Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waddenfonds

Bevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaddenfonds
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024
CiteertitelBevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-202401-01-2024nieuwe regeling

29-03-2024

bgr-2024-612

Tekst van de regeling

Intitulé

Bevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam Waddenfonds hebben op 29 maart 2024 het Bevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024, met inbegrip van de bijlage (kolommen I en II) vastgesteld.

 

Rechtsbescherming

Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan hiertegen binnen zes (6) weken na de bekendmaking hiervan een bezwaarschrift indienen bij:

 

Het dagelijks bestuur van het Waddenfonds,

Ruiterskwartier 121A

8911 BS Leeuwarden

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • a.

    de naam en het adres van de indiener;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • d.

    de gronden van het bezwaar.

Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam Waddenfonds van 29 maart 2024, tot vaststelling van het Bevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024.

 

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam gemeenschappelijke regeling Waddenfonds,

 

ieder voor zover daartoe bevoegd;

 

overwegende dat het uit het oogpunt van doelmatig bestuur wenselijk is om de bevoegdheid tot het nemen van bepaalde besluiten te mandateren, voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het openbaar lichaam Waddenfonds volmacht te verlenen alsmede machtiging te verstrekken voor het verrichten van handelingen niet zijnde een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling;

 

gelet op de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek;

 

BESLUITEN

 

mandaat, volmacht en machtiging te verlenen overeenkomstig het navolgende besluit:

Artikel 1 Algemeen

  • 1.

    Aan de directeur/secretaris wordt voor de taken en bevoegdheden genoemd in de bijlage bij dit besluit, met inbegrip van de ondertekening van stukken, mandaat, volmacht en machtiging verleend.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 2 worden onder de opgedragen taken en bevoegdheden tevens begrepen de daarmee samenhangende taken en bevoegdheden van procedurele en/of administratieve aard.

  • 3.

    Waar dit besluit betrekking heeft op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen wordt voor mandaat gelezen: volmacht. Waar dit besluit betrekking heeft op het verrichten van handelingen niet zijnde een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling wordt voor mandaat gelezen: machtiging.

Artikel 2 Clausulering

  • 1.

    Bij de uitoefening van de krachtens dit besluit opgedragen taken en bevoegdheden wordt in elk geval in acht genomen:

    • a.

      het daaromtrent gestelde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift, beleidsregel, richtlijn en specifieke instructies;

    • b.

      het door het bevoegde bestuursorgaan vastgestelde beleid; en

    • c.

      het door het bevoegde bestuursorgaan beschikbaar gestelde budget.

  • 2.

    Dit besluit vindt geen toepassing in het geval de gemandateerde direct of indirect enig persoonlijk belang heeft.

Artikel 3 Inlichtingen

De gemandateerde verschaft desgevraagd aan het dagelijks bestuur en de voorzitter alle informatie over het gebruik van een bevoegdheid.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1.

    De directeur/secretaris is bevoegd om ondermandaat te verlenen. Het Bevoegdhedenstatuut is hierop van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Een ondermandaatbesluit wordt schriftelijk genomen.

Artikel 5 Vertegenwoordiging buiten rechte

De directeur/secretaris is bevoegd:

  • a.

    het openbaar lichaam Waddenfonds buiten rechte te vertegenwoordigen, ter uitvoering van krachtens dit besluit tot zijn/haar competentie behorende besluiten; en

  • b.

    de vertegenwoordiging schriftelijk op te dragen aan een door hem/haar aangewezen functionaris.

Artikel 6 Ondertekening

In de ondertekening van besluiten krachtens de bijlage wordt tot uitdrukking gebracht dat deze namens het dagelijks bestuur dan wel namens de voorzitter zijn genomen.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    De bijlage maakt onlosmakelijk deel uit van dit besluit.

  • 2.

    Dit besluit:

    • a.

      wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van het Waddenfonds;

    • b.

      treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking;

    • c.

      werkt terug tot 1 januari 2024; en

    • d.

      wordt aangehaald als Bevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024.

Toelichting Bevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024

Mandaat, volmacht en machtiging

Over mandaat zijn spelregels opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Onder mandaat wordt in de Awb verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (publiekrechtelijke) besluiten te nemen.

 

Mandaat is de bestuursrechtelijke tegenhanger van volmacht, dat handelt over het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Ingevolge de Awb zijn de bepalingen over mandaat van overeenkomstige toepassing als het bestuursorgaan volmacht verleent om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten.

 

Daarnaast kent de Awb nog het begrip machtiging, dat staat voor handelingen die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Ook daarvan zegt de Awb dat voormelde spelregels van overeenkomstige toepassing zijn.

 

Hierna wordt steeds gesproken over mandaat, maar dit dus geldt dus ook voor volmacht of machtiging.

 

De toerekening van in mandaat genomen besluiten

Een door de gemandateerde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid genomen besluit geldt als een besluit van de mandaatgever. Dat besluit wordt dus aan de mandaatgever toegerekend. Het in mandaat genomen besluit heeft dezelfde juridische consequenties als een door de mandaatgever genomen besluit. De bepaling komt overeen met artikel 3:66 van het Burgerlijk wetboek, dat voor de volmacht eenzelfde regeling geeft.

 

Grenzen aan mandaatverlening

Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.

In de Awb staat dat mandaat in ieder geval niet wordt verleend voor:

  • a)

    het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;

  • b)

    het nemen van een besluit waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet; en

  • c)

    het vernietigen van of het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

Er kunnen zich twee situaties voordoen waarin de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet:

  • I.

    Het karakter van de bevoegdheid sluit mandatering uit. Dat is bv. het geval als uit de bevoegdheid kan worden afgeleid dat besluitvorming door het bestuursorgaan dat de wetgever heeft aangewezen (meestal het hoogste politieke orgaan) moet plaatsvinden.

  • II.

    In het geval dat het karakter van de bevoegdheid op zich niet aan mandaatverlening in de weg staat, maar dat de mandaatverlening in het concrete geval niet is toegestaan. Bv. in de situatie dat een bevoegdheid niet in de sfeer van de normale bevoegdheidsuitoefening van de beoogd gemandateerde ligt of de gemandateerde zelf belanghebbende is bij de uitoefening van die bevoegdheid.

Als de (onder) gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, behoeft de mandaatverlening de instemming van de gemandateerde en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt. Voor instemming geldt geen vormvereiste. Van instemming kan ook blijken door de feitelijke uitoefening van het mandaat.

 

Instructies en inlichtingen

Om de verantwoordelijkheid die de mandaatgever heeft voor het in mandaat genomen besluit te kunnen waarmaken, kan deze instructies geven over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. De gemandateerde geeft de mandaatgever bovendien op diens verzoek alle inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid.

 

Zelf doen en intrekken

De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen. Mandaatverlening is dus geen absolute overdracht van bevoegdheid. Ook kan de mandaatgever het mandaat te allen tijde intrekken.

 

Ondermandaat

De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend. Een dergelijk ondermandaat moet schriftelijk worden genomen.

 

Ondertekening

Ook naar buiten moet duidelijk zijn dat de gemandateerde de bevoegdheid uitoefent onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. Daarom is voorgeschreven dat in een besluit dat krachtens mandaat wordt genomen, moet worden aangegeven namens welk bestuursorgaan de gemandateerde handelt.

Bijlage bij het Bevoegdhedenstatuut Openbaar lichaam Waddenfonds 2024

 

Initieel mandaat aan: directeur/secretaris

 

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 van het Bevoegdhedenstatuut openbaar lichaam Waddenfonds 2024 en kolom II van deze bijlage worden onder de hieronder genoemde bevoegdheden tevens begrepen de daarmee samenhangende taken en bevoegdheden van procedurele en/of administratieve aard.

 

Onderdeel A. Algemeen

Laatstelijk vastgesteld door het dagelijks bestuur en de voorzitter, d.d.: 29 maart 2024

 

A1. Autonoom

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Handelingen t.b.v. niet op rechtsgevolg gerichte informatie (zgn. “koude” informatie).

Bv. het beantwoorden van een vraag van burgers en bedrijven, anders dan een verzoek o.g.v. de Wet open overheid.

 

 

A2. Algemene wet bestuursrecht

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het doorzenden van stukken naar de daartoe bevoegde instantie.

Art. 2:3 Awb.

 

2.

Besluiten tot vaststelling van de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom.

Art. 4:18 Awb. Dwangsom vanwege het niet tijdig beslissen op een aanvraag. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

3.

Het opschorten van de beslistermijn.

Art. 4:14 Awb. Als een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven.

Voor het verdagen van de beslissing op bezwaar: zie onderdeel E: Rechtsbescherming.

Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

A3. Organieke en bijzondere regelgeving

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het ter inzage leggen, bekendmaken of anderszins kennis geven van (voorgenomen) besluiten van het bestuur van het openbaar lichaam Waddenfonds.

Bv. een bekendmaking of kennisgeving o.g.v. de Awb, de Bekendmakingswet of Europese regelgeving.

 

 

A4. Wet open overheid

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Verzoek tot preciseren van een verzoek om publieke informatie

Art. 4.1 Woo. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

2.

Verdagen beslistermijn.

Art. 4.4 Woo. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

3.

Mededelingen over het opschorten van de beslistermijn i.v.m. toepassing van art. 4:8 van de Awb.

Art. 4.4. Woo. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

Art. 4:8 Awb betreft de zienswijzeprocedure, voorafgaande aan het nemen van een besluit.

 

4.

Besluiten om een verzoek niet te behandelen, als de verzoeker niet meewerkt aan een verzoek tot precisering.

Art. 4.1 Woo. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

5.

Besluiten op verzoeken om publieke informatie.

Art. 4.1 en 5.5 Woo. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

A5. Wet hergebruik overheidsinformatie

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Verdagen beslistermijn.

Art. 4 Who. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

2.

Mededelingen over het opschorten van de beslistermijn i.v.m. toepassing van art. 4:8 van de Awb.

Art. 4 Who. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

3.

Besluiten op verzoeken om hergebruik.

Art. 4 Who. Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds.

 

 

A6. Algemene verordening gegevensbescherming

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het verlengen van de beslistermijn.

Art. 12, lid 3, AVG. Na overleg met de Functionaris gegevensbescherming.

 

2.

Besluiten op aanvragen omtrent de verwerking van persoonsgegevens.

Artt. 15 tot en met 18, 20, 21 en 22 AVG.

Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds en de Functionaris gegevensbescherming.

 

3.

Het (gewijzigd) vaststellen van het Register van verwerkingsactiviteiten.

Art. 30 AVG.

Na overleg met de Functionaris gegevensbescherming.

 

4.

Het documenteren van inbreuken i.v.m. persoonsgegevens.

Art. 33 AVG: Protocol datalekken.

In overleg met de Functionaris gegevensbescherming.

 

5.

Het (voorlopig) melden van een inbreuk i.v.m. persoonsgegevens bij de Autoriteit persoonsgegevens.

Art. 33 AVG.

Na afstemming met de voorzitter van het Waddenfonds en de Functionaris gegevensbescherming.

 

6.

Het melden van een inbreuk i.v.m. persoonsgegevens aan betrokkene.

Art. 34 AVG. 

Na afstemming met de voorzitter van het Waddenfonds en de Functionaris gegevensbescherming.

 

7.

Het informeren van de Autoriteit persoonsgegevens over de aanwijzing van de Functionaris gegevensbescherming.

Art. 37 AVG

 

 

A7. Reglement commissie kwaliteitstoetsing Waddenfonds

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het benoemen van de (plaatsvervangend) secretaris.

 

 

Onderdeel B. Personeel & Organisatie

Laatstelijk vastgesteld door het dagelijks bestuur en de voorzitter, d.d.: 29 maart 2024

 

Collectieve arbeidsovereenkomst provincies

Toepassing conform Personeelshandboek

 

B1. Arbeidsovereenkomst

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het aangaan van een arbeidsovereenkomst

Art. 3.1 Cao. Met inachtneming van de vastgestelde (personele) begroting.

 

 

B2. Salaris, salaristoelagen en IKB

Besluiten inzake:

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

kostenvergoedingen

Art. 4.1.4 Cao.

 

2.

(een tegemoetkoming in de) reis- en verblijfkosten

Art. 4.1.4 Cao.

 

3.

vergoeding van de voor eigen rekening blijvende kosten bij bedrijfsongevallen of beroepsziekten.

Art. 4.1.5 Cao.

 

4.

schadevergoeding van aan de ambtenaar toebehorende kleding en uitrusting.

Art. 4.1.6 Cao.

 

5.

het bepalen van de salarisschaal.

Art. 4.2.1 Cao.

 

6.

het bepalen van het salaris.

Art. 4.2.2 Cao.

 

7.

het bepalen van het salaris bij opdrachten.

Art. 4.2.3 Cao.

 

8.

de salarisontwikkeling.

Art. 4.2.4 Cao.

 

9.

de beloning van bijzondere prestaties of extra inzet.

Art. 4.2.5 Cao.

 

10.

een toelage voor waarneming in een andere functie.

Art. 4.3.1 Cao.

 

11.

jubileumgratificatie.

Art. 4.4.1 Cao.

 

12.

het toekennen van een vergoeding voor overwerk.

Art. 4.4.2 Cao.

 

13.

toekenning tegemoetkoming in ziektekosten.

Art. 4.4.3 Cao.

 

14.

IKB.

Par. 4.5 Cao.

 

 

B.3 Werktijdenregeling

Besluiten inzake:

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

afspraken individuele werktijdenregeling

Art. 5.2 Cao.

 

2.

individuele wensen en arbeidsomstandigheden

Art. 5.2 Cao.

 

3.

verplichtingen om in het belang van de organisatie:

  • a.

    tijdelijk te werken buiten de voor de werknemer geldende werktijden;

  • b.

    zich buiten de voor de werknemer geldende werktijden ter beschikking te houden.

Art. 5.2 Cao.

 

 

B.4 Vakantie en verlof

Besluiten inzake:

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

het overhevelen wettelijk vakantieverlof naar een volgend kalenderjaar.

Art. 6.2 Cao.

 

2.

vakantie en ziekte, vakantie bij einde arbeidsovereenkomst en verlof op grond van de Wet arbeid en zorg.

Artt. 6.4 t/m 6.7 Cao.

 

3.

buitengewoon verlof of vakbondsverlof.

Artt. 6.8 en 6.9 Cao.

 

4.

non-activiteit.

Art. 6.10 Cao.

 

5.

het toekennen van langdurend onbetaald, buitengewoon of extra verlof en eventuele bijbehorende rechten voor bepaalde tijd.

Art. 6.11, 6.12 en 6.13 Cao.

 

 

B5. Wijzigingen in de arbeidsovereenkomst

Besluiten inzake:

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

het verplichten tot het verrichten van een opdracht of tijdelijke waarneming andere functie.

Art. 7.1 Cao.

 

2.

het verplichten tot aanvaarding van een andere functie vanwege een zwaarwegend dienstbelang.

Art. 7.1 Cao.

 

3.

wijziging omvang arbeidsovereenkomst.

Art. 7.2 Cao. Met inachtneming van de vastgestelde (personele) begroting.

 

 

B6. Gezondheid en arbeidsomstandigheden

Besluiten inzake:

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

een individueel gericht arbeidsgezondheidskundig onderzoek.

Art. 8.2.2 Cao.

 

2.

buitendienststelling wegens geestelijke of lichamelijke toestand van de medewerker.

Art. 8.2.4 Cao. Uitsluitend met inachtneming van het advies van de bedrijfsarts

 

3.

aanspraken bij ziekte en arbeidsongeschiktheid, de samenloop met andere inkomsten en het einde van de aanspraken.

Par. 8.4 Cao.

 

4.

compensatie, aanvulling, de verrekening i.v.m. samenloop en voortgezette uitkering Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten.

Par. 8.5 Cao.

 

5.

de gevolgen van algemene salariswijziging, overlijdensuitkering oud-ambtenaar bij ziekte en arbeidsongeschiktheid en aanvullende uitkering bij overlijden door dienstongeval/beroepsziekte.

Par. 8.6 Cao.

 

6.

toekenning werkgeversbijdrage IPAP en verhaalsrechten werkgever i.h.k.v. de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten.

Par. 8.7 Cao.

 

 

B7. Ontwikkeling, opleiding en inzetbaarheid

Besluiten inzake:

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

wijziging fase driefasenmodel

Art. 9.1.1 Cao.

 

2.

een beoordeling

Art. 9.2.2 Cao. In geval van een negatieve beoordeling wordt de voorzitter van het dagelijks bestuur vooraf geraadpleegd.

 

3.

POB en toekenning studieverlof

Artt. 9.3.1 en 9.3.2 Cao.

 

4.

het opdragen van een opleiding en wettelijk verplichte scholing en de benodigde faciliteiten.

Art. 9.3.3 Cao.

 

 

B8. Einde arbeidsovereenkomst

Besluiten inzake:

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Art. 10.1.1 Cao. Met uitzondering van toepassing van art. 10.1.1 aanhef en onder d (opzegging vanwege een dringende reden).

 

2.

beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens pensionering vóór het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Art. 10.1.3 Cao. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de dag waarop de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Dit wordt per brief bevestigd.

 

3.

ontslag wegens overlijden en toekenning nabestaandenuitkering.

Artt. 10.1.1 jo art. 10.1.5 Cao.

 

4.

aanvullende voorzieningen bij werkloosheid.

Par. 10.4 Cao.

 

5.

aanvullende uitkering op de WW en nawettelijke uitkering.

Par. 10.5, 10.6 en 10.7 Cao.

 

 

B9. Autonoom

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het gewijzigd vaststellen van de Administratieve Organisatie.

Over een wijziging wordt het dagelijks bestuur in de eerstvolgende vergadering geïnformeerd.

 

 

Onderdeel C. Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

Laatstelijk vastgesteld door het dagelijks bestuur en de voorzitter, d.d.: 29 maart 2024

 

C1. Wet gemeenschappelijke regelingen

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het openbaar lichaam Waddenfonds te besluiten.

Art. 46b Wgr.

De bevoegdheid strekt uitsluitend tot het aanschaffen van roerende goederen en diensten, binnen de taakstelling van het openbaar lichaam;

Het financieel belang per rechtshandeling bedraagt niet meer dan € 100.000,- excl. btw;

M.u.v. besluiten tot het aangaan van geldleningen en rekening-courant overeenkomsten behoeve van het openbaar lichaam.

 

 

C2. Algemene verordening gegevensbescherming

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het sluiten van een verwerkersovereenkomst

Art. 28 AVG.

Na overleg met de Beheerorganisatie Waddenfonds

 

 

C3. Autonoom

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het verstrekken van betalingsopdrachten respectievelijk het (doen) verrichten van betalingen ten laste van het openbaar lichaam Waddenfonds.

Het betreft hier betalingen, anders dan betalingen in het kader van subsidieverstrekking.

 

 

Onderdeel D. Subsidieverstrekking

Laatstelijk vastgesteld door het dagelijks bestuur en de voorzitter, d.d.: 29 maart 2024

 

D1. Algemene wet bestuursrecht

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Herstel verzuim

Art 4:5 Awb

 

2.

Besluiten inhoudende het niet behandelen van een aanvraag.

Art 4:5 Awb

 

3.

Het verstrekken van betalingsopdrachten respectievelijk het verrichten van betalingen ten laste van het openbaar lichaam Waddenfonds.

Het betreft hier betalingen ten behoeve van subsidieverstrekking, met name de (termijn)betaling van een subsidiebedrag of een voorschot.

 

 

D2. Algemene wet bestuursrecht

D2. Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017

D2. Subsidieregelingen inzake thematische subsidieverstrekking

D2. Subsidieregeling Budget Lokale Innovaties

 

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Besluiten tot het weigeren van subsidie

Met uitzondering van:

  • subsidieverstrekking ten behoeve van het Investeringskader Waddengebied; en

  • thematische subsidieverstrekking, tenzij ten behoeve van de rangschikking van aanvragen een adviescommissie is ingesteld en aanvragen niet worden doorgeleid naar deze commissie.

Het dagelijks bestuur wordt in de eerste vergadering na besluitvorming geïnformeerd over de met toepassing van dit volgnummer genomen besluiten.

 

2.

Besluiten inzake bevoorschotting

Art. 2.7 ASV

 

 

3.

Besluiten tot het wijzigen van een besluit tot subsidieverlening

Uitsluitend voor zover de wijziging:

  • niet betrekking heeft op de gesubsidieerde activiteit(en); of

  • niet leidt tot een hogere subsidieverlening.

bv. een wijziging van de looptijd van het project.

4.

Besluiten inzake vaststelling

Met uitzondering van besluiten waarbij de subsidieverlening of de subsidievaststelling:

  • wordt ingetrokken; of

  • in het nadeel van de subsidieontvanger wordt gewijzigd.

Het dagelijks bestuur wordt in de eerste vergadering na besluitvorming geïnformeerd over, met toepassing van dit volgnummer, genomen besluiten.

5.

Besluiten inzake terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen of voorschotten vanwege een lagere vaststelling

Invordering bij wijze van dwangbevel wordt altijd aan het dagelijks bestuur voorgelegd

6.

Besluiten tot het (gewijzigd) vaststellen van aanvraagformulieren

Art. 1.10 ASV.

 

Onderdeel E. Rechtsbescherming

Laatstelijk vastgesteld door het dagelijks bestuur en de voorzitter, d.d.: 29 maart 2024

 

E1. Algemene wet bestuursrecht

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het verdagen van de beslissing op een bezwaarschrift of te besluiten tot verder uitstel.

De Awb biedt de mogelijkheid om de beslissing op het bezwaarschrift met ten hoogste zes weken te verdagen. Verder uitstel is mogelijk als alle belanghebbenden daarmee instemmen, de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of verder uitstel nodig is i.v.m. de naleving van wettelijke procedurevoorschriften.

 

 

E2. Wet gemeenschappelijke regelingen

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

2.

Besluiten tot het namens het openbaar lichaam als eisende of verzoekende partij voeren van rechtsgedingen.

  • In dit soort procedures is het openbaar lichaam als rechtspersoon partij;

  • Uitsluitend in gevallen waarbij een besluit van het dagelijks bestuur redelijkerwijs niet kan worden afgewacht;

  • Het procesbesluit dient z.s.m. ter kennis van het dagelijks bestuur te worden gebracht.

 

3.

Besluiten tot het namens het openbaar lichaam als gedaagde of verwerende partij voeren van rechtsgedingen.

  • In dit soort procedures is het openbaar lichaam als rechtspersoon partij.

Het procesbesluit dient z.s.m. ter kennis van het dagelijks bestuur te worden gebracht.

 

 

4.

Besluiten tot het namens het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur maken van bezwaar of het instellen van (hoger) beroep.

  • In dit soort procedures is het bestuursorgaan partij;

  • Uitsluitend in spoedeisende gevallen, waarbij besluitvorming door het dagelijks bestuur niet kan worden afgewacht;

  • Het procesbesluit dient vervolgens z.s.m. ter kennis van dagelijks bestuur te worden gebracht;

Tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

5.

Het opstellen, ondertekenen en indienen van processtukken.

6.

Het aanwijzen van personen als procesvertegenwoordiger c.q. gemachtigde van het openbaar lichaam Waddenfonds respectievelijk een bestuursorgaan van het Waddenfonds.

Deze bevoegdheid impliceert dat ook de secretaris/directeur het openbaar lichaam Waddenfonds respectievelijk een bestuursorgaan van het Waddenfonds kan vertegenwoordigen.

7.

Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

 

E3. Verordening adviescommissie rechtsbescherming Waddenfonds

Nr.

I. (wettelijke) basis en bevoegdheid

II. clausulering / instructies / toelichting

III. ondermandaat aan

1.

Het benoemen van de secretaris en plaatsvervangend secretaris.