Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Mandaatbesluit Zaanstad aangaande Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit Zaanstad aangaande Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied 2021
CiteertitelMandaatbesluit Zaanstad aangaande Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-202225-05-2022Nieuwe regeling

24-05-2022

Gemeenteblad

2021/18841

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Zaanstad aangaande Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied 2021

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zaanstad,

 

Gelet op artikel 10.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht het college bevoegd is mandaten te verlenen ten aanzien van hem toekomende bevoegdheden;

 

Overwegende;

  • Dat de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad binnen het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied op basis van een gemeenschappelijke regeling samenwerken op het gebied van een vlotte, veilige en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied;

  • Dat voor de afwikkeling van operationele zaken in de havens van het Noordzeekanaalgebied door de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad een één-loket is ingericht waar ontheffings- en vergunningsaanvragen kunnen worden ingediend en meldingen kunnen worden gedaan;

  • Dat het één-loket is ondergebracht bij de uitvoeringsorganisatie van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied; en

  • Dat het college bevoegdheden toekomt op basis van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019, Wet voorkoming verontreiniging door zeeschepen, Regeling voorkoming verontreiniging door zeeschepen, Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen, Scheepvaartverkeerswet, Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en Binnenvaartpolitiereglement.

 

Besluit vast te stellen:

 

 

 

Artikel 1: mandaatverlening Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019

Aan de directeur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, en diens door hem aan te wijzen vervanger, mandaat te verlenen voor de volgende artikelen van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019:

  • artikel 1.6: weigeren, wijzigen of intrekken van toestemming.

  • artikel 1.9: verlenen en weigeren ontheffing en vrijstelling van geboden en verboden.

  • artikel 1.10: doorgeven van verplicht gestelde melding, vindt plaats op een door de directeur aangegeven wijze of tijdstip, waarbij de directeur tevens de door hem te geven gegevens kan bepalen.

  • artikel 3.4: opdracht schip te verhalen.

  • artikel 3.10: vaststellen gegevens en categorie zeeschepen, die gemeld moeten worden aan de directeur.

  • artikel 3.11, vierde lid: ontvangen melding / toestemming overschrijding operationele ruimte door bunkerschepen.

  • artikel 3.12: nemen van maatregelen In het kader van veiligheids-, ordenings- of milieubelangen aan schepen.

  • artikel 3.14: verlening of weigering erkenning bootliedenorganisatie.

  • artikel 4.3: het opleggen van een verbod of het geven van een aanwijzing aan een schip dat gevaar, schade of hinder veroorzaakt of kan veroorzaken.

  • artikel 4.7, onder c: vaststellen plan van aanpak voor operationele en nautische afwikkeling schip dat is ontsmet.

  • artikel 4.8: verlening of weigeren vergunning om scheepsafval en ladingresiduen in ontvangst te nemen van zeeschepen.

  • artikel 4.9: het stellen van minimumeisen aan vergunninghouder van vergunning als bedoeld in artikel 4.8.

  • artikel 4.10: verlening of weigeren vergunning mobiele ontgasvoorziening.

  • artikel 4.11, zevende lid: stellen van nadere regels omtrent het beperken of verbieden van schoonmaken of ventileren buiten inrichtingen.

  • artikel 5.6, eerste lid, onder a: vaststellen formulier ‘verklaring gasdeskundige’.

  • artikel 8.1, eerste lid: verlenen of weigeren bunkervergunning.

  • artikel 8.1, derde lid: aanwijzen brandstoffen die niet gedebunkerd mogen worden.

  • artikel 8.2: stellen van minimumeisen bunkervergunning en vergunninghouder.

  • artikel 8.3, eerste en tweede: vaststellen aanvraagformulier vergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid en bepalen of aanvullende gegevens moeten worden overgelegd.

  • artikel 8, tweede lid: houden van een audit voor bunker- of debunkeractiviteiten die bedrijf uitvoert.

  • artikel 8.4: aanwijzing brandstoffen of soorten energiebronnen.

  • artikel 8.5, eerste lid: aanwijzing hulpstoffen die alleen met een vergunning van of aan boord van een schip mogen worden gebracht.

  • artikel 8.5 eerste lid: verlenen of weigeren hulpstoffenvergunning.

  • artikel 8.6, eerste en tweede lid: vaststellen aanvraagformulier hulpstoffenvergunning en bepalen of aanvullende gegevens moeten worden overgelegd.

  • artikel 8.7, eerste lid: vaststellen controlelijst voor het bunkeren of debunkeren van bepaalde door het college aan te wijzen brandstoffen en energiebronnen of het van boord brengen van bepaalde door het college aan te wijzen hulpstoffen.

  • artikel 8.7, eerste lid: aanwijzen brandstoffen en energiebronnen alsmede hulpstoffen waarvoor een controlelijst nodig is voor het bunkeren of debunkeren.

  • artikel 8.7, tweede lid: aanwijzen categorieën van schepen waar bunker- of debunkercontrolelijst voor geldt.

  • artikel 8.8: tweede lid: vaststelling voorschriften voor de seinvoering voor schepen die brandstoffen of andere energiebronnen bunkeren.

 

Artikel 2: mandaatverlening Wet voorkoming verontreiniging door schepen

Aan de directeur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, en diens door hem aan te wijzen vervanger, mandaat te verlenen voor de volgende artikelen van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen:

  • Artikel 6, eerste lid: zorg voor havenontvangstvoorziening.

  • Artikel 6, derde lid: vaststellen havenafvalstoffenplan.

  • Artikel 6, zesde lid: registreren afgegeven hoeveelheden scheepsafval.

  • Artikel 6, negende lid: verplichting opleggen voldoende havenontvangstvoorziening.

  • Artikel 6a, eerste lid: heffen bijdrage in de kosten ontvangen havenafvalstoffen.

  • Artikel 6a, tweede lid: vaststellen hoogte bijdrage heffing.

  • Artikel 6a, vierde lid: sluiten overeenkomst met houder voorziening.

  • Artikel 6a, vijfde lid: betaling kosten verwerking scheepsafval.

  • Artikel 12a, eerste lid: ontvangen meldingen gegevens afvalstoffen.

  • Artikel 12a, vijfde lid: bewaren ontvangen meldingen gegevens afvalstoffen.

 

Artikel 3: mandaatverlening Regeling voorkoming verontreiniging door schepen

Aan de directeur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, en diens door hem aan te wijzen vervanger, mandaat te verlenen voor de toepassing van de artikelen in de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen, die verband houden met de in artikel 2 genoemde artikelen van de Wet voorkoming verontreiniging door zeeschepen.

 

Artikel 4: mandaatverlening Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen

Aan de directeur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, en diens door hem aan te wijzen vervanger, mandaat te verlenen voor de volgende artikelen in de Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen:

  • Artikel 7: toestemming voor lossen gevaarlijke stoffen.

  • Artikel 10 sub 4/5: toestemming verrichten brandgevaarlijke activiteiten/uitvoeren werkzaamheden aan motor.

  • Artikel 11, vierde lid: toestemming overbelading explosieve stoffen.

  • Artikel 12: toestemming ankeren of ligplaats nemen.

  • Artikel 13: ontvangen melding bedrijfsstoring.

  • Artikel 14: artikelen 10, 12 en 13 ook van toepassing op tankschepen.

  • Artikel 15, derde lid: toestemming vervoer stoffen IGC-code.

  • Artikel 17, eerste lid: toestemming schoonmaken, gasvrij maken en spoelen tankschip.

  • Artikel 20: Bevoegdheid om aan toestemming voorschriften en beperkingen te stellen.

 

Artikel 5: mandaatverlening Scheepvaartverkeerswet

  • Aan de directeur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, en diens door hem aan te wijzen vervanger, mandaat te verlenen voor de volgende artikelen in de Scheepvaartverkeerswet:

  • Artikel 7: vrijstelling of ontheffing gebod of verbod verkeersteken (werkafspraken).

  • Artikel 9: geven van verkeersaanwijzingen (werkafspraken).

  • Artikel 25: bevoegdheid tot opleggen last onder bestuursdwang ter voorkoming of bestrijding gevaar personen of goederen na negeren aanwijzing (werkafspraken).

 

Artikel 6: mandaatverlening Binnenvaartpolitiereglement

  • Aan de directeur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, en diens door hem aan te wijzen vervanger, mandaat te verlenen voor de volgende artikelen in het Binnenvaartpolitiereglement:

  • Artikel 1.09, tweede lid: ontheffing leeftijd voor varen in snelle boten in wedstrijden in verenigingsband (werkafspraken).

  • Artikel 1.12, derde lid: ontvangen meldingen gevaarlijke objecten in het water (werkafspraken).

  • Artikel 1.12, vierde lid: ontvangen meldingen hindernissen in het water (werkafspraken).

  • Artikel 1.13, tweede lid: ontvangen meldingen gevaarlijke objecten in het water die verkeerstekens hebben verplaatst of beschadigd (werkafspraken).

  • Artikel 1.14: ontvangen meldingen gevaarlijke objecten in het water die kunstwerken hebben beschadigd (werkafspraken).

  • Artikel 1.15, tweede lid: ontvangen meldingen te water raken objecten (werkafspraken).

  • Artikel 1.17, eerste lid: ontvangen meldingen vastvriezen of zinken schepen of drijvende voorwerpen en toestemming verlaten schip of drijvend voorwerp (werkafspraken).

  • Artikel 1.21, tweede lid: verlenen vergunning bijzonder transport (werkafspraken).

  • Artikel 1.23, eerste lid: ontvangen melding nautisch evenement (werkafspraken).

  • Artikel 1.23, tweede lid: toestemming houden nautische evenementen (werkafspraken).

  • Artikel 3.25, derde lid: ontheffing verplichting voeren tekens voor schepen.

  • Artikel 3.27: toestemming voeren bijkomende tekens bij reddingsoperaties.

  • Artikel 3.28: toestemming gebruik flikkerlichten voor schip dat werkzaamheden uitvoert.

  • Artikel 3.29, tweede lid, onderdeel b: toestemming gebruik bepaalde lichten.

  • Artikel 6.08: instellen eenrichtingsverkeer.

  • Artikel 6.19, zesde lid: ontvangen melding ‘blijf weg’-sein.

  • Artikel 6.21a, eerste en tweede lid: voorschrijven assistentie duwstel/gekoppeld samenstel en ontheffing verbod varen duwstel;

  • Artikel 7.01, vierde lid: toestemming waterbewegingen stilliggende schepen.

  • Artikel 7.03, tweede lid: ontvangen melding nemen ligplaats waar dat is verboden.

  • Artikel 7.07, derde lid: toestemming innemen ligplaats op kortere afstanden ten opzichte van schepen met gevaarlijke stoffen.

  • Artikel 7.08, eerste en tweede lid: vrijstelling/ontheffing verplichting toezicht (wachtsman) stilliggend schip.

  • Artikel 9.02, tweede lid: vergunning bijzonder transport.

  • Artikel 9.02, derde lid: ontheffing maatvoering (lengte, breedte, diepgang) schepen/samenstel.

  • Artikel 9.03, tweede, derde, vierde en zesde lid: ontheffing werkzaamheden/termijnen/ ligplaatsverbod en aanwijzing ligplaats ontkoppelen.

  • Artikel 9.06, zevende en achtste lid: toestemming samenstelling en ontkoppeling duwstellen en gekoppelde samenstellen/toelating duwstellen en gekoppelde samenstellen met afwijkende afmetingen.

  • Artikel 9.07, eerste en tweede lid: aangeven categorieën grote schepen waar meldplicht voor geldt/aanwijzing marifoonkanaal en wijze van melden.

  • Artikel 10.10, tweede lid: toestemming afwijking afstand ligplaats innemen ten opzichte van bepaalde schepen.

 

Artikel 7: uitvoering Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer

Het aanbrengen van verkeerstekens dan wel een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken in het kader van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer is een bevoegdheid van het college met dien verstande dat overleg met de directeur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, en diens door hem aan te wijzen vervanger, plaatsvindt, indien dit invloed op het nautisch beheer binnen het Noordzeekanaalgebied heeft. De directeur of diens door hem aan te wijzen vervanger kan hiertoe ook voorstellen doen.

 

Artikel 8: Uitzonderingen toepassing mandaatverlening

Het in artikelen 1 tot en met 6 genoemd mandaat is niet van toepassing op:

  • a.

    zaken waarvan een lid van het college, de burgemeester als zodanig daaronder mede begrepen, te kennen heeft gegeven dat hij op grond van politieke of bestuurlijke overwegingen van oordeel is dat hij het nemen van een besluit daarover aan zich dient te trekken;

  • b.

    zaken die een beslissing vergen die zou afwijken van een advies waarvan het inwinnen ingevolge wettelijke voorschrift dan wel ingevolge een gemeentelijke richtlijn verplicht is;

  • c.

    zaken die een beslissing vergen die leidt tot overschrijding van het voor deze beslissing(-en) aan de gemandateerde beschikbaar staande budget; en

  • d.

    zaken die een beslissing vergen die zou afwijken van het tot dan toe door het gemeentebestuur gevoerde beleid.

In de gevallen dat één of meer van de bovengenoemde uitzonderingen van toepassing is dan wel de gemandateerde hier twijfels over heeft, wordt het besluit over de afdoening van de zaak aan het college voorgelegd en door het college genomen.

 

Artikel 9: Nadere werkafspraken mandaatverlening

Het hoofd van de afdeling Havens en Vaarwegen van Zaanstad is door het college bevoegdheid toegekend zo nodig nadere werkafspraken ten aanzien van de uitvoering van het mandaat, zoals vermeld in dit mandaatbesluit, te maken met de directeur van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied en diens door hem aan te wijzen vervanger en medewerkers van het Havenbedrijf van Amsterdam.

 

Artikel 10: Intrekking eerdere mandaatbesluiten.

  • 1.

    Het besluit tot het verlenen van het mandaat aan de directeur van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, in het kader van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019 (besluit d.d. 27 augustus 2019, kenmerk 2019/ 19452) wordt ingetrokken.

  • 2.

    Het besluit tot het verlenen van het mandaat aan de directeur van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, in het kader van het Havenafvalstoffenplan (besluit d.d. 28 januari 2020, kenmerk 2020/ 1541, zoals vermeld onder beslispunt 2) wordt ingetrokken.

 

Artikel 11: inwerkingtreding mandaatbesluit.

Dit besluit treedt in werking een dag nadat het besluit is vastgesteld.

 

Artikel 12.  

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit Zaanstad aangaande Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied 2021.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld op dd. 24-05-2022

burgemeester en wethouders van Zaanstad,

drs. J. Hamming, burgemeester

drs. G. Blom, gemeentesecretaris