstuk aan de raad wordt aangeboden. Een raadsvoorstel wordt een bespreekstuk als 1 of meerdere fracties aangeven het als bespreekstuk aan te willen bieden aan de raad.

Artikel 22 Uitbrengen en openbaarmaking advies

  • 1.

    De commissiegriffier maakt een overzicht met de standpunten van de fracties met betrekking tot de bespreekstukken en zendt dit toe aan de voorzitter van de raad. Het overzicht wordt ook in het raadsinformatiesysteem geplaatst bij de desbetreffende raadsvergadering.

  • 2.

    Dit artikel is niet van toepassing op adviezen die in een besloten vergadering tot stand zijn gekomen als bedoeld in hoofdstuk 3.

HOOFDSTUK 3 BESLOTEN VERGADERINGEN

Artikel 23 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt schriftelijk opgemaakt en niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2.

    Het verslag als bedoeld in het eerste lid wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het verslag. Een verslag waarop niet langer geheimhouding berust wordt in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

Artikel 25 Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als de raadscommissie die de geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

HOOFDSTUK 4 BIJZONDERE BIJEENKOMSTEN

Artikel 26 Beeldvormende bijeenkomsten

  • 1.

    Een raadscommissie kan buiten de vergaderingen om, als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, het college verzoeken een raadsinformatiebijeenkomst te organiseren over een bepaald thema ten behoeve van de beeldvorming van de raad.

  • 2.

    Een raadscommissie kan buiten de vergaderingen om, als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, het fractievoorzittersoverleg verzoeken een podiumbijeenkomst te (laten) organiseren over een bepaald thema ten behoeve van de beeldvorming van de raad.

  • 3.

    Bijeenkomsten als bedoeld in de vorige leden worden opgenomen in het vergaderschema van de raad.

Artikel 27 Hoorzittingen

  • 1.

    Een raadscommissie kan buiten de vergaderingen om, als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, hoorzittingen over onderwerpen behorende tot het takenpakket van de commissie om zodoende informatie te verzamelen of meningen te peilen, zodat de raad daarover een uitspraak kan doen of - voor zover bevoegd - een besluit kan nemen.

  • 2.

    Het besluit als bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan besluitvorming door de raadscommissie voor advies voorgelegd aan de agendacommissie en vermeldt in ieder geval:

    • het onderwerp;

    • de vraagstelling;

    • de doelgroep(en); en

    • de te hanteren werkwijze.

  • 3.

    Voor een hoorzitting kunnen worden uitgenodigd: inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en het college.

  • 4.

    Leden van het college kunnen zich tijdens een hoorzitting laten bijstaan door ambtelijk deskundigen of deskundigen buiten de ambtelijk organisatie.

  • 5.

    De raadsgriffier draagt zorg voor de organisatie van de hoorzitting.

  • 6.

    Tijdens de hoorzitting worden vragen gesteld en antwoorden gegeven. Er vindt geen debat plaats. Een korte standpuntbepaling is mogelijk.

  • 7.

    De voorzitter bepaalt de gang van zaken tijdens de hoorzitting.

HOOFDSTUK 5 TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 28 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, verzoeken te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste 3 maanden de toegang tot de vergaderingen ontzeggen.

Artikel 29 Geluid- en beeldregistratie

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 30 Verbod gebruik communicatiemiddelen

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, niet toegestaan als daarmee inbreuk wordt gemaakt op de orde van de vergadering.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 31 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 32 Intrekking oude regeling

De Verordening op de raadscommissies Helmond 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 33 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies Helmond 2024.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 12 maart 2024

De raad voornoemd,

de voorzitter

de griffier