Organisatie | Stroomopwaarts MVS |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Tegemoetkoming eigen bijdrage Kinderopvang MVS 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang MVS 2024 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-04-2024 | nieuwe regeling | 07-03-2024 |
Het dagelijks bestuur van Stroomopwaarts, namens de colleges van burgemeester en wethouders van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam,
Het dagelijks bestuur het wenselijk acht een tegemoetkoming te verstrekken aan ouders die noodzakelijke kosten aan kinderopvang maken en een inkomen ontvangen tot de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Beleidsregels Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang MVS 2024
Artikel 2. Doelgroep van de tegemoetkoming
Het dagelijks bestuur verstrekt een tegemoetkoming in aanvulling op de kinderopvangtoeslag aan (een) ouder(s) zoals bedoeld in artikel 1.13 van de Wet kinderopvang en die:
Artikel 5. Duur van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt uitgekeerd:
wanneer er sprake is van eerdere afname van kinderopvang dan dat de ouder start met het re-integratietraject, voorziening of opleiding, kan de tegemoetkoming eerder verstrekt worden als het weigeren van de opvangplek door de ouder(s) leidt tot het niet beschikbaar zijn van een opvangplek wanneer het re-integratietraject, voorziening of opleiding start.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur op 7 maart 2024
De voorzitter,
A.J. Proos
De secretaris,
N.C. van der Wekken
Op grond van artikel 1.13 van de wet is het college bevoegd een ouder een tegemoetkomen te verstrekken in aanvulling op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Omdat dit een kan-bepaling betreft, is het dagelijks bestuur bevoegd hier eigen regels op te schrijven.
Artikel 1.6, eerste lid onder c, e en j van de wet benoemd welke ouders in aanmerking komen voor de tegemoetkoming. In artikel 2 lid 3 van deze beleidsregels is een inkomensbeperking opgelegd voor de ouders genoemd onder artikel 1.6, lid 1 onder j van de wet. Deze inkomensbeperking staat in verhouding tot het doel van de wet omdat de tegemoetkoming bedoeld is om de financiële drempel van een eigen bijdrage weg te nemen voor ouders met een laag inkomen.
Voor de beoordeling van de hoogte van de tegemoetkoming, is informatie nodig. Denk hierbij aan het aantal benodigde uren kinderopvang, hoogte van het uurtarief van de opvang, eventuele bemiddelingskosten, hoogte van de kinderopvangtoeslag die de Belastingdienst verstrekt, etc. Indien de ouder de informatie niet verstrekt, is het niet mogelijk om de hoogte van de tegemoetkoming te beoordelen.
Het doel van de tegemoetkoming is het weghalen van de financiële drempel die de eigen bijdrage van de kinderopvang met zich meebrengt. Om die reden wordt de volledige eigen bijdrage vergoed. De hoogte hiervan is afhankelijk van het aantal uren en het uurtarief dat de opvang rekent.
De berekening van de hoogte van de tegemoetkoming is:
Dit betekent dat eventuele bemiddelingskosten die een gastouderbureau rekent ook binnen deze tegemoetkoming vallen.
De tegemoetkoming is alleen beschikbaar voor mensen die in kader van een re-integratietraject, voorziening of scholing, kinderopvang nodig hebben. Als een ouder uren afneemt van de kinderopvang om andere redenen, vallen die uren buiten het doel van de tegemoetkoming.
De tegemoetkoming gaat in vanaf het moment dat de kinderopvang afgenomen wordt vanwege het re-integratietraject, starten van de voorziening of de opleiding. Het kan voorkomen dat een ouder al eerder een plek aangeboden krijgt bij de kinderopvang maar de voorziening later start. Wanneer het zo is dat een weigering van de plek bij de kinderopvang ervoor zorgt dat de plek niet meer beschikbaar is wanneer de voorziening start, zal de tegemoetkoming eerder worden ingezet. Wel is van belang dat er al een startdatum bekend is.
In het geval dat een ouder pas een aanvraag doet nadat de opvang gestart is, zal het dagelijks bestuur de tegemoetkoming met terugwerkende kracht toekennen. De terugwerkende kracht is alleen voor de periode van maximaal drie maanden én in deze periode is voldaan aan alle voorwaarden die in de beleidsregels opgenomen zijn.
De tegemoetkoming eindigt wanneer iemand niet meer tot de doelgroep behoort of niet meer in Maassluis, Vlaardingen of Schiedam woonachtig is. Mocht iemand binnen de drie gemeenten verhuizen, hoeft de tegemoetkoming niet opnieuw aangevraagd te worden maar enkel een wijziging doorgevoerd te worden in het systeem voor wat betreft de verhuizing.