Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westland

Nadere regels jeugdhulp Westland 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels jeugdhulp Westland 2024
CiteertitelNadere regels jeugdhulp Westland 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels jeugdhulp Westland 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  4. Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent jeugdhulp (Verordening Jeugdhulp gemeente Westland 2020)
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-04-2024nieuwe regeling

02-04-2024

gmb-2024-169739

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels jeugdhulp Westland 2024

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

 

gelezen het voorstel van 2 april 2024,

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Op grond van:

artikel 2 lid 3, artikel 4 lid 5, artikel 9 lid 3 en 4, artikel 13 lid 4 van de Verordening jeugdhulp Westland 2020;

 

Gelet op het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Westland;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende nadere regels:

Nadere regels jeugdhulp Westland 2024

Artikel 1. Definities en begrippen

  • 1.

    Alle definities die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het uitvoeringsbesluit Jeugdwet en de verordening Jeugdhulp gemeente Westland 2020.

  • 2.

    Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing.

     

Ambulante jeugdhulp: Ambulante jeugdhulp is hulp die geboden wordt bij de jeugdige thuis, op locatie van de aanbieder, of op de school van de jeugdige.

 

Behandelduur: De behandelduur betreft de periode dat de jeugdige in behandeling is en dus daadwerkelijk zorg geboden krijgt, door de jeugdhulpaanbieder.

 

Gecertificeerde instelling: Een instelling die vanuit overheidswege wordt gecertificeerd om maatregelen rondom jeugdbescherming en jeugdreclassering uit te voeren.

 

Multiproblematiek: Multiproblematiek betreft problematiek bij de jeugdige en of het gezin op meerdere leefgebieden.

 

Toets: Bij de toets door het Sociaal Kernteam Westland (SKT) wordt door het SKT aan de hand van de criteria, genoemd onder artikel 2.3 lid 2 sub c van de beleidsregels jeugdhulp Westland 2024 (beleidsregels jeugdhulp), beoordeeld of een jeugdige hieraan voldoet om in aanmerking te komen voor een individuele voorziening in de jeugdhulp. Als deze individuele voorziening naar het oordeel van het SKT nodig blijkt wordt daarnaast ook het normenkader gehanteerd zoals opgenomen in artikel 2.6 van de beleidsregels jeugdhulp.

Artikel 2. Vormen van jeugdhulp

 

2.1. Overige voorzieningen

  • 1.

    De volgende overige voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      Basishulp:

      • Jeugdgezondheidszorg;

      • Schoolmaatschappelijk werk;

      • Gezinsondersteuning waaronder gezinscoaching;

      • Begeleiding en verzorging van jeugdigen met een verstandelijk, lichamelijke en/of zintuigelijke beperking;

      • Jongeren coaching en participatiebevordering

    • b.

      Informatie, trainingen en (opvoed)advies;

    • c.

      Ambulante opvoedhulp;

    • d.

      Jongerentrajecten en intensief casemanagement, mede met het oog op jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast;

    • e.

      Kortdurende generalistische basis-ggz bij enkelvoudige problematiek.

  • 2.

    Overige voorzieningen zijn vrij-toegankelijke jeugdhulpvoorzieningen. Hier kunnen jeugdigen en ouders gebruik van maken zonder besluit van het college.

2.2. Individuele voorzieningen

  • 1.

    De volgende individuele voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      Specialistische jeugdhulp

      • In aanvulling op de algemene voorzieningen draagt het college zorg voor de beschikbaarheid van specialistische jeugdhulp. Dit betreft niet-vrij toegankelijke jeugdhulp die niet binnen de afbakening van hoog specialistische jeugdhulp valt. Over het algemeen betreft het jeugdhulp met een voorspelbaar karakter en een laag (veiligheids)risico. Hoewel de inzet van meer dan één hulpverlener mogelijk is, zal de jeugdhulp vaak vanuit één expertise en één hulpverlener geboden worden.

    • b.

      Hoog specialistische jeugdhulp

      • In aanvulling op de algemene voorzieningen draagt het college zorg voor de beschikbaarheid van hoog specialistische jeugdhulp. Hiervan is sprake als;

        • In alle gevallen de problematiek van de jeugdige en zijn gezin op meer dan één levensgebied speelt en een multidisciplinaire behandeling noodzakelijk is;

        • De aard van deze behandeling zich kenmerkt door een hoge mate van onvoorspelbaarheid en een intensieve inzet.

        • Intensieve behandeling geboden wordt in een intramurale voorziening.

    • c.

      Gesloten jeugdhulp

      • Jeugdhulp waarbij sprake is van opname, verblijf en jeugdhulp in een residentiele voorziening. Deze voorziening kan alleen door de rechter opgelegd worden.

    • d.

      Niet ingekochte individuele voorzieningen

      • Alle vormen van jeugdhulp voor jeugdigen voor wie het aanbod van de regionaal gecontracteerde jeugdhulpaanbieders onvoldoende passend is.

    • e.

      Landelijke individuele voorzieningen

      • Jeugdhulp die geboden wordt door landelijk gecontracteerde jeugdhulpaanbieders met een specialistische functie binnen de kaders van de door de VNG afgesloten raamcontracten.

    • f.

      Onafhankelijke vertrouwenspersoon

      • Dit is een landelijk georganiseerde voorziening. Wanneer cliënten een klacht willen indienen tegen een jeugdhulp professional kunnen zij hier terecht.

    • g.

      Jeugdwetvervoer

      • Het vervoer van een jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden zoals staat omschreven in de wet.

    • h.

      Dyslexiezorg

      • Diagnostiek bij een vermoeden van ernstige enkelvoudige dyslexie en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie van jeugdigen in de leeftijd tussen 7 en 12 jaar.

  • 2.

    Individuele voorzieningen zijn niet-vrij toegankelijke voorzieningen op het gebied van jeugdhulp. Hier kunnen jeugdigen en ouders alleen gebruik van maken via:

    • a.

      een besluit dat namens het college van burgemeester en wethouders is genomen door het Sociaal Kernteam Westland (hierna: Sociaal Kernteam)

    • b.

      een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdgezondheidszorgarts;

    • c.

      een gecertificeerde instelling, de kinderrechter (via een kinderbeschermingsmaatregel of een maatregel tot jeugdreclassering), het openbaar ministerie en de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting.

  • 3.

    Het Sociaal Kernteam kan bij iedere aanvraag voor een niet-vrij toegankelijke voorziening een toets uitvoeren waarbij de afweging gemaakt kan worden of de hulp passend is. Bepaald wordt welk volume van zorg en welke behandelduur afgegeven wordt. Dit geldt ook voor een aanvraag tot verlenging van zorg. Bij verblijfszorg wordt altijd een toets uitgevoerd door het Sociaal Kernteam.

    • a.

      In artikel 2.3 lid 2 van de beleidsregels jeugdhulp Westland 2024 (beleidsregels jeugdhulp), zijn de criteria te vinden die gebruikt worden voor de afweging;

    • b.

      Onder artikel 2.6 van de beleidsregels jeugdhulp is het normenkader te vinden voor de inzet van ambulante jeugdhulp.

Artikel 3. Toegang tot jeugdhulp

De toeleiding naar de jeugdhulp vindt op verschillende manieren plaats.

 

3.1. Toegang jeugdhulp via de gemeente

  • 1.

    Een hulpvraag van een jeugdige en/of zijn ouder(s) kan rechtstreeks binnenkomen bij de gemeente, via het Sociaal Kernteam. Het Sociaal Kernteam draagt namens burgemeester en wethouders van Westland zorg voor de toeleiding naar adequate hulp. De beslissing welke zorg een jeugdige en zijn ouder(s) precies nodig hebben, komt vervolgens tot stand in overleg tussen een deskundige van het Sociaal Kernteam met de jeugdige en zijn ouder(s). In één of meerdere gesprek(ken) wordt gekeken welke hulp de jeugdige en zijn ouder(s) nodig hebben en wat zij eventueel zelf of met behulp van hun netwerk kunnen doen aan het probleem.

  • 2.

    Als aanvullend daarop een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is, dan wordt eerst gekeken of dit een overige jeugdhulpvoorziening is of een individuele jeugdhulpvoorziening. Is het laatste het geval dan neemt een deskundige van het Sociaal Kernteam, namens het college, een besluit en verwijst hij de jeugdige door naar de jeugdhulpaanbieder die volgens de deskundige, in samenspraak met ouders en jeugdige, het beste antwoord heeft op de hulpvraag.

  • 3.

    De regels met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren, bij een individuele jeugdhulpvoorziening via het Sociaal Kernteam van de gemeente zijn in artikel 2 van de beleidsregels jeugdhulp beschreven.

3.2. Toegang via de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist

  • 1.

    In de Jeugdwet is geregeld, dat jeugdhulp ook toegankelijk is na een verwijzing door de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist. Na een dergelijke verwijzing staat nog niet vast welke specifieke behandelvorm van jeugdhulp een jeugdige en/of zijn ouder(s) precies nodig heeft/hebben.

  • Een jeugdige kan op dat moment terecht bij de jeugdhulpaanbieders die de gemeente heeft ingekocht. In de praktijk zal het de jeugdhulpaanbieder zelf zijn die op basis van zijn professionele autonomie na de verwijzing beoordeelt welke voorziening precies nodig is, hoe de ondersteuning en/of behandeling is en hoe lang deze nodig is. Hierop kan wel een toets en daarmee een mogelijke aanpassing plaatsvinden door het Sociaal Kernteam. Bij deze beoordeling moet de jeugdhulpaanbieder zich houden aan de afspraken die hij daarover met de gemeente heeft gemaakt in het kader van de contract- of subsidierelatie.

  • 2.

    Deze afspraken zien toe op hoe de gemeente haar regierol kan waarmaken en op de omvang van het pakket. Deze afspraken gaan ook in op hoe de artsen en het Sociaal Kernteam goed van elkaar op de hoogte zijn van de doorverwijzing of behandeling van een jeugdige. Dit om de integrale benadering rond de jeugdige en het principe van 1 gezin – 1 plan – 1 contactpersoon, vooral bij multiproblematiek, te waarborgen en om te voorkomen dat er nieuwe ‘verkokering’ plaats vindt, waarbij professionals niet goed van elkaar weten dat zij bij het gezin betrokken zijn. Bij multiproblematiek is het essentieel dat er altijd een regiehouder betrokken is. Dit kan iemand zijn vanuit het Sociaal Kernteam, maar ook vanuit de gecertificeerde instelling. Het is van belang dat de huisarts de Ondersteuner Jeugd en Gezin van het Sociaal Kernteam betrekt als er sprake is van multiproblematiek, dit om de regiehouder rol goed te kunnen invullen.

  • 3.

    Daarnaast moet de jeugdhulpaanbieder rekening houden met de regels die de gemeente bij verordening, nadere regels en beleidsregels heeft gesteld. Als de jeugdige en/of zijn ouders hierom verzoeken, of in het geval dat het Sociaal Kernteam een besluit neemt dat afwijkt van het oordeel van de jeugdhulpaanbieder, legt het Sociaal Kernteam de te verlenen individuele jeugdhulpvoorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking.

3.3. Toegang via de gecertificeerde instelling, de kinderrechter, het openbaar ministerie en de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting

  • 1.

    Een andere ingang tot de jeugdhulp is via de gecertificeerde instelling, de kinderrechter (via een kinderbeschermingsmaatregel of een maatregel tot jeugdreclassering), het openbaar ministerie en de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting.

  • 2.

    De gecertificeerde instelling is verplicht om bij de bepaling van de in te zetten jeugdhulp in het kader van een door de rechter opgelegde kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering te overleggen met het Sociaal Kernteam. Bij dit overleg worden de criteria en het normenkader, zoals in artikel 2 van de beleidsregels jeugdhulp staan uitgewerkt, besproken en zo nodig toegepast of in overleg kan er ook van worden afgeweken. Het Sociaal Kernteam zorgt ervoor dat dossiers waarbij de regie bij de gecertificeerde instelling ligt niet gesloten worden. Op deze manier is betrokkenheid vanuit het Sociaal Kernteam gewaarborgd.

  • 3.

    De gemeente is gehouden de jeugdhulp in te zetten die bovengenoemde partijen nodig vinden om een kinderbeschermingsmaatregel of een maatregel tot jeugdreclassering uit te voeren. Ook hier geldt dat de gecertificeerde instelling in beginsel gebonden is aan de jeugdhulp die de gemeente heeft ingekocht.

  • 4.

    Als de kinderrechter een ondertoezichtstelling of gezag beëindigende maatregel uitspreekt, wijst hij gelijktijdig in de beschikking de gecertificeerde instelling aan die de maatregel gaat uitvoeren. Dit kan de rechter doen omdat de Raad voor de Kinderbescherming in zijn verzoekschrift een concreet advies geeft over welke gecertificeerde instelling de maatregel zou moeten uitvoeren. De Raad voor de Kinderbescherming neemt een gecertificeerde instelling in zijn verzoekschrift op die na overleg met de gemeente en gezien de concrete omstandigheden van het geval hiervoor het meest geschikt lijkt. De Raad voor de Kinderbescherming is verplicht om hierover met de gemeente te overleggen.

  • 5.

    Bij de inzet van spoedhulp via het Crisis Interventie Team (CIT), zal het Sociaal Kernteam zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken het besluit over de inzet van deze hulp vastleggen in een beschikking en/of toewijzing richting de aanbieder.

3.4. Toegang via Veilig Thuis

Veilig thuis geeft advies over vermoedens en gevallen van huiselijk geweld en kindermishandeling, onderzoekt wanneer nodig op basis van een melding of er sprake is van kindermishandeling, motiveert zo nodig ouders tot accepteren van jeugdhulp en legt daartoe contacten met het Sociaal Kernteam en hulpverleners.

Artikel 4. PERSOONSGEBONDEN BUDGET

 

4.1. Criteria voor pgb

  • 1.

    Conform artikel 8.1.1 van de jeugdwet verstrekt het Sociaal Kernteam alleen een individuele jeugdhulpvoorziening in de vorm van een pgb:

    • a.

      Als de jeugdige of zijn ouders, al dan niet met hulp uit hun sociale netwerk, in staat zijn de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;

    • b.

      Als de jeugdige of zijn ouders overtuigend kunnen motiveren waarom zij de individuele jeugdhulpvoorziening die door een aanbieder in natura wordt geleverd, niet passend achten;

    • c.

      Als naar het oordeel van het Sociaal Kernteam gewaarborgd is dat de jeugdhulp die de jeugdige of zijn ouders willen betrekken van een aanbieder of een persoon die behoort tot het sociale netwerk van goede kwaliteit is. Onder goede kwaliteit wordt verstaan het kwaliteitsniveau gelijk aan die van zorgaanbieders in natura;

    • d.

      Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die door de jeugdige of zijn ouders zijn aangegeven, na is te gaan of de voorziening noodzakelijk is en als goedkoopste adequate voorziening aan te merken valt;

    • e.

      Als de jeugdige of zijn ouders de kosten, die uitstijgen boven de kostprijs van de naar het oordeel van het Sociaal Kernteam adequate individuele jeugdhulpvoorziening in natura, zelf willen en kunnen bekostigen.

4.2. Vaststelling hoogte pgb

  • 1.

    De hoogte van een pgb wordt op de volgende wijze vastgesteld door het Sociaal Kernteam.

    • 1.

      De hoogte van het toe te kennen budget is afhankelijk van de hulpvraag, het type hulp en de hoeveelheid van de ondersteuning die nodig is.

    • 2.

      Voor inzet van een aantoonbaar gediplomeerd zorgverlener geldt het laagste tarief.

  • waarvoor de gemeente de zorg in natura heeft ingekocht minus 10 % aan overheadkosten.

  • 3.

    Voor inzet van niet-professionele zorgverleners geldt een uurtarief van € 20,- minus uren inzet die, op basis van de beleidsregels indicatiesteling WLZ 2023 gehanteerde leidraad boven gebruikelijke ondersteuning (jeugd) van CIZ”, onbetaald dienen te worden uitgevoerd.

  • 4.

    Op aanvraag van de budgethouder kan de prijsindex die aan aanbieders van zorg in natura wordt doorberekend ook worden toegepast op toegekende pgb-budgetten. De index wordt jaarlijks vastgesteld door burgemeester en wethouders via het financieel besluit Wmo en Jeugdhulp.

4.3. Betrekken hulp van een persoon uit het sociaal netwerk

  • 1.

    Een pgb voor jeugdhulp door een persoon die behoort tot het sociale netwerk wordt verstrekt als naar het oordeel van het Sociaal Kernteam gewaarborgd is dat de jeugdhulp die de jeugdige en zijn ouders willen betrekken van een aanbieder of een persoon die behoort tot het sociale netwerk van goede kwaliteit is.

  • 2.

    Onder goede kwaliteit wordt verstaan het kwaliteitsniveau gelijk aan die van zorgaanbieders in natura.

4.4. Beheer pgb

  • 1.

    Een pgb mag beheerd en besteed worden via tussenpersonen of een belangbehartiger onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      De budgetbeheerder kan zijn: de zorgvrager, de partner, de ouder, een broer of zus of een ander familielid;

    • b.

      De budgetbeheerder is in staat om zelfstandig regie te voeren over het pgb en de hieruit voortkomende verplichtingen (goed werkgeverschap, inkoop goede ondersteuning en administratie);

    • c.

      De budgetbeheerder voldoet niet aan deze eis wanneer hij/zij:

      • handelingsonbekwaam is;

      • onvoldoende inzicht heeft in de eigen beperkingen;

      • niet over voldoende organisatie - en regelvermogen en verantwoordelijkheidsbesef beschikt.

Artikel 5. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

  • 1.

    Onverminderd artikel 8.1.2 van de jeugdwet doen een jeugdige en zijn ouders op verzoek of uit eigen beweging aan het Sociaal Kernteam mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing over een individuele voorziening. Het is hierbij niet mogelijk om met terugwerkende kracht, dus voor het doen van de mededeling aan het Sociaal Kernteam, een ophoging van budget te verkrijgen.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het Sociaal Kernteam een beslissing over een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als is vastgesteld dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere besluit zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het pgb zijn aangewezen;

    • c.

      de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het pgb;

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 3.

    Als het Sociaal Kernteam een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens heeft plaatsgevonden, kan het Sociaal Kernteam van degene die onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.

  • 4.

    Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

  • 5.

    Het Sociaal Kernteam onderzoekt uit oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de besteding van het pgb.

Artikel 6. Privacy

Bij het verwerken van persoonsgegevens neemt het Sociaal Kernteam de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG) en de jeugdwet in acht. Het Sociaal Kernteam handelt daarnaast in overeenstemming met de vastgestelde notitie en het afwegingskader “Privacy in het Sociale Domein”.

Artikel 7. Medezeggenschap en inspraak

  • 1.

    Via de Adviesraad Sociaal Domein Westland (ASDW) worden gevraagde en ongevraagde adviezen uitgebracht op beleid met betrekking tot jeugdhulp richting college. De ASDW is de belangenbehartiger van de samenleving.

  • 2.

    Als er initiatieven vanuit ingezetenen komen op jeugdhulp beleid zal het college hiervoor een overleg faciliteren.

Artikel 8. Overgangsrecht

  • 1.

    De nadere regels jeugdhulp Westland 2016 blijven van toepassing op jeugdhulp die is aangevraagd voor inwerkintreding van de nadere regels jeugdhulp 2024. Voor aanvragen jeugdhulp na inwerkingtreding van de nadere regels jeugdhulp 2024, gelden de nadere regels jeugdhulp 2024.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De nadere regels jeugdhulp Westland 2016 worden ingetrokken op het moment dat deze nadere regels in werking treden.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking één dag na bekendmaking.

  • 3.

    Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels jeugdhulp Westland 2024.

Aldus vastgesteld door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland in de vergadering van 2 april 2024.

de secretaris,

M.L.M. Weerts

de burgemeester,

B.R. Arends

Toelichting

Artikel 4.2 lid 2

Het maximale uurtarief van €20 is gebaseerd op het wettelijk minimumloon met daarbij een surplus, dit is het geldende tarief voor 2024. Na 2024 kan ieder jaar door het college geëvalueerd worden of het bedrag van €20 nog volstaat.