Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gebruiksreglement dienstvoertuigen gemeente Ridderkerk 2024 |
Citeertitel | Gebruiksreglement dienstvoertuigen gemeente Ridderkerk 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-04-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 02-04-2024 | 2024-029015 |
Dit reglement is opgesteld om duidelijkheid te verschaffen aan gebruikers van dienstvoertuigen over het gebruik van deze voertuigen en de verantwoordelijkheden die dit gebruik met zich meebrengt. Dit reglement bestaat uit twee hoofdstukken: dienstauto’s (I) en dienstfietsen (II). In gevallen dat het reglement niet volstaat, beslist de werkgever (gemeente Ridderkerk).
De kaders voor het reglement zijn artikel 11.3 van de Cao (Gebruik motorrijtuig) en artikel 2 van de gedragscode (Gebruik van goederen of diensten). Hierin staat:
De werknemer mag een motorrijtuig in de zin van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen alleen met toestemming van de werkgever voor zijn werk gebruiken. Dit om de door de werkgever te betalen kosten voor een tegemoetkoming van de gebruikskosten van de werknemer te kunnen beheersen. Als de werkgever toestemming verleent, kan de werkgever aan het gebruik voorwaarden stellen.
Als het belang van de organisatie daarmee is gediend, kan de werkgever beslissen, dat werknemers voor hun dienstreizen gebruik maken van een dienstauto of een ander voertuig, zoals een scooter of fiets. Het gebruik van deze voorziening wordt centraal geregistreerd. De werkgever kan bepalen dat in bijzondere individuele gevallen van de dienstauto of een ander voertuig gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer of voor de uitoefening van uit de functie voortvloeiende nevenfuncties.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Een dienstauto wordt ingezet voor aan het voertuig gekoppelde taken. Daarom zijn dienstauto’s primair aan één organisatieonderdeel toegewezen. Dit betekent niet dat er een exclusief gebruiksrecht op dit voertuig rust van een specifieke werknemer of organisatieonderdeel of ten behoeve van een enkele taak.
Artikel 7 - De rittenadministratie
Het inzien van de volledige rittenadministratie is voorbehouden aan de beheerder:
De teamleider is op grond van artikel 9 van de Ambtenarenwet 2017, verplicht tot geheimhouding van persoonsgegevens en al het andere hetgeen hem in verband met zijn functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard van de zaak volgt en behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht.
Dit gebruiksreglement is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 2 april 2024 en treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2024.
de secretaris
mevr. M. Kitselar
de burgemeester,
dhr. C.A. Oosterwijk
Kan de werkgever bewijzen dat hij aan u een auto ter beschikking heeft gesteld voor een wachtdienst (een roulatiesysteem waarbij u een bepaalde periode oproepbaar moet zijn)? Dan mag de werkgever de kilometers die u tijdens de wachtdienst rijdt, als zakelijke kilometers beschouwen.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
Controle op de juistheid van de rittenregistratie
De werkgever en de Belastingdienst kunnen de juistheid van een rittenregistratie controleren aan de hand van bijvoorbeeld:
Het is daarom raadzaam deze informatie en de rittenregistratie tot en met 5 jaar na afloop van het kalenderjaar te bewaren. Geef deze informatie af aan de werkgever. De werkgever bewaart het bij de loonadministratie. De belastingdienst kan dan bij een boekencontrole de gegevens controleren.