Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaren

Beleidsregels premie i.v.m. werkaanvaarding

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels premie i.v.m. werkaanvaarding
CiteertitelBeleidsregels premie i.v.m. werkaanvaarding
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit is gedelegeerde regelgeving van de Re-integratieverordening.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht art. 4:81
  2. Re-integratieverordening art. 16

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

N.V.T.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200701-04-2009Vervallen regeling

15-03-2007

De Leije, 04-04-2007

B&W voorstel 23-01-2007
01-01-200601-01-2007Intrekking

08-11-2005

Nieuwsbode, 28-12-2005

B&W voorstel 08-11-2005

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels premie i.v.m. werkaanvaarding

Overwegende dat op grond van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Haaren burgemeester en wethouders nadere regels kunnen stellen,B E S L U I Tvast te stellen de hierna volgende 'Beleidsregels premie'

Hoofdstuk 1 Beleidsregels premie in verband met werkaanvaarding.

(artikel 16 Reïntegratieverordening gemeente Haaren).

Artikel 1 Begripsomschrijving.

Voor de begripsomschrijving wordt verwezen naar de Reïntegratieverordening gemeente Haaren.

Hoofdstuk 2 Uitstroompremie

Artikel 2 Voorwaarden voor het recht op de uitstroompremie.

  • 1

    Aan de uitkeringsgerechtigde die door het CWI is gefaseerd op fase 2, 3 of 4 en tijdens / na een traject algemeen geaccepteerde arbeid -niet zijnde gesubsidieerde arbeid- dan wel werk in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening aanvaardt en behoudt, en daarmee een inkomen verwerft dat meer bedraagt dan de van toepassing zijnde norm, kan op aanvraag een eenmalige premie worden verstrekt.

  • 2

    Aan de belanghebbende die een op basis van de Reïntegratieverordening toegekende gesub-sidieerde baan heeft en die algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt en behoudt, en daarmee een inkomen verwerft dat meer bedraagt dan de van toepassing zijnde norm, kan op aanvraag een eenmalige premie worden verstrekt. Belanghebbende moet, direct voorafgaand aan het ver-richten van gesubsidieerd werk, uitkeringsgerechtigde zijn geweest. 

  • 3

    De premie kan worden aangevraagd nadat de algemeen geaccepteerde arbeid, niet zijnde gesubsidieerde arbeid, tenminste zes maanden heeft geduurd.

  • 4

    De premie moet tenminste zijn aangevraagd binnen 3 maanden nadat de periode genoemd in het derde lid is verstreken.

Artikel 3 De aanvraag.

De aanvraag geschiedt door indiening van een volledig ingevuld en eigenhandig ondertekend for-mulier dat door het college is vastgesteld. Dit formulier wordt ingediend onder overlegging van een werkgeversverklaring omtrent de gewerkte periode en zonodig onder andere bewijsstukken die naar het oordeel van het college nodig zijn ter beoordeling van het recht op premie.

Artikel 4 De hoogte en uitbetaling van de premie.

De hoogte van de premie als bedoeld in artikel 2 bedraagt het bedrag dat bedoeld is in artikel 31 lid 2 onder j WWB, dat van toepassing is op het moment waarop de aanspraak op de premie kan worden gemaakt en wordt in één keer uitbetaald.

Hoofdstuk 3 Deeltijdpremie

Artikel 5 Voorwaarden voor het recht op de deeltijdpremie

Aan de uitkeringsgerechtigde, die werkzaam is in deeltijd in algemeen geaccepteerde arbeid -niet zijnde een gesubsidieerd dienstverband- dan wel een dienstverband in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening, wordt een premie toegekend, wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    aan de uitkeringsgerechtigde is om medische, psychische of sociale redenen gedeeltelijke ontheffing verleend van de arbeids- en reïntegratieverplichtingen en

  • 2.

    de uitkeringsgerechtigde verricht naar vermogen arbeid en

  • 3.

    de uitkeringsgerechtigde komt niet in aanmerking voor de vrijlatingfaciliteiten als bedoeld in artikel 17 Reïntegratieverordening.

Artikel 6 De hoogte van de deeltijdpremie

De premie is gelijk aan het bedrag als bedoeld in artikel 36 lid 5 van de Wet werk en bijstand.

Artikel 7 De aanvraag

De deeltijdpremie wordt ambtshalve vastgesteld, voor de eerste maal 12 maanden na de datum waarop de uitkeringsgerechtigde heeft voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 en vervolgens telkens na 12 maanden.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de datum waarop de wijziging van de Re-integratieverordening in werking treedt, gelijktijdig met de intrekking van de “Beleidsregels premie in verband met werkaanvaarding”

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels premie in verband met werkaanvaarding 2007”

Haaren, 15-03-2007Namens het college van burgemeester en wethouders,De secretaris,                                   De burgemeester,B.P.H. van Els                                  F.H.G.M. Ronnes

Toelichting 1 beleidsregels premie in verband met werkaanvaarding.

Met deze beleidsregels wordt invulling gegeven aan het gestelde in artikel 16 lid 5 van de Reïntegratieverordening gemeente Haaren.Artikel 1. Begripsomschrijving.In artikel 1 wordt voor de gebruikte begrippen verwezen naar de Reïntegratieverordening.UitstroompremieArtikel 2. Voorwaarden voor het recht op de premie.

  • 1.

    Er is voor gekozen om niet iedere uitkeringsgerechtigde een premie toe te kennen bij het aanvaar den van algemeen geaccepteerde arbeid. Alleen die uitkeringsgerechtigden, die tot de doelgroep van reïntegratie door de gemeente behoren. Dat zijn uitkeringsgerechtigden die tot fase 2, 3 of 4 behoren en die middels een traject uitstromen. Direct bemiddelbare personen uit fase 1 en zij die zonder traject uitstromen naar arbeid worden uitgesloten. De reden is evident: de premie is bedoeld als extra stimulans voor hen die een langere weg te gaan hebben richting aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid. Hoewel gesubsidieerde arbeid (WWB-baan) ook algemeen geaccepteerde arbeid is, wordt bij het aanvaarden van een op grond van de reïntegratieverordening toegekende gesubsidieerde baan geen premie verstrekt. Immers de gesubsidieerde baan is in principe tijdelijk en bedoeld als instrument om ervaring te krijgen en uit te stromen naar niet gesubsidieerd werk. Omdat belanghebbende inkomsten uit arbeid verwerft, komt hij niet meer in aanmerking voor de langdurigheidtoeslag. Alleenstaanden en alleenstaande ouders worden daarom bij voorkeur een dienstverband aangeboden warmee zij een inkomen verwerven dat hoger ligt dan de voor hen geldende bijstandsnorm zodat het verlies aan langdurigheidtoeslag daardoor wordt gecompenseerd. Bij gehuwden zal een ophoging van het aantal te werken uren niet mogelijk zijn, omdat zij al fulltime moeten werken om uit de uitkering te komen. Hun partner heeft echter na het beëindigen van de uitkering recht op de algemene heffingskorting minst verdienende partner. Hierdoor stijgt het inkomen met € 1.990,- op jaarbasis zodat ook zij compensatie ontvangen voor het missen van de langdurigheidtoeslag. Doorstroom vanuit werk in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening naar niet gesubsidieerd werk is slechts zelden mogelijk. Personen die gaan werken via de WSW kunnen daarom wel in aanmerking worden gebracht voor de uitstroom- of deeltijdpremie, mits zij voldoen aan alle andere voorwaarden.

  • 2.

    Aansluitend op het eerste lid wordt aan een uitkeringsgerechtigde, die uitstroomt naar gesubsidieerd werk een premie in het vooruitzicht gesteld als deze (men is dan niet meer uitkeringsgerechtigde, maar belanghebbende) doorstroomt naar niet-gesubsidieerd werk. Niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-gerechtigden kunnen in aanmerking komen voor gesubsidieerd werk en zijn ook belanghebbend, maar komen niet in aanmerking voor een premie, indien zij vanuit het gesubsidieerde werk doorstromen naar niet-gesubsidieerd werk. Vandaar dat nadrukkelijk is opgenomen, dat men uitkeringsgerechtigd geweest moet zijn, direct voorafgaand aan het gesubsidieerde werk.

  • 3.

    Omdat het niet alleen gaat om het verkrijgen van het werk maar ook om het behouden daarvan, is gesteld, dat er sprake moet zijn geweest van een arbeidsrelatie van minimaal zes maanden, alvorens de premie kan worden aangevraagd. Met deze zes maanden wordt aangesloten bij het begrip “duurzame arbeid” genoemd in de reïntegratieverordening.

  • 4.

    Nadat de termijn van zes maanden is verstreken kan men derhalve de premie aanvragen. Dat moet wel binnen drie maanden na het verstrijken van die zes maanden gebeuren. Het later aan- vragen van de premie is niet gewenst omdat het oorzakelijk verband tussen de aanvaarding en behouden van het werk en het toekennen van de premie verloren gaat. Overigens ligt de verantwoordelijkheid voor het aanvragen van de premie bij de aanvrager. In het beëindigingbesluit van de uitkering wordt de klant hier wel op gewezen.

Artikel 3. De aanvraag.Dit artikel bepaalt dat de aanvrager gebruik moet maken van een door het college vastgesteld formu-lier. Om de periode van zes maanden te kunnen verifiëren dient de aanvraag vergezeld te zijn van een werkgeversverklaring.Artikel 4. De hoogte en uitbetaling van de premie.In dit artikel is de hoogte van de premie vastgelegd op het bedrag dat wordt bedoeld in artikel 31 lid 2 onder j (maximale premie) Gekozen is voor het maximale bedrag. Hiermee wordt enerzijds het gemis aan langdurigheidtoeslag gecompenseerd. Anderzijds blijft het doel van de premie, n.l. stimuleren tot werkaanvaarding, behouden. De premie is onbelast en wordt in één keer uitbetaald.Indien de aanspraak ontstaat voor de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels zijn nog de Beleidsregels premie in verband met werkaanvaarding van kracht zoals die golden voor 1 januari 2007. Indien de aanspraak op een uitstroompremie ontstaat na de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt de hoogte van de premie vastgesteld op het bedrag dat op die datum geldt. De bedragen voor de premie als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder j kunnen halfjaarlijks veranderen. De datum waarop de cliënt aanspraak kan maken op de premie is bepalend voor de hoogte van het toe te kennen bedrag. De datum waarop de aanvraag wordt ingediend is daarvoor niet relevant.DeeltijdpremieArtikel 5. Voorwaarden voor het recht op de deeltijdpremieEr is voor gekozen om ook aan deeltijdwerkers een premie toe te kennen onder nadere voorwaarden. Op het moment dat een uitkeringsgerechtigde in deeltijd gaat werken verliest hij het recht op de langdurigheidtoeslag. Er is dan sprake van een armoedeval. Qua inkomsten gaat hij er niet op vooruit, tenzij hij gebruik kan maken van de vrijlatingfaciliteiten, maar zelfs op achteruit. Alleen deeltijdwerkers die een aanvullende uitkering ontvangen komen in aanmerking voor de premie. Voorwaarde is dat zij gedeeltelijk ontheffing hebben van de arbeidsplicht en precies voldoen aan de aan hen opgelegde arbeidsverplichting. Dit betekent dat iemand die bijvoorbeeld 20 uur werkt terwijl hij blijkens het medisch advies 25 uur zou kunnen werken, niet in aanmerking komt voor de premie. In dat geval moet bezien worden of deze persoon in aanmerking kan komen voor de vrijlatingfaciliteiten. Gelijktijdig gebruikmaken van de premie en vrijlatingfaciliteiten is niet mogelijk.Artikel 6. De hoogte van de deeltijdpremieHiervoor is aansluiting gezocht bij de langdurigheidtoeslag. Voor de toekenning zal dus bezien moeten worden wat de leefsituatie van de cliënt is om de hoogte van de toeslag te bepalen.Artikel 7. De aanvraagVoor de toekenning van de deeltijdpremie hoeft geen aanvraag te worden ingediend door de klant, maar deze kan ambtshalve worden vastgesteld. Het recht op deeltijdpremie ontstaat wanneer de uitkeringsgerechtigde gedurende 12 maanden heeft voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 5. Eenmaal per jaar biedt de wet de mogelijkheid een premie te verstrekken. Daarbij zal elke keer opnieuw beoordeeld moeten worden of voldaan wordt aan alle voorwaarden. Het kan immers zo zijn dat de uitkeringsgerechtigde inmiddels geacht mag worden meer uren te kunnen werken en aldus de maximale inspanning niet meer levert. In dat geval kan geen aanspraak meer bestaan op de premie.Artikel 8. InwerkingtredingBehoeft geen toelichting.Artikel 9. CiteertitelBehoeft geen toelichting.