Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie (minima) 2024 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie (minima) 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke participatie 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-04-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 21-03-2024 | ZAAK-2024-0000001019 |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 3 Participatieregeling
De participatieregeling is een bijdrage ten behoeve van sociale, educatieve, sportieve of culturele activiteiten die beoogt sociaal isolement te voorkomen. De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met de voor dat jaar vastgestelde HICP Index en afgerond op een absoluut bedrag.
Onder maatwerk minima wordt verstaan de mogelijkheid om ondersteuning te bieden in persoonlijke situaties, waarvoor de beschikbare minimaregelingen niet voldoende zijn. Het doel is flexibiliteit om in te kunnen spelen op uitzonderlijke situaties ter voorkoming van financiële of maatschappelijke problemen.
Artikel 5 Jeugdfonds sport en cultuur
Het Jeugdfonds Sport & Cultuur betaalt de contributie of het lesgeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar uit gezinnen in Utrechtse Heuvelrug waar te weinig geld is om kinderen deel te laten nemen aan cultuur of sport en diploma zwemmen.
Het college kan nadere voorschriften vaststellen voor de uitvoering van de bepalingen van deze verordening.
Het college kan, in bijzondere gevallen, ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.